Agendering moslimdiscriminatie en moslimhaat blijft bittere noodzaak

De aanpak van moslimdiscriminatie en moslimhaat zal de komende jaren meer politieke prioriteit moeten krijgen. Dat geldt in het bijzonder voor discriminatie op de arbeidsmarkt, waar veel moslims met grove en subtiele vormen van uitsluiting te maken hebben. Die conclusie trekken Ewoud Butter, Roemer van Oordt en Ineke van der Valk, de auteurs van de Vierde Monitor Moslimdiscriminatie die 9 mei is verschenen. In deze monitor hebben de onderzoekers speciaal aandacht besteed aan discriminatie van moslims op de arbeidsmarkt. Het gaat  bij moslimdiscriminatie om alledaagse vormen van uitsluiting en discriminatie, bijvoorbeeld in de vorm van bevooroordeelde vragen en opmerkingen, om stigmatiserende berichten in de media, maar ook om openlijke discriminatie op grond van geloof, om hatespeech, gewelddadige of bedreigende voorvallen gericht tegen islamitische gebedshuizen en scholen en om voorstellen en uitspraken van politieke partijen die haaks staan op de grondwettelijke vrijheden van moslims. Het draagt allemaal bij aan een politiekmaatschappelijk klimaat waardoor grote groepen moslims zich onveilig voelen. Zij worden erdoor beperkt in de vrijheid om zichzelf te kunnen zijn. Ervaren discriminatie Uit eerder onderzoek naar ervaren discriminatie, onder andere van het SCP, blijkt dat relatief veel moslims discriminatie op grond van hun geloof ervaren. Dat geldt voor ongeveer twee derde van de Marokkaanse Nederlanders en de helft van de Turkse Nederlanders. Discriminatie vindt plaats in de openbare ruimte, op school, op de arbeidsmarkt en het internet, maar ook in de media en politiek. Discriminatie op de arbeidsmarkt In deze monitor is speciale aandacht voor discriminatie op de arbeidsmarkt. De studie is verkennend van aard. Het onderzoek werd verricht middels een literatuurstudie, een survey waaraan 315 mensen deelnamen, diepte-interviews en groepsgesprekken. Het biedt inzicht in relevante ervaringen op de arbeidsmarkt die veel moslims delen. Van de 315 personen die aan de survey deelnamen gaf driekwart aan op enigerlei wijze te maken gehad met discriminatie op de arbeidsmarkt op grond van hun (vermeende) islamitische geloof. Het merendeel van hen is moslim, maar ook respondenten die zichzelf niet als moslim beschouwen, hebben met deze vorm van discriminatie te maken. Sollicitatie Discriminatie vindt vaak plaats bij sollicitaties. Bij meer dan de helft van de vrouwen heeft de discriminatie-ervaring tijdens de sollicitatieprocedure te maken met het dragen van een hoofddoek. Ook mannen ervaren discriminatie op grond van religie gebonden uiterlijk, waaronder het dragen van bepaalde kleding of een baard. Veel respondenten krijgen tijdens een sollicitatieprocedure stigmatiserende of discriminerende vragen over hun geloof die niet relevant zijn voor de functie. Vragen gaan bijvoorbeeld over de positie van de vrouw, over opvattingen die moslims zouden hebben over homoseksualiteit of transgenders en wat ze vinden van terrorisme. Verder geven respondenten aan dat geregeld getoetst wordt of ze als moslim wel loyaal zijn aan Nederland. Op de werkvloer Ook op de werkvloer wordt discriminatie ervaren die direct gerelateerd is aan kleding of uiterlijk. Daarnaast krijgen respondenten vanwege hun religie geen contractverlenging of promotie; ze hebben te maken met kwetsende, discriminerende opmerkingen en ‘grapjes’ op de werkvloer van collega’s of leidinggevenden of worden expliciet buitengesloten of weggepest. . Sommigen ervaren het als discriminerend wanneer er geen mogelijkheid is de pauze te verplaatsen om te bidden of naar de moskee te gaan. Verder  worden associaties met terrorisme en/of vragen om afstand te nemen van terreur of extremisten naar voren gebracht. Er wordt subtiel of minder subtiel benadrukt dat moslims er eigenlijk niet bij horen. Dit heeft een enorme impact. Ook spelen discriminerende opmerkingen van cliënten of samenwerkingspartners een rol, net als ‘te streng religieus zijn’ om kans te maken op promotie. Enkele malen beroept een werkgever zich bij discriminerende beslissingen op cliënten. Verschillende respondenten tenslotte, kregen te horen dat ze niet in aanmerking kwamen voor contractverlenging omdat ze niet in de groep zouden passen. Vervolgactie na discriminatie-ervaring Na een discriminatie-ervaring tijdens een sollicitatie of op de werkvloer onderneemt ruim een derde tot de helft van de respondenten geen  actie. Iets meer dan de helft bespreekt deze ervaring met familie, vrienden of bekenden en ongeveer een kwart gaat het gesprek aan met de persoon in kwestie of maakt melding bij een leidinggevende. Een kleine minderheid van de respondenten (5-10%) met een discriminatie-ervaring meldde dit bij de politie of een anti-discriminatievoorziening. Vaak gegeven redenen om te melden zijn: voor jezelf opkomen en gedrag van anderen beïnvloeden; steun, herkenning en erkenning zoeken bij naasten; voorkomen van herhaling en melden, dan komt het in de statistieken. Redenen om juist niet te melden zijn: geen tijd; geen energie; niet moeilijk doen; het heeft toch geen zin; geen bewijs (voor strafbare feiten); angst voor de gevolgen; gebrek aan informatie over mogelijkheid om te melden; schaamte en niet in een slachtofferrol willen komen. Monitor Net als in voorgaande afleveringen van de Monitor (2012/2015/2017) wordt in dit rapport de stand van zaken weergegeven rond moslimdiscriminatie in Nederland in het algemeen. De focus ligt hierbij op de periode 2017-2019, met ook hier en daar aandacht voor 2020. Er wordt nog steeds weinig melding gedaan van discriminatie bij registrerende instanties als een anti-discriminatievoorziening of de politie: dat geldt ook voor moslimdiscriminatie. Het aantal meldingen per jaar varieert en houdt verband met de intensiteit van de maatschappelijke discussie over moslims en de islam. Moslimhaat is - net als bijvoorbeeld bij antisemitisme het geval is – permanent sluimerend aanwezig en kan als een veenbrand oplaaien door maatschappelijke of politieke ontwikkelingen. Zo nam afgelopen jaren het aantal meldingen bij meldingsinstanties toe  na terroristische aanslagen door jihadisten en de verhitte discussie over de vluchtelingencrisis in 2015 en 2016. Daarna daalde het aantal meldingen. Hierbij moet worden aangetekend  dat er minder bekend is over de cijfers omdat de politie moslimdiscriminatie sinds 2019 niet meer apart registreert vanwege een veranderde werkwijze. Het aantal voorvallen gericht tegen moskeeën met een discriminatoir, haatzaaiend of intimiderend karakter, nam na een piek in 2015 en 2016 af, maar ligt nog altijd hoger dan in de jaren voor 2015. Er is hierbij sprake van een andere aard van de voorvallen: de daders zijn minder vaak anoniem, maar opereren vaker namens kleine, maar luidruchtige extreemrechtse of radicaal-rechtse organisaties. Ze zoeken voor hun acties  nadrukkelijk de publiciteit. Omdat ze deze aandacht krijgen, is de impact van hun acties groter en worden ze gestimuleerd om op deze weg door te gaan. Een positieve ontwikkeling is dat moslimdiscriminatie sinds enkele jaren wat meer op de politieke agenda staat: het wordt expliciet genoemd in verkiezingsprogramma’s, geagendeerd in de Tweede Kamer (vooral door DENK, GroenLinks en PvdA) en haalde het regeerakkoord van het vorige kabinet. Sinds 2015 wordt het apart geregistreerd als subcategorie van de grond discriminatie op grond van geloof door ADV’s en (tot 2019) door de politie. Daar staat tegenover dat er op zijn minst één grote politieke partij (PVV) is die moslims voornamelijk als bedreiging van de samenleving ziet en hen elementaire grondrechten wil afnemen. In navolging van de PVV zijn er meerdere partijen die daar (deels) in mee gaan zoals FvD, VVD, SGP en CDA. Dit heeft geleid tot beleid en (tijdelijke) wetgeving - onder andere in het kader van antiterrorisme en - radicalisering - die het selectief inperken van de vrijheid van godsdienst van moslims tot gevolg heeft. Echt veel politieke prioriteit krijgt de aanpak van moslimdiscriminatie niet. In de praktijk blijkt er (te) weinig draagvlak voor daadwerkelijke maatregelen. Zo is de politie zonder veel protest alweer gestopt met het apart registreren van voorvallen van discriminatie op grond van het moslimgeloof. De groeiende invloed (sinds 1990) in de reguliere politiek van het idee van onverenigbare, botsende beschavingen en de meer extreme versie van dit gedachtegoed in kringen van radicaal- en extreemrechts heeft, zeker in wisselwerking met aanslagen door jihadisten, geleid tot een toenemende algemene politieke en maatschappelijke weerstand tegen de islam. Veiligheidsdiensten hebben de afgelopen jaren meer aandacht besteed aan extreem- en radicaal-rechts, vooral gezien het potentiële gevaar van lone-actors. Uiterst rechtse formaties zijn weliswaar klein in omvang en actieve aanhang, maar hun acties hebben serieuze invloed op de islamitische gemeenschappen en mede door de media-aandacht die eraan  wordt besteed,  op het maatschappelijk debat. Tot slot De overheid is de laatste jaren meer aandacht gaan besteden aan het tegengaan van racisme en discriminatie, maar nog onvoldoende aan  specifiek moslimdiscriminatie en moslimhaat. Overheden en het maatschappelijk middenveld dienen discriminatoire agressie en geweld tegen moslims te zien voor wat het is: gevallen van inbreuk op het recht op vrijheid van religie en inbreuk op de principes van gelijkheid en antidiscriminatie. Voor het behoud en herstel van vertrouwen van moslims in de Nederlandse samenleving is het belangrijk dat vertegenwoordigers van verschillende instituties van de rechtsstaat hun stem verheffen tegen uitspraken en voorstellen die moslims stigmatiseren en uitsluiten. Andere aanbevelingen uit het rapport zijn:: Het is aan te bevelen om moslimhaat als specifieke vorm van discriminatie en racisme tezien, zoals dat bijvoorbeeld bij antisemitisme gebeurt. Laat de politie moslimdiscriminatie weer apart registreren zoals dat voor 2019 gebeurde en investeer in capaciteit van politie en OM om meer aandacht te  geven aan de registratie en vervolging van vormen van discriminatie. Steun initiatieven van moslimgemeenschappen om - in samenwerking met de reguliere meldorganisaties - te komen tot meer adequate systemen van melding en daarmee tot een verhoging van meldingspercentages. Benader Nederlandse moslims als een divers samengestelde gemeenschap, niet alleen in religieus en etnisch opzicht, maar ook wat betreft gender en diversiteit in seksuele gerichtheid. Stimuleer  onderzoek naar vormen van moslimdiscriminatie op de arbeidsmarkt, de woningmarkt, in het uitgaansleven en in andere sectoren. Denk daarbij aan onderzoeksmethoden waarbij gebruik wordt gemaakt van mystery guests of van praktijktesten. Maak serieus werk van diversiteitsbeleid en bevorder onder andere de deelname van moslims in bijvoorbeeld de ambtelijke top of in de top van het bedrijfsleven, in de media en in de kunst- en cultuursector. Houd hierbij rekening met de bestaande diversiteit binnen moslimgemeenschappen. Diversiteitsbeleid is echter niet voldoende. Werk aan een inclusief werkklimaat waarin alle werknemers zich ongeacht hun herkomst, gender, seksuele oriëntatie, leeftijd én geloof in alle vrijheid kunnen ontplooien, carrière kunnen maken en deelnemen aan de samenleving.  De effecten van het politieke-maatschappelijke klimaat zijn moeilijk te sturen en negatieve beeldvorming in de media is moeilijk te corrigeren, maar werkgevers kunnen een essentiële rol vervullen in de vormgeving van een inclusief werkklimaat. Daarnaast dient de overheid het goede voorbeeld te geven en de uitzendbranche en andere werkgevers aan te spreken en waar nodig te belonen of te sanctioneren. Zorg dat slachtoffers van discriminatie in de publieke ruimte en binnen een bedrijf, instelling, vereniging of op het internet bij professionals terecht kunnen na een discriminatie-ervaring. Het is van belang dat slachtoffers weten waar ze hun verhaal kunnen doen, waar ze steun kunnen ontvangen en waar ze indien gewenst hulp kunnen krijgen bij bemiddeling of bij het doen van een melding of een aangifte. Zorg dat dergelijke ervaringen, met in acht neming van privacywetgeving, in de openbare ruimte, maar ook binnen bedrijven, organisaties, instellingen goed gemonitord worden zodat het mogelijk is op grond hiervan beleid te ontwikkelen. Kijk kritisch naar de werkplekken waar het nu nog geaccepteerd wordt om, op grond van neutraliteit, vrouwen met een hoofddoek structureel buiten te sluiten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan geüniformeerde beroepen als de politie. Onderzoek in hoeverre dit streven naar neutraliteit ten koste gaat van inclusiviteit, gelijke rechten voor vrouwen, professionaliteit en herkenbaarheid van de politie. Kijk hierbij ook naar ervaringen in andere landen waar een politieagente met een hoofddoek wel wordt toegestaan. De monitor moslimdiscriminatie  In 2011 nam Ineke van der Valk het initiatief voor de Monitor Moslim Discriminatie, een project waarin over meerdere jaren de ontwikkeling op het gebied van moslimdiscriminatie wordt onderzocht. Zij schreef het boek Islamofobie en Discriminatie en nam de eerste drie afleveringen van de Monitors Moslimdiscriminatie voor haar rekening. Deze vierde Monitor  is een co-productie van  Ewoud Butter, Roemer van Oordt en Ineke van der Valk. Butter en Van Oordt doen eveneens  al langere tijd onderzoek  op dit gebied.  De hele Monitor kunt u hier (pdf) downloaden. Dit artikel, grotendeels gebaseerd op het laatste hoofdstuk van de Monitor, verscheen eerder bij Republiek Allochtonië.

Closing Time | My Girl

Richard Janssen doet een Beatles song. Eentje die nog niet bestond dan. Solo, met zijn gitaar en een paar zeemeeuwen aan het eind. Een klein intiem liedje waarin hij wat melancholisch terugkijkt op een voorbije liefde. Zij heeft inmiddels een nieuwe. Maar voor hem blijft zij nog steeds zijn meisje. Richard Janssen stopte met zijn band The Fatal Flowers, waarin het allemaal wat ruiger aan toe ging, en maakte een intieme plaat onder de naam Rex. De enige cd van Rex zat in plastic hoesje waarin behalve de cd, als extra attentiewaarde, ook suikerhartjes verpakt zaten. Op de hartjes de woorden: Ready, Okay, Love en Baby.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Molly John (cc)

Arbeidsmigratie is onvoldoende voor balans tussen beroepsbevolking en zorgvraag

Zelfs bij hoge arbeidsmigratie zal de beroepsbevolking tot 2050 minder sterk groeien dan de vraag naar langdurige zorg. Het NIDI adviseert het nieuwe kabinet daarom te investeren in onderwijs, participatie en een preventief gezondheidsbeleid. Meer gezonde, goed geschoolde mensen die met z’n allen meer werken remmen de groeiende zorgvraag af.

De vergrijzing leidt tot een toenemende druk van de zorgvraag op de beroepsbevolking blijkt uit het recente rapport ‘Bevolking 2050 in beeld: opleiding, arbeid, zorg en wonen’ van het NIDI en het CBS. Omdat de hoge geboorteaantallen van na de oorlog en de daling van het aantal geboorten vanaf de jaren zeventig een belangrijke oorzaak zijn van de huidige vergrijzing, wordt vaak geredeneerd dat een stijging van het kindertal een remedie is tegen de gevolgen van vergrijzing.

Een hoger kindertal leidt echter pas over tientallen jaren tot een substantiële toename van de beroepsbevolking. De eerstkomende decennia leidt een hoger kindertal vooral tot een toename van de arbeidsvraag – voor kinderopvang en onderwijs.

Hoge arbeidsmigratie leidt wel op korte termijn tot een toename van de beroepsbevolking. Zij kan bijdragen aan het vervullen van vacatures van nu. Diverse sectoren, zoals land- en tuinbouw en distributiecentra zijn in belangrijke mate afhankelijk van arbeidsmigranten. Op de lange termijn is dit echter niet voldoende.

Foto: Charles Roffey (cc)

De bevrijding die dat niet was

Net als André van Duin ga ik voor Dodenherdenking liever naar het Homomonument dan naar het monument op de Dam. Toen Van Duin afgelopen dinsdag wel op de Dam aanwezig was, en daar een ontroerende speech hield, sprak hij met liefde over het Homomonument. ‘Dat wij in Nederland sinds 1987, als eerste in de wereld, zo’n monument hebben, tekent onze vrijheid: de vrijheid dat iedereen hier zichzelf mag zijn, zonder dat iemand anders daar wat van zegt.’

De geschiedenis was wranger dan dat. Het Homomonument kwam tot stand omdat homo-organisaties jarenlang bij de officiële Dodenherdenking werden geweerd. Meelopen in het formele defilé mochten ze niet, laat staan een krans leggen. Hun aanwezigheid werd gezien als provocatie jegens andere oorlogsslachtoffers en -getroffenen.

Ook in boeken over de Tweede Wereldoorlog was amper aandacht voor de homovervolging. Erger: nog lang werd gedacht dat homoseksuelen – en zij die daarvoor versleten werden – eigenlijk een plaats in een Duits kamp verdienden. De geallieerden zouden in 1948 nog bevestigd hebben dat criminelen, moordenaars en homoseksuelen in hun ogen met recht in het kamp hebben gezeten; in 1953 herhaalde de Duitse overheid dat rijtje (en voegde daar de zigeuners nog aan toe).

Toen de homobeweging opkwam, vanaf eind jaren zestig, waren de meer activistisch ingestelde homo’s het zat: ze vroegen niet braaf toestemming om mee te mogen doen, ze deden het gewoon. Twee van hen speldden zichzelf roze driehoekjes op, die voor de homo’s waren wat de gele ster voor de Joden was, en togen naar de Dam. Maar toen zij hun krans met roze linten wilden neerleggen, werden ze gearresteerd. De krans werd vernield. Dat was op 4 mei 1970.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Closing Time | Tombe La Neige

Hagel in mei heb ik wel gezien, verleden week was dat. Het roffelde ineens tegen de ramen. Blijft toch een sensatie zo’n fenomeen, dat je grasveldje ineens groen/wit is. Sneeuw heb ik nog niet gezien. Wel zag ik de bloesems van de bomen door de lucht wervelen toen het zo waaide. Het wordt dan zo’n plakkerige kledderdrab op de stoep, niets sierlijks meer aan, toch net als echte sneeuw. Waar wou ik ook alweer heen, o ja, naar Adamo die Tombe La Neige zingt. Over echte sneeuw die valt. Een witte wereld terwijl zijn hart zwart is (het zal een keer niet over een vrouw gaan die er niet is). En dan doet Adamo parlando. En hij praat over kou en gemis, wanhoop en eenzaamheid. En de sneeuw die maar blijft vallen.

Foto: The People Speak! (cc)

Vergezichten in COVID

ACHTERGROND, ANALYSE - De antivaxer als egoistische aso – of is het net andersom?

In mijn omgeving voltrekt zich een polarisatie: een aanzienlijk deel ontpopt zich als die-hard antivaxer, terwijl de net wat talrijkere rest daar fanatiek tegenin gaat. Ikzelf zit – met een achtergrond in wetenschap – uiteraard in dat laatste kamp. Echter, een recentelijk inzicht deed mijn standpunt schuiven – al ben ik er nog niet achter in welke mate.

Kansberekeningen

Bij de keuze al dan niet vaccineren tegen covid maken veel mensen als eerste een egoistische afweging: wat zijn mijn eigen persoonlijke risico’s en kansen. Het grote probleem daarbij is natuurlijk dat veel mensen de kennis ontbreekt om de grootte van de kansen te weten, en als ze die grootte al weten, ze vaak niet in staat zijn om dat enige betekenis te geven. Daarom wil ik dit verhaal beginnen met het inschatten van die kansen. Het blijft natuurlijk nattevingerwerk, maar mijn kansberekening zal de orde van grootte van de kansen redelijk benaderen.

In een ideale wereld waarin iedereen zich gewoon laat vaccineren tegen een bepaalde infectieziekte, is de meest rationele keuze uiteraard om je niet te laten vaccineren. Immers, hoe klein ook, bij elk vaccin is er een kans op bijwerkingen en die kans vermijd je door je niet te laten vaccineren. Omdat iedere andere persoon wel gevaccineerd is, loop je daardoor ook geen risico op de negatieve effecten van niet vaccineren, namelijk het oplopen van de ziekte in kwestie. Dit staat of valt natuurlijk met de inschatting dat de vaccinatiegraad onder de bevolking voldoende is. Deze strategie is weliswaar rationeel op individueel niveau, maar niet op groepsniveau. Bovendien is het ronduit egoistisch: je bent een free-rider op het systeem, en laat anderen de kastanjes uit het vuur halen.

Foto: PRI's The World (cc)

Daar opgewekt

ANALYSE - In 2014 schreef ik een stuk over de wereldwijde slag om de onderkant van de energiemarkt. Een slag die nog steeds gestreden wordt tussen de leveranciers van fossiele energie en de leveranciers van duurzame energie. In de tussenliggende jaren is er veel gebeurd en heeft de prijsdaling van windenergie, zonne-energie en energie-opslag wereldwijd doorgezet.

Ontwikkeling kolencentrales wereldwijd

De pijplijn aan kolencentrales krimpt wereldwijd en de productie van kolenstroom is sinds 2014 stabiel, ook al groeit het wereldwijde vermogen aan kolencentrales nog steeds. Dat betekent dat per kolencentrale minder stroom wordt geproduceerd, waardoor de gemiddelde capaciteitsfactor daalt en er dus ook minder geld wordt verdiend met kolencentrales.

Het totaal vermogen aan kolencentrales dat is aangekondigd, waar vergunning voor is aangevraagd of verleend en dat in aanbouw is sinds 2014 fors gedaald. De druk op investeerders (banken, pensioenfondsen, vermogensbeheerders) en verzekeraars om zich terug te trekken uit de financiering van kolencentrales groeit ook nog steeds.

Tegenover de krimp in kolenvermogen in aanbouw staat een stijging in het vermogen dat gecancelled is en gesloten. Het schiet nog niet echt op met sluitingen, maar het feit dat het vermogen van afgeblazen kolencentrales sinds 2014 stijgt is een mooie eerste stap. Een paar jaar geleden was de verwachting dat met name Zuid- en Zuidoost-Azië nog een forse groei zouden doormaken. Inmiddels hebben de regeringen van Bangladesh, de Filipijnen, Vietnam en Indonesië plannen aangekondigd om 62 GW aan geplande kolencentrales te schrappen. Daarmee daalt de pijplijn aan kolenvermogen met 80% sinds 2015, aldus Global Energy Monitor in Boom & Bust 2021. Ook Carbon Brief schetste halverwege 2020 geen rooskleurig beeld voor de kolensector. Uit een analyse van Ember blijkt dat de neergang van kolenstroom in de landen van de G20 in 2020 door heeft gezet, terwijl wind- en zonne-energie sterk groeien.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Closing Time | Tous les garçons et les filles

In de Closing Time van gisteren werd al naar haar verwezen: Françoise Hardy. En Tous les garçons et les filles is natuurlijk een enorme nostalgische kneiter, een romantische klassieker van jewelste. De chanson heeft na bijna 60 jaar nog niets van zijn aantrekkelijkheid verloren. Een lief zoet wiegend weemoedig stemmend zomers walsje. Ik zit hier als vanzelf zachtjes meedeinend achter het toetsenbord. En ja we worden ouder, we laten de jeugd achter ons, we worden sterfelijk. En Françoise Hardy is nu ziek. Klik je nu een artikel over haar aan, dan is het eerste dat je leest: kanker en euthanasie. Dat is wel een erg bruut slotakkoord.

Foto: Fieldlab test museumweek 2021 © foto Wilma Lankhorst.

€1 miljard voor tijdelijke wet testbewijzen

COLUMN - Afgelopen vrijdag heeft de demissionaire ministerraad vergaderd over een wetsvoorstel van Minister Hugo de Jonge over het wijzigen van de Wet publieke gezondheid (Wpg) om testbewijzen voor toegang in te kunnen zetten. Het gaat om een tijdelijke wet “om de samenleving verder te openen zodat we weer naar sportwedstrijden, muziekfestivals, musea of naar de horeca kunnen.” De verwachting is dat komende dinsdag (11 mei 2021) de knoop wordt doorgehakt. In de wandelgangen staan de lichten al op licht groen.

Stop dit voorstel

Deze tijdelijke wet lijkt me om meerdere redenen geen goed plan. De € 1 miljard die De Jonge heeft begroot, kan effectiever worden ingezet voor het steunen van sport, culturele instellingen en de horeca. Mijn hoofd duizelt al sinds dit nieuws afgelopen vrijdag in de nieuwsprogramma’s aan bod kwam. Onder andere directeur Charles de Mooij van het Noordbrabants Museum in Den Bosch gaf aan dat dit voorstel wat hem betreft geen goed plan is.

2021 Noordbrabants Museum Den Bosch © foto Wilma Lankhorst

Noordbrabants Museum Den Bosch © foto Wilma Lankhorst.

Ik heb zelf meegedaan aan de Fieldlab-test tijdens de nationale museumweek (18-25 april jl.). Voor de verplichte test moest ik twee maal een half uur rijden om de dag er na een museum te bezoeken. Deze inspanning is prima voor een test, maar dat ga ik niet doen in de toekomst. Ondanks het feit dat ik voor mijn werk afhankelijk ben van bezoeken aan musea, ben ik niet bereid om me steeds te laten testen en hiervoor ook nog eens extra te moeten betalen.

Foto: cool revolution (cc)

Ons raciaal contract

PODCAST - Hoe gaan we verder na Black Lives Matter? Gloria Wekker gaf afgelopen maart een lezing voor antidiscriminatiebureau Radar die nu als podcast te luisteren is.

Wekker begint met een paar lichtpuntjes rondom racisme in Nederland, zoals de zetel van BIJ1 in de Tweede Kamer, het feit dat er vorig jaar niet alleen zwarte mensen naar de BLM-demonstratie kwamen maar ook witte mensen, en de onderzoeken naar de rol van Amsterdam, Rotterdam en binnenkort ook Utrecht in de slavernij. Dat je ook niet meer hoeft uit te leggen waarom je onderzoek doet naar racisme, zoals Wekker zelf lange tijd ondervond, is ook vooruitgang te noemen.

Maar het racismeprobleem is natuurlijk verre van opgelost. Om dit te illustreren analyseert Wekker het NPO-debat van afgelopen juni over racisme als voorbeeld van hoe het dus niet moet. Het ging al mis bij de keuze voor de centrale stelling: ‘Het huidige racismedebat drijft Nederland uit elkaar.’ Het was dus geen debat over racisme maar een debat over het racismedebat. Dat is het eerste punt van negen punten van Wekkers analyse. Ook als je denkt dat alles wel over dat debat gezegd is, is het verhelderend om met Wekker terug te blikken. Zij ziet het debat als graadmeter voor het huidige ‘raciaal contract’, een concept van filosoof Charles W. Mills dat duidt op de manier waarop witte mensen omgaan met niet-witte mensen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Vorige Volgende