serie

Quack?!

In de reeks “Quack?!” zullen diverse auteurs hun visie geven op nepwetenschap, partijdige geschiedschrijving, kwakzalverij en andere vormen van niet-academische kennis


Foto: daisy.images (cc)

Hoe werkt dat nou, die wetenschap?

ACHTERGROND - Als achtergrond bij deze serie over het Nijmeegse bijstandsexperiment, is het wellicht aardig voor mensen een beetje een idee te krijgen over hoe dat nou in zijn werk gaat, die wetenschap. In heel algemene zin. Want een historicus doet natuurlijk wat anders dan een chemicus, en een econoom wat anders dan een biomedicus. Maar aan het eind van de dag zijn er toch wel de nodige overeenkomsten – al zijn er ongetwijfeld op alles wat ik hieronder schrijf ook uitzonderingen, en pretendeer ik geen volledigheid.

Een vraag – en dan verder

Het begint met een vraag. Iemand wil weten hoe iets zit. Dat kan een wetenschapper zijn, of iemand met een zak geld die een wetenschapper opdracht geeft dat uit te zoeken. Of een aantal wetenschappers – voor het gemak schrijf ik hier in enkelvoud, maar meestal zal het gaan om meerdere mensen, of een heel team. Maar dat terzijde. Er is dus een vraag. Het eerste wat je dan gaat doen is je inlezen, de (wetenschappelijke) literatuur induiken. Wat weten we over dit vraagstuk, zijn er al mogelijke antwoorden, theorieën, soortgelijke vraagstukken in andere contexten die al beantwoord zijn? Eventueel kun je op basis van zo’n eerste studie komen tot hypothesen (‘ik denk dat het zo zit’) die je gaat toetsen. Er zijn mensen die aanhangen dat alleen hypothesetoetsende wetenschap ‘echte’ wetenschap is, maar dat is een vrij nauwe, Angelsaksische invulling van het begrip wetenschap (‘science’). Voor het verschil tussen ´wetenschap´ en het wat beperktere begrip ‘science’, zie hier.

Foto: daisy.images (cc)

Het allerbeste docentencollectief

ACHTERGROND, SATIRE - Enkele dagen geleden stond er een opiniestuk van vijf academici in Trouw. De auteurs (allen bestuursleden van de Stichting Docentencollectief), zeggen zich onder andere in te zetten voor het de-ideologiseren en depolitiseren van het onderwijs. Het docentencollectief heeft zelf geen politieke kleur, stellen ze op hun website waarop voornamelijk stukken gericht tegen de Coronamaatregelen te lezen zijn. In het opiniestuk waarschuwen ze voor ‘een beperkte set politieke en ideologische overtuigingen’ waarvan universiteiten ‘in de ban zijn geraakt’. Dit is volgens de schrijvers de diepe oorzaak van de huidige bedreiging van de wetenschappelijke vrijheid. Ze noemen vervolgens vijf belangrijke gebieden waarin ‘ideologische opvattingen het universitaire onderzoek en onderwijs in ons land vergaand beheersen’: klimaat, corona, gender, kolonialisme en supranationale organisaties. Per gebied wijden de auteurs een paar zinnen aan hypothesen die als ‘rotsvaste geloofswaarheden’ zouden zijn aangenomen in universiteiten.

Ik hoopte als lezer natuurlijk dat we hier van doen hebben met experts. Een collectief van een klimaatwetenschapper, viroloog, genderexpert, historicus en een bestuurskundige.

De auteurs zijn:

  • Bas van Bommel – UD Literatuurgeschiedenis (Universiteit Utrecht)
  • Jouke Dykstra – UD Milieutechnologie (Universiteit Wageningen)
  • Erik Faber – Docent Creatieve Technologie (Universiteit Twente)
  • Sascha Kersten – Hoogleraar Duurzame Procestechnologie (Universiteit Twente)
  • Mark Voorendt – Docent Waterbouwkunde (TU Delft)
Foto: daisy.images (cc)

Woede op zoek naar een aanleiding

COLUMN - Een kennis die ik al maanden niet in het echt heb gezien, gaf onlangs op de sociale media aan blij te zijn weer naar kantoor te kunnen en collega’s te kunnen zien. Eindelijk was er voor hem uitzicht.

Ik dacht: “heb je soms het empathische vermogen van een pinda?” En ik dacht ook: “je bent al die tijd doorbetaald, je kon je werk blijven doen, je hebt geen inkomen hoeven inleveren – was het nu teveel gevraagd je blijdschap iets te temperen, rekening te houden met de mensen die niet zijn gevaccineerd, te denken aan degenen die de klappen hebben opgevangen?” Ik werd onredelijk kwaad.

Of beter: ongericht kwaad. Het beleid rond de corona heeft me verschillende redenen gegeven om boos te zijn maar ik heb me lang weten te onttrekken aan de negativiteit. Toen iemand me echter onder de neus wreef dat voor hem alles al normaliseerde, trok ik het even niet. De opgehoopte ergernis had een doel gevonden om zich op te richten.

Pseudowetenschap

Dit is, volgens mij, een reden waarom mensen pseudowetenschap omhelzen. Ze weten heus wel beter maar hun woede zoekt naar een aanleiding. Men voelt zich miskend, bijt op een punt waar het kan en toont zo dat men bestaat. Om die reden zijn de beeldspraken ook zo heftig. Mensen weten heus wel dat vaccinatie geen holocaust is en dat het misplaatst is Jesse Klaver dood te wensen, maar met zulke hyperbolen bewijst men dat men er is.

Foto: daisy.images (cc)

De betekenis en de grenzen van de academische vrijheid

‘Academische vrijheid is essentieel voor goede wetenschap, maar niet onbegrensd: wetenschappers moeten steeds een goed evenwicht zoeken tussen academische vrijheid en onafhankelijkheid aan de ene kant, en hun maatschappelijke verantwoordelijkheid aan de andere kant.’ Dat schrijft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) bij een vorige week verschenen rapport dat bedoeld is als voorzet voor nadere discussie over dit onderwerp.

‘Academische vrijheid definieert de KNAW als het beginsel dat medewerkers aan wetenschappelijke instellingen in vrijheid hun wetenschappelijk onderzoek kunnen doen, hun bevindingen naar buiten kunnen brengen en onderwijs kunnen geven. Dat gaat dan onder meer over:  de keuze van te onderzoeken thema’s, de keuze en toepassing van de eigen onderzoeksvragen en -methoden, de toegang tot informatiebronnen, het publiceren en delen van informatie via conferenties, lezingen en lidmaatschap van wetenschappelijke groepen, de keuze om samenwerking met wetenschappelijke partners aan te gaan, en de invulling van het wetenschappelijk onderwijs. De wetenschappers zelf en de instellingen waar zij werken zijn als eerste verantwoordelijk voor de academische vrijheid. Maar ook de overheid, als opdrachtgever en financierder, en de samenleving, inclusief het bedrijfsleven, dragen bij hun betrokkenheid met wetenschap verantwoordelijkheid. De grenzen van academische vrijheid worden in belangrijke mate bepaald door professionele normen van wetenschapsbeoefening. Deze zijn voor het wetenschappelijk onderzoek vastgelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit. Daar vinden we dan ook de criteria voor het onderscheid tussen integere wetenschapsbeoefening en pseudowetenschap.

Foto: daisy.images (cc)

Quack?! | Educatieve almachtsfantasieën

ANALYSE - Als een kandidaat-Kamerlid, Sidney Smeets van D66, je vraagt wat een volgend kabinet zou kunnen doen op het gebied van onderwijs, cultuur en wetenschap, dan probeer je een antwoord te geven. Hier dus wat almachtsfantasieën – wat zou ik doen als ik een regeerakkoord zou schrijven?

Om te beginnen: erkennen dat er een probleem is en dat dit een algemeen maatschappelijk probleem is. Er zijn talloze organisaties die wijzen op allerlei belangrijke kwesties, maar de kern van de zaak is onderschatting van het belang van kennis. Dit uit zich op allerlei manieren. Het kan gaan om talkshows die pseudowetenschappers ongestoord laten kletsen, het kan gaan om het gemak waarmee het kabinet bepaalt dat de musea twee weken dicht moeten, het kan gaan om universiteiten die hun inzichten verbergen achter betaalmuren, het kan gaan om een minister-president die geen sociologische verklaringen wil horen voor iets dat nou net een sociologisch vraagstuk is.

Minachting voor kennis is de kern van de zaak. Als een kabinet dat erkent, kan het maatregelen nemen.

Samenhangend beleid

Maatregel 1A: doop het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om tot “ministerie van kennis en toekomst”. Dat oogt als kosmetische verandering, maar je toont zo dat kennis geen ergerlijke kostenpost is maar een renderende investering.

Foto: daisy.images (cc)

Quack?! Bad information drives out good

ACHTERGROND, BRIEF - Beste Marcel,

In onze reeks over de vraag hoe de media – Sargasso incluis – moeten opereren in dat wonderlijke grijze gebied tussen snoeiharde pseudowetenschap via desinformatie en misinformatie tot de welwillende verspreiding van verouderde inzichten, hebben we een aspect nog niet behandeld dat misschien relevant is. Het mechanisme waarmee bad information drives out good. Ik zal het illustreren met een voorbeeld uit mijn eigen praktijk. Zoals je weet leg ik de culturen uit van de Romeinen, Grieken, Joden, Babyloniërs en Egyptenaren.

Ouwe meuk

Dat is ouwe meuk, zou je denken, waar je je geen buil aan kunt vallen. Helaas zijn er grote groepen mensen voor wie de Oudheid nog altijd actualiteit bezit . Zij kunnen hels worden om sommige wetenschappelijke conclusies. Denk aan Armeens erfgoed in Turkije, denk aan de etniciteit van de oude Macedoniërs, denk aan de Tempelberg. Of denk aan de afrocentristen die claimen dat de oude Egyptenaren zwart waren en dat de Grieken de zwarte erfenis hebben gestolen. Sargasso’s Daan Nijssen schreef er eens over.

Uit eigen land is er een anekdote over een archeoloog die een nare nasmaak overhield aan een avond in Leeuwarden, waar hij had verteld dat de huidige Friezen zich weliswaar associëren met de antieke Frisii, maar dat er geen sprake is van continuïteit. Als een wetenschapper ooit de verspreiding van misinformatie wil onderzoeken, heeft hij met de oudheidkunde de perfecte proefopstelling.

Foto: daisy.images (cc)

Quack?! De tijd van treuzelen is voorbij

ANALYSE - Staat u mij toe een tweede bijdrage te leveren in deze serie Quack?! Na Jona’s eerste vraag en mijn eerste voorzet is er in deze reeks al veel moois geschreven (en hier en daar gescholden), maar ik wil graag weer even aanhaken, en wel op een opmerking van Christian Jongeneel, in zijn bijdrage van 20 januari. Ik citeer:

Wat de wetenschap zich nauwelijks realiseert is dat ze steeds meer daadwerkelijk trekken van een religie heeft gekregen. Dat heeft wél te maken met ontwikkelingen in de wetenschapspraktijk zelf. Albert Einstein was zo’n beetje de laatste representant van de klassieke wetenschapper, de (doorgaans) man die in zijn eentje experimenteerde en/of met een theorie kwam. Sindsdien is vanuit de astronomie en deeltjesfysica een complex wetenschapsmodel uitgerold waarin resultaten groepsinspanningen zijn, gecontroleerd in een internationaal web van peer reviews. Anders gezegd: het wetenschappelijke proces is zo ingewikkeld dat ook wetenschappers zelf soms moeite hebben om bij te blijven. De specialisaties raken steeds verder verkokerd.

Vanuit methodologisch oogpunt is er niks mis met deze ontwikkeling. Je kunt zelfs stellen dat het internationale web van checks and balances een extra garantie is dat wetenschappelijke resultaten aan de hoogste standaarden voldoen. De consequentie is echter wel dat het voor mensen buiten de wetenschappelijke klasse in het betreffende vakgebied steeds ingewikkelder wordt zich een oordeel te vormen. De wetenschapper wordt zo inderdaad meer een meer een priester die bemiddelt tussen het volk en het hogere.

Foto: daisy.images (cc)

Quack?! Hoe te reageren op pseudowetenschap: enkele vuistregels

Een dikke tien jaar geleden begon ik, heel argeloos, te reageren op de desinformatie die door pseudosceptici werd en wordt verspreid over klimaatwetenschap. Ik heb niet de pretentie dat ik het perfecte recept tegen desinformatie heb gevonden. Maar ik heb, met vallen en opstaan, wel wat geleerd. Dit zijn de vuistregels waar ik me, met wisselend succes, aan probeer te houden.

Een pragmatische aanpak

Het is geen diepgravende analyse, want die zijn er al genoeg. Ik vraag me wel eens af of die diepgravende analyses veel bijdragen aan een oplossing. Misschien is een pragmatische aanpak wel beter. Pseudowetenschap en wetenschapsontkenning zijn er altijd geweest en ze zullen waarschijnlijk nooit verdwijnen. Wat er is veranderd is de omgeving: social media, de opkomst van populistische partijen, de toenemende onvrede in de maatschappij. De allerbelangrijkste regel voor communicatie blijft, in welke omgeving dan ook: houd rekening met je publiek. Ik weet dat ik daarmee een open deur intrap, maar dat kan geen kwaad omdat die basisregel nogal eensover het hoofd wordt gezien. Hoe interessant en diepgravend een analyse van het fenomeen ook is, je legt er je buurman niet mee uit waarom die meer waarde zou moeten hechten aan het standpunt van een grote meerderheid van de virologen en epidemiologen danaan de praatjes van Maurice de Hond. Daarom wat tips voor een pragmatische aanpak. Wie weet zijn ze bruikbaar, tijdens de zoom-bedrijfsborrel, of een online-discussie, of in een talkshow op de nationale tv, mocht iemand daar ooit in belanden.

Foto: daisy.images (cc)

Quack!? Over vertrouwen in de wetenschap

Waar de wetenschap vertrouwen verliest krijgt pseudowetenschap een kans. Klimaatwetenschappers, sociale wetenschappers en medische wetenschappers kunnen er over meepraten. Gebrek aan vertrouwen kan te maken hebben met verschillende factoren. Er is sinds halverwege de vorige eeuw sprake van een algemeen verlies aan gezag van de intellectuele elite. Daarnaast heeft het afbrokkelen van traditionele kaders, zoals kerken en andere collectieve verbanden, geleid tot een gevoel van ‘verweesdheid’ en onzekerheid over de toekomst, soms uitmondend in angst. Ter compensatie biedt het internet een enorme verruiming van de toegang tot alternatieve informatie waar altijd wel een bevestiging of houvast kan worden gevonden voor zowel persoonlijke twijfels als vaste overtuigingen die men liever niet opgeeft.

Er zijn ongetwijfeld meer en betere verklaringen te vinden. Los van de oorzaken van groeiend wantrouwen zullen we denk ik hoe dan ook moeten leren leven met het feit dat mensen resultaten van onderzoek niet voetstoots voor waar zullen aannemen. En dat we geconfronteerd zullen blijven worden met ongeloof, hardnekkige ontkenning van resultaten van wetenschappelijk onderzoek, irrationele theorieën, kwakzalvers en andere ordeverstoorders voor het zindelijk denken. De vraag in deze artikelenreeks is: hoe ga je er mee om?

Tekenbeten

Voor een antwoord op deze vraag zou ik aandacht willen vragen voor de sociale kant van het ontstaan en het voortbestaan van het wantrouwen. Ik gebruik daarvoor een voorbeeld uit de medische wetenschap dat heeft geleid tot een hardnekkig conflict tussen artsen en patiënten: de chronische ziekte van Lyme. “De ziekte van Lyme is een goed omschreven infectieziekte, die meestal mild verloopt. In zeldzame gevallen kan de verantwoordelijke Borrelia-bacterie – die door teken wordt overgedragen – ernstige ontstekingen van bijvoorbeeld hart en hersenen veroorzaken. Een korte antibioticakuur leidt vrijwel steeds tot genezing. Een handvol mensen kampt na een succesvolle behandeling soms nog met gewrichtsklachten – het zogenaamde ‘post-Lyme syndroom’”. Naast een kleine groep met het ‘post-Lyme syndroom’, is er een grotere groep met chronische klachten (vermoeidheid, etc.) die in de overgrote meerderheid van de gevallen niet te herleiden is op de Borrelia-bacterie. Daarover ligt de Lyme(patiënten)vereniging al jaren in de clinch met de gevestigde medische wetenschap. Dat gaat dan bijvoorbeeld over het vergoeden van antibioticabehandelingen bij de chronische ziekte van Lyme. Het Zorginstituut wil er niet aan. ‘Langdurige behandeling met antibiotica bij lymepatiënten met persisterende niet-specifieke klachten is niet effectief. Deze behandeling maakt daarom geen deel uit van het basispakket. De relevante wetenschappelijke beroepsverenigingen zijn het eens met dit standpunt.’ Medische wetenschappers bestrijden de visie van de Lymevereniging dat chronische klachten een fysieke oorzaak hebben. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor te vinden. Toch zijn er mensen die blijven volhouden dat de Borrelia-bacterie verantwoordelijk is voor hun klachten, zelfs in gevallen waarin de bacterie helemaal nooit is aangetoond. Zij veronderstellen dat de bacterie zich slim weet te verstoppen zodat hij niet gevonden kan worden. Hoe hier op te reageren? De chronische Lymepatiënten kunnen geen bewijs leveren dat de bacterie bestaat, want die verstopt zich. En de artsen kunnen niet met zekerheid zeggen dat hij niet bestaat zo lang hij zich verstopt.

Foto: daisy.images (cc)

Quack?! Evangeliseren voor wetenschappers

ESSAY - Wetenschappers gaan onderling, als het goed is, methodisch, kritisch en rationeel te werk. Daaraan ontlenen ze vaak de gedachte dat de buitenwacht hun resultaten vanzelfsprekend zouden moeten accepteren. Dus is de communicatie gericht op de presentatie van feiten in plaats van emoties. Dat is geen kracht, maar een zwakte.

In de techno-optimistische decennia na de Tweede Wereldoorlog werden wetenschappers wel eens neergezet als de hogepriesters van het nieuwe tijdperk. Het was een mooie metafoor, die inmiddels meer werkelijkheid is geworden dan men zich realiseert, niet zozeer doordat wetenschappers een prominentere rol in de samenleving hebben gekregen, als wel door het wegkruimelen van de religieuze concurrentie.

Wat de wetenschap zich nauwelijks realiseert is dat ze steeds meer daadwerkelijk trekken van een religie heeft gekregen. Dat heeft wél te maken met ontwikkelingen in de wetenschapspraktijk zelf. Albert Einstein was zo’n beetje de laatste representant van de klassieke wetenschapper, de (doorgaans) man die in zijn eentje experimenteerde en/of met een theorie kwam. Sindsdien is vanuit de astronomie en deeltjesfysica een complex wetenschapsmodel uitgerold waarin resultaten groepsinspanningen zijn, gecontroleerd in een internationaal web van peer reviews. Anders gezegd: het wetenschappelijke proces is zo ingewikkeld dat ook wetenschappers zelf soms moeite hebben om bij te blijven. De specialisaties raken steeds verder verkokerd.

Foto: daisy.images (cc)

Quack?! De wetenschappelijke methode

ANALYSE - Beste Jona, beste Marcel,

Met belangstelling heb ik jullie gedachtenwisseling gelezen over nepnieuws. Misschien, dacht ik, kan ik daar ook iets aan bijdragen, waarbij ik mij van tevoren verontschuldig voor de lengte van mijn bijdrage, want ik had geen tijd om een korter stuk te schrijven.

Bij het lezen van jullie discussie viel mij het volgende in: Een belangrijke reden voor het welig tieren van nepnieuws, is wellicht dat het voor de ‘gewone burger’ nog helemaal niet zo gemakkelijk is om te bepalen wat wetenschappelijke informatie is, en wat niet.

En dat kunnen we die gewone burger volgens mij ook niet verwijten. Het komt omdat hem op scholen nooit geleerd is wat een onderzoek nu eigenlijk “wetenschappelijk” maakt. Misschien is het nuttig daar eens aandacht aan te besteden?

Doe je eigen onderzoek

Valt het jullie ook niet op dat de term “je eigen onderzoek doen” juist in zwang is bij mensen die blijken te zijn gevallen voor berichtgeving die doorgaans totaal niet voldoet aan de eisen voor het wetenschappelijk onderbouwen van informatie? De grap is: als je die berichtgeving echt gaat bestuderen, blijkt dat die complotsites zoals we ze noemen juist heel erg goed zijn in het doen alsof ze heel gedegen en kritisch ‘wetenschappelijk’ onderzoek doen. Vandaar de populariteit van die term.

Foto: daisy.images (cc)

Quack?! Het informatieoveraanbod

ANALYSE, BRIEF - Beste Marcel,

In onze eerste twee stukken (een, twee) in deze reeks hebben we al een hoop aspecten de revue laten passeren. Ik vermoed dat we nog iets vergeten zijn: het informatieoveraanbod, meer in het bijzonder brownwashing en junknieuws. Dat zijn methoden om mensen met correcte informatie verkeerd te informeren.

Mijn eerste kennismaking met het informatieoveraanbod was in Apeldoorn, de stad waar ik ben opgegroeid. Daar is rond 1970 een tunnel onder de spoorweg aangelegd waar destijds nogal wat om te doen was. Een burgercomité wilde meer weten over de besluitvorming en kreeg toen niet de relevante stukken maar alle stukken, verdronk in informatie en kon geen vuist meer maken.

Brownwashing

Een variant hierop staat bekend als brownwashing. Deze term is ontleend aan de kunsthandel. Bij een veiling is het belangrijk te weten waar een voorwerp vandaan komt. Zo kun je uitsluiten dat het is gestolen en weet je zeker dat het echt is. De verkoper van een bedenkelijk voorwerp kan ervoor kiezen het voorwerp eerst te exposeren in een gerenommeerd museum. Of hij kan een wetenschapper uitnodigen er een artikel over te schrijven. De klant die daarna de veilingprospectus doorbladert, ziet allerlei op zich correcte en vertrouwenwekkende informatie, die verbergt dat het voorwerp in feite dubieus is.

Volgende