De rechtsstaat: straffend of vol mededogen
COLUMN - Bijdrage van Joyce Hes.
Afgelopen donderdag zat ik aan de buis gekluisterd en volgde ik het debat in de Tweede Kamer over de beruchte notulen uit de ministerraad. Er waren een paar zaken die me opvielen. In het eerste gedeelte ging het er flink aan toe. De fractievoorzitters van de diverse coalitiepartijen werden zeer stevig aan de tand gevoeld en de verwijten waren niet van de lucht.
Het tweede gedeelte waarin het kabinet aan het woord kwam, was opvallend veel gematigder van toon. Het leek wel of de eerste ronde een afreageerronde was geweest zodat in de tweede ronde de grootste felheid eraf was. Was hiervoor gekozen? Was er een psycholoog ingeschakeld? Of was het feit dat de eerste helft integraal werd uitgezonden op NPO 1 leidend geweest?
Wat ook opviel was dat er uitgebreid werd gesproken over de kwestie of er nu wel of geen opzet (een politieke reden) was geweest bij het onvoldoende voorlichten en in zekere zin dus ‘kaltstellen’ van de Kamer, waarmee artikel 68 van de Grondwet zou zijn overtreden. Eigenlijk leek mij de uitleg van Hoekstra nog het betrouwbaarst: om staatssecretaris Snel, die de boel duidelijk niet meer in de hand had, te beschermen, had Hoekstra ervoor gekozen voor te stellen Omtzigt te sensibileren en de Kamer even ‘on hold’ te zetten (mijn term). Bewindslieden zoals ook Cora van Nieuwenhuizen en Rutte zelf hadden meer aandacht gehad voor de lastpakkerij uit de geledingen van de Tweede kamer, juist ook van coalitiegenoten dan voor de slachtoffers van de Toeslagenaffaire.