Ach ja, het toerisme. We mogen klagen. Het centrum van Amsterdam is momenteel onleefbaar. Ik begrijp dat hetzelfde geldt voor Barcelona (waar ik nooit ben geweest) en voor Venetië (waar ik nooit meer terug wil). Maar mopperen over toerisme is ook een beetje flauw en voorspelbaar. Hypocriet ook, want we gaan allemaal op reis. En onze hypocrisie is ook al zó vaak becommentarieerd dat stukjes daarover al even flauw en voorspelbaar zijn.
Desondanks waag ik een stukje aan toerisme. Ik wil namelijk, hoewel ik de geldigheid van alle bezwaren ken en erken en bekend veronderstel, er toch een lans voor breken. De toerist leert namelijk, opzettelijk of onbedoeld, mensen kennen uit een ander land. En hoewel ik niet denk dat het buitenland uitsluitend bestaat als decor voor onze persoonlijke queestes, is het wel zo dat je, door de mensen daar te ontmoeten, ook jezelf een beetje leert kennen.
Kleine verschillen
Zoals de trouwe lezers van mijn blog weten, was ik onlangs in Libanon. Deels werk, deels om vrienden te ontmoeten. Als ik met ze praat, merk ik voortdurend kleine verschillen. Zo ontmoette ik iemand die al enkele maanden in zwart gekleed ging omdat haar vader was overleden. Het viel me op omdat ik zelf na de dood van mijn moeder nooit heb overwogen rouwkleding te dragen. Niet omdat het me niets deed, maar omdat Nederlanders een andere grens trekken tussen privé en openbaar, zodat rouw hier minder een openbaar verschijnsel is.
Denk ik dan. Ik weet het niet zeker. Ik ga er echter over nadenken doordat ik het verschil constateer.
Ik zeg niet dat het een beter is dan het ander. Ik zeg alleen dat je in het buitenland kunt ontdekken dat je eigen gewoontes ook maar zijn bepaald door je eigen cultuur. Er zijn ook andere keuzes mogelijk. De confrontatie daarmee, gezocht of toevallig tot stand gekomen, lijkt me voldoende om toerisme te rechtvaardigen. Overigens kun je natuurlijk ook een van de geesteswetenschappen beoefenen. Die bieden vergelijkbaar inzicht.
Grote verschillen (en overeenkomsten)
Als er één ding is dat me steeds weer opvalt in het Midden-Oosten, is het dat de mensen leven onder moeilijkere omstandigheden dan wij. In Libanon is de regering corrupt, het milieu beschadigd, de positie van de vrouw slecht en de economie ontspoord. Dat geldt eigenlijk voor alle landen in die regio, al krijgt Libanon het wel erg hard voor de kiezen. Het betekent dat de keuzes die mensen maken, er meer toe doen. Een Nederlander kan zich makkelijker veroorloven een vergissing te maken. Niet dat de sociale zekerheid niet is gesloopt, niet dat er niet aan is gewerkt huisvesting onbetaalbaar te maken, maar we zijn nog steeds redelijk af.
Wie het verschil tussen daar en hier leert kennen, begrijpt dat hij daar een volkomen vreemde kan zijn, zoals die buitenlander hier in Nederland een vreemde is. Je realiseert je ook dat wat gelijk blijft, onze humaniteit is. Dat klinkt wat pathetisch en ik claim niet dat ik alles volmaakt doe, maar dit is wat we met reizen kunnen winnen. In elk geval potentieel en niet zelden ook werkelijk.
Thuis komen
Je zou nu kunnen redeneren dat als toerisme zo leerzaam is, het dus het beste voortdurend op weg te zijn. To move permanently. Maar ik vermoed dat het niet zo is. Om te contrasteren, heb je het vreemde én het eigene nodig. Reizen is alleen goed als je ook kunt thuiskomen. Wer immer unterwegs is, reist nie.
Eerder verschenen bij Mainzer Beobachter.