Waarin de zwevende auteur dit jaar weer een andere keuze maakt, zij het nog niet overtuigd.
Wie jong is en niet links, heeft geen hart. Wie oud is en niet rechts, heeft geen verstand, zo wil het bekende adagium in de politiek. Je hoeft niet lang te zoeken naar bewijs dat deze stelling in zijn algemeenheid niet klopt: lees de reactiepanelen op de sites van de Telegraaf, Elsevier en de diverse rechts-conservatieve blogs maar na. En sowieso, als dat het geval is, dan was ik vroeger soms harteloos en thans volledig hersenloos.
Sinds ik op mijn achttiende het stemrecht verkreeg, hebben vele verschillende partijen op mijn steun mogen rekenen. Alle reguliere partijen binnen politieke spectrum te bieden hebben wel eens mijn stem gekregen, met uitzondering van de confessionelen en extreem- en populistisch rechts. D66 en de toen nog enigszins liberale VVD heb ik in de paarse zetels geholpen. Ook de PvdA en de SP heb ik beloond met een stem, de laatste jaren echter meer dan vroeger. Zwevend, welzeker. Maar links of rechts, altijd met mijn verstand. Nu dreigt mijn ouder wordende hart te gaan beslissen.
In 2010 zocht ik mijn heil bij GroenLinks, een partij waar ik altijd wel sympathie voor voelde. Je hebt echter slechts één keuze in het stemhokje, dus had het rode potlood nooit die lijst bereikt op het stembiljet. Maar sinds de geboorte van mijn dochter maakte ik me toch steeds meer zorgen over de toekomst van de wereld en haar bewoners. Noem me een sentimentele zak, maar het is gek wat het zien opgroeien van je eigen kind met een volwassen kerel kan doen. Ik wil voor haar een betere wereld dan waar wij nu in leven en ik wil haar niet opzadelen met de vooruitgeschoven lasten van uitbuiting, vervuiling en klimaatverandering. GroenLinks leek me de enige partij die serieus hieraan wilde werken. Maar bovenal had GroenLinks gewoon een behoorlijk sterk programma geleverd voor de verkiezingen van 2010.