Wat de VVD niet wil liberaliseren aan de woningmarkt
ANALYSE - Een radicaal idee voor liberalisering kan de woningmarkt op het goede spoor zetten. Al zit de VVD daar niet op te wachten. Niet omdat ze tegen liberaliseren is, maar omdat het ingaat tegen de belangen van haar kiezers. En de VVD is geen ideeënpartij, maar een belangenpartij. Dat wordt in de wooncrisis weer goed zichtbaar.
Over de wooncrisis schreef ik eerder twee stukken, met zowel de VVD als de markt in prominente rollen. Over hoe Stef Blok er door het inviteren van grote beleggers voor zorgde dat mensen hun vrijheid op de woningmarkt verloren. En over hoe de toestroom van geld het wonen voor velen onbetaalbaar maakt. Hier wil ik een vorm van liberaliseren bespreken, die liberalen zal aanspreken, maar VVD-ers niet. Maar eerst iets meer achtergrond over de woningmarkt.
De woningmarkt kent geen marktwerking
Er is een misverstand dat een goed gesprek over de woningmarkt vaak in de weg zit. Het misverstand dat de woningmarkt een gewone markt is. Aan de oppervlakte lijkt dat het geval. Er is vraag naar woningen. Er is aanbod. Er vinden transacties plaats. Maar er bestaat op de woningmarkt niet zoiets als marktwerking.
In een markt met marktwerking zijn prijzen signalen die sturend werken voor andere ondernemers. Bij te weinig aanbod stijgt de prijs. Dat brengt producenten ertoe de productie op te voeren, of lokt nieuwe aanbieders. Dat leidt tot een stijgend aanbod en een nieuw evenwicht tussen vraag en aanbod. Dat mechanisme – prijsveranderingen die als prikkels door het economisch zenuwstelsel bewegen en informatie overbrengen die marktpartijen aanzet tot handelen – dat is wat een markt laat werken. Dat mechanisme bestaat niet in het belangrijkste deel van de woningmarkt.