De politisering van de Europese politiek
OPINIE - Een eindejaars beschouwing over de Europese politiek. Met een wens voor een nieuw verhaal in de komende verkiezingscampagne.
Minder dan een half jaar voor de Europese verkiezingen is het perspectief op eenheid in Europa verder weg dan ooit. Het Verenigd Koninkrijk, zeker in economisch opzicht een van de belangrijkste partners, heeft de samenwerking opgezegd. Enkele lidstaten bewegen zich in een richting die bij anderen steeds grotere zorgen baart. De kloof tussen noord en zuid groeit. De EU draait vanouds op de as van de twee grootste continentale landen, Frankrijk en Duitsland. Maar ook daar zien we grootse plannen gesmoord in de harde realiteit, mede omdat omringende landen niet meer bereid zijn echt belangrijke stappen te zetten, zoals onlangs bleek bij het verzet tegen een eigen begroting voor eurolanden. Tien jaar geleden, tijdens de economische crisis, was er meer eenheid in Europa dan op dit moment, nu het er in alle landen een stuk beter voorstaat. De Unie kraakt en niemand weet hoe het gaat aflopen.
Veel meer dan wat mooie woorden over de Europese samenwerking kunnen we van de meeste regeringsleiders de komende maanden ook niet verwachten. De een ligt daarvoor thuis te veel onder vuur, een ander krijgt ‘harde klappen’ te verduren. De ene premier is demissionair, en bereidt zich voor op nieuwe verkiezingen, een ander slaagt er sinds de verkiezingen begin september nog steeds niet in een nieuwe regering te vormen. En moeder Merkel heeft al aangekondigd dat ze er mee gaat stoppen. De meeste politici zijn vooral bezig met binnenlandse politieke besognes. Een echt Europese verkiezingscampagne zal er niet komen, hoogstens van nieuwelingen in de marge. Het huidige kiessysteem dat uitgaat van nationale kandidatenlijsten zit daarvoor nog steeds in de weg.