Spannende verkiezingen, hogere opkomst?
ANALYSE - van Simon Otjes en David M. Willumsen (verscheen eerder op Stuk Rood Vlees).
De commissie-Remkes heeft de afgelopen twee jaar hard nagedacht over manieren om de Nederlandse democratie te vernieuwen en te versterken. Een van de adviezen die zij geeft is blokvorming: partijen die ideologisch dicht bij elkaar staan moeten voor de verkiezingen aangeven dat ze samen in het kabinet gaan. Dat zou goed zijn voor de legitimiteit van het politieke stelsel. Veel empirische ondersteuning bieden Remkes en zijn collega’s niet. Wel verwijzen ze naar de Deense politieke serie Borgen, die aangeeft dat blokvorming kan leiden tot spannende politiek. Dat leidt tot de vraag welke lessen Nederland zou kunnen leren uit Denemarken? En wat onderzoek zegt over het effect van blokpolitiek?
Een Deens en een Nederlandse verkiezingsavond
Aan de oppervlakte lijken de politieke stelsels van Denemarken en Nederland enorm op elkaar. Beide landen hebben een lage kiesdrempel en daardoor een zeer divers parlement: er zijn in beide landen rechts-liberalen, sociaal-democraten, socialisten, een links-groene fusiepartij, links-liberalen en rechtspopulisten. Bij de Nederlandse verkiezingen van 2017 werd de partij van de premier wederom de grootste. Na een maandenlange formatie smeedde hij een centrum-rechtse coalitie samen: de liberaal Mark Rutte bleef premier. Bij de Deense verkiezingen van 2015 bleef de partij van de premier ook de grootste. Deze won zelfs zetels. Maar op verkiezingsavond was het duidelijk dat de premier haar biezen kon pakken. Er zou een centrum-rechtse regering komen onder leiding van een liberaal. 10 dagen na de verkiezingen was deze geïnstalleerd.