COLUMN - Het was een degelijk gesprek bij Buitenhof: de Nationale Ombudsman schoof aan, de vicepresident van de Raad van State, plus de president van de Algemene Rekenkamer. Zat Nederland in een bestuurscrisis? Het ging over wetgeving die te complex was en daardoor onuitvoerbaar, over dichtgetimmerde regeerakkoorden waar niemand nog een vinger tussen kreeg, over de moeizame verhouding tussen het parlement en de regering, over hun eigen adviezen die vaak waren genegeerd, en natuurlijk over de tegenmacht, waarvan iedereen tegenwoordig de mond vol heeft, de premier incluis.

Een term die vaak viel was ‘informatiehuishouding’. Daar schortte het aan, die moest echt beter. Het klonk alsof de overheid helaas de weg was kwijtgeraakt in haar eigen paperassen en daardoor tekortschoot in haar taak. Het was evident een probleem, maar klonk tegelijkertijd overzichtelijk: als iets dat een legertje archivarissen gerust kon oplossen.

Maar het is een eufemisme van de bovenste plank, een gekuiste term die het echte probleem verhult: dat de overheid informatie doelbewust achterhoudt. De overheid dupeert daarmee specifieke burgers – getuige de slachtoffers van de toeslagenaffaire, die jarenlang niet is verteld dat zij voor fraudeurs werden versleten, laat staan waarom. Toen dat eindelijk boven tafel kwam doordat die burgers gingen procederen, en de overheid hen inzage in hun dossiers moest geven, kregen ze hun eigen dossiers zwartgelakt terug. Zelfs in hun rechtszaken verzaakte de overheid relevante documenten te produceren.

Ook journalisten worden gedupeerd: die moeten steeds vaker procederen om stukken te bemachtigen waarop ze volgens de Wet openbaarheid bestuur (wob) recht hebben. Het Platform Authentieke Journalistiek is al twee jaar bezig documenten over Shell te verkrijgen, en ontdekte recent dat ambtenaren op hoog niveau hadden vergaderd om te verzinnen hoe ze dat wob-verzoek konden dwarsbomen.

En de Kamer? Die wordt helaas geregeld voorgelogen door Rutte en zijn kabinet: over bonnetjes, over dividend-memo’s, over functies elders, en zelfs over het doelbewust achterhouden van informatie aan de Kamer.

Een kabinet dat bijwijlen liegt en een overheid die burgers en journalisten vijandig bejegent – dat is geen kwestie van ‘informatiehuishouding’. Dat is een verziekte situatie, die om een fundamentele verandering vraagt.

Juist nu we te maken hebben met een lawine van nepnieuws en valse berichten, mensen steeds meer moeite hebben feit van fictie te scheiden, nu sommige politici openlijk feiten ontkennen, en trollen zelfs een Kamercommissie wisten te bedotten met een nepgezant van de Russische oppositieleider Navalny, is het essentieel dat de overheid zelf zich altijd betrouwbaar betoont en openheid betracht. Want zodra je het gezag niet meer kunt vertrouwen, brokkelt alles af, zelfs de tegenmacht.

Het gaat niet om de informatie, maar om de machtsverhouding. Zodra de overheid zich niet wenst te laten controleren, onttrekt zij zich aan de democratie.

Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.

Reacties zijn uitgeschakeld