Angst
Er zijn niet bijster veel dogma’s meer waar ik nog heilig in geloof, maar het dogma dat alle agressie in wezen angst is, is er één van. En angst eindigt alleen in agressie als die niet meer gerelativeerd kan worden. De agressor is dus bang, onverdund, puur en zuiver, 100%, zeven kleuren bagger, zoals mijn oude schermleraar placht te zeggen. Die angst kan volkomen terecht en redelijk zijn. Aan een recht op je neus af suizende vuist valt weinig meer te relativeren. Geen mens die de agressie die daarop volgt onredelijk zal noemen. Misschien wel buitenproportioneel of overdreven, maar niet onredelijk.
Maar zelfs de meest bijtende cartoon suist niet recht op je neus af. Cartoons suizen zelfs helemaal niet. Toch lukt het sommige van die papiertjes met inktvlekken om zóveel dreiging op te roepen, om zóveel angst in te boezemen, dat voor enkelen relativeren niet meer binnen het bereik van hun vermogens ligt en agressie hun enige uitweg vormt. Een Parijs drietal greep naar Kalashnikovs om ‘God is groot’ roepend een dozijn medemensen, waaronder zelfs een geloofsgenoot, dood te schieten, met maar één doel: geen grappen meer over hun diepste geloofsovertuigingen, een status aparte voor hun islam en zijn profeet, ophouden met de spot, een einde aan de angst.