Kunst op Zondag | Victory Boogie Woogie

M&M zijn een lang weekend weg geweest en hebben daarin drie musea bezocht. Tikje veel misschien voor een weekend, maar het weer was niet best: het was koud, het waaide, het regende en we verbleven aan de kust. Dus het strand en de duinen moesten maar wachten tot de zomer. En omdat we mens zijn, hebben we ook de Ethiopiër, de Thai, de Libanees de Indonesiër aangedaan, maar dat terzijde. Alhoewel, dat Indonesisch restaurant speelt nog een kleine rol in dit verhaal. Ik kom daar nog op terug. Dus je bent een weekend weg en je bezoekt drie musea, met daarin de vaste collecties en verschillende nieuwe tentoonstellingen wat levert dat dan op om over naar huis te schrijven? Wat, een stukje over maar één schilderij? Ja, maar wel een schilderij dat uit 574 vlakjes bestaat. Ik heb het uiteraard over de Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan. Dat schilderij waar 25 jaar geleden zoveel gedoe over was. De Nederlandse staat had het aangeschaft voor 82 miljoen gulden. En de staatsecretaris van cultuur, Rick van der Ploeg, kon nog zo blij roepen dat het een Nachtwacht van de twintigste eeuw was,  men vond toen dat toch wel erg veel geld voor een onaf schilderij. Ik volgde destijds het tumult, de ophef, de rel vanuit de verte. Ik ben een fan van Mondriaan. Vreemd genoeg vind ik hem nog altijd modern en fris, en dat kan ik van een boel andere vroegere kunstvernieuwers niet zeggen. Ik houd van die rechtlijnigheid van De Stijl. Ik houd van die doeken die bestaan uit die primaire vrolijke kleuren: blauw, rood, en geel. Geen verdere opsmuk, Ornament ist ein Verbrechen, mag ik graag voor me uit mompelen. Het lijkt zo weinig, maar het is erg effectief en subtiel in balans. Toen een vriend ooit een nieuw huis betrok, hebben we een Mondriaan op zijn muur in de woonkamer geschilderd, met hoogglans verf, strak. Je zag gelijk: hier woont iemand met oog voor esthetiek, met een geest die waait. Maar een ontmoeting tussen de Victory Boogie Woogie en mij kwam er maar niet van. Tot zondag 20 november jl. En mijn verwachtingen waren, hoe kon het ook anders, hoog gespannen: eindelijk zou ik oog in oog staan met dat iconische doek. We zouden elkaar in het echt zien, want dat het schilderij een ziel had, dat had ik wel begrepen uit de diverse publicaties. De tram stopte voor het Kunstmuseum Den Haag, ontworpen door H. C. Berlage in art deco, een gebouw van intimiderende schoonheid. Hup, jas en tas in locker en de gang door met al die geglazuurde tegeltjes. Zou hier iemand ooit wel ‘ns spontaan een psychose hebben gekregen, vanwege het teveel aan prikkels in dit Gesammtkunstwerk? Teveel schoonheid in één keer, dat het brein het niet verwerken kan? Ik heb wel ‘ns over zulk gevallen in Florence gelezen. Mijn hart begon al wat sneller te kloppen, mijn ogen gingen al sneller van links naar rechts: waar hangt tie? En daar, hoekie om, daar hing de Victory Boogie Woogie. In z’n eentje aan de muur. Achter glas, achter een koord zodat je afstand moest houden. Er was een bankje aanwezig in de zaal, daar ben ik even op gaan zitten, om het allemaal even te verwerken. Want: allemachtig, wat viel me dat ding tegen. Was dit het nou? Was dit nou dat meesterwerk? Mondriaan, wat heb je gedaan? Wat flik je me nu? In 1938 vertrok Piet Mondriaan naar Londen, en in 1940 ging hij naar Amerika, naar New York. Daar schilderde hij verder, letterlijk: hij liet de knellende voorschriften van De Stijl iets los. En de stad, de straten van New York kwamen zijn schilderijen binnen, tot leven. Er was de dynamiek van de muziek, jazz. De dynamiek van de auto’s: als je in een New Yorkse flat naar beneden keek, dan zag je de auto’s als gekleurde blokjes tussen de lijnen. De gele blokjes waren de taxi’s. Enfin, zo lyrisch werd dit doek geïnterpreteerd. Zoekend was hij, hij experimenteerde met tape, met plakband op zijn schilderijen, hij zocht naar vernieuwing. Er moest veranderd, er moest verbeterd,  Hij was nog lang niet klaar met de schilderkunst. Helaas werd hij getroffen door een longontsteking, en hij overleed in een New Yorks ziekenhuis op 71-jarige leeftijd. Hij liet zijn laatste schilderij, de Victory Boogie Woogie, onvoltooid achter. En zo zag ik dat schilderij, op een zondag in november in Den Haag. Vanaf mijn bankje liet ik het allemaal even goed bij me binnenkomen. De onaffe gedeeltes, de niet rechte lijnen, de slordige vlakjes, de tape, de tape die over mekaar geplakt was, de tape die slordig over mekaar geplakt was, de niet dekkende verf. Het duizelde voor m’n ogen, Want al die publicaties, al die duidingen, al die praatjes: uiteindelijk gaat het om het schilderij. En dat viel tegen. En dan was het ook nog ‘ns geëxposeerd in een altaar-opstelling, alsof het een heilige schrijn was. Toen Piet Mondriaan overleed, ging het schilderij Victory Boogie Woogie naar de kunsthandelaar en galeriehouder Francis Valentine Dudensing. Die verkocht het in 1944 voor 8000 dollar aan de kunstverzamelaar  Emily Tremaine. Het was in haar bezit van 1944 tot 1988. Toen verkocht zij het op haar beurt aan mediamagnaat en uitgever Samuel Irving Woodhouse, (Samuel Woodhouse was puissant rijk. Hij was uitgever en mediamagnaat en was eigenaar van The Vanity Fair en Vogue: 'ze wilde een tijdschrift op haar verjaardag, dus ik kocht The Vogue') die het aan zijn vrouw Victoria schonk. Schonk Schat, kom ‘ns, ik heb een cadeautje voor je. -Ah, wat, lief, wat is het? Pak maar uit, daar staat het. Rits, scheur, schroejts, sjrits -Euh, dankjewel schat. Maar wat is het? Het is een echte Mondrian, Pete Mondrian. -Maar hij is niet af Ja, dat hoort zo, Pete is dood, hij schildert niet meer. -En zit allemaal plakband op schat. En het is slordig, hoe moet dit aan de muur in de living? Het is jouw schilderij nu, je mag ‘m hangen waar je wilt honey. -Dan hang ik ‘m in de slaapkamer. Uh, en je houdt ‘m niet goed, je moet ‘m op z’n punt houden. -Ik moet ‘m scheef ophangen? Ja, dat was het idee van Pete. De punt moet naar beneden. Voel je die vibe van New York niet, schatje? -Ik weet niet. Had Mondrian niet wat schilderijen die af waren, en misschien ook niet zo groot?  Het zijn ook wel heel erg veel vlakjes. Had je je liefde aan mij niet met een ander schilderij kunnen betuigen? Met eentje die wel af was? In 1994 had het Kunstmuseum Den Haag een tentoonstelling over Piet Mondriaan. De Victory Boogie Woogie ontbrak alleen, want Samuel Woodhouse was bang voor schade tijdens het transport. Maar bij gelegenheid werd er toch geïnformeerd wat de prijs zou zijn als hij het wilde verkopen. Dat was 14 miljoen dollar. Later werd die vraagprijs opgeschroefd naar 16 miljoen dollar. Maar Nederland reageerde al niet meer, laat maar. Weer wat later werd het contact weer vernieuwd, en kwam er een nieuwe vraagprijs. Samuel had kennelijk in de gaten dat Nederland maar wat graag dat onaffe schilderij, dat bij de Woodhousjes in de slaapkamer hing, in bezit wilde hebben, en verhoogde de prijs weer, tot 30 miljoen, en hup, daarna, haha, Spielerei, tot 40 miljoen dollar, ze happen wel. En, hatseflats, het was een deal, 82 miljoen gulden. In Indonesisch restaurant Seinpost dineerden minister van Financiën Gerrit Zalm en directeur van De Nederlandse Bank, Nout Wellink. Lekker en tevens een mooi uitzicht over de Noordzee, maar het treffen had ook een zakelijk karakter. Nout stelde voor dat zijn bank een gift van 82 miljoen wilde doneren om de aanschaf van de Boogiewoogie te bekostigen. Dit om het nakende afscheid van de Nederlandse Gulden, en de entree van de Euro te vieren. Dit samenzijn en dit besluit van deze twee heren, ging allemaal een beetje buiten de Tweede Kamer om, daar was niet iedereen blij mee. Dus nu was er en een schilderij van dubieuze kwaliteit (waar uiteindelijk veel en  veel te veel voor is betaald, in kringen van kunsthandelaren in New York lachen ze er nu nog om: die Nederlanders onderhandelden niet eens, ze betaalden gelijk de vraagprijs) plus een besluitvorming waar wel het een en ander op aan viel te merken. Zucht. En uitgerekend daar hebben M&M, weliswaar 25 jaar later, in de stoelen van Zalm en Wellink gezeten. Dat voelt, achteraf bekeken, toch wat ongemakkelijk. In de zaal waar de Victory Boogie Woogie hing, waren M&M de enige bezoekers die middag. Vanuit het zaaltje verderop, waar je jezelf met behulp van een iPad interactief kon omkleden in iets buitennissigs, iets hips, klonk een aanstekelijk gelach. [caption id="attachment_341835" align="aligncenter" width="450"] Foto: Maria Willems (Met toestemming)[/caption]

Door: Foto: Maria Willems (met toestemming)
Foto: klaas de gelder (cc)

Shell, de normaalste zaak van de wereld

Waarom zou een steenrijk fossiel bedrijf subsidie aanvragen voor een kinderfestival over groene energie? Femke Sleegers (Den Haag Fossielvrij) sprak in voor de Haagse gemeenteraad en verplaatste zich in de beweegredenen van Shell. ‘Shell gebruikt het logo van de gemeente om normaal te lijken. Shell wil vooral dat fossiele brandstoffen nog heel lang normaal lijken.’

OPROEP - Subsidie aan Shell? Shell heeft toch geen geld nodig? En wat heeft Shell met kinderen? In gemeente Den Haag is een rel uitgebroken over een gemeentelijke subsidie van € 100.000 aan Shell voor greenwashing kinderfestival Generation Discover. Veel mensen zijn verontwaardigd. Maar anderen reageren gelaten. Ze zeggen vol vertrouwen: “Ze zullen er wel over nagedacht hebben.”

Een multinational die zelfs bij tegenspoed in de top 5 staat van allerrijkste bedrijven ter wereld, een bedrijf dat jaarlijks 10 miljard aan dividend uitkeert, vraagt aan de gemeente: mogen we een ton van jullie. En de gemeente, die elk dubbeltje moet omdraaien, zegt: is goed. Ze zullen er wel over nagedacht hebben.

Het loont de moeite om het debat in Den Haag onder het vergrootglas te leggen. Want wat nu in Den Haag gebeurt, is tekenend voor de frisse tegenzin waarmee de Nederlandse overheid klimaatverandering te lijf gaat. Wel het verdrag van Parijs omarmen, maar weigeren om ook maar een millimeter afstand te nemen van de industrie die de temperatuurstijging aanwakkert.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Mr MdR (cc)

Discrimineert de politie?

ANALYSE - Bureau Jansen & Janssen ontdekt een dubieus onderzoek.

In oktober 2013 publiceert Amnesty International een rapport over etnisch profileren door politieagenten onder de titel: “Proactief politieoptreden vormt risico voor de mensenrechten. Etnisch profileren onderkennen en aanpakken.” Etnisch profileren, het staande houden en controleren van verdachten op basis van hun afkomst of uiterlijk, is een vorm van discriminatie. Het rapport, gebaseerd op literatuuronderzoek, vestigt de aandacht op risico’s van het politieoptreden. Het krijgt enige publiciteit en komt onder de aandacht van de Tweede Kamer en Haagse gemeenteraadsleden die te maken krijgen met klachten over het optreden van de politie in de Schilderswijk.

Er wordt om meer onderzoek gevraagd. Daarop maken burgemeester Aartsen van Den Haag en minister Opstelten van Veiligheid en Justitie bekend dat de Universiteit van Leiden een onderzoek uitvoert naar de praktijk van het politieoptreden en dat de resultaten aan de Raad, respectievelijk de Kamer zullen worden aangeboden. Wat ze niet vertellen is dat het onderzoek bij de politie Haaglanden feitelijk al in 2012 heeft plaatsgevonden door twee doctoraalstudenten. Ze zijn in de zomer van 2013 op dit onderwerp afgestudeerd. Hun scripties zijn niet openbaar. De resultaten zijn in 2013 al wel bekend bij de politie, de burgemeester en de minister.

Foto: B10m (cc)

Over hetzes en neonazi’s: de Telegraaf en het demonstratiedilemma

OPINIE - Burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag sprak van een “hetze” in De Telegraaf tegen hem. In plaats van voor “hetzes” kunnen media beter plek inruimen voor debat over het onderliggende dilemma: politiek gevoelige demonstraties, toestaan of verbieden? Na de “hetze” veranderde Van Aartsen van aanpak.

“De arrogantste paling in een emmer snot die ik ooit mocht aanschouwen.” Zo typeerde Telegraaf-columnist Rob Hoogland de burgemeester afgelopen zaterdag. Eerder omschreef Hoogland hem als “bestuurlijk weekdier”. Hooglands collega’s Bob Smalhout en Nausicaa Marbe deden ook een duit in het zakje. Smalhout vergeleek Van Aartsen met een kapitein die zijn bemanning na schipbreuk in de steek laat. Marbe noemde hem “plucheklever.” Haar vrijdagcolumn heette: “De zelfvoldane regent blijft aan.”

Deze Telegraaf-columnisten schreven alle drie verscheidene stukken tegen Van Aartsen. Verder waarschuwde de hoofdredactie de burgemeester afgelopen weekend dat “grote alertheid” hem past. “Anders is het tijd om voorgoed met vakantie te gaan.” Deze vermaning kwam na vijf dagen achtereen chocoladeletters op de voorpagina, met “DEN HAAG RADELOOS” op dinsdag als hoogtepunt. Van Aartsen moest naar huis. En na zijn thuiskomst was het nog niet goed: “Van Aartsen speelt weer verstoppertje.”

Wat Van Aartsen onder andere wordt verweten is dat hij niet ingreep bij een betoging in zijn stad op 24 juli. Sommige betogers zouden zich antisemitisch hebben geuit. Ter verdediging wees de burgemeester op het grondrecht van betoging, dat bij hem hoog in het vaandel staat. Het is aan politie en Openbaar Ministerie om op te treden als tijdens betogingen delicten worden gepleegd. Van Aartsen zag reden voor politie en Openbaar Ministerie om in te grijpen, maar niet om de hele demonstratie te beëindigen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Racisme en intimidatie in Den Haag

Daar kon je – gezien het huidige politieke klimaat – op wachten natuurlijk:

Ruiten die worden ingegooid, graffiti met hakenkruizen, intimidatie en een varkenskop tegen een gevel: in de Haagse volkswijk Duindorp zijn sinds eind vorig jaar minstens zes van zulke incidenten geweest tegen allochtone bewoners en woningzoekenden.

En in plaats van echte oplossingen krijgen we dit:

De corporatie kent een aantal buurtbewoners die betrokken zijn geweest bij de incidenten. De vestigingsmanager gaat met hen in gesprek om duidelijk te maken dat ze grenzen overschrijden.

VVD wil politiedrones boven Schilderswijk

‘Als drones zo goed werken tegen bruine mensen in het buitenland, waarom dan ook niet hier?’ moet de Haagse VVD-lijsttrekker Boudewijn Revis hebben gedacht:

Met name boven de Schilderswijk is het goed als de politie meer ogen heeft. Het is een mooie manier om vanuit de lucht hinderlijk gedrag op straat aan te pakken. Daarnaast kunnen drones prima worden ingezet in de rest van Den Haag als er bijvoorbeeld ergens sprake is van een inbraakgolf.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende