Republiek Allochtonië

56 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Afbeelding shaking hands by geralt on Pixabay

Antiterrorismebeleid op verkeerde weghelft beland

OPINIE - door Tom Zwart

Het antiterrorismebeleid is op de verkeerde weghelft beland. Door moslims als ‘verdachte gemeenschap’ te behandelen worden problemen als uitsluiting en discriminatie niet opgelost maar juist vergroot en nemen de risico’s toe. Het wordt nu de hoogste tijd om moslims niet langer als onderzoeksobject te zien, maar als volwaardige partners. Dat betoogt Tom Zwart, hoogleraar Crosscultureel Recht.

Afgelopen dinsdag ging minister Ferd Grapperhaus in een brief aan de Tweede Kamer in op het heimelijk bespieden van moskeebezoekers door het bureau NTA, waarover op 16 oktober door de NRC was bericht. De brief toont aan dat de ‘nieuwe bestuurscultuur’ in Den Haag nog ver te zoeken is. De bedoeling van de brief is om aan te tonen dat, als er al in moskeeën werd geïnfiltreerd, dit in ieder geval niet de verantwoordelijkheid van de NCTV was. Van de minister voor de Eredienst, die Grapperhaus terecht ook claimt te zijn in de brief, had toch wel mogen worden verwacht dat hij dit bespieden met klem zou veroordelen en maatregelen zou aankondigen om moskeeën hiertegen in de toekomst te beschermen.

Heimelijke onderzoeken

In de brief erkent de minister dat binnen de NCTV al sinds 2017 het vermoeden bestond dat NTA werkte op basis van heimelijke onderzoeken. Maar de burgemeesters die NTA in de arm namen werden daarvoor niet door de NCTV gewaarschuwd. De minister vindt dat die burgemeesters zelf verantwoordelijk waren voor het bewaken van de rechtmatigheid van het onderzoek. Die positie is niet houdbaar, omdat de NCTV, die de onderzoeken subsidieerde, NTA bij de burgemeesters aanprees als een geschikt onderzoekbureau. Bovendien werden de subsidieaanvragen door de NCTV beoordeeld en lag het dus voor de hand dat een check zou worden uitgevoerd op de onderzoeksmethode, zeker nu daartegen al bedenkingen bestonden. Deze laconieke opstelling  is ook niet verenigbaar met zijn positie als minister van de Eredienst. Nu de minister de onschendbaarheid van erediensten dient te waarborgen, had de mogelijkheid van infiltreren in moskeeën categorisch moeten worden uitgesloten.

Foto: Nicolas Nova (cc)

Frankrijk: nieuwe wet tegen ‘separatisme’ houdt moslims in het vizier

ACHTERGROND - In Frankrijk is afgelopen week een wet tegen ‘het separatisme’ aangenomen. Ellen van de Bovenkamp gaat in dit artikel nader in op de nieuwe wetgeving en wat dit betekent voor moslims. 

De afgelopen dagen was er in de media aandacht voor de demonstraties tegen het verplichte vaccineren dat Macron voor ogen heeft. Een andere belangrijke inbreuk op gelijke rechten in Frankrijk heeft minder aandacht gekregen: de wet tegen ‘het separatisme’ is afgelopen week aangenomen. Deze wet, voluit de wet voor het respect van de principes van de Republiek en de strijd tegen het separatisme, is gepresenteerd als een nieuw middel om Frankrijk te beschermen tegen islamistische machtsinvloeden. Critici vragen zich echter af of de wet gericht is tegen islamisten in het bijzonder of tegen moslims in het algemeen. En gaat een wet die tegen een specifieke religie is gericht niet in tegen het Franse devies van vrijheid-gelijkheid-broederschap?

Wat houdt de wet precies in? Allereerst wordt het verbod op het dragen van een hoofddoek uitgebreid. Voortaan is het mensen die werkzaam zijn bij semi-overheidsinstellingen, bij onderaannemingen van de overheid of bij bedrijven die door de overheid zijn ingehuurd ook verboden om een hoofddoek te dragen (dit gold al voor ambtenaren). Naast een aantal nuttige maatregelen om online uitingen van haat tegen te gaan, gaat de wet specifiek in op het verstrekken van maagdelijkheidscertificaten, wat strafbaar wordt. Er komt een jaar gevangenisstraf en een boete van 15.000 euro op te staan.

Foto: Wonder woman0731 (cc)

Aanpak institutioneel racisme centrale plaats in regeerakkoord

BRIEF - Meer dan honderd organisaties, vertegenwoordigers van verschillende gemeenschappen, hebben gezamenlijk een brief aan informateur Hamer gestuurd waarin ze vragen om de aanpak van institutioneel racisme en discriminatie een centrale plaats in het regeerakkoord te geven. Ze doen hiertoe 11 concrete voorstellen. Daarnaast hebben veel individuen de brief getekend.

De initiatiefnemers roepen organisaties op deze brief te ondersteunen en te tekenen.
Hieronder de gehele brief, onderaan de brief een link naar het document waar de brief ondertekend kan worden.

Onderwerp: Voorstellen voor het tegengaan van institutioneel racisme en discriminatie

Geachte mevrouw Hamer, beste Mariëtte,

Met deze brief willen wij, als coalitie van diverse gemeenschappen in Nederland, een krachtig en gezamenlijk signaal afgeven over de noodzaak om de strijd tegen institutioneel racisme en discriminatie een centrale plaats te geven in het komende regeerakkoord en in de noodzakelijke verbetering van de veelbesproken bestuurscultuur in Nederland.

Sinds 1 juni 2020 zijn er meer dan 60.000 mensen de straat op gegaan om tijdens Black Lives Matter (BLM) NL-protesten solidariteit te tonen met slachtoffers van racistisch politiegeweld en anti-zwart racisme in Nederland en in de VS. De verschillende demonstraties in Nederland hebben ertoe geleid dat er zowel nationaal als lokaal meer aandacht is voor institutioneel racisme en discriminatie. Hierdoor heeft het maatschappelijk debat over racisme en discriminatie een nog hogere vlucht genomen. Het belang daarvan moge helder zijn: het kindertoeslagenschandaal bij de belastingdienst en het etnisch profileren door de politie zijn slechts twee voorbeelden die laten zien hoe beleid op discriminerende wijze is ingericht en werd uitgevoerd. Echter, antizwart racisme, antimoslim racisme, anti-Aziatisch racisme, antiziganisme, antisemitisme en racisme tegen migranten en vluchtelingen uit Midden- en Oost-Europa, Afrika en/of landen met een moslimmeerderheid is niet iets van de laatste jaren en het gaat niet om losstaande incidenten. Sterker nog, er is een groeiende trend in het aantal gemonitorde racistische en discriminerende incidenten, welke slechts het topje van de ijsberg zichtbaar maken.

Foto: Fibonacci Blue (cc)

Agendering moslimdiscriminatie en moslimhaat blijft bittere noodzaak

De aanpak van moslimdiscriminatie en moslimhaat zal de komende jaren meer politieke prioriteit moeten krijgen. Dat geldt in het bijzonder voor discriminatie op de arbeidsmarkt, waar veel moslims met grove en subtiele vormen van uitsluiting te maken hebben. Die conclusie trekken Ewoud Butter, Roemer van Oordt en Ineke van der Valk, de auteurs van de Vierde Monitor Moslimdiscriminatie die 9 mei is verschenen. In deze monitor hebben de onderzoekers speciaal aandacht besteed aan discriminatie van moslims op de arbeidsmarkt.

Het gaat  bij moslimdiscriminatie om alledaagse vormen van uitsluiting en discriminatie, bijvoorbeeld in de vorm van bevooroordeelde vragen en opmerkingen, om stigmatiserende berichten in de media, maar ook om openlijke discriminatie op grond van geloof, om hatespeech, gewelddadige of bedreigende voorvallen gericht tegen islamitische gebedshuizen en scholen en om voorstellen en uitspraken van politieke partijen die haaks staan op de grondwettelijke vrijheden van moslims. Het draagt allemaal bij aan een politiekmaatschappelijk klimaat waardoor grote groepen moslims zich onveilig voelen. Zij worden erdoor beperkt in de vrijheid om zichzelf te kunnen zijn.

Ervaren discriminatie

Uit eerder onderzoek naar ervaren discriminatie, onder andere van het SCP, blijkt dat relatief veel moslims discriminatie op grond van hun geloof ervaren. Dat geldt voor ongeveer twee derde van de Marokkaanse Nederlanders en de helft van de Turkse Nederlanders. Discriminatie vindt plaats in de openbare ruimte, op school, op de arbeidsmarkt en het internet, maar ook in de media en politiek.

Foto: Fibonacci Blue (cc)

Wat te doen tegen moslimhaat en moslimdiscriminatie?

ONDERZOEK - Wat kan er gedaan worden om moslimhaat en moslimdiscriminatie tegen te gaan? Dit was een van de vragen in een verkennende peiling die in januari was uitgezet. In totaal gaven 225 respondenten een antwoord op deze open vraag. Het leverde 20 A4’tjes aan interessante suggesties op. In dit artikel geeft Ewoud Butter, geclusterd, een samenvatting van deze suggesties.

De verkennende peiling was uitgezet in opdracht van het Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie en Emcemo. Ruim 600 respondenten namen deel. Er werd gevraagd naar ervaringen met moslimdiscriminatie en naar mogelijke interventies die tegen moslimdiscriminatie genomen zouden kunnen worden. In dit artikel deed ik met Martijn de Koning al verslag van de peiling en gingen we vooral in op de ervaringen met moslimdiscriminatie. Dit artikel gaat over de suggesties tegen moslimdiscriminatie.

In de peiling werden aan de respondenten enkele maatregelen voorgelegd die afkomstig waren uit het vorig jaar gepubliceerde Manifest tegen Islamofobie van Meld Islamofobie, S.P.E.A.K., het Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie EMCEMO en IZI Solutions. Daarnaast kwamen enkele punten uit verkiezingsprogramma’s. Een ruime meerderheid van de respondenten gaf aan belang te hechten aan:

  • meer aandacht voor extreemrechtse radicalisering,
  • toetsing van wetsvoorstellen aan de grondwet door de rechter,
  • meer onderzoek,
  • registratie van moslimdiscriminatie door de politie,
  • campagne voor meldingsbereidheid,
  • een nationaal actieplan,
  • een nationaal coördinator aanstellen.
Foto: Schermafbeelding uitzending WNL 9 november 2020

Clichés domineren beeldvorming moslims op tv

ACHTERGROND - Hoe wordt er op de Nederlandse televisie bericht over moslims? In het kader van Moslims op Tv gaat Ewoud Butter in dit artikel nader in op onderzoek dat is gedaan naar de wijze waarop de Nederlandse tv specifiek aandacht besteedt aan moslims. Hij illustreert dat met enkele filmpjes.

Grote hilariteit ontstond vorige week op sociale media (bv hier of hier of hier) naar aanleiding van de boven dit artikel getoonde illustratie die WNL op 9 november gebruikte in het programma Goedemorgen Nederland. Koranteksten werden ondersteboven vertoond tijdens een gesprek met VVD-Tweede Kamerlid Bente Becker en Amerika-deskundige Jan-Kees Emmer. Veel duidelijker kon niet geïllustreerd worden dat er bij omroepen als WNL wel veel over moslims of de islam wordt gesproken, maar dat er op de redacties vaak sprake is van gebrek aan deskundigheid. Dit heeft ook gevolgen voor de wijze waarop over moslims en de islam wordt bericht.

Sinds eind jaren ’80 wordt er in Nederland onderzoek gedaan naar de berichtgeving van Nederlandse media over moslims. In 2018 en 2019 gaf ik in drie artikelen een impressie van de resultaten van dit onderzoek. Wasif Shadid (emeritus hoogleraar interculturele communicatie) vatte een belangrijk deel van dit onderzoek aardig samen toen hij in het artikel Moslims in de media, de mythe van de registrerende journalistiek (2009) de volgende frames signaleerde die hij steeds ziet terugkeren in de media:

Foto: Screenshots Goedemorgen Nederland via Republiek Allochtonië

Moslims op TV: Goedemorgen Nederland heeft nog een wereld te winnen

ACHTERGROND - door Tayfun Balçik

Het onderzoek ‘Moslims op TV’ houdt op een systematische wijze bij hoe ‘de moslims’ en/of de ‘de islam’ wordt geportretteerd op Nederlandse TV. In dit artikel maakt Tayfun Balçik een deel van de eerste resultaten bekend, met de focus op het WNL ochtendprogramma Goedemorgen Nederland. En om gelijk met de deur in huis te vallen: het ging bar weinig over moslims specifiek in de onderzochte periode. Corona en uiteraard de Black Lives Matter-beweging domineerden de agenda in Hilversum. In de periode van 1 tot en met 20 juni zijn er direct of indirect 50 ‘moslimberichten’ verschenen. Het leeuwendeel (39 berichten, 78% van het totaal) is als ‘negatief’ te kwalificeren.

Nu heeft dat laatste onderwerp vele aanknopingspunten met waar wij naar kijken bij Moslims op TV.  Maar omdat BLM voornamelijk over anti-zwart racisme gaat, zijn de gegevens over BLM in dit artikel alleen meegenomen wanneer het kruiste met discriminatie en racisme door of tegen moslims, en wanneer BLM werd geagendeerd door mensen met een mogelijke moslimachtergrond. Over die intersecties zal later in dit artikel nog op worden ingegaan. Nu is het tijd om te kijken naar de stand van zaken met betrekking tot moslimnieuws in de afgelopen maand bij WNL Goedemorgen Nederland.

Foto: Dick Aalders (cc)

Haatincidenten gericht tegen moskeeën, een historisch overzicht

ACHTERGROND - door Ewoud Butter

Sinds 2010 houd ik op Republiek Allochtonië een lijst bij met haatincidenten gericht tegen moskeeën. In dit artikel geef ik behalve een update van deze lijst ook een korte historische schets. Deze begint in 1976. In dat jaar werd voor de eerste keer in Nederland een moskee in brand gestoken. Het gebeurde onder het toeziend oog van het publiek en een journalist.

Het gebeurde tijdens rellen in Schiedam in augustus 1976. Een verslaggever van Het Vrije Volk was aanwezig en deed verslag in de krant van 9 augustus 1976:

“Na een weekeinde van rellen was het vannacht rond één uur weer rustig in de Schiedamse binnenstad. (..) Zaterdagavond hadden alle Turkse cafés en winkels in de stad al zeer nadrukkelijk bezoek gehad van in groepen stenen gooiende jongelui. De moskee kwam gisteravond aan de beurt. Niemand in Schiedam had een deugdelijke verklaring voor het feit dat er zó plotseling rassenrellen van Nederlanders tegen Turken uitbraken. (..) De enig mogelijke aanleiding zien gemeentebestuur en politie in de kermismoord van vrijdagavond. Een jongen werd er doodgestoken door een Turk, aldus de eerste verklaring van de Schiedamse politie. Later werd dit bericht gecorrigeerd en sprak de politie over de dader als een „Zuideuropees type”, maar mogelijk was het, kwaad toen al geschied. (..). Vroeg op de avond, na afloop van de kerkdienst in de moskee, gingen de ruiten van het pand er al aan.  Groepjes, jongelui hadden al lange tijd rond het gebedsgebouwtje lopen drentelen. (..) Al gauw ging er door de menigte wachters rondom de moskee het gerucht dat ze het pand in brand zouden gaan steken. Het wachten was nog op een lont die aan het bierflesje vol benzine bevestigd moest worden. Politie, althans geüniformeerde was niet te zien. Om even over elf uur was het zo ver. Het pilsflesje kreeg eerst nog even een plaatsje tegen de zijgevel van het pand. Maar al snel maakten zich een stuk of drie jongens, uit de grote groep los. Ze liepen, naar de overkant, staken de lap die uit het flesje hing aan, en wierpen het vlammende ding door het al stuk gegooide raam naar binnen. Mensen vluchtten, de straten in, niemand dacht er aan de jongens in de kraag te pakken. Het duurde nog een paar minuten tot een zwaarbesnorde Turk uit een naastgelegen pand naar buiten kwam, met zijn schoen de voordeur van de voormalige winkel forceerde en naar binnen ging. De vlammen waren op dat moment een halve meter hoog en hadden bijna de gordijnen bereikt. Met enkele omstanders wist de Turk het vuur te blussen door er een paar kleden overheen te gooien.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nieuw rapport Meld Islamofobie: Alledaagse islamofobie in Nederland

ACHTERGROND - door Ewoud Butter.

Impressie van het rapport en de bijeenkomst in Pakhuis de Zwijger, waar Philomena Essed, Martijn de Koning, Zoë Papaikonomou en Tofik Dibi op de belangrijkste bevindingen reageerden .

Alledaagse ervaringen met islamofobie hebben een ingrijpende impact op het dagelijks leven en welzijn van Nederlandse moslims. Zo zijn veel moslims zich de afgelopen vijf jaren minder veilig gaan voelen. In die ervaringen is een wisselwerking te zien tussen stigmatiserende discoursen in media en politiek, enerzijds, en persoonlijke ervaringen met discriminatie en uitsluiting, anderzijds. Desondanks ligt de meldingsbereidheid heel laag. Dat blijkt uit een verkennend onderzoek onder 337 Nederlandse moslims dat Meld Islamofobie 20 september presenteerde in Pakhuis de Zwijger en dat nu online staat.

Het rapport

Het onderzoek dat Meld Islamofobie presenteerde,  “Alledaagse islamofobie in Nederland”, is een verkennend onderzoek, waaruit duidelijk wordt dat islamofobie of moslimhaat uit verschillende dimensies bestaat en dat er een wisselwerking is tussen deze dimensies.

Ze staan niet los van elkaar. Hieronder de samenvatting zoals Meld Islamofobie die op de website presenteerde. Het onderzoek is uitgevoerd door Ibtissam Abaâziz.

“Als ik alles moet melden wat ik meemaak, ben ik elke dag bezig.”

Wisselwerking tussen directe en indirecte islamofobie

Foto: MO* (cc)

Nederlandse Hirak-activisten: Marokko is voor ons onveiliger geworden

NIEUWS, ONDERZOEK - 60% van de Marokkaans-Nederlandse Hirak-activisten denkt dat Marokko voor hen het afgelopen jaar onveiliger is geworden. Dat blijkt uit een peiling die Republiek Allochtonië, net als vorig jaar, hield onder deze activisten. Een vergelijkbare groep (58%) zal dit jaar niet naar Marokko gaan. Dat zijn er meer dan vorig jaar, toen 46% aangaf Marokko zeker te mijden. De belangrijkste reden om niet naar Marokko is net als vorig jaar dat de activisten bang zijn om opgepakt te worden.

De protestbeweging Hirak strijdt sinds het najaar van 2016 voor de verbetering van de leefomstandigheden en mensenrechten in de Rif-regio, in het noorden van Marokko. De protesten ontstonden na de dood van visverkoper Mohsin Fikri.  In Nederland zijn er veel activisten, soms verenigd in een steun- of solidariteitscomité, die de strijd in Noord-Marokko steunen. Onder deze activisten is een peiling uitgezet die door 70 personen is ingevuld. Dat waren er iets minder dan vorig jaar, toen er 81 activisten deelnamen aan een vergelijkbare peiling.

Actief betrokken

Driekwart van de deelnemers aan de peiling heeft deelgenomen aan protestacties tegen de Marokkaanse overheid en twee derde geeft aan over de Hirak te schrijven op sociale media (facebook, twitter of LinkedIn). Een kwart van de respondenten schrijft, blogt of vlogt over de Hirak. Dat is iets meer dan vorig jaar. Tien respondenten geven aan zelf protestacties te organiseren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Viering 50 jaar migratie onderstreept belang seculiere organisaties en behoefte migratiemuseum

ACHTERGROND - door Ewoud Butter

© Republiek Allochtoniè cover boek 50 jaar marokkaanse migratieOp tal van plaatsen in het land wordt dit jaar herdacht dat 50 jaar geleden met Marokko een wervingsakkoord werd gesloten. Vijf jaar eerder vond een vergelijkbare herdenking plaats van 50 jaar Turkse migratie. Er zijn twee zaken die opvallen: allereerst de grote belangstelling voor de migratiegeschiedenis. Daarnaast is het opvallend dat seculiere organisaties, geleid door eerste generatie migranten, de belangrijkste aanjagers van deze herdenkingen zijn.

Zelforganisaties werden ze genoemd of migrantenorganisaties. Er zijn honderden van deze organisaties geweest, meestal werkzaam op lokaal niveau, soms regionaal of landelijk. Een klein deel van deze organisaties bestaat nog steeds.

Enkele organisaties richten zich op de herkomstlanden, maar het merendeel is vooral bezig met het leven in Nederland.

Er zijn organisaties die zich op de gehele (lokale) gemeenschap richten, maar ook organisaties van en voor specifieke doelgroepen als vrouwen, jongeren, ouderen of mensen uit een specifiek deel van het land van herkomst. Daarnaast zijn er organisaties die zich op specifieke activiteiten richten (cultuur, religie, sport).

Seculiere organisaties

De invloedrijkste landelijke organisaties van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders waren de eerste decennia de HTIB (Turks Nederlands) en het KMAN (Marokkaans Nederlands). Beide organisaties profileerden zich vanaf het begin op verschillende mensenrechtenthema’s zoals democratisering in de landen van herkomst, integratie en emancipatie van de eigen achterban in Nederland, verzet tegen ‘de lange arm’ uit Ankara of Rabat, strijd tegen racisme en verschillende vormen van discriminatie etc. etc. Er werden samenwerkingsverbanden aangegaan met mensenrechtenorganisaties, met vakbonden, met organisaties van vrouwen (als de HTKB en de MVVN) en LHBTI’s. De HTIB en het KMAN speelden vanaf de jaren ’80 bovendien een belangrijke rol in de Nederlandse anti-racismebeweging.

Foto: Aia Fernandez (cc)

Case Haga: overheid zet vertrouwen van Nederlandse moslims op het spel.

ACHTERGROND - Nu de stofwolken van het strijdgewoel over het Cornelius Haga lyceum enigszins zijn neergedaald, blijkt dat gemeente, politici, bestuurders, veiligheidsdiensten en nogal wat media in dit conflict flink zijn nat gegaan. Voor de vergaande aantijgingen over beïnvloeding van leerlingen (binnen en buiten schooltijd) door ‘salafistische aanjagers’, persoonlijke banden met gewelddadige extremisten uit de Kaukasus en antidemocratisch of ‘door het salafisme gedomineerd’ onderwijs kon de onderwijsinspectie de afgelopen maanden na een ongeëvenaard intensieve speurtocht immers geen of slechts indirect dan wel al jarenlang bekend bewijs vinden. Tot vervolging is ook eerder nooit overgaan: ‘Signalen, geen strafbare feiten’, meldde minister Grapperhaus. Van het creëren van een ‘parallelle samenleving’ of het tegengaan van integratie is volgens de inspectie al helemaal geen sprake.

Wat overblijft in het uitgelekte oordeel van de onderwijsinspectie is ‘financieel wanbeheer, de autoritaire, provocerende leiding van de directeur en gebrek aan deskundigheid en ervaring bij het bestuur’.

Zaken waarover in het nooit formeel naar buiten gebrachte conceptrapport uit december 2018 nog diametraal tegenovergestelde uitspraken worden gedaan. Soms zelfs zaken waar deze inspectie sowieso niet over gaat of waarvan het bewijs flinterdun is. Vandaar vorige week het door leerlingen en ouders drukbezochte kort geding van het Haga lyceum tegen de publicatie van het rapport in Den Haag. De rechter doet op 11 juli uitspraak. De kans dat deze vanaf dag één door gemeentelijke en landelijke overheden ongewenste  islamitische school voor voortgezet onderwijs in Amsterdam (opnieuw) aan het langste eind trekt, is volgens onderwijsrechtkenners groot. Nederlandse moslims voelen zich gestigmatiseerd, het vertrouwen in de overheid neemt af en verdere polarisatie ligt op de loer. Werk aan de winkel, zou je zeggen.

Volgende