Twee kieskringen, één zetel?
Nieuwe politieke partijen hebben alleen een kansje als ze al hun energie in de verkiezingscampagne kunnen steken én in alle twintig kieskringen meedoen, schreven we gisteren. Dat moeten we nuanceren.
Van de 37 partijen die op 5 februari door de Kiesraad een lijstnummer kregen toegewezen, doen 20 partijen mee in alle 20 kieskringen. Nog eens zes partijen hebben kieskring 20 (Bonaire, Saba, St. Eustatius) laten schieten maar doen wel mee in alle 19 hier lokale kieskringen.
Elf partijen hopen toch op minstens één zetel, ook al prijken hun kandidatenlijsten straks niet op alle stembiljetten. Maken ze een reële kans?
De Partij voor de Republiek doet in slechts twee kieskringen mee: in kieskring 2 (Leeuwarden) en 9 (Amsterdam). Daar is de wel heel jonge partij (naar eigen zeggen bestaat de partij officieel nog maar een maand) erg blij mee, want
Amsterdam noemt zichzelf al republiek en krijgt daarvoor nu eindelijk ook een politiek platform. Friesland kenmerkt zich eveneens door een historisch diepgewortelde aversie tegen de heerschappij van Oranje-Nassau
De republikeinen schrijven voorts:
Tezamen zouden deze kieskringen weleens genoeg stemmen kunnen opbrengen om tenminste één vertegenwoordiger van de Partij voor de Republiek af te vaardigen naar de Staten-Generaal. Zo’n 10 procent van het electoraat zou dan voor de Partij voor de Republiek moeten kiezen.