Een coronapas is te verdedigen, maar dit kabinet niet
COLUMN - De bestuurlijke gedachtenkronkels die tot de coronapas leiden zijn onnavolgbaar. En met dat gebrek aan helderheid is heel veel mis.
In de afweging over de coronapas lijken mij drie grondrechten in het geding, gelijke behandeling (artikel 1 GW), onaantastbaarheid van het eigen lichaam (artikel 11 GW) en de volksgezondheid (artikel 22). Om die volksgezondheid draait het kabinetsbeleid al anderhalf jaar. Het kabinet wil de zorg best overbelasten, maar niet teveel overbelasten. Vaccins helpen daarbij en dat leidt tot de vraag of de staat vaccinatie mag afdwingen. De vraag over gelijke behandeling komt in beeld op het moment dat mensen een ongelijk risico vormen voor elkaar en de gezondheidszorg. Gevaccineerden belanden nauwelijks in het ziekenhuis en geven het virus veel minder door. En mensen die negatief getest zijn geven het derhalve ook niet door. Dus mag je het ongelijke risico dat mensen vormen doorvertalen in ongelijke toegang tot het openbare leven?
Zie daar de context. Maar waar zijn de heldere afwegingen van het kabinet?
Je zou kunnen zeggen dat, om een volgende lockdown te voorkomen, we van die drie grondrechten er op dit moment maar twee volledig kunnen handhaven.
Verdedigen we de gelijke behandeling en onaantastbaarheid van het lichaam, dan blijft de zorg overbelast. Uitvallend zorgpersoneel. Uitgestelde behandelingen die niet worden ingelopen waardoor geneeslijk zieken toch overlijden. Of houden we de zorg overeind net als de gelijke behandeling? Dat kan ook. Dan moeten we vaccinatie verplicht stellen. Dan dooft deze variant uit en kan de zorg op adem komen en gewone behandelingen hervatten. Of voorkomen we verplichte vaccinatie en houden we de zorg overeind? Dat kan door te morrelen aan die gelijke behandeling. Dat is wat de coronapas doet.