COLUMN - In Adieu God? interviewt bible belt boy Thijs van den Brink bekende Nederlanders die van hun geloof zijn gevallen. Het vraagteken in de titel maakt al duidelijk dat Thijs twijfelt of zijn gesprekspartners God wel écht vaarwel hebben gezegd.
‘De God waarin je niet gelooft, bestaat niet,’ zei de presenterende priester in de reportage The Big Silence, die vorige week zondag op Canvas werd uitgezonden. Het klonk als een open deur. En als de opzet van een retorisch trucje dat de priester gebruikte om zijn gesprekspartner, een ongelovige, ervan te overtuigen dat God wel degelijk bestaat. Het enige wat je moet doen is in Hem geloven.
Als ik vanuit Zwolle richting Amersfoort rijdt, de IJssel over, staat daar in een eeuwig groene weide een bord met de tekst: ‘Wie in Jezus gelooft, heeft het eeuwige leven.’ Geloven is een krachtig iets, kortom. Je kan er een God mee scheppen en het eeuwige leven mee verkrijgen. Kom daar maar eens om.
De zin ‘Wie in Jezus gelooft, heeft het eeuwige leven’, lijkt mij een afgeleide van het door Jezus zelf uitgesproken: ‘Al wie in Mij gelooft zal leven ook al is hij gestorven, en een ieder die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven, gelooft gij dat?’ Ook hier lijkt Jezus een taalspelletje met me te spelen. Immers, hoe kun je nog geloven als je gestorven bent? Dat kan alleen maar als je nog leeft. Dus als ik nog in staat ben te geloven terwijl ik reeds gestorven ben, dan kan het niet anders dan dat ik leef! Kortom, als ik maar altijd blijf geloven, ook na mijn dood, dan heb ik het eeuwige leven. Jezus loopt hier een beetje de Harry Mulisch uit te hangen, wil ik maar zeggen.