Onzekerheid en nostalgisch verlangen naar een betere samenleving

door Peter Achterberg en Bram Peper Vroeger was alles beter. Veel Nederlanders lijken te denken dat dit inderdaad het geval is. Overal om ons heen zien we talloze voorbeelden van een nostalgische zucht naar een veel geroemd maar helaas verloren gegaan verleden. Zoals de eindeloos herhaalde afleveringen van de hitserie ‘Toen was geluk heel gewoon’. Of de opkomst van ‘barbieren’ die gespecialiseerd zijn in kapsels uit de jaren ‘50, en zich louter lijken te richten op mannen. Of wat te denken van het jaarlijkse terugkerende feest der nostalgie, de Top 2000, waarbij de gouden oude klassiekers niet alleen met steun van de grijze van dagen zo hoog op de lijst terecht komen. Ook in de politiek zijn nostalgische vertogen populair, met politici die lekker kunnen wegdromen met pleidooien voor de terugkeer van de gulden en het vertrek uit Europa. Terug naar een samenleving waarin ‘we’ nog simpelweg thuis konden voelen.

Foto: Bengt Nyman (cc)

Voorbij de usual suspects: waarom participeren burgers niet?

ANALYSE - Onderzoeksrapporten geven telkens weer aan dat Nederlandse burgers zich vaak niet gehoord voelen door de politiek.  In reactie daarop organiseren veel lokale/provinciale/nationale overheden bewonersavonden, G1000 bijeenkomsten, referenda en voorzien ze allerlei andere participatiekanalen. …Om dan te merken dat ze weer dezelfde burgers zien als altijd – de usual suspects. Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Hoe kan dit? En waarom blijven de ‘unusual suspects’ thuis?

Het waarom is cruciaal

Er is best veel statistisch onderzoek gedaan naar politieke participatie. We weten dat vooral hogeropgeleide, oude, blanke mannen participeren. Dat zegt iets, maar daarmee weten we nog niet waarom die andere groepen meer geneigd zijn om thuis te blijven. En dat laatste is net cruciaal.

In een recente studie in het tijdschrift European Journal of Political Research, onderzocht de Belgische onderzoeker Vincent Jacquet welke redenen de thuisblijvers gaven om thuis te blijven bij G1000-initiatieven.[1]

Opzet van de studie: diepte-interviews

Willen we inzicht krijgen in de achterliggende redenen waarom mensen thuisblijven, zeker bij nieuwe en veeleisende vormen van participatie, dan is het zinvol om ook gebruik te maken van kwalitatief onderzoek. Dat is wat Jacquet deed in zijn studie. Hij interviewde een diverse groep van 34 thuisblijvers die hadden besloten om niet deel te nemen aan drie Belgische burgerfora (de nationale G1000; het Climate Citizens Parliament in de Provincie Luxemburg en de lokale G100 in het Brusselse).

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Quote du Jour | bekostiging van het hoger onderwijs

 

Windesheim-voorman Henk Hagoort heeft een wat verstrekkendere opvatting over studiesucces. Hij vindt dat de bekostiging aangepast moet worden. “Ik denk dat we zorgvuldig moeten zijn in de definitie van het rendementsdenken. Want dat komt voort uit de financiering van de hogescholen. Je krijgt 4 jaar geld en nog een diplomabonus en na 5 jaar is de student een probleem. Volgens mij willen wij dat niet. Ik vind dat die financiële prikkel niet leidend moet zijn.”

Volgens Hagoort moeten hogescholen anders met het geld omgaan. “De uitdaging is dat hogescholen leren om het geld uit te geven in het tempo van de student. Dat vraagt om een mate van flexibiliteit en dat moeten wij leren als hogescholen. Want het blijft raar dat we nu voor een student per jaar geld krijgen en dat hele jaar opsouperen, ook als student in november vertrekt. En na vijf jaar zeggen wij: ‘jouw geld is op.’ Je kunt ook zeggen als je als student een tijdje iets anders doet dan geven we het geld ook op een ander tempo uit. Als wij het nu eens omdraaien en zeggen: ‘wij krijgen voor jou genoeg geld om je studie te bekostigen en we gaan het uitgeven in het tempo dat jij als student kiest.’”

Foto: Kelly Garbato (cc)

Het vervallen huis van de islam

ANALYSE - Onlangs besloot ik te beginnen aan het boek van socioloog Ruud Koopmans Het vervallen huis van de islam, ondanks de flaptekst. Een cursist zou er eens vragen over kunnen stellen en dan sta ik niet graag met mijn mond vol tanden.

Het boek is geen kleine prestatie. Hoofdthese is de stelling dat de enorme achterstand in de islamitische wereld religieuze wortels heeft. De opkomst van het fundamentalisme in de afgelopen vijftig jaar zou die achterstand hebben aangejaagd. Dat is een punt dat door meer lieden wordt gedebiteerd, maar Koopmans is de eerste – ere wie ere toekomt – die dat tracht te adstrueren aan de hand van echte cijfers en wetenschappelijk onderzoek. Dat doet hij uitgebreid en daarbij verantwoordt hij de herkomst van zijn cijfers ook bijzonder goed. Daarnaast geeft hij ook vanuit zijn bevindingen kritiek op andere, alternatieve verklaringen naast de religieuze.

Ik moet zeggen: vooral bij het lezen van zijn eerste paar hoofdstukken had ik het idee dat hier eindelijk eens een beter onderbouwd stuk voorlag. Dat het niet lekker gaat in de islamitische wereld weten we wel, alleen: de oorzaken, daar lijkt nog wel een forse discussie over mogelijk. Ook met Koopmans, want een mogelijk omgekeerde causaliteit (achterstand veroorzaakt verspreiding van fundamentalisme) behandelt hij – helaas – in zijn boek niet. Dat neemt echter niet weg dat hij een boel nieuwe, frisse gegevens in de discussie aandraagt.

Foto: Bas Bogers (cc)

Verslagschaamte

ONDERZOEK - Politici van nieuwe partijen beklagen zich vaak over de aandacht die ze krijgen. Ze klagen dat nieuwsmedia te weinig over hen berichten, of verkeerd over hen berichten. In hoeverre zijn die klachten terecht? Recent wetenschappelijk onderzoek geeft een – heel beperkte – eerste indruk.

“Jullie moesten je schamen!” Een “dame die lesgeeft aan het mbo” spreekt journalist Ariejan Korteweg bestraffend toe op FvD Summer Nights te Zaandam. De anonieme dame vervolgt: “Niets dan leugens verspreiden jullie!” In De Volkskrant van de dag erna, 3 september, meldt Korteweg dat op die samenkomst van FvD-aanhang het idee leeft “dat de media de affaires hebben opgeblazen.”

Dit geluid is niet nieuw. Ook bij andere anti-immigratiepartijen werd luid geklaagd over “de media.” Het schoolvoorbeeld hiervan is CD-leider Hans Janmaat. Toen een reporter hem na de Tweede Kamerverkiezingen van 1998 vroeg waardoor zijn partij al haar zetels had verloren gaf een zichtbaar geëmotioneerde Janmaat live op TV het antwoord: “Door u!”, waarna hij de verslaggever te lijf ging.

Calimero

Waar de mbo-docente en Janmaat het hadden over negatieve aandacht, klaagde Trots op Nederland-leider Rita Verdonk over gebrek aan aandacht. Drie dagen na de verkiezingen van 2010 zei Verdonk tegen De Volkskrant: “het is aan de media te wijten dat Trots op Nederland geen plekje in de Tweede Kamer heeft gekregen.” Immers, als “partij heb je de media nodig” maar “de kiezer zag mij niet.”

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

“De verdeling van wetenschapsgeld is zo oneerlijk, laat een bingomolentje voortaan bepalen wie een beurs krijgt”

Hoogleraar Marleen Kamperman betoogt dat loten eerlijker is in het toekennen van onderzoeksbeurzen dan de huidige procedure met commissies.

Goed, dat was de intro. Dan komt nu mijn punt. De verdeling van wetenschapsgelden door middel van beurzen is een ondoorzichtige, oneerlijke, te veel door toeval gestuurde aangelegenheid.

Laat een commissie het kaf van het koren scheiden, al te gammele voorstellen ertussenuit filteren, en gooi de rest in een bingomolentje. Dat is arbitrair, zeker, maar eerlijker en duidelijker dan hoe het nu vaak gaat.

Foto: Hernán Piñera (cc)

Eerst zekerheid, dan pas kinderen

ANALYSE - van Renske Verweij en Gert Stulp.

Veel mensen wachten met het krijgen van kinderen tot ze een partner, een vaste baan of een eigen huis hebben. Zij blijven het ouderschap alsmaar uitstellen. Sommigen blijven hierdoor uiteindelijk – ongewenst – kinderloos.

Nederlanders krijgen op steeds latere leeftijd hun eerste kind. In 1970 lag de gemiddelde leeftijd waarop een vrouw moeder wordt onder de vijfentwintig jaar, nu is dat dertig jaar (zie ook CBS, 2019). Bij mannen ligt deze leeftijd tegen de drieëndertig jaar. Een dergelijke toename is zichtbaar in veel Westerse landen, maar Nederland hoort bij de landen waarin de leeftijd bij ouderschap het hoogste ligt.

Aangezien vrouwen, en in mindere mate ook mannen, op een hogere leeftijd minder vruchtbaar zijn, kunnen oudere stellen meer moeite hebben met het realiseren van hun kinderwens.

Vruchtbaarheidsbehandelingen zijn mooie innovaties, maar ze zijn doorgaans minder effectief bij oudere vrouwen en mannen en kunnen slechts gedeeltelijk compenseren voor de met de leeftijd dalende vruchtbaarheid. Dit kan leiden tot ongewenste kinderloosheid en een kleinere gezinsgrootte dan initieel gewenst.

Reden te meer om te onderzoeken waarom mensen het krijgen van kinderen uitstellen.

Eerst vaste relatie, vast werk en eigen huis

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Taal, internet en identiteit

RECENSIE - © Penguin Random House. cover of Becuase Internet by Gretchen McCulloch. 2019Eindelijk een goed boek over internettaal.

Ik ben altijd wat sceptisch geweest over iedereen die beweert wat te kunnen zeggen over de eigenaardigheden van internettaal. Alles op internet verandert voortdurend, er zijn bovendien miljarden mensen bij betrokken die zich helemaal niet allemaal van elkaar bewust zijn en dus ieder hun eigen conventies volgen, wat weten we ervan. Twee jaar geleden schreef ik hier nog letterlijk dat ik dacht dat het ‘te vroeg was voor een boek over emoji’.

Maar nu denk ik dat niet meer. Dankzij het boek Because Internet van de jonge Canadese ‘internet-taalkundige’ Gretchen McCulloch. Eindelijk iemand die goed naar de taal op het internet gekeken heeft! Eindelijk iemand die erover heeft nagedacht!

Dagboeken

Want McCulloch’s boek is een genoegen om te lezen, juist doordat ze duidelijk over een en ander heeft nagedacht. Ze heeft onderzoek gedaan – zowel met vragenlijsten en andere kwantitatieve gegevens als op een kwalitatieve manier, door vele jaren onder de internetbevolking te bivakkeren. Ze weet over allerlei onderwerpen – de vraag of de sociale media bijdragen aan taalverandering, de vraag hoe chats gestructureerd worden, en, ja, wat de taalstatus van emoji is – interessante dingen te melden.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: © Palgrave Communications grafiek Twitter onderzoek via Marc van Oostendorp op Neerlandistiek

Twittertaal wordt alledaagser

ONDERZOEK - Het is altijd bevredigend als een idee wordt bevestigd. Jarenlang heb ik gestreden tegen het idee dat de sociale media de taal zouden veranderen (bijvoorbeeld hier en hier), en met name dat de taal ‘korter’ zou worden door sms en Twitter.

Mijn argument was vooral gebaseerd op de logica. Het is onwaarschijnlijk dat zoiets belangrijks voor het menselijk leven als taal, iets dat zich in de loop van duizenden jaren heeft ontwikkeld, zou veranderen door zoiets efemeers als de sociale media. Zelfs de gehardste Twitteraar spreekt op een dag waarschijnlijk nog steeds meer woorden dan hij tweet. En de proportie geharde Twitteraars op de gehele populatie is te verwaarlozen. De sociale media zijn bovendien zelf zo veranderlijk dat je eerder verwacht dat zij zich langzaam aan de behoefte van de mens aanpassen om de taal op een natuurlijke manier te gebruiken.

Technische reden

Juist vanwege de veranderlijkheid van die media, en het feit dat mensen de neiging hebben van Hyves naar Facebook naar Instagram te springen, maakte een en ander lastig empirisch te onderzoeken. Maar gelukkig voerde Twitter in november 2017 een interessant experiment uit: terwijl er verder niets veranderde, werd de karakterlimiet van 140 tekens naar 280 tekens verhoogd. De protesten waren niet van de lucht – zo hoort dat, als er iets verandert, horen de protesten niet van de lucht te zijn – maar inmiddels is geloof ik iedereen eraan gewend.

Foto: Roel van Deursen - Spijkenisse / Nissewaard - Nederland (cc)

Heb dat voor nodig?

COLUMN - Wie het nut van literatuur, archeologie of voetbal niet inziet, heeft gewoon volkomen gelijk, maar daarmee nog niet voldoende argumenten om het maatschappelijk belang ervan terzijde te schuiven.

Het enige statistisch zekere feit dat ik voor u heb, is dat het altijd mannen zijn. Voor het overige heb ik de indruk – maar meer dan een impressie is dat dus niet – dat het vooral mannen uit het midden- en kleinbedrijf zijn: veehouders, tuinders, aannemers, kleine projectontwikkelaars, dat soort bedrijven. Collega’s van me delen overigens die impressie.

En dat is gek, want het zijn natuurlijk niet alleen MKB’ers die onevenredig zwaar getroffen kunnen worden door de in de wet vastgelegde plicht om bij bouwwerkzaamheden archeologisch onderzoek te laten doen. Ook particulieren treft dat lot, maar gek genoeg klagen die niet.

Dat wil zeggen: ze klagen wel, maar over dat het zoveel kost en soms over dat de gemeente ze heeft beetgenomen. En dat klopt: archeologisch onderzoek is voor de meeste particulieren een hele zware financiële dobber, vooral als het na het vooronderzoek uitloopt op een opgraving.

En lang niet alle gemeentes wijzen hun burgers tijdig op archeologie. Ik maak regelmatig klanten mee die pas vlak voor de deadline van hun vergunningaanvraag nog een seintje van de gemeente krijgen: O ja, doet u ook nog even archeologisch onderzoek? De gevolgen voor dit foutje van de gemeente dragen zij zelf, want iedereen wordt geacht de wet te kennen, ook als de ambtenaar van dienst die niet kent.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende