Dekolonisatie in de geschiedschrijving
RECENSIE - Objectiviteit zal in de geschiedschrijving altijd een discussiepunt blijven. Wat er vroeger gebeurd is en welke betekenis we daaraan moeten geven zal door diegenen die er bij waren moeilijk anders dan vanuit hun subjectieve beleving kunnen worden weergegeven. En degenen die er niet bij waren en er later op terugkomen kunnen zich moeilijk volledig losmaken van hun eigen tijdgebonden denkkader. Waar het dus bij de beoordeling van geschiedkundig werk om zou moeten gaan is de vraag of de auteur zich rekenschap heeft gegeven van zijn of haar handicap en of er op z’n minst een goede poging is gedaan om de nodige afstand te bewaren om in de richting van de -helaas onhaalbare- objectiviteit te komen. Tegen deze achtergrond ben ik altijd geïnteresseerd in kritische beschouwingen over geschiedenisboeken. Die zijn doorgaans nuttig en leerzaam. Soms zijn ze ook vermakelijk.
Het valt me echter moeilijk een kritische beschouwing serieus te nemen als de criticus mij al vanaf de allereerste pagina ervan probeert te overtuigen dat hier geen sprake is van wetenschappelijk verantwoord werk, ‘maar van manipulatie en geschiedvervalsing’. Dat schrijft Bauke Geersing in de tweede alinea van zijn inleiding op De Nederlandse krijgsmacht tijdens de dekolonisatie van Nederlands-Indië 1945-150; hoe het NIMH deze geschiedenis manipuleert en vervalst. In dat boek bekritiseert hij een uitgave van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, onderdeel van een door de regering geïnitieerd onderzoeksprogramma waarvan de resultaten op 17 februari 2022 zullen worden gepresenteerd. Dit deel heet: ‘Krijgsgeweld en Kolonie – Opkomst en ondergang van Nederland als koloniale mogendheid 1816-2010‘ en Geersings kritiek richt zich met name op hoofdstuk 11 van dit boek ‘De oorlog met de Republiek Indonesië 1945 -1950/1952‘. Nog voordat de inleiding met beschuldigingen aan het adres van de auteurs en uitgever ten einde komt confronteert Geersing mij vervolgens op p. 16/17 al met zijn conclusie over de wetenschappelijke ondeugdelijkheid van het besproken boek: