COLUMN - Inperking van het grondrecht om te demonstreren. Waar kennen we dat ook weer van? O ja, van autoritaire leiders als Nicolás Maduro in Venezuela en Vladimir Putin in Rusland. En sinds drie weken ook van de leiders van de grootste partij in ons land, Klaas Dijkhoff en Mark Rutte.
“Geen demonstraties bij de intocht.” Op 19 november riep Klaas Dijkhoff, voorzitter van de VVD-Tweede Kamerfractie, via Facebook op tot het afzien van demonstraties bij Sinterklaas-intochten. “En mochten mensen volgend jaar hier geen gehoor aan geven. Dan, lieve burgemeesters: van de intocht tot het feest even geen demonstraties.” Dat zou een demonstratieverbod zijn van ruim twee weken.
Premier Mark Rutte echode Dijkhoffs oproep. Hij pleitte op dezelfde dag als zijn partijgenoot voor een “andere aanpak” van demonstraties bij intochten. De Volkskrant meldde de dag erna dat “Rutte vindt dat demonstraties alleen gehouden moeten worden op plaatsen waar kinderen er niet mee geconfronteerd worden.” Het demonstratierecht schuift hij op die wijze wel heel gemakkelijk terzijde.
Dijkhoff of Rutte mag geen demonstraties verbieden. Vandaar dat Dijkhoff zich richt tot de “lieve burgemeesters,” die dat wel mogen – maar dat louter mogen als het voor hen onmogelijk is om chaos te voorkomen. Dat is vrijwel nooit zo. Zeker niet na de vorming van de Nationale Politie in 2013, waardoor tevoren altijd wel voldoende menskracht kan worden gemobiliseerd om orde te handhaven.