Er heeft zich een zoon gemeld

Erik Greveling zaliger (over wie deze stukjes gaan) blijkt een zoon te hebben: Dawid Brzinsky. Zijn moeder, Agnesz Brzinsky, is 55 jaar, ze woont in Amsterdam, ze werkt als bibliothecaresse aan de bibliotheek van de UvA. Aan dezelfde universiteit studeert de 21-jarige Dawid medicijnen. Hij wil huisarts worden. Ik had de twee wel gezien tijdens de crematie van Erik, maar had verder niet nagedacht over hun aanwezigheid. Gisteren kwam Dawid op bezoek bij me. Zijn moeder had 22 jaar geleden een korte affaire gehad met Erik, ‘want ze wilde een kind, and here I am’ zoals Dawid me zei. Ten bewijze van een en ander liet hij me een stel foto’s uit 1990 zien van Agnesz en Erik, romantisch samen op een Amsterdamse kermis, lopend op het Damplein, elkaar kussend op het Rokin etc. Hoe hadden ze elkaar ontmoet? Er was nog geen internet, dus Agnesz had een advertentie gezet in de Volkskrant (‘Gezocht: man voor even’) en daarop had Erik haar geschreven. Dat ‘even’ heeft ruim twee maanden geduurd, in die twee maanden was Dawid verwekt en Agnesz zei bedankt en ga nu maar weg. Hij had haar nog wel geregeld brieven geschreven en zij hem ook, maar ontmoeten zouden ze elkaar niet meer.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 17-03-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Wat zijn we toch weer bang

Och, och wat zijn we toch allemaal weer bang, constateert Oud Zeikwijf.

Ik zit blijmoedig in tram 10, op weg naar een afspraak in de Balie (020). Opeens blijft die steken op halte Korte ‘s-Gravesandestraat. Vijf minuten, tien minuten, een kwartier… Je blijft zitten want je verwacht dat je toch elk moment weer vertrekt. Maar nee. Alle trams die via deze route naar het Leidseplein gaan stranden achter ons of rijden om. Na een half uur komt er uitleg over de speakers: ‘We wachten op een ambulance.’

Ik denk nog: inderdaad, we staan niet ver van het OLVG én van de Achtergracht (GG&GD), een ambulance heeft waarschijnlijk de trambaan nodig om door te sjezen. Na nog een kwartier horen we eindelijk de sirene. Een team van maar liefst vier broeders en zusters stormt de coupé binnen, buigt zich over een verder perfect gezond uitziende peuter in een kinderwagen, en loopt weer weg, gevolgd door diezelfde peuter in diezelfde kinderwagen, geduwd door, vermoedelijk, zijn moeder.

Mijn buurvrouw en ik kijken elkaar aan. Zij ziet de vraagtekens in mijn ogen en vult aan: ‘Voor je instapte remde de tram plotsklaps en is dat kind met wagen en al achterover gekieperd. De moeder is vast bang dat ie wat opgelopen heeft.’ DE MOEDER IS VAST BANG DAT IE WAT OPGELOPEN HEEFT! Wat dan als ik vragen mag? Een hersenfraktuur? Op 1,5 jarige leeftijd?  Terwijl het op die leeftijd zowat je levensinvulling is, voor-, achter- of zijwaarts vallen, de hele dag door? ‘Met vallen en opstaan’ heet het als ik me goed herinner, en niet voor niets. Bovendien heb je op die leeftijd nog niet eens hersens. De moeder was jong en onervaren, dat zag je. Maar een tramvol aanwezigen en niet één die de guts heeft gehad om haar gerust te stellen cq tot de orde te roepen? Was er niemand om haar te wijzen op het OLVG, op geen tien minuten afstand lopen? Nee, niemand durft, iedereen is bang. Dat er toch iets mankeert aan dat kind. Dat het hun schuld zou zijn als het toch fout afliep.

Want dát is wat ze had kunnen doen: rustig met pseudoziek kind en al naar de eerste hulp wandelen, om aldaar drie uur op de wachtstoel te zitten en horen dat de blaag niets mankeert, en als de arts bij zijn positieven was een paar stelregels mee te krijgen voor de volgende honderd keer dat zoiets haar ten dele gaat vallen mocht zij zich in de toekomst aan meer van dit soort voortplantingsexperimenten wagen.

Drie vragen om zelf vast te stellen of je naar de eerste hulp moet rennen, zoals ík die kreeg, 20 jaar geleden, toen mijn oudste van de top van de glijbaan op zijn kop viel:

1) is het kind buiten bewustzijn geweest?

2) staan de pupillen gelijk?

3) is het kind misselijk?

Wat ze nog beter had kunnen doen is: helemaal niets. Iedereen met een beetje verstand (en een aantal koters) weet dat zo’n val niets voorstelt. Je laat echt niet één van de drukste trajecten van heel Nederland drie kwartier lam leggen omdat je buggy is omgekieperd.

Paranoia

Maar dat is buiten de paranoia rekenen die onze (voornamelijk Westerse) samenlevingen in zijn greep houdt. Angst esse die Zehle auf poneerde Fassbinder, en gelijk had hij: angst vergalt ons leven.

Kind met ambulance vervoeren: veilig

Internetdata jaren bewaren door de provider: veilig

Telefoongesprekken op grote schaal afgetapt: veilig

Slimme gas- en elektrameters: veilig

EPD: veilig

Inentingen bij borelingen van twee weken oud: veilig

Camera’s in de openbare ruimte: veilig

Overal ver doorgevoerde regels om ons een gevoel van veiligheid te geven. Let op: een gevoel. Want de veiligheid is niet te geef. Het zijn ook futiele regels. Wel een verplichte gordel in auto’s en zelfs touringcars, airbags om je heen, maar wel steeds snellere auto’s bouwen en met 130 racen op de snelwegen, die bovendien zo snel manoeuvreren dat ze in de bebouwde kom niet meer te ontwijken zijn. De inzittenden worden  perfect beschermd, maar de voetganger is vogelvrij. We vreten ons lam aan vatenverstoppende troep, we snuiven/eten/smeren dagelijks aardolieproducten alsof ze niet kankerverwekkend waren, we bewegen alleen in speciale (lees: dure) ruimtes, we bouwen de openbare ruimte vol. We verdelgen wat doodsoorzaken in de marge terwijl de grootste gevaren blijmoedig worden genegeerd

Utopie

We hebben ook een utopisch verlangen naar veiligheid: we graven metrostations onder megapolen en zijn dan verontwaardigd dat er bij brand tientallen doden zouden kunnen vallen. Bij een treinramp, zoals in Amsterdam de dag dat het kabinet viel, walst er een golf van verbijstering over het land, gevolgd, helaas, door een golf van claims. Als de ambulance er acht minuten over doet om ter plaatse te zijn, dan klagen we de broeders aan voor moord. We arresteren cartoonisten omdat ze voor toestanden kunnen zorgen, en pubertwitteraars omdat ze dwaze dingen roepen. Op last van de rechter sluiten we per omgaande een vereniging omdat dat het volk rustig maakt, niet omdat de leden kwaad in de zin hebben, hoe handig die vereniging ook was om mogelijk gevaarlijke elementen in de gaten te houden. We bouwen torens van meer dan honderd verdiepingen hoog en zijn dan stomverbaasd dat bij een ramp er duizenden sterven. Het is ook niet zo dat na de ramp geen torens meer gebouwd worden. Ik persoonlijk vind drie hoog al hoog: bij brand kan ik er immers niet meer vanaf springen. Maar als iemand écht kwaad wil, kan hij zelfs op de 1ste verdieping dood en verderf jagen: als iemand een breivikje wil doen, gaat hij op het Leidseplein in Amsterdam een mitrailleur op de terrassen afvuren. Hoe wou je daar preventie tegen plegen? Het leven ís gevaarlijk.

Je kan niet al het onveilige weg gummen. Dat willen ze wel, onze hoeders, maar dat is een sprookje.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

Overgewicht: praten of minder automaten?

Het pubergesprek zou obesitas bij jongeren voorkomen.  Maar overgewicht is vooral een omgevingsprobleem, stelt pedagoog Mieke van Stigt

Het is een hot topic in het nieuws. ‘Pubers willen een pubergesprek’. Het voorstel is om de serie bezoeken aan de jeugdarts van de GGD (op 6, 9 en 12-jarige leeftijd) uit te breiden met een ‘pubergesprek’ op 16-jarige leeftijd, ondermeer om beter zicht te krijgen op zaken als obesitas, alcohol- en drugsgebruik en om eventueel seksuele voorlichting te kunnen geven. Er is veel voor te zeggen. Het is belangrijk om zicht te houden op hoe kinderen zich ontwikkelen, uit het oogpunt van preventie, om tijdig door te kunnen verwijzen en op die manier grotere problemen te voorkomen. Eén dossier, van consultatiebureau tot schoolarts in het 16e jaar, lijkt dan ook ideaal. Ook collectief, zodat zichtbaar wordt wat er zoal speelt onder de jeugd. Te veel zorg en beleid is versnipperd en ad hoc. Om goed preventief beleid te kunnen voeren is kennis van actuele ontwikkelingen noodzakelijk, zowel individueel als collectief.

Praten of domweg minder automaten?

Je kunt je afvragen of pubers zitten te wachten op nog een gesprek als ze 15 of 16 zijn, maar volgens onderzoek vindt 63 procent van de pubers dit een goed idee en zegt 20 procent zelf behoefte te hebben aan zo’n gesprek. Geen wonder dus dat Éénvandaag (en in navolging daarvan vele anderen) kopte: ‘Scholieren vóór pubergesprek’. Wat pas verderop in het artikel vermeld werd, was dat 79 procent van de scholieren vindt dat het pubergesprek vrijblijvend moet zijn en dat 47 procent van hen niet denkt dat het voornaamste doel – obesitas bestrijden – met het pubergesprek bereikt kan worden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Van afval tot grondstof

Op weg naar duurzaamheidIn onze rubriek Op weg naar duurzaamheid verkennen we oplossingen voor milieuvraagstukken naar aanleiding van de documentaireserie Earthrise van Al Jazeera. Deze week: duurzame vis, oplaadbare driewielers, boerende koeien en de herintroductie van de kraanvogel.

Ecologie terugbrengen in de voedselketen: duurzame vis

Op het eerste gezicht lijkt Veta La Palma een natuurreservaat. Het is een gebied van meer dan 110 km2, waarin een netwerk van kleine vijvers en broeklanden onderdak biedt aan 250 diersoorten. In werkelijkheid is het echter een commerciële duurzame viskwekerij.

Jarenlang hebben we zeeën en rivieren leeggevist. Daardoor zijn we steeds meer aangewezen op viskwekerijen. Die hebben als nadeel dat het voer bestaat uit visjes die in het wild gevangen worden en de intensieve teelt het water vervuilt.

De kwekerij, die onderdeel is van het natuurpark Costa Doñana, ziet de vissen slechts als één element in het grotere ecosysteem. Ze hebben er de ruimte en mogen doorgroeien tot ze volwassen zijn. Dioxines en antibiotica zijn uit den boze. Het dieet bestaat uit microalgen en garnaaltjes die in de vijvers terecht komen langs kanalen die met de riviermonding in verbinding staan.

Oplaadbare driewielers

Een derde van de Filippijnse luchtvervuiling wordt veroorzaakt door transport. De 3,5 miljoen felgekleurde driewielers die er rondrijden produceren per jaar 10 miljoen ton kooldioxide. De Asian Development Bank kwam met een voordelige oplossing. De komende tien jaar introduceert zij samen met de overheid 5 miljoen e-trikes, elektrische driewielers.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Margriet vertelt

Ik ontmoette Margriet Stavenuiter-Verlaat (ze is nu al gestorven) twintig of eenentwintig jaar geleden. Ze was toen ongeveer 70 jaar. Ze was de vrouw geweest van Arend Stavenuiter, mijn leraar Natuurlijke Historie op de middelbare school. Ze woonde aan de Westerweg in Heiloo, gevaarlijk dichtbij de spoorlijn die Alkmaar verbindt met Haarlem en Amsterdam. Margriet was een kwiek en intelligent soort vrouw en je kon zien dat ze vroeger een schoonheid moest zijn geweest. Ze was lerares Frans geweest op het Murmellius Gymnasium te Alkmaar.

‘In 1952 hadden we allebei net een baan, we konden elkaar goed lijden en we dachten elkaar goed te kennen, dus we trouwden en kochten een huisje in Heiloo. Dit huisje. Kinderen hoefden we niet, want we dachten dat de wereld zo ook al vol genoeg was. Maar Arend werd steeds nerveuzer van de treinen die langsraasden, hij kon zich ook niet meer concentreren op zijn werk en zo. In 1957 besloten we dat hij in Egmond Binnen naar het Benedictijner klooster zou gaan en daar wat rust zou zoeken. Zo gezegd, zo gedaan. En daar is hij sindsdien blijven wonen. Hij is nog wel eens terug geweest hier, hoor, maar dan werd hij weer zo schrikachtig en zenuwachtig van die treinen… Ik ging twee keer per week bij hem op bezoek, om wat lekkers te brengen en om zijn wasgoed en kleren te verwisselen en zo. Dat deed ik eerst per fiets, maar in 1961 haalde ik mijn rijbewijs en kocht ik zo’n rood Simcaatje. Dat was een stuk gemakkelijker, want ik kon toen ook zijn boeken meenemen en terugnemen naar hier. Want zijn kamer was gewoon een slaapkamer, meer was het niet. Veel ruimte was er niet. In welk jaar had u les van Arend?’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Huiselijk geweld: partnerdoding

Het is eng wat voor soort mannen in staat is tot extreem geweld, namelijk partnerdoding. Criminologe Therese Klok analyseert huiselijk geweld in een aantal posts (sargief).

Bij Rotterdam CS valt mijn oog op een postertje, dat tussen alle aankondigingen voor spoorwijzigingen en onderhoudswerkzaamheden hangt. Het is een A4-tje waar de Hoofdofficier van justitie op aankondigt ene Jeffrey Carel Kroes te zoeken.

Jeffrey Carel Kroes (JCK) is al sinds 22 juni in het nieuws, maar sinds kort ook met naam, toenaam en profielfoto. Hij heeft op een basisschool geprobeerd zijn 29-jarige ex-vriendin te doden. Dit is echter niet gelukt, omdat haar vriendin ertussen sprong. Bij deze poging diens leven te redden, werd ze echter zelf dodelijk geraakt, terwijl haar 10-jarige dochter een paar meter verderop afscheid nam van de hoofdmeester van de Augustinusschool. Haar 2-jarige andere dochtertje is echter wel getuige van de dood van haar moeder. Met als gevolg dat JCK nu gezocht wordt voor vermoedelijk primair moord en poging moord en secundair doodslag en poging doodslag. Wellicht van de officier van justitie de voorbedachte rade die nodig is om moord ten laste te leggen, wel bewijzen. JCK had immers een mes bij zich en ze hadden al eerder ruzie gehad op de West-Kruiskade alvorens hij ze de school in achtervolgde. Het zou helemaal helpen als getuigen hem hebben horen roepen: “ik maak je dood, ik maak je dood,” maar in West is dat een doodnormale begroeting.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Het vangnet volgens D66

Met D66 kan je alle kanten uit. Hoe het programma voor de sociale zekerheid er onder D66 uit zal zien hangt met name af van de coalitiepartner die ze krijgen. En zo verstrekkend zijn de voorstellen van D66 nu ook weer niet.

Ontslagrecht

Een berucht standpunt voor D66 is het vereenvoudigen van het ontslagrecht. Maar wat wil ze er eigenlijk aan veranderen? In praktijk maar weinig. D66 stelt als enige verandering voor dat de toetsing van het ontslag niet verplicht zal moeten zijn. De partij ziet daarin het voordeel voor werknemers dat de doorstroming op de arbeidsmarkt bevorderd wordt.

Dat is mooi voor mensen zonder baan. Maar voor mensen met een vast contract is het geen goed nieuws. Terecht wijst D66 dan op het verschil in rechtspositie tussen mensen met een vast contract enerzijds, en anderzijds de flexwerkers, freelancers en ZZPers. Maar in praktijk betekent het voorstel van D66 dat er aan het verschil in rechtspositie niets gedaan wordt. Het is voor de laatste alleen lastiger zijn recht te krijgen.

WW en bijstand

Wie ontslagen wordt, heeft recht op WW. Mij lijkt het logisch dat wanneer het ontslagrecht wordt ingeperkt, dit gecompenseerd wordt. Bijvoorbeeld via de WW. En D66 wil de WW dan ook verhogen. Daar profiteren niet alleen medewerkers met een vast contract van, maar ook mensen met een tijdelijk contract en uitzendkrachten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Huiselijk geweld: vind ik leuk?

Nu de crisis maar voort blijft duren, zal huiselijk geweld ook nog wel een flink probleem blijven. Criminoloog Therese Klok analyseert in een aantal posts het probleem van mishandeling.

Ik werd weer op het fenomeen huiselijk geweld gewezen door deze button:

Verongelijkt dacht ik nog: “wie haalt het in zijn hoofd om bij Facebook-interesses op ‘vind ik leuk’ te drukken bij huiselijk geweld?” Het blijkt echter te gaan om een nieuwe campagne van Engelse huiselijk geweld organisatie ‘Refuge‘. En Britse campagnes vind ik wel goed, ze gaan altijd net iets verder, durven iets harder een statement te maken. Die vrouw die in de jaren ’90 verklaarde dat de oorzaak van haar blauwe plekken ‘zo’n goede vader was voor de kinderen’, is inmiddels net zo achterhaald als MC Hammer house-broeken. Gelukkig zijn de campagnemakers in Nederland daar inmiddels ook achter.

Het is natuurlijk vreselijk dat er überhaupt nog campagnes nodig zijn om mensen te helpen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, want het probleem is dus nog steeds groot.

Definitie: huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Het gaat niet zozeer om de ruimte waar het geweld plaatsvindt, maar om de relatie tussen pleger en slachtoffer bijvoorbeeld: (ex)partner, gezins- en familieleden. Het geweld kan onder andere lichamelijk, seksueel en psychisch van aard zijn.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Natuurlijke historie

Op mijn twaalfde jaar ging ik naar het katholieke Petrus Canisius Lyceum te Alkmaar, dat inmiddels van naam is veranderd en nu het Petrus Canisius College heet. Omdat dat moderner is, ongetwijfeld. Ik had inmiddels een gezonde afkeer van het katholicisme ontwikkeld. De pastoor in onze parochie had namelijk de gewoonte om zijn preek zo te beginnen: hij legde zijn handen voorzichtig voor zich neer op de preekstoel, hij boog zijn hoofd, keek vervolgens alle mensen aan en zei dan: ‘Beminde gelovigen.’ Of: ‘Beminde parochianen.’ Op zo’n zangerig toontje, dat me steeds weer door de ziel sneed wegens de leugenachtigheid: van alle parochianen waren er misschien heel aardige, maar ook enkele zeer onaardige, zoals slager Snel, die jongens van Pauw, die altijd zo schreeuwden, of mevrouw Kuilman, die door geen mens ter wereld zou willen worden bemind. Toch zei die pastoor week in week uit: ‘Beminde parochianen.’ Huichelaar, dacht ik steeds.

Aan heel die enge wereld ontsnapte ik op mijn twaalfde jaar: ik ging naar de middelbare school in Alkmaar, die ook wel katholiek was, maar je kon er tenminste iets leren: Engels, Frans, Duits, Latijn, algebra, meetkunde, scheikunde, natuurkunde etc. Dingen dus die ik op de Lagere School (die tegenwoordig Basisschool wordt genoemd, ook omdat dat uiteraard moderner klinkt, net zoals een Kweekschool later Pedagogische Academie ging heten) nooit had gehad.

Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

Honkvaste Europeaan moet wel solidair zijn

Een van de grote onderliggende oorzaken van de eurocrisis is dat Europa geen ‘optimaal muntgebied’ is: Europese landen maken niet dezelfde conjunctuur door en missen de flexibiliteit om zich aan ‘asymmetrische schokken’ aan te passen, flexibiliteit die ze nodig hebben omdat ze in een muntunie de wisselkoers en de rente als aanpassingsmechanismes uit handen geven. Stel dat land X qua competitiviteit uit de pas loopt en niemand haar producten meer wil kopen (waardoor handelstekort, werkloosheid en overheidstekort gierend uit de hand lopen), dan kan het land drie dingen doen:

(1) de lonen verlagen

(2) werkloze X-landers in een ander land aan het werk zetten, of

(3) de hand op houden bij andere landen.

Helaas zijn in Europa de lonen niet flexibel genoeg, en is de onderlinge “fiscale” solidariteit (nog) ver te zoeken. En vandaag blijkt uit cijfers van Eurostat eens te meer dat Europeanen niet bereid zijn om elders in de EU aan de slag te gaan.

Slechts 2,5 procent van de Europeanen woonde in 2011 in een ander EU land, een percentage dat de laatste crisisjaren ook vrij stabiel blijft (zelfs inclusief de migratiestroom vanuit nieuwe lidstaten). Elk jaar verhuist slechts 1 op de 500 Europeanen binnen de EU. Arbeidsmobiliteit is slechts weggelegd voor een kleine elite en een klein groepje arbeidsmigranten. Dit steekt schril af bij de VS: 30 procent van de Amerikanen woont in een ander staat dan de geboortestaat, en elk jaar verhuist ongeveer 1 op de 30 Amerikanen.

Vorige Volgende