Een (te) oppervlakkige klimaatanalyse van het CPB

Het CPB publiceerde afgelopen week een kort rapportje met de titel ‘Klimaatverandering en intergenerationele verdeling van financiële lasten’. Volgens dit rapport, dat is gebaseerd op ruwe en onvolledige schattingen van klimaatschade en kosten voor adaptatie en mitigatie ( zie hier een eerder artikel over dit onderwerp), komen de kosten van klimaatverandering vooral bij komende generaties terecht. Het omslag van het rapport vermeldt: ‘Op basis van eerste inschattingen zullen de extra kosten van klimaatverandering en -beleid voor het grootste deel bij toekomstige generaties terechtkomen’. De klimaatschade is geschat voor 2050 en 2100. Die schatting werd op social media zo hier en daar aangegrepen voor een pleidooi tegen mitigatie, ofwel maatregelen om verdere opwarming van het klimaat te beperken. Het schadebedrag zou de transitie van de economie niet rechtvaardigen. Waarmee weer eens werd bewezen hoe opportunistisch de anti-mitigatiebeweging te werk gaat. Het rapport bevat namelijk maar bar weinig ondersteuning voor hun standpunt. Dat is vooral zo omdat de schatting van de schade helemaal niet uitgaat van een situatie zonder mitigatie. Er is gerekend met een scenario met 2°C mondiale opwarming ten opzichte van de pre-industriële temperatuur in 2050 en 3°C in 2100. Dat is zo’n beetje het midden tussen het hoogste en het laagste scenario uit het laatste IPCC-rapport, iets boven de projectie volgens het middelste scenario SSP2-4.5. Het is ook ongeveer de koers die de wereld op dit moment vaart, rekening houdend met wat er door alle landen aan (beleids)maatregelen is getroffen. In dit scenario gebeurt er dus wel het een en ander om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, als is het lang niet genoeg om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te halen. Opwarming tot 2100 volgens de verschillende scenario’s uit het laatste IPCC-rapport Het rapport schat de schade in Nederland van een aantal fysieke gevolgen van klimaatverandering: droogte, hitte, wateroverlast, en een toename van de kans op grote overstromingen als gevolg van zeespiegelstijging of een hogere piekafvoer van de grote rivieren. Het concentreert zich daarbij op schade die van belang kan zijn voor de overheidsbegroting. En het kijkt alleen naar gevolgen van extra opwarming die er vanaf nu nog bijkomt. Het effect van de opwarming die we al hebben gehad is dus niet meegenomen. Er is ongetwijfeld debat mogelijk over of er niet iets belangrijks ontbreekt, en of de geschatte bedragen niet te hoog of te laag zijn. (Bijvoorbeeld over de aanname dat de schade van droogte, hitte en wateroverlast tot 2050 toeneemt, maar daarna niet meer.) Het rapport benadrukt zelf ook dat de onzekerheden groot zijn en dat er vermoedelijk schadeposten niet zijn meegenomen. Maar er is nog iets veel belangrijkers dat veel invloed zal hebben op de echte schade voor ons en daarmee ook op de Nederlandse overheidsfinanciën: we leven niet geïsoleerd van de rest van de wereld. Het rapport stipt dit in de inleiding wel eventjes aan, maar het zit niet in de berekeningen. Met wat geluk zullen de fysieke gevolgen van klimaatverandering binnen onze landsgrenzen de komende eeuw inderdaad wel redelijk beheersbaar zijn. Zeker in het Europese deel van Nederland; voor het Caribische deel zijn de risico’s mogelijk al een stuk groter. Maar in het Europese Nederland zijn we niet zo kwetsbaar voor de directe gevolgen van klimaatverandering. We hebben ons waterbeheer aardig op orde. We hoeven ons geen zorgen te maken dat onze buurlanden dammen leggen in de Rijn of in de Maas, zodat ze in periodes van droogte al het water zelf kunnen houden. Of dat ze die rivieren juist kanaliseren om bij extreme neerslag al het water zo snel mogelijk onze kant op te sturen. Als hier de oogsten mislukken, dan zijn we als land rijk genoeg om voedsel te importeren. Voor onszelf, onze huisdieren en een aanzienlijk deel van de dieren in de veehouderij. Als er op wereldschaal tekorten zijn horen wij bij de eersten die toch hun bordje vol kunnen scheppen. En de landbouw, veruit de meest kwetsbare sector voor klimaatverandering, is maar een vrij klein stukje van onze economie. We kunnen onszelf dus vrij makkelijk wijsmaken dat wij veilig zitten achter onze dijken, als het in de rest van de wereld misgaat. Maar zo werkt het natuurlijk niet in de echte wereld. Er zijn landen, heel veel landen, die een stuk kwetsbaarder zijn dan wij. Al die landen krijgen te maken met de consequenties van klimaatverandering, die ernstiger worden naarmate het meer en sneller opwarmt. Natuurlijk gaan wij daar ook gevolgen van ondervinden, bijvoorbeeld via stagnatie van de wereldeconomie, stijgende prijzen, vluchtelingenstromen, politieke instabiliteit of internationale conflicten. En als de wereld zo ontregeld raakt, dan zou dat weer consequenties kunnen hebben voor ons vermogen om de problemen die zich hier voordoen op te lossen. Er is nog een probleem met dit soort analyses, dat dieper onder het oppervlak ligt. Hoe weeg je klimaatinvesteringen waar toekomstige generaties baat bij hebben af tegen andere dingen die je met dat geld zou kunnen doen en waar we nu van profiteren? Dat is niet eenvoudig en economen zijn het er dan ook niet over eens hoe dat precies zou moeten. Waar ze het wel over eens zijn, is dat het onmogelijk is om dit op een helemaal objectieve manier te doen. Er sluipen hoe dan ook normatieve oordelen of aannames in zo’n analyse. Op zich kun je dat economen die zo’n analyse uitvoeren niet verwijten: het kan niet anders. Maar wat je ze wel zou kunnen verwijten is dat die stukjes subjectiviteit ergens ver weg in de techniek van de analyse zitten verstopt. Ze zouden juist transparant gemaakt moeten worden. Zeker in een rapport dat expliciet over intergenerationele effecten gaat. Als ergens in de techniek van de analyse al keuzes zijn gemaakt over hoe zwaar belangen van toekomstige generaties wegen, dan stuurt dat de afweging die we juist op basis van de analyse willen maken. Dit soort complicaties doet zich ook voor bij het vergelijken van sterk verschillende economieën, bijvoorbeeld van arme en rijke landen. Binnen Nederland zijn er ook behoorlijke economische verschillen tussen het Europese en Caribische landsdeel. Het lijkt me ook iets om rekening mee te houden in zo’n economisch onderzoek. Als je het hele CPB-rapport leest, dan is het duidelijk dat er grote onzekerheden in de berekeningen zitten. Je zou je af kunnen vragen of het wel zin heeft om kwantitatieve resultaten te presenteren als er zoveel onzekerheid is. Zeker omdat de cijfers uit een rapport van onze nationale rekenmeesters heel makkelijk een eigen leven kunnen gaan leiden. Door anti-mitigatieactivisten, of in politieke of lobby-campagnes bijvoorbeeld, waar al die onzekerheden natuurlijk worden verzwegen. Als er toch cijfers worden gepresenteerd, dan zou ik met mijn natuurwetenschappelijke achtergrond minstens een stevige, kwantitatieve onzekerheidsanalyse verwachten. Waar dan ook de gevoeligheid van de uitkomst voor subjectieve keuzes in meegenomen zou kunnen worden. Het lijkt me duidelijk dat deze berekeningen geen realistisch beeld geven van de werkelijke toekomstige gevolgen van klimaatverandering voor Nederland. Wel illustreren ze nog eens dat wij, in het rijke deel van de wereld, vermoedelijk minder zwaar getroffen worden door de consequenties van onze broeikasgasuitstoot dan anderen. En dat we de consequenties afwentelen op toekomstige generaties. Maar dat kun je ook best beredeneren zonder deze berekeningen. Het probleem met cijfers is dat ze een zekerheid suggereren die er niet is. En we hebben niks aan schijnzekerheid. Als het te onzeker is om uit te rekenen kan een kwalitatieve beschouwing een betere optie zijn. [overgenomen van Klimaatverandering)

Quote du Jour | Voldoen aan wet- en regelgeving

Bovendien vind ik het belangrijk dat Schiphol voldoet aan wet- en regelgeving

Aldus minister van der Wal, nadat ze een van de grootste vervuilers van Nederland een milieuvergunning geeft. Ze kan dit volgens haarzelf doen omdat het hier gaat om een “individuele vergunningsaanvraag” die voldoet aan de wettelijke criteria en procedures. Schiphol verkreeg de vergunning onder andere door rechten op te kopen die niet gebruikt werden. Zelden werd meer duidelijk dat je een VVD’er geen Minister voor Natuur en Stikstof moet maken…

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Erik de Haan (cc)

Adaptatie: noodzakelijk, maar ingewikkeld

Het Akkoord van Parijs is vooral bekend vanwege de afspraak om de mondiale opwarming te beperken tot ruim onder de twee graden. Mitigatie dus, in klimaatterminologie. Maar er zijn ook afspraken gemaakt over adaptatie: maatregelen om de schade, risico’s en kwetsbaarheid die het gevolg zijn van klimaatverandering te beperken. Dergelijke maatregelen zijn hoe dan ook nodig: het klimaaat verandert al en dat heeft gevolgen waar we op in zullen moeten spelen. Dat ‘Parijs’ ook de nodige afspraken bevat over adaptatie is minder bekend. Artikel 7 uit het akkoord gaat helemaal over dat onderwerp en het begint zo:

Parties hereby establish the global goal on adaptation of enhancing adaptive capacity, strengthening resilience and reducing vulnerability to climate change, with a view to contributing to sustainable development and ensuring an adequate adaptation response in the context of the temperature goal referred to in Article 2.

Er is onder meer vastgelegd dat er elke vijf jaar een inventarisatie moet worden gemaakt van de voortgang van adaptatie op wereldschaal. Een groep wetenschappers presenteerde vorige maand in een artikel in Nature Climate Change een voorstel voor een systematiek om die voortgang te kunnen bepalen.

Lokale verschillen

Klimaatverandering kent een veelheid aan veroorzakers en gevolgen, wat van adaptatie een complexe aangelegenheid maakt. Daarom moeten adaptatie-maatregelen heel zorgvuldig worden gepland. Gebeurt dat niet, dan zouden maatregelen meer kwaad dan goed kunnen doen. Een oplossing voor het ene probleem, zou andere problemen kunnen verergeren. Ook zijn er lokale verschillen: wat op de ene plek op aarde werkt, zou elders juist averechts uit kunnen vallen. En niet alle gevolgen of risico’s van klimaatverandering zijn even goed voorspelbaar. Bovendien is klimaatadaptatie een doorlopend proces, zolang het klimaat in hoog tempo blijft veranderen. Maatregelen kunnen al snel ontoereikend blijken als er onvoldoende rekening wordt gehouden met veranderingen die nog in de pijplijn zitten.

Foto: Inland tanker Vlissingen. Foto BoH, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons.

Internetconsultatie nationaal verbod varend ontgassen

NIEUWS - Een stapje naar het landelijk verbod op varend ontgassen: het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een internetconsultatie geopend over een wijziging voor van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart waarmee het verbod op varend ontgassen wordt uitgebreid. Of beter gezegd eindelijk ingevoerd, nu hopen dat handhaving beter gaat dan van het verbod op varend ontgassen van benzine en diesel…

Met deze stap komt het door Minister Harbers aangekondigde landelijke verbod op varend ontgassen van zeer zorgwekkende stoffen, zoals benzeen, weer een stapje dichterbij. De vlag gaat nog niet uit, want de daadwerkelijk invoer is aan het huidige demissionaire of een volgend Kabinet.

Door de uitbreiding geldt het verbod vanaf 1 juli 2024 of “zo snel mogelijk daarna” niet alleen voor de stoffen bedoeld in fase I van het verbod uit het CDNI-verdrag, maar ook voor de stoffen bedoeld in fase II.

Het doel van de regeling is zo snel mogelijk tot een geldend verbod op varend ontgassen te komen voor meer stoffen dan op grond van de huidige regelgeving het geval is. Als wordt gewacht op de inwerkingtreding van het verbod op de stoffen die zijn opgenomen in het CDNI-verdrag, dan gaat het varend ontgassen van die stoffen langer door dan gewenst.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: via Extintion Rebellion (fair use) copyright ok. Gecheckt 16-02-2023

Gezocht: dekking voor behoud accijnsverlaging benzine

ANALYSE - Een meerderheid van de Tweede Kamer lijkt zich volgens RTL Nieuws te keren tegen de ophoging van de accijns op benzine, die per 1 januari ingevoerd wordt. Of eigenlijk tegen het afschaffen van de tijdelijke korting, die na de tweede invasie van Rusland in Oekraïne is ingesteld. Het behouden van de korting vergt 1,2 miljard Euro. Een behoorlijk bedrag om dekking voor te zoeken. Gelukkig is er een fraai rapport van SOMO over fossiele subsidies beschikbaar. Daarin staat per regeling hoeveel geld er mee gemoeid is. Daarom hieronder een aantal ideeën voor de Tweede Kamerleden om dekking te zoeken en meteen de demonstranten op de A12 tegemoet te komen (niet uitputtend, daarvoor verwijs ik je naar het rapport van SOMO):

  • De BTW vrijstelling op niet-zakelijke vliegtickets afschaffen. Gederfde inkomsten voor de staat 1,2 miljard Euro in 2022. Nadeel: vergt Europese instemming. Dus niet regelbaar bij behandeling belastingplan.
  • Afschaffen van de vrijstelling gasbelasting voor niet-energetisch gebruik. Gederfde inkomsten voor de staat 79 miljoen Euro in 2022, een druppel op de gloeiende plaat.
  • Doorwerking van de degressieve structuur voor niet-energetisch gebruik gas. Gederfde inkomsten voor de staat: 892 miljoen Euro, dat klinkt al beter. Daar valt samen met afschaffen van de vrijstelling gasbelasting zeker 10% tot 25% van de dekking te halen. Bevordert meteen het beleidsdoel circulaire economie, waar we fors mee achterlopen volgens PBL.
  • Afbouwen van de regelingen voor de glastuinbouw, samen goed voor 1 miljard Euro in 2022. Afschaffen van het verlaagd tarief voor de glastuinbouw en de inputvrijstelling WKK voor gas levert samen 229 miljoen Euro op. Maakt de tabellen voor energiebelasting ook simpeler. Deel van de doorwerking degressieve structuur gas afschaffen levert nog wat meer op. Deelname aan ETS kan geen argument meer zijn, want daar zijn de meeste tuinders met behulp van het Rijk uitgestapt.
  • Afbouwen van de regelingen voor staal en andere energie-intensieve processen: 148 miljoen Euro gederfde inkomsten in 2022. Maak je alleen geen vrienden mee bij de basismetaal en Tata, maar wel op de A12.
  • Afbouwen van de regelingen voor de olieverwerkende industrie. Deze zijn samen goed voor 2,4 miljard Euro gederfde inkomsten in 2022. Maak een afbouwplan in 4 jaar en voor 2024 haal je zo’n 600 miljoen Euro op, de helft van de benodigde dekking.
  • Afbouwen van de vrijstelling verbruik eigen gas bij olie- en gaswinning levert op basis van 2022 zo’n 171 miljoen Euro extra overheidsopbrengsten op. Voordeel is dat dat vooral ten koste van de winstgevendheid zal gaan (niet iets waar olie- en gasbedrijven de afgelopen jaren over te klagen hebben gehad), omdat het een wereldmarkt is waar de winners van olie en gas prijsvolgers zijn. De subsidie voor gasopslag zou ik nog een jaartje laten staan, eerst even kijken hoe we de winter doorkomen.
  • Regelingen rondom emissierechten. Tegenover een opbrengst van 1,1 miljard Euro staat nog steeds de verstrekking van 3,3 miljard Euro aan gratis rechten. In de top 10 van grootste ontvangers van gratis rechten staan olie- en gasbedrijven als Shell, ExxonMobil, BP en Total Energies. Geen van hen heeft te klagen over slechte winstcijfers, dus gewoon betalen voor de rechten vanaf 2024. Verwachte opbrengst op basis van 60/Euro per ton (huidige prijs 80 Euro/ton) bedraagt zo’n 500 miljoen Euro.
  • Afbouw van regelingen voor fossiele elektriciteitsopwekking levert 4,7 miljard Euro op. Ruim de helft van wat er dit jaar aan SDE++ subsidie beschikbaar is… Afschaffing van de vrijstellingen op kolen-, olie- en gasbelasting voor elektriciteitsopwekking levert 450 miljoen Euro op. Dat maakt de stroomprijs duurder, waarmee de uitgaven aan SDE++ in 2024 lager uit zullen vallen. Wanneer ook nog een hapje uit de degressieve structuur van de energiebelasting op gas wordt aangepakt kan het bedrag verder oplopen, waarmee de benodigde SDE++ subsidies dalen.
  • De degressieve tariefstructuur aardgas kost de staat 2,1 miljard Euro. Het dubbele van wat nodig is om de verlaging van de benzineaccijns in stand te houden. Bouw de structuur in 4 jaar af en je hebt volgend jaar zo’n 500 miljoen Euro extra opbrengsten. Natuurlijk zullen bedrijven op zoek gaan naar alternatieven en besparingsopties, waardoor de opbrengsten op termijn dalen. Voor de echte fijnproevers zou je nog een uitzondering kunnen maken voor aardgasgebruik bij bedrijven die onder ETS vallen. Dat heeft wel effect op de opbrengsten van de afbouwmaatregel.
  • Rechttrekken van het lage tarief van aardgas t.o.v. elektriciteit kan 5,3 miljard opleveren en de overstap van aardgas naar alternatieven een boost geven. Het lastige is wel dat het netwerk niet overal gereed is om een dergelijke overstap aan te kunnen en dat er groepen mensen, organisaties en bedrijven zijn die de investeringscapaciteit niet hebben om een snelle overstap te maken. Het is dan ook logischer om hier een meerjarig plan voor te maken van 7 tot 10 jaar, met ondersteuning voor wie de investeringscapaciteit voor een alternatief mist.
Foto: Nanda Sluijsmans (cc)

Een rechtvaardige energietransitie

Het was groot nieuws: energiebedrijf Vandebron laat bezitters van zonnepanelen voortaan vaste kosten betalen voor het terugleveren van stroom aan het net. Volgens hen zou dat eerlijker zijn. Is dat zo? En hoe rechtvaardig verloopt de energietransitie überhaupt? Een bijdrage van Laura Mol (Studium Generale Utrecht) over de recente zonnepanelen-discussie.

De daken glimmen je in veel wijken tegemoet: momenteel telt ons land bijna twee miljoen woningen met zonnepanelen, dat komt neer op één op de vijf huizen. Nederland is daarmee Europees koploper als het gaat om geïnstalleerd vermogen zonne-energie per persoon. De beschikbare stimuleringsregelingen voor duurzame energieproductie zijn een belangrijke aanjager van de populariteit. De energietransitie is dus in gang gezet, maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Bestuurskundige Kees van der Wel promoveert aan de Universiteit Utrecht, hij onderzoekt welke publieke waarden op het spel staan bij de ontwikkeling van slimme lokale energiesystemen. Hij benadrukt dat er financiële, technische en ecologische hobbels zijn, maar dat de energietransitie bij uitstek een rechtsvaardigheidsvraagstuk is. Het nieuws over de gewijzigde koers van Vandebron illustreert dat.

Salderen

In 2022 is er maar liefst 46% meer zonne-energie opgewekt door Nederlandse huishoudens dan in 2021. Goed nieuws, maar slechts een klein percentage van het totale energieverbruik van Nederland wordt gedekt door zonne-energie. Dat komt deels omdat eigenaren van zonnepanelen de stroom niet gebruiken maar terugleveren aan het net. In Nederland mogen we zonnestroom salderen. Dat betekent dat de zonne-energie die je in de zomer aan het energienet levert in de winter verrekend wordt. De nadelen van salderen zijn inmiddels groter dan de voordelen. Zo kost het ‘gratis’ terugleveren van stroom aan de panelenbezitters de energiebedrijven veel geld en dat wordt betaald via de energierekening van álle huishoudens. Op die manier betalen mensen die geen panelen hebben (vaak de lagere inkomensgroepen) jaarlijks zo’n 200 euro mee aan de teruglevering van stroom aan de mensen die wel panelen hebben. Vanwege de explosieve toename van zonne-energie (en dus teruglevering) lopen de kosten steeds verder op. Energiemaatschappij Vandebron heeft daarom besloten om dit naar eigen zeggen eerlijker te verdelen, al naar gelang van verbruik en teruglevering.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

ZZZ | Het belang van alles wat leeft

Politiek is voor een belangrijk deel het afwegen van belangen. Wat weegt het zwaarst? Aan welke belangen moeten we prioriteit geven? Op dat punt verschillen politieke partijen en aan de hand van die verschillen bepalen kiezers straks hun keuze, althans dat mag je hopen. Een van de vragen is dan welke prioriteiten we moeten stellen als het gaat om klimaat en biodiversiteit.

Vorige maand schreef ik in deze rubriek over de ideeën van de Franse milieufilosoof Baptiste Morizot. Hij vindt dat we het dualisme, de tweedeling mens-natuur, moeten vervangen door het besef dat ‘het leven voor de mens alleen leefbaar is als het ook leefbaar is voor het weefsel van het levende als geheel.’ Natuurbescherming is volgens Morizot ook een verkeerde, in wezen paternalistische,  term die uitgaat van het ‘anders-zijn’ van de natuur ‘tegenover een superieure mens, die als enige een rationeel innerlijk bezit.’ Dat mogen de ‘rentmeesters’ van het CDA zich wel aantrekken. Ecopaternalisme noemt hij het, een bron voor onterechte toeëigening en uitbuiting.

Met een afweging van belangen tussen mens en natuur zitten we volgens Morizot dus op het verkeerde spoor. In zijn boek Het levende laten opvlammen betoogt hij dat alles wat leeft een gemeenschappelijk belang heeft dat moet worden verdedigd tegen de uitbuiting voor het individuele belang van de rupsjes-nooit-genoeg onder de mensen. Voor een begrip van dat gemeenschappelijke belang gaat de filosoof terug naar het begin van het ontstaan van alle leven. Daar ontstond in de evolutie iets wat we een belang kunnen noemen dat geschaad dan wel beschermd zou moeten worden. Zelfs het kleinste organisme heeft belang bij zoiets als ruimte, vrijheid, voedsel, zou je kunnen zeggen.

Foto: Toshiyuki IMAI (cc)

Juli 2023 was warmste maand op aarde sinds mensenheugenis

DATA - Nee, dit is geen alarmisme, dit is een constatering, een feit. De gemiddelde temperatuur op het aardoppervlak, zoals geanalyseerd door Copernicus ERA5, was ruim 16,9 graden in juli 2023. Dat is ruim drietiende graad warmer dan het vorige record uit 2019. De hoogste waarde uit de meetreeksen. En daarmee ook met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de hoogste waarde in de afgelopen 100.000 jaar. Sinds mensenheugenis dus.

Deze constatering doen we op basis van de recent beschikbaar gekomen gegevens van de ERA5 klimaatdata reeks.
Grafiek afwijking wereldtemperatuur per maand sinds 1979

De twintig warmste maanden op aarde lagen allemaal in deze eeuw.

En dit is al de warmste periode van de zeker laatste 100.000 jaar.

En het is trouwens ook 1,5 graden boven het pre-industrieel gemiddelde. U weet wel, die grens die we in Parijs hebben afgesproken. Daar breken we nu (2023!) dus al doorheen.

Kortom, de warmste maand sinds lang. En dat record hebben we bereikt in minder dan 200 jaar.

De wereld zag er 100.000 jaar geleden overigens heel anders uit. En er moest nog een ijstijd volgen.

En we gaan weer over tot de orde van de dag.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: CC BY-SA 4.0 Stephan Okhuijsen 2022

Schonere schepen leiden tot meer opwarming oceanen

ANALYSE - De internationale regels met betrekking tot hoeveel zwavel en andere vervuilende stoffen er mag zitten in de brandstof van schepen zijn de laatste jaren aangescherpt. De lucht boven met name de oceanen is daardoor in snel tempo schoner geworden. Helaas heeft dit als effect dat daarmee de opwarming van de oceanen ook versnelt.

Laat me dit wat nader uitwerken.

In Europa waren er al langer afspraken over het toegestane percentage zwavel in de brandstof van schepen op onder andere de Noordzee. Dat is van 1,5% in 2000 naar nu 0,1% gedaald. Maar daarbuiten was de norm nog 4,5%. Sinds 2015 werd dit echter ook afgebouwd tot 0,5% vanaf 2020.

Grafiek met maximaal percentage zwavel in brandstof schepen voor Europa en Internationaal in vijfjaar-perioden.

Tabel zwavelnormen site overheid.

Heeft dan ook echt significant effect? Ja. Er mogen dan wel maar enige tienduizenden grote zeeschepen zijn, ze leggen wel veel gewicht in de schaal. Zo zorgde 1 groot containerschip voor net zoveel zwaveluitstoot als bijna 20 miljoen auto’s in het verkeer (twee keer zoveel als er in Nederland rondrijden). Dat met een factor 9 omlaag brengen is dus significant.

Dat laten ook de eerste onderzoeken zien. De beruchte scheepspluimen zijn aan het verdwijnen.

En omdat die pluimen de warmtestraling van de zon op aarde (en dus vooral de oceanen) remde, is nu ook in de metingen van de netto “flux” de toename goed zichtbaar:

Foto: Grafiek Safe and just Earth System Boundaries. Earth Commission 2023, via Nature.

Grenzen aan misbruik

Onder de naam ‘Earth Commission’ publiceerde een groep van 51 wetenschappers uit zestien landen afgelopen woensdag het rapport ‘Safe and just Earth System Boundaries’.

Onder leiding van Johan Rockström (Zweden), Joyeeta Gupta (Nederland) en Qin Dahe (China) brachten de wetenschappers vijf biofysische systemen in kaart, die bepalend zijn voor de kwaliteit van (het leven op) de aarde. Ze stelden waarden op waarbinnen de aarde, en dus de mensen, goed gedijen. Overschrijding van die waarden lijdt tot onherstelbare schade.

Planetaire grenzen

Het idee om veilige grenzen te bepalen voor natuurkundige, biologische en ecologische processen is niet nieuw. In 2009 kwamen Johan Rockström en 28 andere wetenschappers al met het rapport ‘A safe operating space for humanity’.

Daarin stelden ze ‘planetaire grenzen’ vast, waarbinnen negen biofysische systemen moeten blijven om een gezonde planeet te houden. Dat idee werd onder andere door econome Kate Raworth overgenomen in haar concept van de Donut economie.

De conclusie in 2009 was dat bij drie van de negen onderling verbonden planetaire grenzen al kritieke overschrijdingen plaats vinden. Op gebied van klimaatverandering, gebruik van meststoffen en verlies van biodiversiteit staat het er slecht voor.

Grafiek A safe operating space for humanity 2009

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Vorige Volgende