Hans Custers

14 Artikelen
4.837 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Hans Custers is opgeleid als scheikundig technoloog en heeft vooral gewerkt op het terrein van veiligheid en gevaarlijke stoffen. Hij is één van de redacteuren van het weblog 'Klimaatverandering'.
Foto: CALChux (cc)

Het belang van sterke leiders

OPINIE - Wat nu weer? Ben ik extreemrechts geworden? Nou, nee. Maar toch betrap ik me af en toe wel eens op de gedachte dat we een gebrek hebben aan goede leiders. Ik bedoel dan niet dat ze autoritair moeten zijn. Of dat ze stoere taal uit moeten slaan die, als het even kan, vooral gericht is tegen de meest weerlozen in de samenleving. Of daadkracht proberen uit te stralen door sommigen hun basisrechten te ontzeggen. Zo sterk vind ik dat allemaal niet. Ik zou het eerder laf noemen. Al valt niet te ontkennen de provocatieve en demagogische retoriek van dit type leiders zich ook tegen hen kan keren, in de vorm van bedreigingen en geweld.

Dit type leider kan een democratie missen als kiespijn. Maar dat betekent niet dat een democratie helemaal zonder leiders kan. En dat is wel de toestand waarin we zijn beland. Met leiders die niet meer durven te leiden, maar die in plaats daarvan liever volgen. Ze volgen de opiniepeilingen, hun campagnemanagers, de grootste bekken op sociale media en de gevestigde belangen. En natuurlijk dienen ze het allerhoogste: de economie.

Het ligt niet alleen aan politici

Je kan dat niet alleen wijten aan de politici. Want uiteindelijk zijn wij degenen die steeds weer op zulke politici stemmen. We lijken niet meer goed te beseffen dat democratie ooit is bedacht als een systeem waarin het volk zijn leiders kiest. Het overheersende idee lijkt tegenwoordig eerder dat we bij verkiezingen een verlanglijstje in mogen dienen, en dat de politiek vervolgens alles maar moet leveren. Maar veel politici roepen dat ook wel over zichzelf af. Hun gedrag lijkt op dat van een bepaald type sjacheraar: zo iemand die belooft alles te kunnen leveren wat je maar bij hem bestelt. En als dat niet lukt, of als de kwaliteit ondermaats is, heeft hij altijd wel een smoesje. Altijd hetzelfde smoesje eigenlijk: als er iets niet goed is gegaan, is dat de schuld van iemand anders.

Foto: Daniel Foster (cc)

Mogelijkheden én risico’s van een overshoot-scenario in het klimaatbeleid

LONGREAD - Inzake het klimaatbeleid moeten we ons niet in slaap laten sussen door (te) optimistische, economische scenario’s, meent Hans Custers. De noodrem die ooit in die scenario’s werd meegenomen is daardoor ondertussen bittere noodzaak geworden. Terwijl die nog ontwikkeld moet worden. Het brengt een enorm risico met zich met dat vooral de allerarmsten die pineut worden.

“A world that returns to 1.5°C after decades above that level will potentially be a very different world from the one before exceedance.”

Dit citaat komt uit een uitgebreid overzichtsartikel in Annual Reviews, over zogenoemde overshoot-scenario’s. Dat zijn scenario’s waarin de doelstelling van het Akkoord van Parijs – de opwarming (gemiddeld over een langere periode, meestal 20 jaar) beperken tot 1,5 °C boven de pre-industriële temperatuur – weliswaar wordt gehaald, maar wel na een tijdelijke overschrijding van die grens. Het maakt duidelijk dat niet alleen het halen van de doelstelling op zich van invloed is op de gevolgen en risico’s van klimaatverandering, maar ook de weg ernaartoe. Ook een tijdelijke overschrijding van anderhalve graad heeft gevolgen, die niet allemaal omkeerbaar zijn. Of alleen met een aanzienlijke vertraging. Natuurlijk wordt het ook moeilijker om de doelstelling te halen, naarmate de tijdelijke overschrijding groter wordt. En dus blijft het hoe dan ook topprioriteit om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, zo snel als het maar kan. Overschrijding van de anderhalve graad is geen reden om die ambitie op te geven.

Foto: Greetje Meinema-Kappenburg (cc)

Het fundament onder de moderne klimaatwetenschap is 200 jaar oud

ACHTERGROND - Sommige inzichten in het weer en het klimaat zijn oeroud. Ze gaan terug tot Meteorologica van Aristoteles, of nog  veel verder. Maar kennis van veranderingen van het klimaat is veel recenter, zeker als het over veranderingen op wereldschaal gaat. Het fundament onder die kennis werd precies 200 jaar geleden gelegd, door Jean Baptiste Joseph Fourier (1768 – 1830). Die publiceerde in 1824 zijn artikel ‘Remarques générales sur les températures du globe terrestre et des espaces planétaires’ (Annales de Chimie et de Physique, 27 (1824) 136–67; in 1837 in het Engels vertaald door Ebeneser Burgess. Merkwaardig genoeg bleef een nieuwe versie van het artikel uit 1827 met enkele kleine correcties en uitwerkingen ruim een eeuw lang onvertaald, maar wordt tegenwoordig juist dat latere artikel vaak genoemd als eerste beschrijving van het broeikaseffect). Fourier was op zoek naar kennis over warmte en had daarbij in de loop van de tijd al het een en ander geschreven over de temperatuur van het aardoppervlak, en de factoren die daarop van invloed zijn. In 1824 zette hij zijn ideeën hierover (min of meer) overzichtelijk bij elkaar. Twee van die inzichten zijn van groot belang voor de hedendaagse natuurwetenschappelijke kennis van de werking van het klimaat op planetaire schaal.

Foto: Erik de Haan (cc)

Een (te) oppervlakkige klimaatanalyse van het CPB

ANALYSE - Het CPB publiceerde afgelopen week een kort rapportje met de titel ‘Klimaatverandering en intergenerationele verdeling van financiële lasten’. Volgens dit rapport, dat is gebaseerd op ruwe en onvolledige schattingen van klimaatschade en kosten voor adaptatie en mitigatie ( zie hier een eerder artikel over dit onderwerp), komen de kosten van klimaatverandering vooral bij komende generaties terecht. Het omslag van het rapport vermeldt: ‘Op basis van eerste inschattingen zullen de extra kosten van klimaatverandering en -beleid voor het grootste deel bij toekomstige generaties terechtkomen’.

De klimaatschade is geschat voor 2050 en 2100. Die schatting werd op social media zo hier en daar aangegrepen voor een pleidooi tegen mitigatie, ofwel maatregelen om verdere opwarming van het klimaat te beperken. Het schadebedrag zou de transitie van de economie niet rechtvaardigen. Waarmee weer eens werd bewezen hoe opportunistisch de anti-mitigatiebeweging te werk gaat. Het rapport bevat namelijk maar bar weinig ondersteuning voor hun standpunt.

Dat is vooral zo omdat de schatting van de schade helemaal niet uitgaat van een situatie zonder mitigatie. Er is gerekend met een scenario met 2°C mondiale opwarming ten opzichte van de pre-industriële temperatuur in 2050 en 3°C in 2100. Dat is zo’n beetje het midden tussen het hoogste en het laagste scenario uit het laatste IPCC-rapport, iets boven de projectie volgens het middelste scenario SSP2-4.5. Het is ook ongeveer de koers die de wereld op dit moment vaart, rekening houdend met wat er door alle landen aan (beleids)maatregelen is getroffen. In dit scenario gebeurt er dus wel het een en ander om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, als is het lang niet genoeg om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te halen.

Foto: Erik de Haan (cc)

Adaptatie: noodzakelijk, maar ingewikkeld

Het Akkoord van Parijs is vooral bekend vanwege de afspraak om de mondiale opwarming te beperken tot ruim onder de twee graden. Mitigatie dus, in klimaatterminologie. Maar er zijn ook afspraken gemaakt over adaptatie: maatregelen om de schade, risico’s en kwetsbaarheid die het gevolg zijn van klimaatverandering te beperken. Dergelijke maatregelen zijn hoe dan ook nodig: het klimaaat verandert al en dat heeft gevolgen waar we op in zullen moeten spelen. Dat ‘Parijs’ ook de nodige afspraken bevat over adaptatie is minder bekend. Artikel 7 uit het akkoord gaat helemaal over dat onderwerp en het begint zo:

Parties hereby establish the global goal on adaptation of enhancing adaptive capacity, strengthening resilience and reducing vulnerability to climate change, with a view to contributing to sustainable development and ensuring an adequate adaptation response in the context of the temperature goal referred to in Article 2.

Er is onder meer vastgelegd dat er elke vijf jaar een inventarisatie moet worden gemaakt van de voortgang van adaptatie op wereldschaal. Een groep wetenschappers presenteerde vorige maand in een artikel in Nature Climate Change een voorstel voor een systematiek om die voortgang te kunnen bepalen.

Lokale verschillen

Klimaatverandering kent een veelheid aan veroorzakers en gevolgen, wat van adaptatie een complexe aangelegenheid maakt. Daarom moeten adaptatie-maatregelen heel zorgvuldig worden gepland. Gebeurt dat niet, dan zouden maatregelen meer kwaad dan goed kunnen doen. Een oplossing voor het ene probleem, zou andere problemen kunnen verergeren. Ook zijn er lokale verschillen: wat op de ene plek op aarde werkt, zou elders juist averechts uit kunnen vallen. En niet alle gevolgen of risico’s van klimaatverandering zijn even goed voorspelbaar. Bovendien is klimaatadaptatie een doorlopend proces, zolang het klimaat in hoog tempo blijft veranderen. Maatregelen kunnen al snel ontoereikend blijken als er onvoldoende rekening wordt gehouden met veranderingen die nog in de pijplijn zitten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nieuwe zeespiegelprojecties: de asymmetrische onzekerheid blijft

In Nature stonden vorige week twee artikelen met nieuwe projecties van de zeespiegelstijging. Of, om precies te zijn: de te verwachten bijdrage van het smelten van landijs daaraan. Voor de totale stijging moet daar nog de bijdrage van thermische expansie van zeewater bij worden opgeteld. Volgens het IPCC Speciale Rapport over de oceanen en de cryosfeer is dat, afhankelijk van hoeveel het opwarmt, zo’n 15 tot 30 centimeter aan het eind van deze eeuw. En, om helemaal compleet te zijn, er wordt ook nog enkele centimeters stijging verwacht als gevolg van grondwateronttrekking en veranderingen in opslag van zoet water op land.

De grootste onzekerheden zitten in de bijdrage van het landijs en dan vooral in die van de ijskappen van Groenland en Antarctica. De reden daarvoor is eenvoudig: er hoeft maar een fractie van al dat ijs te smelten om de zeespiegel een halve of een hele meter te laten stijgen. Hoe groot de fractie die smelt precies zal zijn en hoe snel dat smelten gaat is niet zo eenvoudig te voorspellen.

Er zijn nogal wat variabelen die invloed kunnen hebben op het smeltproces: de temperatuur, de hoeveelheid neerslag, de eigenschappen van het ijs en van de bodem waar het op ligt, enzovoort. Bij ijs dat op de zeebodem rust komen daar dan nog oceaanstromingen, de temperatuur van het zeewater en de eigenschappen van de zeebodem bij. Modellen die de bepalende processen gedetailleerd simuleren zijn behoorlijk complex. De rekentijd op supercomputers die nodig zijn voor dergelijke simulaties is duur en dus zit er een grens aan het aantal simulaties dat ijsonderzoekers uit kunnen voeren.

Foto: © Sargasso logo Quack?!

Quack?! Hoe te reageren op pseudowetenschap: enkele vuistregels

Een dikke tien jaar geleden begon ik, heel argeloos, te reageren op de desinformatie die door pseudosceptici werd en wordt verspreid over klimaatwetenschap. Ik heb niet de pretentie dat ik het perfecte recept tegen desinformatie heb gevonden. Maar ik heb, met vallen en opstaan, wel wat geleerd. Dit zijn de vuistregels waar ik me, met wisselend succes, aan probeer te houden.

Een pragmatische aanpak

Het is geen diepgravende analyse, want die zijn er al genoeg. Ik vraag me wel eens af of die diepgravende analyses veel bijdragen aan een oplossing. Misschien is een pragmatische aanpak wel beter. Pseudowetenschap en wetenschapsontkenning zijn er altijd geweest en ze zullen waarschijnlijk nooit verdwijnen. Wat er is veranderd is de omgeving: social media, de opkomst van populistische partijen, de toenemende onvrede in de maatschappij. De allerbelangrijkste regel voor communicatie blijft, in welke omgeving dan ook: houd rekening met je publiek. Ik weet dat ik daarmee een open deur intrap, maar dat kan geen kwaad omdat die basisregel nogal eensover het hoofd wordt gezien. Hoe interessant en diepgravend een analyse van het fenomeen ook is, je legt er je buurman niet mee uit waarom die meer waarde zou moeten hechten aan het standpunt van een grote meerderheid van de virologen en epidemiologen danaan de praatjes van Maurice de Hond. Daarom wat tips voor een pragmatische aanpak. Wie weet zijn ze bruikbaar, tijdens de zoom-bedrijfsborrel, of een online-discussie, of in een talkshow op de nationale tv, mocht iemand daar ooit in belanden.

Closing Time | Kees Torn

Er zijn drinkliederen die drank verheerlijken of romantiseren. Er zijn smartlappen over de ellende die alcoholisme aan kan richten. En een enkeling bezingt de rauwe realiteit van de drankzucht. Dit is de rauwe realiteit van de heerlijk ouderwetse cabaretier Kees Torn.

Closing Time | 16 Horsepower

Het is een oude muzikantenwijsheid: een band is nooit beter dan zijn drummer. Met een slechte drummer wordt het nooit wat, zelfs als bestaat de rest van de band uit briljante muzikanten. En een clubje matige muzikanten met een goede drummer kan best een goede band zijn.

Nu wil ik niet zeggen dat de andere bandleden van 16 Horsepower matige muzikanten zijn. Maar de intensiteit van 16 Horsepower heeft David Eugene Edwards in zijn latere projecten nooit meer gehaald. En dat zou toch wel eens te maken kunnen hebben met de ritmesectie: de geweldige drummer Jean-Yves Tola, met functionele ondersteuning van bassist Pascal Humbert.

Closing Time | Krang

Krang was de band van André Manuel. En van Adri Karsenberg, zo’n drummer die meestal net wat aan de late kant was en dus net op tijd. Het lukte me alleen niet om een acceptabele video te vinden waarin die lekkere timing goed uit de verf komt. Dus hou ik het maar bij Kraaien, de Krang-klassieker.

Closing Time | Johnny Dowd

Johnny Dowd is 70 jaar oud en al zijn hele leven verhuizer, met zijn eigen bedrijfje in Ithaca, New York: Zolar Moving Company. Hij speelde daar ook zijn hele leven in lokale bandjes, tot hij op zijn 49e “Wrong Side of Mephis” uitbracht. Die plaat leverde hem aanhang op tot ver buiten Ithaca. Als hij in Europa is trekt hij vaak op met Nederlandse muzikanten, zoals Rotterdammer Mark Lotterman, of Melle de Boer van de Haagse helden Smutfish.

Volgende