COLUMN - “Als ik niet word vermoord door iemand die via mij nader tot zijn god wil komen, is dit een heel fijn land om te leven”, aldus een atheïstische vluchteling uit Syrië in de 2Doc Ongelovig – vrijdenkers op de vlucht. In deze documentaire komen ex-moslims aan het woord die hun land zijn gevlucht vanwege hun denkbeelden. Maar hier in Nederland zijn ze ook niet bepaald vrij om te zeggen wat ze denken. Denken ze eindelijk veilig te zijn, zitten ze weer opgesloten in een gedachtengevangenis, dankzij mede-azc-bewoners die goed opletten of iedereen wel moslim genoeg is.
Doen ze vervolgens hun beklag bij het COA, dan krijgen ze te horen dat je maar beter niet kan vertellen dat je atheïst bent. Kritiek op IS, Al Qaeda of de Taliban is ook taboe. Het hoeft nu eenmaal niet automatisch te betekenen dat je het extremisme afzweert als je het extremisme ontvlucht.
Dat wil ik, als gediplomeerd wegkijker, natuurlijk liever niet horen. Ik heb mijn vluchtelingen het liefst als veerkrachtige slachtoffers die, mede dankzij hun ervaringen, tot inzicht zijn gekomen dat verdraagzaamheid de enige manier is om het leven leefbaar te houden. Mijn soort vluchtelingen staat te popelen om een positieve bijdrage te leveren aan onze maatschappij. Ze willen onze plantsoenen laten floreren, onze ouderen verzorgen en onze operatiekamers verrijken met hun kennis van de Syrische chirurgie (met name de oogheelkunde-opleiding van Aleppo stond altijd in zeer hoog aanzien).