Woede op zoek naar een aanleiding
COLUMN - Een kennis die ik al maanden niet in het echt heb gezien, gaf onlangs op de sociale media aan blij te zijn weer naar kantoor te kunnen en collega’s te kunnen zien. Eindelijk was er voor hem uitzicht.
Ik dacht: “heb je soms het empathische vermogen van een pinda?” En ik dacht ook: “je bent al die tijd doorbetaald, je kon je werk blijven doen, je hebt geen inkomen hoeven inleveren – was het nu teveel gevraagd je blijdschap iets te temperen, rekening te houden met de mensen die niet zijn gevaccineerd, te denken aan degenen die de klappen hebben opgevangen?” Ik werd onredelijk kwaad.
Of beter: ongericht kwaad. Het beleid rond de corona heeft me verschillende redenen gegeven om boos te zijn maar ik heb me lang weten te onttrekken aan de negativiteit. Toen iemand me echter onder de neus wreef dat voor hem alles al normaliseerde, trok ik het even niet. De opgehoopte ergernis had een doel gevonden om zich op te richten.
Pseudowetenschap
Dit is, volgens mij, een reden waarom mensen pseudowetenschap omhelzen. Ze weten heus wel beter maar hun woede zoekt naar een aanleiding. Men voelt zich miskend, bijt op een punt waar het kan en toont zo dat men bestaat. Om die reden zijn de beeldspraken ook zo heftig. Mensen weten heus wel dat vaccinatie geen holocaust is en dat het misplaatst is Jesse Klaver dood te wensen, maar met zulke hyperbolen bewijst men dat men er is.