Eerst zekerheid, dan pas kinderen

van Renske Verweij en Gert Stulp. Veel mensen wachten met het krijgen van kinderen tot ze een partner, een vaste baan of een eigen huis hebben. Zij blijven het ouderschap alsmaar uitstellen. Sommigen blijven hierdoor uiteindelijk – ongewenst – kinderloos. Nederlanders krijgen op steeds latere leeftijd hun eerste kind. In 1970 lag de gemiddelde leeftijd waarop een vrouw moeder wordt onder de vijfentwintig jaar, nu is dat dertig jaar (zie ook CBS, 2019). Bij mannen ligt deze leeftijd tegen de drieëndertig jaar. Een dergelijke toename is zichtbaar in veel Westerse landen, maar Nederland hoort bij de landen waarin de leeftijd bij ouderschap het hoogste ligt. Aangezien vrouwen, en in mindere mate ook mannen, op een hogere leeftijd minder vruchtbaar zijn, kunnen oudere stellen meer moeite hebben met het realiseren van hun kinderwens.

“De verdeling van wetenschapsgeld is zo oneerlijk, laat een bingomolentje voortaan bepalen wie een beurs krijgt”

Hoogleraar Marleen Kamperman betoogt dat loten eerlijker is in het toekennen van onderzoeksbeurzen dan de huidige procedure met commissies.

Goed, dat was de intro. Dan komt nu mijn punt. De verdeling van wetenschapsgelden door middel van beurzen is een ondoorzichtige, oneerlijke, te veel door toeval gestuurde aangelegenheid.

Laat een commissie het kaf van het koren scheiden, al te gammele voorstellen ertussenuit filteren, en gooi de rest in een bingomolentje. Dat is arbitrair, zeker, maar eerlijker en duidelijker dan hoe het nu vaak gaat.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Taal, internet en identiteit

RECENSIE - © Penguin Random House. cover of Becuase Internet by Gretchen McCulloch. 2019Eindelijk een goed boek over internettaal.

Ik ben altijd wat sceptisch geweest over iedereen die beweert wat te kunnen zeggen over de eigenaardigheden van internettaal. Alles op internet verandert voortdurend, er zijn bovendien miljarden mensen bij betrokken die zich helemaal niet allemaal van elkaar bewust zijn en dus ieder hun eigen conventies volgen, wat weten we ervan. Twee jaar geleden schreef ik hier nog letterlijk dat ik dacht dat het ‘te vroeg was voor een boek over emoji’.

Maar nu denk ik dat niet meer. Dankzij het boek Because Internet van de jonge Canadese ‘internet-taalkundige’ Gretchen McCulloch. Eindelijk iemand die goed naar de taal op het internet gekeken heeft! Eindelijk iemand die erover heeft nagedacht!

Dagboeken

Want McCulloch’s boek is een genoegen om te lezen, juist doordat ze duidelijk over een en ander heeft nagedacht. Ze heeft onderzoek gedaan – zowel met vragenlijsten en andere kwantitatieve gegevens als op een kwalitatieve manier, door vele jaren onder de internetbevolking te bivakkeren. Ze weet over allerlei onderwerpen – de vraag of de sociale media bijdragen aan taalverandering, de vraag hoe chats gestructureerd worden, en, ja, wat de taalstatus van emoji is – interessante dingen te melden.

Foto: © Palgrave Communications grafiek Twitter onderzoek via Marc van Oostendorp op Neerlandistiek

Twittertaal wordt alledaagser

ONDERZOEK - Het is altijd bevredigend als een idee wordt bevestigd. Jarenlang heb ik gestreden tegen het idee dat de sociale media de taal zouden veranderen (bijvoorbeeld hier en hier), en met name dat de taal ‘korter’ zou worden door sms en Twitter.

Mijn argument was vooral gebaseerd op de logica. Het is onwaarschijnlijk dat zoiets belangrijks voor het menselijk leven als taal, iets dat zich in de loop van duizenden jaren heeft ontwikkeld, zou veranderen door zoiets efemeers als de sociale media. Zelfs de gehardste Twitteraar spreekt op een dag waarschijnlijk nog steeds meer woorden dan hij tweet. En de proportie geharde Twitteraars op de gehele populatie is te verwaarlozen. De sociale media zijn bovendien zelf zo veranderlijk dat je eerder verwacht dat zij zich langzaam aan de behoefte van de mens aanpassen om de taal op een natuurlijke manier te gebruiken.

Technische reden

Juist vanwege de veranderlijkheid van die media, en het feit dat mensen de neiging hebben van Hyves naar Facebook naar Instagram te springen, maakte een en ander lastig empirisch te onderzoeken. Maar gelukkig voerde Twitter in november 2017 een interessant experiment uit: terwijl er verder niets veranderde, werd de karakterlimiet van 140 tekens naar 280 tekens verhoogd. De protesten waren niet van de lucht – zo hoort dat, als er iets verandert, horen de protesten niet van de lucht te zijn – maar inmiddels is geloof ik iedereen eraan gewend.

Wetenschap: kans op hittegolf juni minstens vijf keer zo waarschijnlijk door klimaatverandering

Afgelopen juni was wereldwijd de heetste juni ooit gemeten. Ook werden er verschillende Europese weerrecords gebroken. Deze extreme hitte leidde onder andere tot natuurbranden in Spanje, verlaging van de maximumsnelheid op Duitse wegen en uitstel van nationale schoolexamens in Frankrijk. Kunnen we dit extremere weer toeschrijven aan klimaatverandering?

NIEUWS - Klimaatwetenschapper Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI werkt met een groep onderzoekers van World Weather Attribution aan zogenaamde ‘attributiewetenschap’. Uit de studie naar de hittegolf van afgelopen juni in Frankrijk bleek dat deze hittegolf minstens vijf keer zo waarschijnlijk is geworden door klimaatverandering. De effecten van klimaatverandering zijn dus nu al merkbaar.

Foto: Roel van Deursen - Spijkenisse / Nissewaard - Nederland (cc)

Heb dat voor nodig?

COLUMN - Wie het nut van literatuur, archeologie of voetbal niet inziet, heeft gewoon volkomen gelijk, maar daarmee nog niet voldoende argumenten om het maatschappelijk belang ervan terzijde te schuiven.

Het enige statistisch zekere feit dat ik voor u heb, is dat het altijd mannen zijn. Voor het overige heb ik de indruk – maar meer dan een impressie is dat dus niet – dat het vooral mannen uit het midden- en kleinbedrijf zijn: veehouders, tuinders, aannemers, kleine projectontwikkelaars, dat soort bedrijven. Collega’s van me delen overigens die impressie.

En dat is gek, want het zijn natuurlijk niet alleen MKB’ers die onevenredig zwaar getroffen kunnen worden door de in de wet vastgelegde plicht om bij bouwwerkzaamheden archeologisch onderzoek te laten doen. Ook particulieren treft dat lot, maar gek genoeg klagen die niet.

Dat wil zeggen: ze klagen wel, maar over dat het zoveel kost en soms over dat de gemeente ze heeft beetgenomen. En dat klopt: archeologisch onderzoek is voor de meeste particulieren een hele zware financiële dobber, vooral als het na het vooronderzoek uitloopt op een opgraving.

En lang niet alle gemeentes wijzen hun burgers tijdig op archeologie. Ik maak regelmatig klanten mee die pas vlak voor de deadline van hun vergunningaanvraag nog een seintje van de gemeente krijgen: O ja, doet u ook nog even archeologisch onderzoek? De gevolgen voor dit foutje van de gemeente dragen zij zelf, want iedereen wordt geacht de wet te kennen, ook als de ambtenaar van dienst die niet kent.

Foto: © Sargasso logo serie cultuur eer

Een nieuwe benadering van eergerelateerd geweld

In de voorgaande zes artikelen zagen we dat overheid en hulpverlening geen eenduidige, wetenschappelijke gefundeerde definitie van ‘eer’ en ‘eergerelateerd geweld’ hanteren en dat het leggen van correlaties tussen tendenzen die aan culturen worden toegeschreven enerzijds en (toekomstige) handelingen, karaktereigenschappen of gevoelens (‘eergevoel’) van individuen anderzijds onjuist en niet ethisch is.

Het is tijd voor een aantal nieuwe, frisse en eerlijke uitgangspunten voor hulpverlenings- en opsporingsinstanties.

Voorstellen voor de praktijk

Overheidsinstanties, hulpverleningsorganisatie en kenniscentra hanteren zowel in hun beleid als in hun praktijk allemaal precies dezelfde eenduidige, wetenschappelijk gefundeerde definities en criteria van centrale begrippen. Ze doen dat zoveel als mogelijk onder verwijzing naar de relevante (internationale) wetenschappelijke literatuur. Zo weten de burgers hoe ze worden beoordeeld en waar ze aan toe zijn.

Termen die in de wetenschappelijke literatuur vaag of meervoudig gedefinieerd zijn – zoals ‘groepsculturen’, ‘eergevoel’, ‘eerculturen’, ‘gesloten gemeenschappen’, ‘westers’ – kunnen niet worden gebruikt in een onderzoek, een verslag, proces-verbaal, of in beleidsstukken.

Ik stel voor om nieuwe begrippen als ‘Schadelijke Traditionele Praktijken’ en ‘afhankelijkheidsrelaties’ die niet wetenschappelijk zijn gedefinieerd, laat staan dat hun relatie met eergerelateerd geweld dat is, over te laten aan het politieke domein – waar ze thuishoren.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Quote du Jour | Kwik Kwek en Kwak

Een paar jaar geleden is van alle studenten de studiebeurs afgepakt met de expliciete belofte dat het vrijkomende geld geïnvesteerd zou worden in het onderwijs. Dat de studiefinanciering van de geschiedenisstudent wordt gebruikt om de opleiding van de werktuigbouwkundestudent te verbeteren was er niet bijgezegd. Sommige dingen lijken zo vanzelfsprekend dat je ze niet expliciet hoeft af te spreken maar met Haagse logica is alles mogelijk.

Uitstekende column in de Volkskrant, door hoogleraar statistiek Casper Albers. In Duckstadmetafoor, omdat dit (met dank aan Rob Jetten) zo hoort in deze discussie over de herverdeling van onderwijsmiddelen.

Foto: cc Photo by Juan Marin on Unsplash edited by Studium Generale Utrecht

“It’s a Man’s Man’s Man’s World”

COLUMN - Van auto’s en smartphones tot medisch onderzoek: de wereld is ontworpen door en dus voor mannen. Ook het nog jonge terrein van kunstmatige intelligentie is hier vatbaar voor, dat is onhandig en levensgevaarlijk.

“It’s a Man’s Man’s Man’s World” zong James Brown in 1963, een nummer waarin alle uitvindingen van de moderne beschaving (de auto, de trein, de boot en het elektrische licht) worden toegeschreven aan mannen. Er lijkt veel veranderd in de verhoudingen tussen mannen en vrouwen in de wereld, maar is dat zo?

Recentelijk betoogde essayist Marjolein van Trigt in de Volkskrant dat we nog steeds in een mannenwereld leven. Ontwerpers en onderzoekers gaan vaak uit van mannen als ze eigenlijk ‘mensen’ bedoelen. Zo is de ongelijkheid van vrouwen terug te zien in het design van veel producten.

Om net als James Brown maar even met de auto te beginnen: in een auto-ongeluk heeft een vrouw gemiddeld 47 procent meer kans op zwaar letsel dan een man, en 17 procent meer kans om te overlijden.

De meeste auto’s worden namelijk gemaakt met een mannelijke bestuurder in gedachten: de pedalen zitten bijvoorbeeld ver van de stoel, waardoor vrouwen hun stoel naar voren moeten schuiven en dichterbij het stuur zitten. Ook moeten vrouwen rechterop zitten om over het dashboard heen te kunnen kijken. Door die houding hebben vrouwen een verhoogde kans op onder meer interne bloedingen en beenletsel.

Foto: Arbeiderpartiet (cc)

Fake experts

COLUMN - Vorige week was er een boeiend debat op Twitter over de Deense verkiezingen. Zeker een dozijn wetenschappers mengden zich in dat genuanceerde, feitelijke debat, gebaseerd op verscheidene wetenschappelijke studies. En in nieuwsmedia? Veel fake experts. Met een heel ander verhaal.

“Hoe je radicaal-rechtse partijen klein krijgt.” Vorig weekend sloeg ik het opiniekatern van NRC Handelsblad open en zag een column met die kop. Zelf zou ik na vijftien jaar wetenschappelijk onderzoek op dat terrein het antwoord op die –overigens volstrekt partijdige– vraag niet goed weten. Gelukkig was daar de column van Maarten Boudry. Hij werkt aan de Universiteit Gent. Een expert.

Boudry begint zijn column in eigen land, waarin hij ongetwijfeld bij uitstek expert is. Hij legt uit dat “de belangrijkste reden” voor de “zwarte zondagen” waarop Vlaams Belang (VB) zegeviert is: “zij die er hun grootste afschuw over uitspreken” en een cordon sanitaire rondom de partij hebben gelegd. Immers, de zeges van die anti-immigratiepartij zijn veroorzaakt door het cordon, aldus Boudry.

Heel interessant. Zelf heb ik daar in die vijftien jaar onderzoek nooit empirisch bewijs voor gevonden. Wel heb ik, net als mijn collega Teun Pauwels, bewijs gevonden voor het omgekeerde effect. Althans, in combinatie met het overnemen van haar thema’s verloor VB juist kiezers vanwege het cordon – net als andere anti-immigratiepartijen en communisten in 15 landen in afgelopen decennia. Zie mijn boek.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Vorige Volgende