Warmtepomp verdeelt Duitse coalitiepartners
Het onderling vertrouwen tussen de Groenen en de liberale FDP is deze week flink gedaald. Aanleiding is een voor de Groenen cruciale wet over de landelijke invoering van warmtesystemen. In het coalitieakkoord is afgesproken dat een dergelijke wet nog voor de zomer door het parlement wordt behandeld. De FDP ligt nu dwars over specifieke regels voor de invoering van de wet. Uitstel dreigt. De Groenen waarschuwen voor een regeringscrisis. Volgens de groene minister voor Economie en klimaatbeleid Robert Habeck, die de wet heeft ingediend, houdt de FDP zich niet aan haar belofte. Zijn partijgenoot in de Bondsdag Irene Mihalic: ‘De FDP opereert als een oppositiepartij.’
De omstreden wet bepaalt dat nieuw geïnstalleerde verwarmingssystemen in gebouwen vanaf 2024 minstens voor tweederde klimaatneutraal moeten zijn. In de praktijk betekent dit de verplichte installatie van een (behoorlijk gesubsidieerde) warmtepomp voor iedereen van wie de verwarming aan vervanging toe is. De FDP valt behalve over de kosten ook over de uitvoerbaarheid van het plan. De Groenen hebben al aangeboden over compromissen te willen praten. Maar het is de zoveelste keer dat de verhouding tussen Groenen en FDP onder druk staat. Eerder waren er al conflicten over het sluiten van de kerncentrales en het Europese verbod op verbrandingsmotoren vanaf 2035. Daarbovenop kwam de weigering van Habeck om zijn staatssecretaris Graichen te ontslaan nadat die zijn vriend aan een overheidsbaan had geholpen. Graichen vertrok zelf. Maar de reputatie van de Groenen en in het bijzonder van de vorig jaar nog zo populaire minister Habeck liep een flinke deuk op.