Syriërs: moeite om plek als man te vinden

Jonge Syrische mannelijke vluchtelingen en hun opvattingen over gender- en partnerrollen worden vaak als problematisch, gevaarlijk en onwenselijk beschouwd. Ze zouden afbreuk doen aan de Nederlandse identiteit. Rik Huizinga ontkracht in zijn proefschrift dit negatieve beeld. Aan mannelijke vluchtelingen afkomstig uit islamitische landen worden vaak mannelijkheidsvormen toebedeeld die haaks zouden staan op denkbeeldige genderrollen en -relaties in Nederland. In sociaal-maatschappelijke debatten lijkt hun genderidentiteit aan de ene kant onverenigbaar met kwetsbaarheid, maar ook wordt betwijfeld of zij tot verandering in staat zijn. Sterker nog, hun veronderstelde mannelijkheid wordt regelmatig geassocieerd met gewelddadigheid en gevaar, en wordt daarom als ongewenst gezien. Deze mannen worden dikwijls geportretteerd als gelukzoekers, verkrachters of terroristen. Hierdoor wordt het beeld in stand gehouden dat zij een bedreiging voor de Nederlandse samenleving vormen. Dit beeld bepaalt deels wie zij hier kunnen zijn en beperkt de mate waarin zij zelf hun alledaagse leven kunnen organiseren. Zoektocht naar thuisgevoel Ik wilde graag begrijpen hoe zij in deze veelal ‘vijandige’ omgeving gevoelens van thuis en verbondenheid proberen te ontwikkelen. Daarvoor interviewde ik 42 Syrische mannelijke vluchtelingen in Noord-Nederland. Uit deze gesprekken blijkt dat wanneer zekerheden en routines abrupt wegvallen, het lastiger is om je ergens thuis en op je plek te voelen. Veel mannen waren op zoek naar herkenning, rust, comfort en veiligheid. Maar dit bleek tegelijkertijd erg moeilijk te vinden. Velen vluchtten alleen, waarbij sommigen hun partners en familieleden vooruit reisden. Zij hebben veel hachelijke en gevaarlijke momenten meegemaakt tijdens een uitputtende reis over land en zee, waardoor ze in verschillende mate trauma’s opliepen. Ook in de azc’s woonden zij vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Vanwege een gebrek aan privacy daar verkeerden zij in een constante staat van alertheid. Een relatie zorgde voor extra stress. In afwachting van de hereniging met hun gezinsleden verkeerden deze mannen vaak lang in eenzaamheid en onzekerheid. Ook voelden ze een grote verantwoordelijkheid om het toekomstig woonhuis op orde te krijgen, zodat de intrek van hun gezin goed zou verlopen. Statusverlies en machteloosheid Een thuisgevoel wordt verder bemoeilijkt doordat veel mannen weinig toekomstperspectief zien. Ze hebben het gevoel stil te staan in Nederland. Velen voelen zich miskend, ondervinden statusverlies en ervaren een gevoel van machteloosheid. In Syrië hebben zij jarenlang gewerkt aan hun opleiding en carrière. In Nederland worden hun diploma’s echter lager ingeschaald en hun professionele competenties onderschat. Vooral alleenstaande mannen realiseerden zich daarnaast dat er weinig perspectief was op gezinsplanning gezien hun precaire situatie. Tegelijkertijd ervaren zij veel druk van familieleden, vrienden of lokale islamitische gemeenschappen om stappen in hun leven te maken. Dit alles geeft hen het gevoel dat ze niet kunnen voldoen aan maatschappelijke verwachtingen en dat hun mannelijkheid in twijfel wordt getrokken. Discriminatie en racisme Daarnaast hebben deze jonge Syriërs te maken met onaangename ervaringen die het persoonlijke domein overstijgen. Velen van hen ervaren discriminatie en racisme in het dagelijks leven, waardoor ze het gevoel krijgen er niet bij te mogen horen. In het ov worden zij bijvoorbeeld vaker gecontroleerd dan anderen en sommige medepassagiers vertikken het om naast hen te zitten. De jonge Syrische mannen beschrijven hun dagelijkse omgeving daardoor als vijandig. Dit ontmoedigt hen in het zoeken van contact en ze zijn hierdoor geneigd zich vaker terug te trekken. Sommigen besloten hun baard af te scheren, hun kledingstijl aan te passen of erg voorzichtig te zijn met het spreken van Arabisch in de openbare ruimte. Velen voelen zich miskend vanwege de aannames en stereotypes over hun mannelijkheid. Dit wordt vaak gezien als trots van mannen uit islamitische landen. Hun ervaringen met discriminatie en racisme worden zo afgewimpeld als een persoonlijke aangelegenheid en niet gezien als een probleem van de maatschappij. Syrische mannelijkheid benadrukken en aanpassen Om met deze onzekerheden om te gaan, grijpen de jonge gevluchte Syriërs terug op formatieve ervaringen en gebeurtenissen uit hun leven waar zij zich vertrouwd bij voelen. Tegelijkertijd passen zij hun gedrag als man ook aan, afhankelijk van hun verwachtingen en verlangens voor de toekomst. Zo laten zij zien dat zij wel degelijk flexibel kunnen omgaan met genderrollen en relaties. Zij trekken zo het dominante narratief over de mannelijkheid van Syrische mannen twijfel. Vooral jonge mannen proberen hun mannelijke identiteit te verkennen door aspecten die hen ‘anders’ maken juist te benadrukken. Zij ontmoeten elkaar in groepjes bij de Syrische ‘barbershop’ of de ‘Turkse supermarkt’ waar zij onder elkaar Arabisch spreken. In parkjes maken zij gerechten klaar op de barbecue die hen aan thuis doen denken en op pleinen spelen zij luid Arabische muziek af om hun plek op te eisen. Zij besteden extra aandacht aan hun kledingstijl en de verzorging van hun haar en baard. Op deze manier ontwrichten zij de heersende conventionele normen en waarden – jullie horen hier niet – en proberen zij hier hun plek als man te vinden. Andere mannen willen binnen hun gezin graag een goede partner en vader zijn. Zij realiseren zich dat er andere verwachtingen zijn in hun nieuwe situatie. Sommigen nemen bijvoorbeeld meer huishoudelijke en zorgtaken op, terwijl hun partner werkt of stageloopt. Dit is veelal een nieuwe ervaring voor ze. Zij weten soms nog niet goed waar en wanneer zij kwetsbaarheid en emotie mogen tonen, en op welke moment een meer dominante rol wordt verwacht. Soms vallen zij daardoor terug in oude en bekende patronen die niet passen bij de nieuwe situatie. Deze onwennigheid levert dan ook regelmatig frictie op in een relatie. Het zichtbaar uitdragen van Syrische identiteitsaspecten en het terugvallen op oude, herkenbare gedragsnormen beschermen daarom aan de ene kant Syrische mannen tegen persoonlijk leed en sociaal geweld. Aan de andere kant kunnen deze mannelijke identiteiten averechts werken wanneer ze niet passen in een omgeving waarin ze gezien worden als ‘anders’ of een bedreiging. Belevingswereld van de inburgeraar Mijn onderzoeksbevindingen laten zien dat jonge Syrische vluchtelingen kwetsbaarheid op verschillende manieren ervaren en in reactie daarop verschillende vormen van mannelijkheid aanwenden, afhankelijk van wat de omgeving van ze vraagt. Dag in dag uit leveren ze veel ‘emotioneel werk’ voor een veilige en succesvolle toekomst. Zij verkennen hun eigen kwetsbaarheden en gevoelens door emotionele connecties aan te gaan met mensen en alledaagse plekken. Als we kijken naar ‘succesverhalen’ van ‘rolmodellen van integratie’ gaat het echter vooral over ‘harde’ vormen van aanpassing en participatie, zoals zij die de taal onder de knie hebben, hun inburgeringscursus succesvol hebben afgerond of actief zijn op de arbeidsmarkt. Terwijl de verantwoordelijkheid in het Nederlandse inburgeringsstelsel steevast neergelegd wordt bij de inburgeraar, is er bijzonder weinig aandacht voor de belevingswereld van de inburgeraar en de rommeligheid van het dagelijks leven. Maar juist wat van hen verwacht wordt, namelijk het aanpassen van genderrollen en -relaties, haal je niet uit eenzijdige representaties van mannelijkheid in tekstboeken en inburgeringslessen. Het lezen en navigeren van een samenleving heeft tijd en inzicht nodig. Er is daarom meer aandacht nodig voor de emoties en kwetsbaarheden van mannelijke vluchtelingen. Voor hoe zij deze in het dagelijks leven ervaren en welke maatregelen zij nemen om dominante stereotypes om te draaien. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vaagstukken. Rik Huizinga promoveerde in 2022 bij de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift ‘Thuis na gedwongen migratie’. Momenteel is hij als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht.

Door: Foto: Foto Fethi Benattallah via Unsplash.
Foto: bron: pixabay,com

Brief aan De Belastingdienst

Open brief aan de Belastingdienst

COLUMN – Er moet mij toch even iets van het hart. Gaat u er maar even bij zitten. Ik had bij u een verzoek om kwijtschelding ingediend voor de aanslag van 2021, omdat mijn inkomen nogal gedaald is dit jaar, en omdat ik voor een onvoorziene gebitsrenovatie sta. Waarvan de kosten in totaal hoger zijn dan de aanslag, en die grotendeels niet door de verzekering vergoed worden. U hebt de begroting gezien. Daarbij heb ik aangegeven dat dit noodzakelijk is voor mijn re-integratie op de arbeidsmarkt. Het is immers niet zo fijn als je zichtbaar een element in je gebit mist, daar schrikken mensen altijd een beetje van. Maar ik kan dat niet laten doen zo lang die belastingschuld boven mijn tandjes hangt. Nu heb ik wel een noodbrug, waar ik héél voorzichtig mee ben, maar daar loop ik ook alweer meer dan een half jaar mee rond. Dus die zegt binnenkort een keer “krak”. Voor de tweede keer dan, want dat deed ie namelijk na een paar weken al. Toen heb ik hem gewoon met secondelijm aan elkaar geplakt, want MacGyver is my middle name (well….sort off…). Maar een tweede keer overleeft ie niet.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Foto Tyler Nix via Unsplash.com

Actief burgerschap biedt uitweg uit asielcrisis

De grote ophef in Albergen rondom de vestiging van een opvang van asielzoekers en de mensonwaardige omstandigheden in Ter Apel zijn evenzoveel kenmerken van een overheidsbeleid dat al decennialang ernstig tekortschiet. Ervaringen in het buitenland en van betrokken burgers leren dat het echt beter kan, zegt Sascha Pimentel van mensenrechtenorganisatie Justice & Peace.

De Nederlandse ontvangst van vluchtelingen heeft een Januskop: tegenover lokale welkomstacties en initiatieven staat een berekenend en onbewogen overheidsbeleid. Groningse ondernemers haalden onlangs via een inzamelingsactie €12.500 op om opgooitentjes voor de mensen buiten de hekken van Ter Apel te kopen. ‘We mengen ons niet met de politiek, maar mensen moeten niet buiten slapen’, zei Willem Straat, een van de ondernemers.

Betrokken burger, onbereikbare overheid

Boa’s en politie namen de opgooitentjes overigens haastig in beslag waardoor vluchtelingen ’s nachts alsnog en opnieuw in het natte gras lagen. Het is een gebeurtenis die zich steeds herhaalt: als burgers in het gat springen dat de overheid laat vallen willen de beleidsmakers daar niets van weten.

Bij de vluchtelingen die voortkwamen uit de crises in Syrië, Afghanistan en Oekraïne reageerden burgers veel alerter en adequater dan de overheid.  Zij stelden hun huizen open, zamelden spullen in, en hielpen nieuwkomers met de taal of met praktische zaken. De Taalmaatjes, gastgezinnen en vrijwilligers laten steeds zien dat mensen elkaar gewoon willen en kunnen opvangen. Voor de overheid is dat echter geen aanleiding om de burgerlijke betrokkenheid aan te moedigen of te ondersteunen, zelfs niet als de centrale opvang van vluchtelingen dramatisch tekortschiet en de procedures eindeloos voortslepen en ontmenselijken. ‘Het is dweilen met de kraan open, maar we moeten harder dweilen’, zei de staatssecretaris Asiel en Migratie Eric van der Burg, toen vorige maand de mogelijkheden voor asielopvang op zee werden onderzocht.

Foto: BoH, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons Binnenvaarttanker Jade in het Calandkanaal

Varend ontgassen: Kamer fout geïnformeerd over ontgasverbod

Sargasso schreef in november 2021 al dat de Tweede Kamer onjuist geïnformeerd is over de mogelijkheid van een nationaal ontgasverbod op basis van een brief van schipper Ton Quist. Inmiddels geeft het Ministerie dit ook toe in een aanvullende reactie op de brief aan Harbers. Letterlijk schrijft het ministerie:

Ik zie dat een deel van mijn mail ontbreekt. In uw brief geeft u terecht aan dat het IJsselmeer geen Aktewater betreft. Deze fout is helaas in een Kamerbrief terecht gekomen, maar u heeft gelijk.

Voor wat betreft het uitstootverbod in Duitsland: het ministerie heeft jaren geleden uiteraard overwogen om de Regeling benzinevervoer in mobiele tanks te wijzigen. Met deze regeling is de Richtlijn nr. 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine vanaf terminals naar benzinestations, deels geïmplementeerd. In deze regeling is een ontgassingsverbod voor aardoliedestillaten volgens de EU definitie van de benzinedistributierichtlijn waaronder benzine (UN 1203), opgenomen. Met de wijziging kon dit ontgassingsverbod worden uitgebreid naar andersoortige stoffen zoals benzeen. De wijziging van de regeling is (mogelijk) een nationale kop op de Europese Richtlijn. De verantwoordelijkheid en de kosten voor het ontgassen zouden bij deze optie echter geheel komen te liggen bij de schippers. Het ministerie heeft daar expliciet niet voor gekozen, omdat we in het CDNI destijds juist toewerkte naar een verbod in lijn met het CDNI-principe van “de vervuiler betaalt”. Duitsland heeft deze keuze wel gemaakt door ook UN 1268 en UN 3475 toe te voegen.

De actie van Duitsland werd dus niet als illegaal gezien, zoals u het stelt. Duitsland is dan ook niet in die hoedanigheid erop aangesproken.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Jason Powell (cc)

Generatie 9/11

RECENSIE - In zijn essaybundel Imaginary Homelands observeert Salman Rushdie dat Groot-Brittannië een overzees imperium heeft vervangen door een empire within. Daarmee bedoelt hij dat de Engelsen altijd een neerbuigende houding hebben behouden tegenover anderen, of het nu ging om degenen die woonden in het ooit Britse India of om hun afstammelingen, wonend op de Britse eilanden. De outsiders waren ooit outside geweest maar ook nu ze within woonden bleven het outsiders.

Nederlands interne imperium

In Nederland is dat niet anders. Wie niet komt uit een oude Nederlandse familie, staat op achterstand. Ik vermoed dat elke lezer er wel iets van heeft gezien. Zelf heb ik gewerkt in de schoonmaak (met Turkse, Surinaamse en Marokkaanse collega’s), heb ik familie op Curaçao en had ik een relatie met een zwarte vriendin. Hoe diep de reflexen tegen het niet-westerse zitten, ontdekte ik toen ik een boek publiceerde over wat de Europese cultuur heeft ontleend aan oosterse culturen. Mijn betrokkenheid bij de multi-etnische samenleving is al met al niet wereldschokkend, maar ik zie wel eens iets van de complicaties.

Zoals zoveel aloude Nederlanders – als dit een uitdrukking is – weet ik me niet goed houding te geven. U merkt het aan mijn woordkeuze. In de eerste alinea kon ik het woord “Britten” niet gebruiken, want Rushdie heeft hetzelfde paspoort als Farage en Johnson. Ik schreef dus “Engelsen”, maar dat riep meteen de vraag op hoe het zat met Schotten en Welshmen. Ik schreef “In Nederland is dat niet anders” om “Nederlanders” te vermijden. Had ik het moeten hebben over immigranten of autochtonen? Nee, ze zijn hier geboren. En dan is er “wit” in plaats van “blank”. Daarmee heb ik moeite, want er wordt me een identiteit en een conflict aangepraat waarin ik me niet herken.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-09-2022

“Zoek het maar op”: recensie zomergasten met Bessel van der Kolk

RECENSIE - Er zat een man met gevaarlijke ideeën aan tafel bij Janine Abbring in de zesde en laatste aflevering van Zomergasten 2022: psychiater en traumaspecialist Bessel van der Kolk. Die gevaarlijke ideeën betroffen de theorie dat je met een beetje hulp (van een therapeut of van psychedelische drugs) verdrongen traumatische herinneringen naar boven kan halen.

Volgens dit ingezonden opiniestuk in De Volkskrant van twee rechtspsychologen en een universitair hoofddocent van de VU, is het geloof van het bestaan van verdringing ronduit gevaarlijk, vooral als het opduikt in de rechtbank of in de psychologische behandelkamer. Volgens het artikel heeft wetenschappelijk onderzoek meerdere malen aangetoond dat therapeuten die geloven in het bestaan van verdringing, hun patiënten ertoe kunnen aanzetten zich gebeurtenissen te herinneren die nooit hebben plaatsgevonden.

Janine Abbring noemde het een welles-nietesdiscussie. Van der Kolk noemde het onzin. Hij had eigenlijk twee argumenten om zichzelf te verdedigen.

Het eerste was: mijn criticasters hebben zich nooit in trauma verdiept. En zeker niet zoveel en zo intensief als ik. Een kleine twintig jaar geleden was Van der Kolk als deskundige betrokken bij rechtszaken rond het kindermisbruik van de katholieke kerk. Van der Kolk probeerde de kritiek tegen zijn ideeën te framen als een poging van de katholieke kerk om verdringing in diskrediet te brengen. Dat de wetenschap zou hebben bewezen dat verdringing onzin is, wuifde hij weg. Dat soort wetenschappers was niet werkelijk geïnteresseerd in wat hij te zeggen had.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: National Park Service (cc)

Racisme, klassenstrijd en geloof

RECENSIE - In 1931 werden negen zwarte Amerikaanse jongens van 13-20 jaar in Alabama aangeklaagd voor verkrachting van twee witte vrouwen. De jongens zaten, op zoek naar werk, in een trein en kregen ruzie met een groep witte jongeren die zwarten het recht ontzegden om met de trein te reizen maar vervolgens door hen uit de trein werden gegooid. Ze schakelden de politie in die nogal willekeurig negen zwarte jongens arresteerde. De vrouwen beschuldigden hen van verkrachting, wat nooit werd bewezen. Op de 13-jarige na, die levenslang kreeg, werden alle jongens in eerste instantie ter dood veroordeeld. De rechtszaak met een geheel witte jury, is een voorbeeld geworden van racistische rechtspraak in het zuiden van de VS. Uiteindelijk is de doodstraf niet uitgevoerd. De Scottsboro Boys zaten wel verschillende gevangenisstraffen uit. De wereldwijde aandacht voor het proces heeft een schat aan literatuur, films en muziek opgeleverd.

De geschiedenis van de Scottsboro Boys wordt in het boek Voor elkaar met elkaar: Black Lives Matter van Chris Beuker beschreven aan de hand van de acties van de moeder van twee van hen, Ada Wright. Zij heeft zich onvermoeibaar ingezet voor haar zonen Andy en Roy. Ada kreeg daarbij de steun van de Amerikaanse Communistische Partij en de internationale communistische beweging. Ze maakte in het kader van de solidariteitsbeweging van de Internationale Rode Hulp een tour door Europa en bezocht in 1932 ook Amsterdam, Delft en Friesland. In de Diamantbeurs in Amsterdam zei ze volgens De Tribune ‘onder grote bijval’: door te vechten voor de Scottsboro-jongens vecht je tegelijkertijd voor de bevrijding van alle werkers, blanken en zwarten. In dezelfde geest had ook Anton de Kom over de zaak geschreven in Links Richten in een fragment uit zijn nog te verschijnen boek Wij slaven van Suriname. Beuker constateert dat een passage waarin De Kom zich tot de Nederlandse arbeiders richt opvallend genoeg niet is opgenomen in de uiteindelijk in Nederland gepubliceerde versie van zijn boek: ‘en gij Nederlandse proletariërs (…) gij die de schuld niet deelt der overheerschers omdat gijzelve overheerscht werd, gij zult de voorvechters van onzevrijheid met ons liefhebben en hun beeltenis zal meegedragen worden in Uw stoeten naast die van Lenin op de dag dat de groote afrekening met het kapitalisme zal plaatsvinden.’

Foto: nhadatvideo (cc)

Bij voedselbedrijven gaat winst voor de boer

Een gastbijdrage van Nick Ottens

De bedrijven die het meeste baat hebben bij de intensieve veehouderij weigeren mee te praten over hervorming van de sector. De grote ketenpartijen steunen de boerenprotesten, maar verdedigen vooral hun eigen belang.

Agrifirm, De Heus en ForFarmers, drie van de grootste veevoerbedrijven ter wereld, financieren de demonstraties tegen het stikstofbeleid van het kabinet. Zij zijn ook het grote geld achter boerenbeweging Agractie. Agrifirm schuift, na eerder een uitnodiging van Johan Remkes te hebben afgewezen, toch bij de bemiddelingspoging van de VVD’er aan. De Heus en ForFarmers laten het, net als Agractie, afweten.

Royal A-ware, de zuivelverwerker met merken als Royal Orange en Westzaner, en de Vandrie Group, één van de grootste kalfs- en rundvleesverwerkers van Europa, trekken ook de portemonnee. Samen met De Heus betalen zij een publiekscampagne om tegenwicht te bieden aan wat zij het ‘anti-landbouwsentiment’ noemen. Ook Royal A-ware heeft een uitnodiging van Remkes afgeslagen.

Gezamenlijk hadden deze vijf bedrijven vorig jaar een omzet van 8,7 miljard euro (1 procent van de Nederlandse economie) en maakten zij 212 miljoen euro winst. Nog groter zijn FrieslandCampina, Rabobank en de supermarkten. Met uitzondering van de bank weigeren ook die het gesprek.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: BoH, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons Binnenvaarttanker Jade in het Calandkanaal

Brief aan Harbers betreffende ontgassen van binnenschepen

Onderstaande brief is in juni aan Ministers Harbers van Infrastructuur en Waterstaat gestuurd door Arie den Breejen, expert omgevingsrecht en in het verleden opsteller van de provinciale verordening waarmee varend ontgassen van benzeen en benzeenhoudende stoffen in de provincie Zuid-Holland werd verboden.

Update 23 augustus: De reactie van het ministerie is onderaan toegevoegd.

Wat is ontgassen ook al weer?

Bepaalde vloeistoffen verdampen snel. Deze zijn, zogezegd, vluchtig. Van dergelijke vloeistoffen blijven na het lossen van een tankschip dampen in de tank achter: restladingdampen. Deze dampen worden op weg naar een nieuwe belading vaak vrijelijk in de atmosfeer uitgestoten oftewel ontgast. Met deze uitstoot moet verontreiniging van de nieuwe lading worden voorkomen. Een dergelijke verontreiniging kan de lading onverkoopbaar en/of onbruikbaar maken. De uitstoot is niet zonder problemen. Veel van de uitgestoten stoffen zijn milieu- en gezondheidsschadelijk, bijvoorbeeld kankerverwekkend.

Brief aan Harbers

Geachte heer, mevrouw,

In juni 2022 is in het tijdschrift Vervoer & Recht een bijdrage van mij, in een grijs verleden medewerker van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, verschenen getiteld “Varen tussen juridische klippen: de omgang met restlading dampen van binnenschepen in de besluitvorming”. Deze bijdrage vormt een vervolg op een eerdere bijdrage in voornoemd tijdschrift verschenen in juni 2020 getiteld “Ontgassen van binnenschepen: klaart de lucht eindelijk op?”

Foto: Google streetview schermafbeelding

Opvang met liefde, maar niet in Albergen

COLUMN - Ach, wat lief van staatssecretaris Van der Burg: asielzoekers kunnen naar een hotel in het pittoreske Albergen. Het dorp kent volgens de Wikipedia een rijk verenigingsleven, dus dat is leuk integreren geblazen.

Het hotel, dat door het COA is aangekocht, ligt erg landelijk. Gaat u van hier naar links komt u langs schitterende stulpjes en heerlijk, rustgevend groen. Gaat u naar rechts dan komt u na een halfuurtje lopen in het centrum van het dorpje.

Of u nou links of rechts gaat, je moet de inwoners gelijk geven: hier is geen millimeter ruimte voor  asielzoekers. Het is geen kwestie van NIMBY, maar van riante voortuinen. Je moet er niet aan denken dat een getraumatiseerde Afghaan daar een grasmaaiende robot te lijf gaat in een vlaag van waanveronderstelling dat er een Talibantank op hem afkomt.

Jammer voor het COA en die lieve staatsecretaris, die dacht dat de asielzoekers hier wel tot de nodige rust hadden kunnen komen.

Dat hele asielbeleid krijgt trouwens steeds meer toeristische allure. Behalve tal van hotels en landelijk gelegen kazernes zijn ook zee- en riviercruiseschepen locaties om asielzoekers even uit de zorgen te helpen. Altijd maar even, want na een paar dagen of enkele weken moeten ze weer naar een andere locatie. Zo leren ze het land goed kennen.

Vorige Volgende