Wouter Bax, redacteur economie van Trouw, keek zijn ogen uit tijdens de persconferentie van Fortis, eind mei, begin april 2009. Terwijl hij zijn notitieblokje openklapt om zo de nodige ‘brandstof’ voor zijn stukkie ‘s avonds ‘te kunnen schrijven’, zat een Belgische collega van De Standaard druk alles mee te typen. “Wat doet-ie toch, vroegen wij ons af, enigszins schamperend over zo’n zenuwpees die na een uur al meer woorden had getikt dan er ooit in een krant passen”, vroeg Bax zich af (Trouw, 4 april 2009).
“Het antwoord kwam die avond, op de website van De Standaard. De journalist had de hele dag geblogd. Van minuut tot minuut had hij live verslag gedaan van de vergadering. ‘Voorzitter Hessels betreurt de gang van zaken’, stond er dan, gevolgd door frasen als ‘Aandeelhouder vindt excuses te weinig’ en ‘boegeroep uit de zaal’.”
Bax’ artikel was de eerste journalistieke vermelding en beschrijving van wat in 2009 nog een journalistieke niche was, maar waarmee in België al wel werd gewerkt — het liveblog. Bax’ introductie van het nieuwe format kreeg in 2009 nog een plekje op pagina 64-65 van de zaterdagkrant, in de sectie over Media. Hoe groot het contrast met de dominante positie van liveblogs vandaag de dag, pontificaal op de voorpagina van de site. Zelf schrijft Bax toen nog het live bloggen in eerste instantie ‘af te keuren’; was het niet de journalistieke taak om juist te selecteren in plaats van alles maar op het web door te zetten?
Uit nood geboren
Nee, antwoord Bax resoluut, want dat was een rol en taak voor de krant die uit nood was geboren, toen de krant de strijd om nieuws en de scoops verloor van radio en televisie. Want waarom moet nieuws eigenlijk een dag duren?, vroeg hij zich af. Er was geen sneller kanaal, maar dat is er met internet wel. En zo werd het liveblog de ultieme wraak op de verloren functie van de krant: brengen van nieuws dat zich nu afspeelt. “‘Champagne!’, zou ik dus willen roepen”, ontkurkt Bax een denkbeeldige fles bubbels. De krant was met het liveblog helemaal ‘terug aan de frontlinie’ van de actualiteit.
Mark van Bergen (Eindhovens Dagblad) schrijf in mei van 2009 over de live verslaggeving van voetbalwedstrijden voor zijn krant. Dan nog via losse tweets die in 2009 voor het eerst worden bijeengebracht in een Canadese webapplicatie CoverItLive dat in de site wordt gehangen. Daarin kunnen redacteuren ook foto’s en tekst opnemen. “Alles verschijnt direct na publicatie online. Op reguliere nieuwssites duurt dit minuten”, schrijft Van Bergen. Multimediaal, crossmediaal, live en interactief. Het ED speelt ermee.
Sport, crisis en politiek
En niet alleen sport wordt met CoverItLive verslagen, ook het drama in Apeldoorn, waarbij een man met zijn auto het publiek inrijdt dat staat te kijken bij de koninklijke optocht tijdens Koninginnendag, komt direct live op de site van de krant. Sport en crisis lenen zich uitstekend voor de nieuwe, online mogelijkheden. Politieke verslaggeving zit dan nog in de ideeënfase. Zo denkt John van den Oetelaar, coördinator van de multimediaredactie: “Het ED kan dan experts of politici uitnodigen in een internetpanel plaats te nemen, waarna lezers vragen en reacties kunnen insturen waarop de panelleden, gewoon vanachter hun eigen computer, reageren.”
Het Brabants Dagblad experimenteert in 2010 met een interactief en live verslag van de verkiezingen in Oss. Maarten van den Hurk schrijft op 20 november 2010 als aankondiging in de krant: “Zo grijpt de redactie de Osse gemeenteraadsverkiezingen aan voor een nieuwe stap voorwaarts op het gebied van crossmediaal werken.” De krant blijft bestaan, uiteraard, maar krijgt er op de website “relevante nieuwe mogelijkheden” bij. Daarbij wordt samengewerkt met studenten ICT en Mediadesign (Nero) en twee niet ander genoemde hogescholen. En met succes, zal later blijken. Wat gaat de krant doen?
“Dit liveblog wordt een mengvorm van eigen waarnemingen, in het debat getoonde presentaties én opmerkingen van mensen die het debat via internet volgen. Deze volgers kunnen een vraag of bericht insturen. Een geselecteerd aantal politici kan datzelfde ook met behulp van Twitter.”
Kritieken komen er dan ook. Arjen van Veelen (NRC, 10 februari 2011) schrijft: “Revolutie is een kijksport en de liveblog is onze skybox op het Tahrir-plein. We waren er bij toen de kamelen kwamen. Kippenvel. Maar hadden we goed zicht?” Hij doelt op de explosie aan (internationale) liveblogs over wat in dat jaar de Arabische Lente is gaan heten. In het stuk (1512 woorden) zoekt Van Veelen naar de meerwaarde van de snelle (en korte) updates van zoiets complex als een revolutie. “Het leuke van live is dat je er bij bent, maar het lastige is dat je vaak niet weet wáárbij.” Volgens de commentator is het vooral “Zoek-het-zelf-maar-uitnieuws”. Het format vraagt ook om het nieuwe kijken: “niet meer hapklaar, maar rauw en ongefilterd”. Dat roept vragen op; Van Veelen mist de samenvatting, maar stelt een definitief oordeel uit.
Verbeteringen
Herwin Thole (BN/De Stem, 15 november 2011) niet. Hij roept 2011 dan ook uit als het jaar van het liveblog. Met suggesties voor verbetering van het format, waarin journalisten bevrijd van het narratieve juk dat op hun schouders rust als ze de complexe werkelijkheid moeten omzetten in leesbare en begrijpelijke proza, voortdurend hun ei kwijt kunnen, is de geboorte van een nieuw genre volbracht: signaleren, experimenteren, consolideren en bekritiseren. Zo meldt Thole dat de Britse The Guardian met de gedachte speelt om posts een gewicht (belang) mee te geven en zo het liveblog niet volgtijdelijk in te richten en om naast het liveblog een kolom met reacties van lezers te plaatsen en zo inhoud en reactie bij elkaar te houden. Beide suggesties haalden het niet, feit is dat Bax’ ontkurking van de champagne waarheid is geworden: de krant is met het liveblog terug aan de frontlinie van de actualiteit. En dat liveblog heeft in de kern dezelfde vorm als dat blog dat Bax bij De Standaard terugzag: één kolom hyperactieve actualiteit.
Verscheen eerder bij VanderLubben.