Gastauteur

2.281 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Roel Wijnants (cc)

Gom in goed gezelschap

COLUMN - Geert Wilders noemt journalisten ‘uitzonderingen daargelaten, gewoon tuig van de richel’, dus hij zal het vast billijken dat menigeen een soortgelijke kwalificatie loslaat op de gekozenen die namens zijn partij op het pluche zitten. Verkenner Gom van Strien, die zijn functie neerlegde voordat hij iets had verkend, was bepaald niet de eerste PVV’er die op verdenking van fraude het veld ruimde, schrijft Rudie Kagie deze week in Argus.

Sinds 2006, het jaar waarin de PVV in de Tweede Kamer kwam, haalden haar volksvertegenwoordigers 91 keer het nieuws wegens ernstig wangedrag en andere aanvarin- gen met Justitie. Dit blijkt uit een inventarisatie van ondernemer Ton Aarts – ‘doet iets met techniek, zoekt graag dingen uit’ – op X.

Veelbesproken, maar naar nu blijkt slechts een topje van de ijsberg, was het vonnis dat de Hoge Raad twee jaar geleden handhaafde in de slepende procedure tegen rolmodel Wilders: veroordeeld wegens ‘groepsbelediging’, maar geen strafoplegging. Zijn vraag of we in Nederland meer of minder Marokkanen willen, ontlokte aan zijn verhitte achterban in 2014 een luid gescandeerd “Minder! Minder!” Waarop de partijleider beloofde: “Goed, dan gaan we dat regelen.” (Vervolgens regelde hij niks, maar dat was niet strafbaar.)

Veelpleger Dion Graus voert met veertien delicten de lijst aan: fraude met verbouwing woning (zestig mille onbetaald), stalking van collega van de vrouw met wie Graus vreemdging, bedreiging vriendin van ex, bedreiging schoonvader (‘keel doorsnijden en huis in brand steken’), bedreiging (‘pistool tussen de wenkbrauwen’) en mishandeling (ziekenhuisopname) hoogzwangere vrouw, beslaglegging wegens achterstallige betaling na veroordeling, fraude met onkostenvergoedingen, fraude belastingaangifte, machtsmisbruik, seksuele intimidatie.

Foto: Villy Fink Isaksen, CC BY-SA 4.0 via Wikimedia Commons, stembiljetten Denemarken

BBB wil een Deens kiesstelsel. Wat houdt dat in?

De verkiezingsprogramma’s zijn binnen. Recent blogde ik al over het Zweedse kiesstelsel dat Pieter Omtzigt zo passioneert. Deze keer duik ik dieper in het Deense kiesstelsel dat Caroline van der Plas enthousiasmeert. Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Uit mijn analyse blijkt dat het Deense model inderdaad de regio een beetje meer vertegenwoordiging zou geven in Den Haag. Het verschil is echter beperkt en het systeem zou behoorlijk complex worden.

BBB wil kiesdistricten zoals in Denemarken

Laten we beginnen met wat BBB wil. Dit zegt de partij in haar verkiezingsprogramma:

“Om de democratie, politiek en het parlement dichter bij de mensen te brengen, wil BBB de wijze van verkiezing van de Eerste en Tweede Kamer aanpassen. De Eerste Kamer wordt nu gekozen door de Provinciale Staten, maar wordt straks direct door de inwoners van de provincies gekozen. De Eerste Kamer en Tweede Kamer worden straks via kiesdistricten gekozen (hierbij kan geleerd worden van het Deense model).”

BBB, 2023: 107, vet toegevoegd.

Zoals je ziet, is het voorstel best wel vaag. Zowaar nog vager dan het voorstel van Omtzigt.[1] Daar waar je bij Omtzigt een vrij aardig beeld kreeg van de gevolgen van het kiesstelsel, zal ik het in dit blog met name moeten doen met de ietwat cryptische omschrijvingen moeten doen die ik in vet in het citaat heb aangegeven. Beter dan niets.  Cruciaal is het stukje: hierbij kan geleerd worden van het Deense model. Eerst moeten we even kijken naar dat Deense model dus.

Foto: Enric Borràs (cc)

De Palestijnse tragedie en het recht op verzet

Als er geen Palestijnse tegenreactie is die de wereld voldoende choqueert, dan wordt de koloniale situatie gewoonlijk genegeerd. Dat is de tragedie, volgens Koenraad Bogaert*.

Noot vooraf: hier gaan we weer. Het ‘conflict’ tussen Israël en Palestina is weer in alle hevigheid losgebarsten. Nieuwswebsites slaan op hol, journalisten rollen over elkaar met de laatste updates, politici en opiniemakers moeten om ter snelst hun statements en reflecties op de wereld loslaten. Iedereen wil zijn zeg doen… moet precies zijn zeg doen. Ik ook dus voor alle duidelijkheid. Maar laat het even bezinken. De nieuwswaardigheid van de frontale aanval van de radicaal-islamistische terreurgroep Hamas is zeer tragisch. Niet alleen vanwege het hoge aantal burgerslachtoffers aan beide kanten, maar ook omdat enkel extreem geweld aan Palestijnse zijde de wereld nog lijkt wakker te schudden.

Het afgelopen jaar was nochtans één van de dodelijkste jaren sinds zeer lange tijd. Het Israëlische leger valt met de regelmaat van de klok Palestijnse steden en vluchtelingenkampen binnen. Er is sinds kort een extreemrechtse regering aan de macht in Israël die openlijk uitkomt voor de verdere annexatie van de overgebleven Palestijnse gebieden. Deze regering geeft kolonisten de vrije baan om nieuwe illegale buitenposten op te zetten en raids te organiseren op Palestijnse steden en dorpen. De kolonisten zelf worden ook geen strobreed in de weg gelegd door het Israëlische leger wanneer ze Palestijnen doden of verminken die hun huizen proberen te verdedigen.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Taboe op Bataafse tijd belemmert zicht op geschiedenis van de Nederlandse staat

In november aanstaande bestaat de Grondwet van 1848 precies 175 jaar. Het kabinet ziet de viering daarvan als een goed aangrijpingspunt voor een discussie over de rol van de constitutie in onze samenleving. Dat blijkt uit de brief die Hanke Bruins Slot als minister van Binnenlandse Zaken hierover enige tijd geleden aan de Tweede Kamer stuurde. Erg wonderlijk is, dat de brief geen woord bevat over de Staatsregeling van 1798 die toch onze eerste constitutie was. Ook deze grondwet kent een lustrumjaar, omdat ze juist 225 jaar geleden werd aanvaard. Een gastbijdrage van Jan Postma (*).

OPINIE - De Staatsregeling van 1798 betekende het definitieve afscheid van een republiek met zeven vrij zelfstandige gewesten die werden samengevoegd tot een eenheidsstaat. Een bijzonder fundamentele wijziging van het staatsbestel, die nooit is teruggedraaid.

Ontwerp voor de Staatsregeling van 1798Ontwerp voor de Staatsregeling van 1798

Blijkbaar ligt er nog steeds een taboe op de Bataafse periode in onze geschiedenis. En dat na alles wat over de constitutionele wordingsgeschiedenis in de laatste decennia is geschreven. Ik beperk mij nu tot een citaat, ontleend aan de website Parlement.com:

“De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1 mei 1798 is te beschouwen als de eerste Grondwet van Nederland. Voor het eerst was er sprake van een eenheidsstaat, van burgerrechten en -plichten, en van een gekozen volksvertegenwoordiging. Uitgangspunt was de gelijkheid van alle burgers, ongeacht geboorte, bezitting of rang.”

Foto: Roel Wijnants (cc)

BBB’s “Naboarschap” lost niks op….

COLUMN - …maar bekt wel lekker voor de Bühne, meent gastauteur Harry Bleeker.

Caroline van der Plas gaat geen gemakkelijke tijd tegemoet, zegt mijn gezond verstand. Want er zijn aanwijzingen te over dat de BBB niet in staat is de deplorabele, ohh sorry zeer slechte staat, geen moeilijke woorden bij Caroline, waarin ons land zich bevindt, na 20 jaar neoliberaal beleid onder de VVD, waarin alles geprivatiseerd en “vermarkt” is, op te lossen.

Gezond boerenverstand geeft echter geen garantie op een juiste kijk op de samenleving en haar problemen. Ook de boeren zijn niks zonder de elitaire wetenschappers van Wageningen. En een samenleving die volgens Caroline van de BBB, terug moet naar de jaren 50 van de vorige eeuw, als ik haar goed begrepen heb? Heeft Caroline wel enig idee hoe de samenleving er toen echt uitzag?

Laat ik zeggen dat douches en wasmachines geen gemeengoed waren en ijskasten, oh sorry koelkasten ook niet. Wastobbes, wastafels en kelders waren de norm. Bovendien, de kerk was leidend in de hulp aan anderen, omdat de bijstandswet er nog niet was. Dat had tot gevolg dat lang niet iedereen die het nodig had bijstand kreeg. Misschien was “naboarschap”, nabuurschap in gewoon Nederlands, geen moeilijke worden immers, wel alleen het niet laten doodgaan van een arme familie even verderop, maar zeker weten doe ik het niet. Nabuurschap is van alle tijden, maar de atomisering van onze samenleving heeft dat wel onder druk gezet, want je vindt op sociale media sneller gelijkgestemden dan bij je buren.

Foto: Sigfrid Lundberg (cc)

Omtzigt wil kiesstelsel naar Zweeds model

Nee, het kiesstelsel Omtzigt zou de hooggespannen verwachtingen niet waarmaken (maar kan wel helpen). Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

De kogel is door de kerk: Omtzigt doet mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Het maakt de toch al onvoorspelbare verkiezingen nog onvoorspelbaarder, maar er bestaat een aardige kans dat Nieuw Sociaal Contract het goed gaat doen en mee aan de onderhandelingstafel gaat. Wat wil Omtzigt?

Wel, Omtzigt wil met name ‘goed bestuur’ en ‘bestaanszekerheid’. Goed bestuur moet er mede komen door een nieuw kiesstelsel, een kiesstelsel geïnspireerd door Zweden.  Wat houdt het Zweedse kiesstelsel überhaupt in? Is het voorstel van Omtzigt wel Zweeds? En lost het het probleem op dat Omtzigt ermee wil aanpakken – de stem van de regio’s prominenter maken?

Waarom wil Omtzigt een nieuw kiesstelsel?

In haar basisdocument doet Nieuw Sociaal Contract tien voorstellen, waaronder deze:

“Een nieuw kiesstelsel met provinciale kieskringen om de band tussen kiezers en gekozenen te versterken. (…) In zo’n stelsel zullen regionale parlementariërs minder strak aangestuurd worden door hun partijleiding. De ondervertegenwoordiging van regio’s buiten de Randstad zal verdwijnen. En als een regio, zoals Groningen, niet gehoord wordt, zullen juist de parlementariërs van de regeringspartijen uit die provincie wel aan de bel trekken om bijvoorbeeld de gaswinning te verlagen.”

Foto: Schermafbeelding uitzending VPRO Zomergasten met Bibi Dumon Tak 13 augustus 2023

Recensie Zomergasten: Bibi Dumon Tak is inmiddels ergens

RECENSIE - een gastbijdrage van (literair) journalist, redacteur en programmamaker Liliane Waanders (*-*)

Ze deed wat ze zich had voorgenomen: Bibi Dumon Tak gaf tijdens Zomergasten een stem aan de stemlozen, zoals ze dat ook in haar werk doet. Er kwamen kwetsbaren voorbij: koeien – daar schreef Bibi Dumon Tak drie boeken over, en toch is het niet haar lievelingsdier: ‘ik heb elke dag een ander lievelingsdier’ (Vedette, 2021); een baby’tje dat geen onbeschreven blad is, omdat het behalve het DNA van haar vader ook zijn strafblad erft (Justiça, 2004); een jeugdige delinquent die in een isoleercel belandt, omdat hij overstuur raakt als hij hoort waarvan hij beschuldigd wordt (geportretteerd in haar boek Rotjongens, 2007); elfjarigen die klassikaal in tranen uitbarsten als een van hen durft te vertellen dat hij stelselmatig gepest wordt (Klassen, 2020); kittens en katten in Istanbul en degenen voor wie het zorgen voor straatkatten een parallel leven is (Kedi, 2016); prooi waarop gejaagd wordt door mensen die de taal naar hun hand zetten om hun hobby te legitimeren (interviews met Olga Tokarczuk en Pauline de Bok), en uiteindelijk – Theo Maassen heeft dan al twee keer gehint op een verhaal dat gaat komen – blijkt ook Bibi Dumon Tak een roepende in de woestijn te zijn als het om haar overleden zus gaat en de neefjes die ze van haar ex-zwager nooit meer mag zien (Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (2017) en Deux (2019).

Foto: Michael Eisen, CC BY 3.0 , via Wikimedia Commons.

Woekerwinsten voor CEO’s wetenschappelijke uitgevers

door Lukas Linsi, Léonie de Jonge, David Cheruiyot, Niels Bieleveld, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

In welke sector werkt de bestbetaalde Nederlandse CEO? De bankwereld? Tech industrie? Nee, het zijn wetenschappelijke uitgevers. Dit blijkt uit ons onderzoeksproject over de vergoedingen voor bestuurders in de periode 2017-2020. De cijfers komen uit de jaarverslagen van de bedrijven.

Tabel 1 toont de vijf bestbetaalde Nederlandse CEO’s van 2017 tot 2020. Terwijl de CEO van de onlangs vertrokken oliegigant Royal Dutch Shell de ranglijst aanvoert, blijven wetenschappelijke uitgevers niet ver achter. Zo wordt de tweede plaats in deze ranglijst ingenomen door de CEO van informatiedienstenbedrijf Wolters Kluwer, oorspronkelijk een uitgeverij van schoolboeken die in 1836 in Groningen werd opgericht. Op de derde plaats staat de CEO van RELX, voorheen bekend als Reed Elsevier, een bedrijf dat bekende academische diensten aanbiedt zoals ScienceDirectScopusSciVal of ClinicalKey. De CEO’s van deze uitgevers kregen van 2017-2020 meer dan 30 miljoen euro uitbetaald. Dit is ruim drie keer zoveel als het salaris van de CEO van de grootste Nederlandse bank, ING, over dezelfde periode, en bijna tien keer zoveel als wat de topman van ABN-AMRO binnenhaalde.

Tabel 1. De vijf bestbetaalde CEO’s van Amsterdamse beursgenoteerde bedrijven, 2017-2020 (miljoen)

Foto: Andrew Newton (cc)

Francis Fukuyama’s lange weg

COLUMN - gastbijdrage van Harry Bleeker

Aan de VU in Amsterdam is er deze zomer weer een mooi cursusaanbod, waaruit ik er één heb gekozen: die over Francis Fukuyama en zijn nieuwe boek ‘Het liberalisme en zijn schaduwzijden’. De titel van dit nieuwe boek wekt voor mij de suggestie dat de maatschappelijke en politieke problemen van dit moment zijn ontstaan door een verkeerde interpretatie van het liberalisme. De hierna volgende quote uit een willekeurige recensie stipt dit ook aan.

“Het klassieke liberalisme verkeert in een staat van crisis. Dat dit systeem, dat is gebaseerd op fundamentele beginselen van gelijkheid en de rechtsstaat en dat de rechten van individuen om hun eigen vormen van geluk na te streven benadrukt, niet altijd zijn eigen idealen waarmaakte, is geen geheim.”

Ik denk dat juist het liberalisme ons op de route naar vernietiging van onze beschaving heeft gezet. De vrijheid om winst boven welzijn te stellen zonder daarvoor ter verantwoording te worden geroepen, heeft de mensheid in de situatie gebracht waarin we nu verkeren.

Veel meer op zijn plaats zou op dit moment de titel van het boek van Fukuyama uit 1992 zijn: ‘Het einde van de geschiedenis en de laatste mens’. Met als belangrijke toevoeging; ‘De slotscene’.

Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (3)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos.

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen (lees ook deel 1 en deel 2). Vandaag het derde en laatste deel: de gevolgen wanneer het gelijkwaardigheidsmodel landelijk zou worden ingevoerd en hoe kan vervolg worden gegeven aan dit onderzoek.

Macro-economische effecten van het gelijkwaardigheidsmodel

Misschien wel de belangrijkste voordelen van het gelijkwaardigheidsmodel is dat er een andere economie ontstaat in de wereld, leidend tot een eerlijker inkomensverdeling en betere zorg voor het milieu. Wel moet dan iedereen willen meedoen met het gelijkwaardigheidsmodel. En dat is nog zeer onzeker. Het gelijkwaardigheidsmodel moet zich eerst maar eens op kleine schaal zich bewijzen.

Laten we veronderstellen dat alle Nederlandse ondernemingen gebruik maken van het gelijkwaardigheidsmodel. We beschouwen dan het effect voor de belastingen en de inflatie in vergelijking tot het bestaande aandeelhoudersmodel.

Effect voor de belastingen

Omdat het inkomen uit arbeid en kapitaal komen door een gelijkwaardige beloning, hoeft de inkomstenbelasting geen onderscheid meer te maken uit inkomsten uit vermogen (kapitaal) en inkomsten uit werk (arbeid). Dan kan het inkomen (uit arbeid + vermogen) worden belast in box1 en kan box3 verdwijnen. Hiermee wordt vermogen veel zwaarder belast dan in het huidige systeem. Geadviseerd wordt ook vermogenswinst (-verlies) als inkomsten mee te nemen bij de belastingheffing.

Foto: Bill Smith (cc)

Mama las Marx

RECENSIE - Mama las Marx: een pakkende titel, zeker als je – zoals ik – door Marx bent gevormd tijdens je studiejaren 1970. Marxisme was een cruciaal gedachtengoed waarmee ik en anderen in mijn naaste omgeving ons sociaal en politiek engagement konden onderbouwen. Soms in combinatie met het lidmaatschap van de Communistische Partij Nederland. Nog voor de val van ‘de muur’, het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de teloorgang van de wereldomvattende communistische beweging, begon de bezinning op het geïnstitutionaliseerde Marxisme, schrijft Barbara Henkes.

De vraag of en hoe marxisme en feminisme op elkaar aansloten stond bijvoorbeeld centraal in de Nederlandse Socialisties-feministiese Teksten (Uitgeverij SUN) en tijdens de Communist University in Londen in 1980, terwijl studenten en docenten aan het befaamde Centre for Contemporary Cultural Studies (CCCS) in Birmingham zich bezonnen op hoe ‘het culturele’ beter geïntegreerd kon worden in het Marxistische denken. Sinds 1990 verdween het Marxistisch gedachtengoed op de achtergrond, al lijkt er sprake van een zekere herwaardering in het huidige, neoliberale tijdsgewricht.

Maar het gaat de auteur van dit boek niet zozeer om het marxistisch gedachtengoed of om een herwaardering van het communisme. Elke Weesje wil daarentegen aandacht schenken aan de ervaringen van degenen die, geboren tussen 1937-1952, opgroeiden in een communistisch nest in de slagschaduw van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. De auteur maakt duidelijk in welke emotionele achtbaan communisten en hun naasten gevangen zaten, nadat ze eerst hun vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden overleefd, zich daarna vanwege hun consequent verzet mochten verheugen in grote populariteit, die echter binnen drie jaar omsloeg in afkeer en verdachtmakingen onder invloed van de Koude Oorlog. Met de Russische inval in Hongarije in 1956 als tragisch dieptepunt. Tijdens haar stage bij het IISG, begeleid door Margreet Schrevel, kwam Weesjes in contact met de geschiedenis van het Nederlandse communisme en sprak met kinderen die grotendeels na de tweede wereldoorlog opgroeiden in een communistisch gezin. Zij raakte gefascineerd door deze tweede generatie, die een weg zocht tussen de loyaliteit en bewondering voor hun emotioneel verwonde communistische ouders, en de afweer en vijandschap vanuit de samenleving tegenover hun ouders die ook op de kinderen afstraalde.

Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (2)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen. Deel 1 verscheen 12 juli. Vandaag deel 2: Welke gevolgen heeft het gelijkwaardigheidsmodel voor de jaarrekening van bedrijven?

Nieuwe jaarrekening

We hebben vastgesteld dat kapitaal en arbeid behoren tot bedrijfsassets van de onderneming. Beide horen op de balans. Arbeid is geen kostenpost meer in de resultatenrekening.
De vraag die dan moet worden opgelost is: ‘Wat is de waarde van het menselijk kapitaal en menselijk vermogen’ en ‘hoe verhoudt zich het financieel (eigen) vermogen zich ten opzichte van het menselijk vermogen’.

Voor de waarde van het menselijk kapitaal hebben we gebruik kunnen maken van een methodiek die door de OESO, het CBS en CPB ook worden toegepast voor onderzoek naar menselijk kapitaal op landelijk niveau [1]. Feitelijk is hier dan sprake van een stelselwijziging.

Voorbeeld:
In onderstaande voorbeeld is bij de start het menselijk kapitaal berekend op 15,4 en het menselijk vermogen dus ook op 15,4. Het volgende boekjaar is het menselijk kapitaal berekend op 15,5. Het menselijk vermogen is dan ook 15,5, maar er is 0,1 toegevoegd aan de pensioenreserves, maakt het menselijk vermogen 15,6.  Gemiddeld menselijk vermogen wordt 15,5 en voor het eigen vermogen gemiddeld 4,5.

Volgende