Klokwerk

392 Artikelen
38 Waanlinks
4.245 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Vanaf november 2018 overal te koop: "De wereld vóór God - Filosofie van de Oudheid", CJ Alders, aka 'Klokwerk'
softcover / hardcover / ebook: 392 pagina's

Kees Alders aka 'Klokwerk' studeerde af als theoretisch en sociaal psycholoog, en hield zich daarna tien jaar lang bezig met projectmanagement in de sociale zekerheidsbranche (communicatieprojecten en reorganisaties). Tegenwoordig heeft hij een eigen onderneming in webdesign: Klokwerk-design.

Daarnaast is Klokwerk altijd actief geweest in de lokale- en bedrijfspolitiek, en schrijft hij voor verschillende redacties. Verder houdt hij zich met de groep Postbanaal bezig met het op de planken brengen van een multi-mediashow. Als hobbyproject organiseert hij sinds 2012 intercambio-café Amsterdam.

Op Sargasso schrijft Klokwerk onder meer sinds 2012 de wekelijkse column 'politiek kwartier'. Daarnaast is hij bezig met een toegankelijk overzichtswerk over de filosofie van de oudheid.
Foto: Bron: Livius.org

Neoplatonisme en gnosis (2)

Tweede deel van een vierdelige reeks over de laatste, naar mystiek neigende stromingen binnen de antieke filosofie. 

Invloeden van oude bekenden

Wie het neoplatonisme bestudeert, herkent allerlei oude bekenden: elementen uit de eerdere filosofische stelsels.

Om te beginnen is er natuurlijk een sterke invloed van de filosofie van Plato zelf. De opvatting dat het Ene ook ruimte en tijd overstijgt is echter terug te leiden tot dat wat Parmenides al had beweerd over het Zijn. We vonden die gedachte eerder al bij Anaximandros, die ook een alomtegenwoordige oerstof aannam, die hij apeiron noemde. Bij Anaximandros verandert dit apeiron zelf echter in de wereld zoals wij die kennen, het blijft niet achter de wereld aanwezig, zoals het Ene bij de neoplatonisten.

Verder is in het Neoplatonisme invloed te herkennen van de stoïcijnen. Het Ene doet immers denken aan het stoïcijnse pantheïsme. Daarnaast waren de neoplatonisten ook actief in de wetenschap, en verwezen ze daarbij graag naar de werken van eerdere stoïcijnse wetenschappers.

In geschriften van veel neoplatonisten, met name die van Porfyrios, zijn ook invloeden van de aristotelische school te bekennen. Vooral de aristotelische wetenschap en logica waren voor hen interessant. Daarbij beriepen de neoplatonisten zich op Aristoteles’ filosofie over de deugd.

Foto: Bron: Livius.org

Neoplatonisme en gnosis (1)

In het Romeinse Rijk van de derde eeuw na Christus heerst een crisissfeer: vijandelijke aanvallen, een tegenvallende economie, verschillende epidemieën – we weten niet goed hoe groot al die rampen waren en wat de samenhang was, maar dat het ernstig was, wordt uit wat overgeleverd is en vooral uit wat uit die tijd juist aan data ontbreekt wel duidelijk.

Wellicht vormden die crisis de aanleiding voor de verspreiding van verschillende oosterse religieuze ideeën in de Romeinse wereld. Ze gingen een grotere rol gingen spelen in het denken van die tijd. De stoïcijnen, die ooit de filosofische agenda hadden bepaald, verloren aan invloed en maakten plaats voor een nieuwe filosofische school. Dit zogeheten Neoplatonisme combineerde kenmerken van het “oude denken” met een nieuwe spiritualiteit. Deze school geldt als de laatste grote filosofische stroming van de oude wereld.

Geen gewone platonisten

Als de grondlegger van het Neoplatonisme geldt de filosoof Plotinos, die leefde rond het midden van de derde eeuw. Hij en zijn volgelingen beschouwden zichzelf overigens niet als een nieuwe filosofische school, maar als platonisten die de ware filosofie van Plato uitwerkten. Ze noemden zichzelf dan ook gewoon “platonisten”. De accenten die zij in het platonisme legden, wijken echter dermate sterk af van de standpunten van Plato zelf, dat hedendaagse oudheidkundigen hen aanduiden als Neoplatonisten.

Marcus Aurelius (4): Naar een andere tijd

In sommige filosofische verhandelingen worden de late stoïcijnen beschouwd als de voorlopers en wegbereiders van het christendom. Overeenkomsten zijn er zeker. De stoïcijnen hadden een vorm van religieus bewustzijn ontwikkeld waarin ze het hadden over een God die ze soms zelfs met ‘vader’ aanspraken. Hun geschriften werden door de eerste christelijke filosofen en kerkvaders ook vaak hoog gewaardeerd om hun beschrijvingen van de deugd.

Het stoïcijnse godsbeeld was echter fundamenteel anders dan dat van het christendom. Hoe religieus de stoa ook aandoet, het blijft een rationele filosofie. Ondanks het geloof in determinisme is er in de stoa geen sprake van blind geloof of overgave, zoals in meer mystieke stromingen zoals het christendom.

Marcus Aurelius zag het christendom dan ook als een valse religie, die de mensen voorhield dat zij op een gemakkelijke manier verlichting konden bereiken, door gewoon een paar geboden te volgen en voor de rest in Jezus te geloven, in plaats van door zichzelf te disciplineren door lange studie, zoals stoïcijnen dat doen.

Spinoza

In dat kader is het misschien eens leuk een enorme stap vooruit te doen, en te verwijzen naar Benedictus de Spinoza, de zeventiende-eeuwse Nederlandse filosoof met Joods-Portugese voorouders. Spinoza had een godsbeeld en een filosofie die opvallende overeenkomsten vertonen met die van de stoïcijnen: een pantheïstische visie, met een rationeel kenbare God die samenviel met de natuur. Spinoza moest niets hebben van het joods-christelijke godsbeeld.

Marcus Aurelius (3): Religie en wetenschap in harmonie

Wie denkt zichzelf te helpen door zich letterlijk terug te trekken, zoals de epicuristen deden, die begrijpt volgens Marcus Aurelius niets van filosofie. De stoïcijnse keizer adviseert echter wel om je van tijd tot tijd geestelijk terug te trekken in jezelf, om jezelf beter te trainen, maar ook om een adempauze te nemen.

Wie vasthoudt aan de stoïcijnse overtuigingen en deze bij zichzelf herhaalt, vindt innerlijke orde, en daarmee rust. Dit doet denken aan mediteren, of bidden, en lijkt daarmee op een religieuze activiteit.

Stoa als levenshouding

De stoa was geen religie in de zin van een religieuze organisatie die een beroep deed op onbetwistbare canonieke teksten. Maar het was meer dan simpelweg een denkrichting. Het was een levenshouding, en versmolt zich met de cultuur van de mensen die het beoefenden. Je zou het stoïcisme dan ook een levenskunst kunnen noemen.

Anders dan het negentiende-eeuwse idee dat religie en wetenschap op gespannen voet staan, komen in de stoa religie, filosofie en wetenschap echter samen, en zijn ze in harmonie met elkaar. Er is sprake van een godheid die aanbeden wordt, alleen gebeurt dit niet ondanks, maar juist via de ratio. Er is sprake van een zeker spiritueel bewustzijn en van rituelen, zij het in harmonie met de wetenschap en logica. Sterker nog, wetenschap en logica zijn er fundamentele onderdelen van.

Marcus Aurelius (2): Zingeving

Marcus Aurelius kan dan wel een volger van de Stoa zijn geweest, bij het lezen van zijn Overpeinzingen doemt soms eerder het beeld op van een Atlas, die het gewicht van de hele wereld op zijn schouders voelt rusten. Hoezeer de keizer ook kennis meent te hebben van het stoïcijnse levensgeluk, op veel lezers komt hij wat weemoedig en zelfs fatalistisch over. Zijn worstelingen onthullen kortom dat het leven ook voor een stoïcijn soms zwaar is.

Stoa en epicurisme

Daarom nu even een vergelijking met de tactiek van de epicuristen. Zij hanteren eigenlijk de omgekeerde strategie: epicuristen raden mensen aan zich terug te trekken in hun tuin met vrienden. Ze maken de wereld niet oneindig veel groter, zoals de stoïcijnen doen. Om de wereld dragelijk te maken, maken zij hem juist kleiner.

Misschien maken de epicuristen het leven daarmee wat makkelijker voor zichzelf, maar voor de stoïcijn is deze tactiek geen optie. Voor hem heerst immers de waarheid dat alles met alles samenhangt, en met dat in het achterhoofd is een ontsnapping eigenlijk onmogelijk. De stoïcijnen zien hun betrokkenheid als een natuurgegeven.

Daar hoort de stoïcijnse overtuiging bij dat de hele wereld deterministisch in elkaar zit. Zoals we zagen stelden de eerdere stoïcijnen al dat alles met ijzeren natuurwetten aan elkaar geklonken is. Zij verschilden met Epikouros van mening dat er niet zoiets als toeval bestaat.

Marcus Aurelius (1): keizer tegen wil en dank

De worsteling van de stoïcijn met zijn eigen negatieve emoties zien we vooral terugkomen in het geschrift van keizer Marcus Aurelius, die in de tweede eeuw van onze jaartelling leefde. Het enige boek dat hij schreef, Meditaties of Overpeinzingen, was aan zichzelf gericht, als een stoïcijnse oefening. Het was waarschijnlijk nooit zijn bedoeling dat iemand het zou uitgeven. Maar het geldt als een literair meesterwerk, en een van de belangrijkste laat-stoïcijnse geschriften.

Bij het lezen ervan krijgen we de indruk dat Marcus Aurelius tegen wil en dank keizer is geworden. Hij lijkt het vervullen van zijn functie te ervaren als een loden last. Vooral de kunst om iedereen rechtvaardig tegemoet te treden ziet hij als een hele opgave. De onderlinge ruzies en machtsstrijd van de mensen aan het hof en tussen de volkeren onderling vielen hem duidelijk zwaar.

Relativering

Marcus Aurelius gebruikt de stoïcijnse filosofie om zijn moeilijkheden te lijf te gaan, en om ze te relativeren. Om afstand te nemen van zijn bestaan als keizer, herhaalt hij keer op keer dat alle menselijke emoties vergeefs zijn, omdat alle mensen uiteindelijk vergaan, terwijl ze tegelijkertijd deel uitmaken van iets dat onnoemelijk veel groter is dan zijzelf. Zoveel groter, dat al die wissewasjes uiteindelijk helemaal niet belangrijk zijn.

Foto: Schermafbeelding video @ Tweede Kamer staande ovatie voor Renske Leijten

Het einde van het coalitiesysteem

Open brief aan de informateur en leden van de Tweede Kamer:
Stop de coalitieonderhandelingen! Het zou veel beter zijn het kabinet direct te kiezen, zonder coalitieakkoord.

Geachte heer Ronald Plasterk,
beste leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal,

Wat te gebeuren stond gebeurde ook: de formatie is vastgelopen, tot chagrijn van ongetwijfeld u zelf, maar vooral de kiezer. Wekenlang is er in het geheim onderhandeld, en het resultaat? Niets. Partijen die elkaar de schuld proberen te geven en een snel dalende sfeer. Iedereen begrijpt dat de vorming van een kabinet zeker nog enkele maanden op zich zal laten wachten. Een kabinet installeren voor de zomer lijkt alweer geen haalbare kaart meer.

Maar u weet ook: een zogenaamd positief resultaat van de besprekingen zou ook bij veel mensen tot onvrede geleid hebben, en niet alleen bij de niet-formerende partijen. Coalitieakkoorden zijn namelijk de facto compromissen, waarbij de partijen die deelnemen altijd concessies moeten doen, en daarmee voor de kiezer een deel van hun gezicht en betrouwbaarheid verliezen. Het is precies daarom dat het voor u zo moeilijk is om een coalitie te vormen.

Hoe nu verder? Uw collega Pieter Omtzigt pleit voor een extraparlementair kabinet, maar is onduidelijk over hoe een en ander vorm te geven. Wellicht heeft hij daar ook nog geen duidelijke ideeën over. In dat geval zou ik u er graag één aan de hand doen. Want het kan zo helder en simpel zijn, en zoveel beter. Het vergt een beetje omdenken, maar het is er wel de tijd voor. Naar mijn idee heeft het coalitiesysteem namelijk zijn langste tijd gehad, en kan het beter vervangen worden door een volkomen ander systeem.

Foto: impulsenine (cc)

Epiktetos en de Late Stoa: Zelfprogrammeren

Bij de filosofie van Seneca en Epiktetos krijgt de moderne lezer al snel het idee dat de gegeven adviezen makkelijker zijn gegeven dan opgevolgd. Daar waren ze zich zelf ook van bewust. Het accepteren van de dingen zoals ze zijn, en het leren om daar zelfs van te houden, is volgens de late stoïcijnen niet zomaar te bereiken door genoeg kennis te vergaren, zoals de vroege stoïcijnen meenden. Het is een geestelijke oefening.

Het overwinnen van woede vergt al een hele inspanning. En het overwinnen van verdriet lukt Seneca absoluut niet, geeft hij zelf toe, in het bijzonder waar het gaat om het verlies van dierbaren.

Oefening baart kunst

Maar wie het niet probeert, komt nergens. Seneca raadt zijn lezers aan om filosofische inzichten innerlijk te blijven herhalen, als waren het gebeden. De ware stoïcijn prent zich als ochtendritueel in hoe de zaken in elkaar zitten, spreekt zichzelf gedurende de dag continu toe, en herhaalt voor het slapengaan nogmaals die wijsheden.

Dit stoïcijnse zelfprogrammeren lijkt haaks te staan op het ‘volgen van je gevoel’, dat in onze tijd zo populair is. Tegenwoordig gaan de meeste mensen ervan uit dat iemand eerst een gevoel heeft, en op basis daarvan een keuze maakt. In de stoïcijnse leer is het gevoel juist iets dat rationeel geprogrammeerd kan worden. Iemand maakt een keuze, en zijn gevoel volgt die keuze. Iemand die bijvoorbeeld de keuze maakt om vriendelijk te blijven tegen een onbeleefde klant zal zich vervolgens ook daadwerkelijk meer beheerst en kalm voelen dan iemand die zich laat gaan, althans volgens de stoïcijnse leer. De moderne psychologie toont aan dat die stoïcijnse gedachtegang helemaal zo gek nog niet is.

Foto: Livius.org

Epiktetos (4): Effectiviteit en levensgeluk

Kort gezegd: een gevecht voeren met de omstandigheden is volgens de Late Stoa meestal zinloos. Het is het gevecht met jezelf waar het om draait. De les van Epiktetos is dat zelfsturing begint met het onderkennen van je eigen beperkingen. Vrijwel al het menselijk falen komt voort uit onrealistische verwachtingen. Wie zich concentreert op de dingen die binnen zijn macht liggen, heeft het meeste succes, en de grootste kans om geluk te bereiken.

Alles is tijdelijk

Wat emotie betreft is Epiktetos veel strenger dan Seneca. Epiktetos raadt een afstandelijke houding aan, ook ten aanzien van verdriet. Wanneer wij onze geliefden of onze kinderen kussen, zegt hij, dan doen we dat in het besef dat dit moment na het kussen voorbij is. Ook moeten we accepteren dat de mensen die wij kussen uiteindelijk allemaal zullen vergaan. Alles is slechts zeer tijdelijk en vergankelijk in het wereldgebeuren.

De stoïcijnse les is: heb het moment lief, ken jezelf, doe je plicht, en praktiseer verder volkomen onthechting. Wie niet kan accepteren dat alles waar we van houden vergankelijk is, leeft continu in angst, en kan niet gelukkig zijn. Sterker nog, hij kan eigenlijk niet eens echt houden van dat wat er is. Daarvoor neemt de angst in zijn leven teveel ruimte in.

Foto: Bron: Livius.org

Epiktetos (3): De dingen binnen onze macht

De kern van Epiktetos’ leer wordt goed samengevat in het volgende citaat, dat overigens niet van hem is:

Maak gebruik van wat in je macht ligt, en aanvaard het overige zoals het komt. Sommige dingen zijn aan ons om te doen en andere dingen zijn niet voor ons weggelegd. Onze meningen zijn van onszelf, net als onze impulsen, verlangens, afkerigheden. Onze lichamen zijn niet van ons, evenmin als onze bezittingen, onze reputaties of onze openbare ambten. (Encheiridion 1.1)

Volgens Epiktetos zijn er dus twee scenario’s: soms zijn we bij machte dingen te veranderen en soms liggen dingen buiten onze macht. Aan de dingen die buiten ons vermogen liggen kunnen we vaak maar weinig doen. Maar binnen onze macht ligt onder andere onze houding tegenover die omstandigheden. Dus stel, je breekt je been op een heel onhandig moment. Dan kun je je daar wel over lopen opwinden, of bij de pakken neerzitten, maar je kunt de situatie zoals die is toch niet veranderen. Wat je wél kunt doen is er het beste van maken, bijvoorbeeld door te genieten van de voorgeschreven rust.

Je verzetten tegen zaken waar je geen invloed op hebt, is het ultieme recept voor ongeluk. Waar we echter wel invloed op kunnen hebben, zijn dus in de eerste plaats onze eigen emoties.

Foto: Bron: Livius.org

Epiktetos (2): Zijn biografie

Epiktetos leefde in de tweede helft van de eerste eeuw van onze jaartelling, vlak na Seneca. Een deel van zijn leven was hij slaaf. Slavernij was in Rome niet aan ras of afkomst gebonden en niet alle slaven werden even slecht behandeld. De slaven in de mijnen hadden het uitzonderlijk slecht, maar slaven bij een meester in de stad behoorden vaak tot het hogere personeel en konden zelfs eigen vermogen beheren.

Zo ver schopte Epiktetos het waarschijnlijk niet, maar als slaaf had hij het in ieder geval toch redelijk goed getroffen. Welke rol hij vervulde voor zijn meester Epafroditos, weten we niet, maar van zijn meester mocht hij in ieder geval filosofie studeren. Nadat hij was vrijgelaten – of zich had vrijgekocht – bracht Epiktetos zijn jaren door als filosofisch docent, eerst in Rome, later in Epirus, in het noordwesten van het huidige Griekenland. Tot zijn publiek behoorde onder andere Publius Aelius Hadrianus, die het nog tot keizer zou brengen.

Zelf heeft Epiktetos nooit geschreven. Maar op basis van zijn onderwijs vervaardigde een van zijn leerlingen een handboekje voor de ware stoïcijn. De stoïcijnen na Epiktetos verwezen veel naar dit filosofisch handboekje, het Encheiridion. De geschiedschrijver Arrianus gaf ook collegedictaten uit.

Foto: Bron: Livius.org

Epiktetos (1): Stoa en Vrije Wil

De antieke stoïcijnen hadden een volkomen deterministisch wereldbeeld. Alles gebeurt zoals het gebeuren moet. Dit staat natuurlijk op gespannen voet met het idee van de vrije wil. Hoe is een vrije wil mogelijk in een wereld waarin alles al vastligt? En hoe is het mogelijk om in een wereld waarin alles vastligt vrije emoties te hebben over die wereld? Dit lijkt in tegenspraak met elkaar.

Karneades

Even terugspoelen: de stoïcijnen verweten de skeptische platonist Karneades een filosofie te hebben ontworpen die apathie in de hand werkt. Want als niets zeker is, hoe kunnen we dan handelen? Karneades’ antwoord op dit probleem lazen we een eindje terug: hij vond het pragmatisme uit.

Het is grappig te zien dat de stoïcijnen hetzelfde verwijt kregen maar dan met een volkomen ander argument: als alles van tevoren al vast ligt, en alles zeker is, waarom zou je dan nog je best doen? Zet de Stoa kortom niet alleen maar aan tot lijdzaamheid?

Chrysippos

De vroege stoïcijn Chrysippos had hier al een zeer theoretisch antwoord op geformuleerd. Er zijn twee zaken, zo stelt hij, die bepalen hoe een cilinder van een berg afrolt: de steilheid van de berg en de vorm van de cilinder. Op het eerste heeft de cilinder geen invloed, voor het tweede is de cilinder zelf wel degelijk ‘verantwoordelijk’, omdat dat om een intrinsieke eigenschap gaat. Dat is de vrije wil van de cilinder: de intrinsieke eigenschappen.

Volgende