Groot onderzoek: biologisch voedsel toch beter dan industrieel voedsel
Groot onderzoek: biologisch geteeld voedsel toch beter dan industrieel geteeld voedsel. Meer anti-oxidanten en minder giftige metalen en pesticiden.
een gastbijdrage van Hugo Durieux Schrijft een filmrecensent: “Filmmakers vragen ons om te kijken door de ogen van varkens, schapen en koeien. Ook in de rechtspraak wint het idee terrein dat dieren geen figuranten zijn in het leven van de mens.” Aardig van die filmmakers, maar intussen zijn er veehouders die hun dieren zonder schroom als ‘dubbeldoelkoeien’ beschouwen – en dan gaat het nog om boeren die het goed voor hebben. De lachende koe Het blijft toch raar, zo over dieren praten, alsof het alleen maar productiemiddelen zijn. Ik ben gek op koeien. Het zijn zo’n leuke beesten, met dat grote logge lijf, altijd nieuwsgierig als je aan de rand van de wei komt staan, en altijd schrikachtig als je voorzichtig je hand naar ze uitsteekt. (Ja, voor mij horen koeien in de wei, niet in fabriekshallen.) Het mooist zijn ze als hun horens niet verwijderd zijn (overigens bijzonder pijnlijk voor de dieren), maar vooral bij het begin van de lente, als zij na een lange winter in de stal voor het eerst weer in de wei de zon zien. Dan zie je die grote logge beesten uitgelaten rennen en springen met hun paar honderd kilo. De lachende koe. De dubbeldoelkoe Nu heb je dus ook de dubbeldoelkoe. Er bestaat vrij algemeen overeenstemming dat de veestapel (ook zo’n woord!) in West-Europa veel te groot is. Dat is om allerlei redenen slecht voor het milieu (daarover verder meer) en overigens ook voor de kwaliteit van het voedsel en voor het dierenwelzijn. Sinds geruime tijd fokt men in de westerse landbouw ofwel vleeskoeien, ofwel melkkoeien. De dubbeldoelkoe nu (die noemde je vroeger gewoon een ‘koe’), die zorgt voor vlees én voor melk. Dan zou je denken: daarmee halveer je alvast die koestapel: één koe voor vlees en melk, in plaats van twee aparte gespecialiseerde koeien. Of is dat te simpel gedacht? Want als die ene koe gedood is voor het vlees, maakt zij natuurlijk ook geen melk meer aan. Heb je dan niet net meer koeien nodig, als je dezelfde hoeveelheden vlees en melk op de markt wil gooien? Of is het juist een slimme truc om het aanbod en dus de consumptie van vlees en melk te verminderen? Of maakt het allemaal niets uit? In ieder geval, het Vlaamse Boerenforum vindt dat men goed en strategisch moet nadenken over de toekomst van de veestapel en dat de dubbeldoelkoe daarbij een onmisbare schakel is. Zij pleiten voor het herwaarderen van lokale veerassen die zowel melk als vlees opleveren. De landras koe Je moet ervan uitgaan dat alle koeienrassen, ook degene die nu traditioneel of erfgoed-ras of landras worden genoemd, alsof zij altijd al hebben bestaan, er voor zeg maar 1880 niet waren. Zij zijn het resultaat van de coöperatieve en gedecentraliseerde arbeid van fokkers in de verschillende regio’s. Boerenforum omschrijft het zo: “Onder een landras verstaan we alle landbouwdieren en -plantenvariëteiten die ontstonden op boerenerven zonder al te veel kunst- en vliegwerk. Rassen die ‘aankwamen’ in een regio en dan vaak met de lokale genetica werden gekruist onder invloed van het lokale klimaat, de lokale bodemgesteldheid en geografie en de lokale ‘goesting’ van de boeren of de tuinders. Doordat er weinig transport was van vee of van landbouwgewassen bleven deze populaties stabiel en verankerden ze zich op het lokaal niveau. Daar pasten ze zich aan aan de lokale omstandigheden.” De grootdistributie koe Vandaag zijn de meeste telers in het kader van de massaproductie onderdeel geworden van een productieketen, gaande van de veevoederfabrikanten, over de banken, tot aan de producenten van de piepschuim vleeswarenschaaltjes voor de supermarkt. Een beslissing aan het einde van die keten kan direct gevolgen hebben voor de dierenhouders aan het begin. Als de supermarkten besluiten dat de koteletjes tien procent kleiner moeten omdat kleinere vleesschaaltjes beter stapelen, zullen de veehouders de teelt van hun dieren daarop moeten aanpassen. Een veeteler die volop geïntegreerd zit in zo’n keten, zal dus fokmethoden moeten toepassen, die niet vertrekken van de kenmerken van de kudde of van het land (de landstreek), maar van de wetten van de grootdistributie en de normen die gelden voor aanspraak op subsidies. De bio-koe De hoop dat met de opkomst van de bio landbouw de lokale rassen van dubbeldoelkoeien een nieuwe kans zouden krijgen, bleek ijdel, in ieder geval in het Vlaamse gewest: er zijn te weinig bio bedrijven, en daarvan doet dan nog geen kwart aan koeien. Of anders, zoals in Frankrijk, is tegenwoordig de bio veeteelt in hoge mate geïndustrialiseerd. Industriële bio-veeteelt berust op twee principes. Ten eerste, om massaconsumptie van voedsel van gecertificeerde bio kwaliteit te bereiken, moet je gebruik maken van methoden van massaproductie. Ten tweede, er is niets mis met het gebruik van methoden van massaproductie in de landbouw, aangezien werkinstrumenten in principe niet bepalend zijn voor wat je ermee doet en welk resultaat je behaalt. Met andere woorden, het gebruik van industriële productiemethoden hoeft niet te leiden tot industriële landbouwproducten; het hangt er gewoon maar van af hoe je ze effectief aanwendt. Dat is quatsch natuurlijk. Bio veeteelt is meer dan alleen maar 60% voer van biologische teelt geven. Kijk even naar wat de site Alles over bio vermeldt: de biorundveeteler kiest sterke rassen die zich goed kunnen aanpassen aan de lokale omstandigheden; het aantal dieren in de wei wordt beperkt om overbegrazing, bodemerosie en te veel mest te voorkomen – de mest wordt op biologische gronden hergebruikt; de dieren krijgen biologisch voer, dat lokaal wordt geteeld, op het bedrijf zelf of op boerderijen in de regio; bij de voortplanting worden alleen natuurlijke methoden gebruikt – kunstmatige inseminatie is ok, maar het gebruik van hormonen of klonen niet; zogende kalfjes krijgen natuurlijke melk, bij voorkeur moedermelk; bij ziekte worden dieren behandeld met fytotherapeutische of homeopathische producten – klassieke medicatie kan alleen onder strikte voorwaarden worden gebruikt. Kom daar allemaal eens om in een fabriekshal waar duizend koeien bij elkaar staan. De lage kosten koe Boerenforum haalt verschillende economische argumenten aan waarom het voor landbouwers slim is om landrassen of dubbeldoelrassen te houden. Hoge melkkwaliteit, vanwege ‘stevig hoef- en beenwerk’ de mogelijkheid om te grazen op extensievere percelen (land waarop minimaal wordt ingegrepen), lage veeartskosten, heel lage voerkosten door de kleine hoeveelheid of zelfs de afwezigheid van krachtvoer. Zij verwijzen ook naar een rapport van Université Catholique de Louvain la Neuve (UCL) dat aangeeft dat “de dubbeldoelkoe door haar robuustheid een onderdeel is van een duurzaam veeteelt scenario waar de melkproductie en de productie van kwaliteitsvol vlees uit dezelfde kuddes komen die worden gehouden op duurzame bedrijven met veel productie van gras-klaver en een doordachte weidegang (rotational grazing is het buzz-woord).” De record koe Maar ja, dat dacht ik dus ook: geen mais uit Zuid-Amerika, geen krachtvoer, gewoon gras uit de eigen korte keten en vanop de wei van de boer. Te simpel gedacht, meent De Groene Amsterdammer. “Nederlandse koeien verbreken elk jaar records. Goed voor de sector. Slecht voor de natuur (stikstof). En nóg slechter voor het klimaat: hoe meer melk een koe geeft, hoe meer methaan ze uitstoot, een broeikasgas dat dertig keer krachtiger is dan CO2.” En als Nederland tegen 2030 de doelen van de klimaatakkoorden van Parijs wil halen, zou het de uitstoot van het broeikasgas methaan tegen die tijd moeten halveren. Wereldwijd is de veehouderij (varkensfokkers en zuivelboeren) de grootste uitstoter van methaan. Maar terwijl het methaan van de varkens opgesloten zit in hun uitwerpselen, stoten koeien het gas vooral uit in de vorm van boeren en winden. Nu zou je wel koeien kunnen fokken die minder methaan uitstoten, maar die produceren dan ook minder melk. Of je kan hun menu aanpassen. “Gras eerder oogsten, als het minder hard is, kan al veel opleveren. Ook meer mais of krachtvoer voorzetten, in plaats van gras, zorgt voor een reductie”, schrijft De Groene. Ja, wat nu? Eigen lokale productie van gras en klaver, of mais en krachtvoer? Probeer het hier maar eens goed te doen. Agro-ecologische koe In het algemeen, denk ik, is er veel te zeggen voor een agro-ecologische landbouw, die streeft naar voedselsoevereiniteit, voederautonomie op de boerenbedrijven, een verbetering van de bodemvruchtbaarheid en de versterking van ecosysteemdiensten zoals gezonde lucht en zuiver water, zoals Boerenforum het formuleert. Op het Nyéléni Forum 2007 in Mali kwamen honderden vertegenwoordigers van verschillende internationale organisaties, landbouwers, vissers, inlandse volkeren, landloze volkeren, landarbeiders, migranten, herders, consumenten, … tot een standpunt inzake voedselsoevereiniteit. Die omvat onder meer: prioriteit geven aan lokale landbouwproductie om de bevolking te voeden, de toegang van boeren en landlozen tot land, water, zaden en krediet. Vandaar de noodzaak van agrarische hervormingen, om te vechten tegen GGO's voor vrije toegang tot zaden, en om water te behouden als een publiek goed dat duurzaam gedistribueerd kan worden. het recht van boeren om voedsel te produceren en het recht van consumenten om te beslissen welk voedsel ze willen eten, wie het produceert en hoe het recht van staten om zich te beschermen tegen landbouw- en voedselimporten tegen een te lage prijs, en tegen landbouwprijzen die gekoppeld zijn aan productiekosten. Hiervoor moeten de staten of vakbonden het recht hebben om invoerbelasting te heffen tegen een te lage prijs, zich inzetten voor duurzame boerenproductie en de productie op de interne markt controleren om structurele overschotten te voorkomen. inspraak van burgers bij landbouwbeleidskeuzes de erkenning van de rechten van boeren, die een belangrijke rol spelen in de landbouwproductie en voedsel Tot slot toch nog even terug naar de terminologie van Boerenforum. Ik vraag mij af hoe je agro-ecologisch bezig kan zijn, als je zo economistisch denkt over gemeengoed als gezonde lucht en zuiver water (“ecosysteemdiensten”) en zo weinig respect betoont in je taal voor de dieren met wie je werkt. De koe herleid tot wat zij oplevert. Ik ben natuurlijk geen boer, ik sta niet midden in de methaanwinden en de vlaaien van die schattige koeien, maar ik bevind mij in goed gezelschap (o.m. Via Campesina) als ik ervan uitga dat een boer, of een veehouder, deel uitmaakt van een kluwen van ecosystemen, van complexe relaties tussen dieren, planten, mensen, leven en dood, natuur en cultuur. Daarin dieren herleiden tot niet meer dan grondstof die je voor één of twee doelen kan exploiteren, lijkt mij een grove miskenning van het streven naar ecologisch evenwicht dat juist ook in de agro-ecologie een leidend principe is. Verscheen eerder op Rivieren & meren.
Groot onderzoek: biologisch geteeld voedsel toch beter dan industrieel geteeld voedsel. Meer anti-oxidanten en minder giftige metalen en pesticiden.
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.
Een paar duizend animal cops hebben we (aan opzoeken hoe dat in het Nederlands heet is onze regering nog niet toegekomen), maar die zorgen vooral voor dieren die je kunt zien. De dieren die op ons bord terecht komen, blijven uit het zicht. Daar valt dus niet meer te scoren en je hoeft er niet lief voor te zijn.
Maandag deed Ger Koopmans van regeringspartij CDA in een interview in de Volkskrant daar nog een schepje bovenop. Hij vindt het een “geweldige misvatting” dat consumenten meer willen betalen voor vlees, hij bagatelliseert de toenemende vraag naar biologisch verantwoord vlees (“iets meer, niet in enorme mate”) en orakelt en passant dat dierenwelzijn en minder milieu-uitstoot “nooit samengaan”.
Tja, minder vlees eten mag op dit moment nog een modieuze optie zijn, ik twijfel er geen moment aan dat het binnen een generatie bittere noodzaak gaat worden. Er gaan eenvoudig te veel calorieën verloren met vleesproductie om op de huidige schaal houdbaar te blijven. Daar kan Koopmans (“die term bio-industrie gebruik ik niet”) de ogen voor sluiten, maar dat maakt hem vooral tot een struisvogel.
Hij heeft gelijk dat het een nog (te) groot deel van de consumenten totaal niets kan schelen waar hun vlees vandaan komt en hoe het dier waarvan het afkomstig is (vooral niet aan denken!) geleefd heeft, maar dat verandert nog wel. Binnen één of twee decennia kun je erop rekenen dat vlees een grote luxe is en per calorie een veelvoud zal kosten van een gemiddeld plantaardig voedingsmiddel. En we eten tenslotte ook niet allemaal elke dag truffel.
CDA-kamerlid Ger Koopmans weet hoe het zit. In gesprek met de Volkskrant over de veehouderij zei hij maandag onomwonden:
‘Het blijkt dat de milieu-uitstoot bij biologisch verantwoord vlees veel groter is. Meer dierenwelzijn en minder milieu-uitstoot gaan nooit samen.’
Dit is nogal een stelling. Tamelijk verwarrend ook. De lezer denkt waarschijnlijk dat-ie met biologisch of diervriendelijk over het algemeen wel goed zit, blijkt het volgens Koopmans ‘nooit samen te gaan’ met minder milieu-uitstoot.
Is dat ook zo?
Het gaat hier om trade-offs, uitwisselingen tussen het ene en andere belang. In een eerder gepubliceerd verhaal over de intensieve veehouderij heb ik dit soort uitwisselingen besproken; tussen dierenwelzijn, milieu en wat ‘goed’ is voor boeren. Je kunt niet altijd overal een tien op scoren, binnen duurzaamheid heeft een positief effect op het ene punt heeft soms een negatieve consequentie op een ander punt. Koopmans lijkt zo’n trade-off te willen schetsen met bovenstaande uitspraak (waarin hij trouwens doet alsof biologisch en diervriendelijk hetzelfde zijn). Hij gaat echter wel behoorlijk ver en neemt het met de feiten niet zo nauw. Dat terwijl hij in hetzelfde stuk zegt: ‘Ik vind het goed feiten tegenover beelden te zetten’.
Laat ik dat dan voor hem doen. Het beeld dat Koopmans oproept: biologische dierlijke productie is slecht(er) voor het milieu (dan gangbare). Laat ik proberen een beschrijving te geven van de feiten, voor zover ik die ken uit eerder onderzoek.
In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.
ONDERZOEK - Een studie onder fruitvliegjes laat zien dan het eten van biologisch voedsel voordelig is voor de gezondheid.
In Midden-Nederland zijn de schoolvakanties alweer begonnen. Dat betekent voor de ouders onder u: 24 uur per dag de kinderen om je heen. En nu niet schijnheilig beweren dat het zo leuk is, stiekem verlangt u nu al terug naar uw collega’s die niet om de minuut ruzie maken of om een ijsje jengelen. Met een beetje pech (en dat heeft u) zijn ze ook nog eens zo mondig als bovenstaand ventje. Enwel daarom trapt de 10-jarige Birke Beahr de Sargasso Zomercollege’s af. Vertel eens Birke… wat is er mis met ons voedselsysteem? Gaat papa alvast de BBQ aanmaken.
Je koopt een keer een rode kool. Of een krop andijvie. Verse radijsjes. En wat doet een weldenkend mens met die groente, eenmaal thuisgekomen en de maaltijd bereidend? Die spoelt de groente eerst schoon onder de kraan. Even die bestrijdingsmiddelen, aarde, insecten, meststoffen, bacteriën en ander ongerief dat diverse problemen bij de vertering kan doen veroorzaken wegspoelen. Dat doe je toch, ongeacht waar de groente vandaan komt? Je spoelt je groente en fruit even schoon. Of het nu uit de biologische teelt komt of uit een megakas doet niet ter zake. Biologisch betekent nu eenmaal niet per definitie schoon en vrij van schadelijke stoffen.
Nu mensen dodelijk besmet raken met Enterohaemorrhagic Escherichia coli (EHEC), is het uiteraard verstandig om de oorzaak hiervan te onderzoeken. Het Bundesinstitut für Risikobewertung bij onze oosterburen had hier in januari volgens Bild al voor gewaarschuwd: “Door contact met uitwerpselen, zoals mest, kan plantaardig voedsel met EHEC besmet worden.” Mest dus. Maar ook mogelijk ook uitwerpselen van dieren die zich door een veldje met sla of wortelen begeven, denk aan hazen, vogels of mollen die zich geen donder aantrekken van de aanwezigheid van de aldaar aanwezige voedselproductie voor menselijke consumptie. Die stoffen kunnen daarnaast ook nog eens overwaaien vanuit belendende percelen. Echter, Bild waagt het alvast om heel voorzichtig een vinger te richten naar een mogelijk verband tussen de biologische teelt en het gebruik van organische mest. Inderdaad. Het is mogelijk. Hoe dan ook, goed wassen en indien nodig koken is dan ook het devies dat Bild meegeeft aan haar lezers.
Maar dan gebeurt het volgende. Het weblog notrickszone.com pikt het verhaaltje op en vergoot de beschuldigende vinger naar de biologische teelt en impliceert dat industrieel vervaardigd voedsel altijd schoon gewassen is en niet door vieze vingers beroerd wordt. Wie de behoefte heeft om eens een half uurtje in een supermarkt op een groenteafdeling te gaan staan moet eens opletten hoeveel vieze vingers, die even daarvoor nog in een neusgat verdiept waren, werden benut om aan kontharen nabij de anus te krabben of zijn gebruikt om het mannelijk lid in de juiste richting te sturen tijdens het urineren, er aan die ‘schone’ tomaten zitten voordat je ze zelf afweegt en aan de kassa afrekent. Om van de nog immer aanwezige bestrijdingsmiddelen op met name geïmporteerde groente en fruit nog maar te zwijgen. In ieder geval is het voor notrickszone.com voldoende aanleiding om het ‘green paradise’ aan de schandpaal te nagelen.
De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
Dat zal even schrikken geweest zijn voor het milieubewust denkende volksdeel dat niets moet hebben van voedsel met teveel kilometers achter de kiezen: de Volkskrant kondigt vandaag aan dat het allemaal voor niets is geweest, die nadruk op lokaal geproduceerd voedsel. Het nieuws heeft zelfs de voorpagina gehaald, waar we de kop zien “Telen in Nederland belast milieu meer”. Dat lijkt me aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. Al mijn gefulmineer tegen Keniaanse boontjes en Marokkaanse frambozen blijkt weer eens het gemummel van een romanticus.
En we zijn nog niet klaar. Na de Ankeiler waarvoor op de voorpagina enkele vierkante centimeters zijn ingeruimd, gooit de Volkskrant in viervijfde van pagina 3 nog een tweede illusie aan scherven: biologische teelt is over het algemeen minder milieuvriendelijk dan niet-biologisch. Nou, daar kan de milieubewuste Nederlander het mee doen. En dan zijn we nog niet bij het vervolg op dit vervolg, een volledige pagina op 9 van het economiekatern.
Ik schrok ervan, u ook? Dat kan ik me voorstellen. Laat ik daarom meteen maar melden dat na lezing van de kleine lettertjes van het verhaal de meeste van die schrik alweer verdwenen is. De kop op pagina 1 blijkt wel heel kort door de bocht. En in de beoordeling van de milieuvriendelijkheid van biologische land- en tuinbouw lijken mij—hoewel ik het rapport waarop de krant zich baseert niet kan inzien—al op het eerste gezicht veel te weinig factoren gewogen. Eigenlijk maar één.
Een ontzagwekkende documentaire, uitgezonden door HUMAN, gisteravond. ‘De Kleine Oorlog van boer Kok’ van Huib Schoonhoven, Karen Kuiper en Kees Vlaanderen. Te zien in deze documentaire is de jarenlange strijd van het familiebedrijf (‘Heerlijkheid Groot Weede’) nabij Amersfoort tegen zo’n beetje elke denkbare vorm van bureaucratie. Met als opmerkelijke uitglijders: zoon Kok wordt onterecht opgepakt door een politie-escorte en de burgemeester van Amersfoort, Albertine van Vliet-Kuiper, gaat liever niet in op de blunders bij het ruimen van de kippen tijdens de vogelgriep. Deze docu laat knap zien hoe rampzalige bestuurlijke dwalingen in een beschaafd westers land de biologisch verantwoorde boer tegenwerken. Maar vooral is het een mooie familiegeschiedenis.
De grootste ellende ontstaat voor boer Kok als in 1994 de nieuwe mestwet van kracht wordt. Boeren mogen hun drijfmest niet meer over het land uitrijden; het moet centimeters diep onder de grond worden geïnjecteerd om zo de uitstoot van ammoniak tegen te gaan. De mest van Boer Kok bevat maar 30 procent van de gemiddelde hoeveelheid ammoniak. Kok gebruikt geen kunstmest en voert zijn koeien geen krachtvoer. Hij voldoet aan de strenge milieueisen, maar de wet is onverbiddelijk.
De sfeer wordt grimmig zodra druiloren van de lokale politie zich gaan ophouden rond het erf van boer Kok, om het reilen en zeilen van de mestkar in de gaten te houden. Elke diender uit de Warmoesstraat in Amsterdam zou bidden voor een sujet als Boer Kok, maar daar denkt de Amersfoorter politiedienst anders over. Langzaam maar zeker omsluit een heel Kafkaiaans bolwerk van wet- en regelgeving het gemoedelijke familiebedrijf. De omzet kruipt achteruit. Voorts aast de gemeente volgens de familie ook nog eens op de grond. Toch blijkt dat bijvoorbeeld de melk van Boer Kok van hoge kwaliteit is; volgens de onderzoeken van het Louis Bolk Instituut behoort Koks melk tot een van de beste. En toenmalig minister Veerman moest toch echt inzien dat met de mest van Kok weinig mis was.
Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
“Farming has always been messy and painful, and bloody and dirty. It still is. “(Blake Hurst, boer in Missouri)
Blake Hurst kwam tot deze reactie toen hij iemand in een vliegtuig hoorde afgeven op grootschalige, industriële landbouw. Het wekte ergernis bij Hurst, want hij kan er niet tegen als hij deze kritiek hoort van mensen die de hele dag met computers werken in omgevingen die vergeleken met een boerderij nogal smetteloos zijn. Hurst heeft zelf al dertig jaar met zijn poten in het vuil gestaan.
Hurst wordt aan het woord gelaten in The American, periodiek van The American Enterprise Institute, een conservatieve denktank. Ze hebben zijn verhaal opgenomen in een serie die ze The Omnivore’s Delusion noemen. Duidelijk een reactie op The Omnivore’s Dilemma van Michael Pollan, een kritisch boek dat ingaat op wat we eten, en een pleidooi om verantwoord voedsel te eten.
Hmm, ja. Laat ik voorop stellen dat ik zelf een stedeling ben, geen groene handjes heb en wat mij betreft komt melk uit het koelvak in de supermarkt. Ook heb ik in het verleden een jaartje vegetarisch gegeten, maar nu eet ik gewoon weer vlees.
De zaak is ingewikkeld. Boeren kunnen bijvoorbeeld omschakelen en biologische groenten gaan leveren, maar dan lopen ze een grote kans te worden afgestraft door de consument die toch meestal het goedkoopste product koopt.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.