OPINIE - Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk willen het wapenembargo op Syrië versoepelen, maar tot nu toe lag Duitsland dwars. Terecht: versoepeling zou rampzalig zijn.
Het Europees wapenembargo voor Syrië staat onder druk. Aanstaande donderdag zal de Britse minister van Buitenlandse Zaken Hague zijn Europese collega’s proberen te overtuigen van de noodzaak van een derestrictie op het leveren van militaire goederen. Londen wil zo snel mogelijk radar en afluistertechnologie, nachtzichtapparatuur, kogelwerende vesten en helmen leveren aan Syrische oppositiegroepen. Dit is een zeer onverstandige stap die alleen maar zal leiden tot verdere escalatie en verlenging van de burgeroorlog.
Reeds in november 2012 pleitte het Verenigd Koninkrijk, samen met Frankrijk, voor opheffing van het embargo. Duitsland gaf een veto aan dit voornemen, maar ook een aantal kleinere EU-landen waren het er niet eens. Daarop werd besloten het embargo in te stellen voor slechts drie maanden, zodat een nieuwe overweging nieuwe kansen voor wapenleveranties kon geven. Het Verenigd Koninkrijk hoopt dit keer wel gesteund te worden door Duitsland.
Vermoed wordt dat Londen de Turkse grensovergangen wil gebruiken voor de leveringen. Het wordt daar druk. Het is een publiek geheim dat wapens uit Qatar en Saoedi-Arabië over die grenzen naar Syrië gaan. En in juni meldde The New York Times dat ook de CIA de grensposten gebruikt voor geheime wapenleveringen. Wie precies de rebellen zijn die worden bewapend, en wat ze willen met Syrië, is volstrekt onduidelijk. Er worden wapens geleverd tegen Assad, maar wat gebeurt er met die wapens als Assad van het toneel verdwijnt?