De twee oorzaken van de wooncrisis en over opsluiting in de vrije huurmarkt

Dat de woningmarkt in crisis is weten we. Maar de analyses van het probleem en dus ook van de oplossingen lopen uiteen. Je kunt twee scholen onderscheiden. De ene school ziet vooral het tekort aan woningen als probleem en wil dat er gebouwd wordt. De andere school ziet vooral de financialisering van de woningmarkt als probleem. Beide zijn relevant, maar het is goed te ontrafelen waarom en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Dan komen we vanzelf terecht bij de vraag of bouwen een oplossing is. De school we moeten bouwen Eerst iets over die twee scholen. De VVD, de partij die op allerlei manieren heeft bijgedragen aan het probleem, is zonder twijfel onderdeel van de we moeten bouwen-school. Zoals te lezen in het verkiezingsprogramma: “belangrijk is […] dat er genoeg betaalbare huizen zijn. De laatste jaren is de krapte op de woningmarkt flink toegenomen. Door extra te investeren in nieuwbouw […] zijn de afgelopen jaren de eerste stappen gezet voor meer betaalbare woningen.” Ze stelt allerlei maatregelen voor die dat bouwen eenvoudiger moet maken. Maar de analyse van de problemen op de woningmarkt is flinterdun. De inhoudelijke bijdrage van woordvoerder Koerhuis beperkt zich tot het herhalen van het ene woord ‘bouwen’. Wel een serieuze poging de woningmarkt te begrijpen is een artikel van Jesse Frederik op De Correspondent. Volgens hem is “De woningmarkt […] een stoelendans. Er zijn te veel mensen die woonruimte zoeken op plekken met te weinig woonruimte. […] het fundamentele probleem is niet zozeer de verdeling van de stoeltjes, maar het tekort aan stoeltjes.“ Zijn conclusie is dat er vooral gebouwd moet worden, want alleen dan daalt de prijs. “De echte socialist laat de kapitalisten zichzelf opvreten. Laat ze maar bouwen, bouwen, bouwen” dan ontstaat er vanzelf een overschot en zakken de prijzen. De school tegen financialisering Tegenover de we moeten bouwen-school staat bijvoorbeeld Hans de Geus, auteur van Hoe ik toch huisjesmelker werd. Hij schrijft ook op Follow The Money over de woningmarkt en keert zich vooral tegen alle maatregelen die de geldstroom richting woningmarkt bevorderen. In het artikel Waarom wordt wonen zo duur noemt hij er enkelen. Beginnend in de jaren negentig toen het partnerinkomen mee begon te tellen bij het vaststellen van de maximale hypotheek. Een prijsopdrijvende maatregel, waarvan er meerdere zouden volgden. Zoals het liberaliseren van sociale huurwoningen. Kopen om te verhuren (buy-to-let) dat gestimuleerd werd door het toestaan van hypotheken aan beleggers op basis van de inkomsten uit de huur. En natuurlijk de jubelton - een belastingvrije schenking van een ton voor een huis voor de kinderen. Die financialisering van de woningmarkt kwam op FTM ook aan bod in een interview van Peter Hendriks met Manuel Aalbers, professor sociale en economische geografie in Leuven. Daarin komt de internationale context van die financialisering aan bod. Inclusief een belangrijke vingerwijzing wanneer hij zegt “Het is niet zo dat als er meer geld naar de woningmarkt vloeit, er ook vanzelf meer woningen bijkomen.” Want er spelen twee belangrijke variabelen op de woningmarkt. De hoeveelheid woningen, maar ook, en los daarvan, de hoeveelheid geld. Kern van de analyse Hoe verhouden die twee scholen zich nu tot elkaar? De vraag op de woningmarkt is groter dan het aanbod. Er zijn te weinig woningen. Dat verklaart dat de prijs stijgt. Maar dat verklaart niet de grootte van de prijsstijgingen. Die laat zich alleen maar verklaren door de regels rondom het geld. Geld dat in de vorm van (verhuur)hypotheken, jubeltonnen en opkoopsommen van beleggers in de woningmarkt wordt gepompt. En geld dat in de vorm van steeds hogere huren als rendement op die beleggingen uit de woningmarkt wordt gehaald. Eenvoudig gesteld: er is een tekort aan woningen, daardoor stijgen de prijzen. Maar door de overvloed aan geld stijgen de prijzen zo exorbitant als ze doen. Die twee oorzaken moet je wel uit elkaar halen. Het tekort aan woningen op de woningmarkt aan de ene kant en het overschot aan geld dat in de woningmarkt terechtkomt aan de andere kant. Daar gaat het fout in dat op zich lezenswaardige essay van Jesse Frederik. In de titel en de introductie lees je: “Waarom wonen zo duur is (en nee, niet door huisjesmelkers, het neoliberalisme of prins Bernhard) […] De voornaamste oorzaak van de woningcrisis is simpel: er zijn te weinig huizen.” Hier worden die twee zaken dus door elkaar gehaald. Want inderdaad er zijn te weinig huizen. Maar nee, dat is niet waarom wonen zo duur is. Dat komt met name door de overvloed aan beschikbaar geld. De woningprijzen zijn niet louter het resultaat van de vraag naar en het aanbod van woningen. De prijsstijgingen zijn een optelling van een toenemend woningtekort en een ongehoord geldoverschot. De stoelendans Laten we Frederiks tekort aan stoeltjes eens als denkoefening zien. Vijf dansende mensen en vier stoelen. Maar in plaats van muziek een verkoop bij opbod. Iedereen wil eigenlijk wel een stoel hebben, maar voor welke prijs? De portemonnees worden getrokken. Er komen tientjes op tafel. Iemand heeft zowaar vijftig euro op zak. Een ander loopt snel naar de pinautomaat op de hoek om honderd euro te pinnen. En stoelen zijn belangrijk. Geen stoel betekent misschien wel jarenlang niet zitten. En een partner die ook niet kan zitten. En wellicht komen er kinderen. Van hen kan je toch ook niet verwachten dat ze altijd maar blijven staan? Gelukkig blijkt er ook geleend te kunnen worden, dus het bieden kan door. De een biedt over de ander, die weer wordt overboden en dan is degene met het laagste bod weer aan zet. Want er blijven vijf bieders en vier stoelen. Er wordt gebeld met partners, om bij te lenen. Ouders beloven mee te betalen. Gelukkig is daar ook de VVD, die zich blijft inzetten om de rente op die leningen aftrekbaar te houden. Bovendien regelt ze dat rijke ouders belastingvrij veel geld kunnen schenken om een stoel te bemachtigen. Ze nodigt trouwens ook buitenlandse partijen uit om te bieden, om zo’n stoeltje daarna voor veel geld te kunnen verhuren. De opstuwende werking daarvan rekent ze zichzelf niet aan, want dat is namelijk de markt. Kortom, zonder dat het tekort verandert, stijgen de prijzen mee met de geboden financiële ruimte, om aan de spiraal omhoog mee te kunnen blijven doen. De uiteindelijke prijs noemt men de marktprijs. Hoe verhouden die oorzaken zich tot elkaar? Beide oorzaken - woningtekort en geldoverschot - staan niet helemaal los van elkaar. Met name één verband is van belang. Prijsopdrijving ten gevolge van dat geldoverschot, kan alleen plaatsvinden bij een (langdurig) woningtekort. Bij meer vraag dan aanbod stijgen de prijzen. Dat hoeft geen grote stijging te zijn. Maar als er veel geld beschikbaar is op de woningmarkt, dan fungeert dat als olie op het vuur voor de prijs. Dat zien we de laatste jaren. Die grote prijsstijgingen betekenen dus niet dat er een groot woningtekort is. Dat verband betekent ook dat zodra het woningtekort verandert in een woningoverschot, het geldoverschot geen prijsopdrijvend effect meer zal hebben. Louter de beschikbaarheid van veel geld zal een dalende prijs niet stutten. Want waarom zou je een jubelton overbieden als er genoeg alternatieve huizen te koop staan. Heeft de hoeveelheid beschikbaar geld invloed op het aantal beschikbare woningen? Het opkopen van bestaande woningen om in te beleggen heeft een prijsopdrijvend effect. Maar zolang die woningen in dezelfde staat verhuurd worden, heeft het geen invloed op de beschikbare hoeveelheid woningen. Dat is anders bij het verkameren van woningen. Het opdelen in kleinere wooneenheden. Dat vergroot de woningvoorraad. Al stijgt het totale woonoppervlak natuurlijk niet. De prijs per vierkante meter zal wel (veel) groter zijn dan voor de opdeling. Een ander verband tussen de beschikbaarheid van geld en het woningtekort heeft met de tweede woning te maken. Iedereen die voor eigen gebruik een tweede woning koopt, verkleint de kansen voor mensen die überhaupt geen eerste woning hebben. Onze toenemende rijkdom betekent meer tweede woningen. En voor de woningzoekenden minder kans op een woning. En je kunt immigranten de schuld geven van het woningtekort, omdat ze een woning bewonen. Je kunt ook bezitters van een tweede woning de schuld geven, omdat ze altijd één woning niet bewonen. En, als je het hebt over de woningmarkt, zorgt dat geld op die markt dan niet voor extra nieuwbouwwoningen? Nee, want voor woningen heb je grond nodig. En dat extra geld vertaalt zich via de markt niet naar extra grond. Want het is niet de markt, maar de overheid die gaat over voor woningbouw beschikbare grond. Twee problemen van politieke makelij In het verlengde van bovengenoemde oorzaken van de uit de hand gelopen woningprijzen kun je twee problemen identificeren. Het eerste probleem: te weinig woningen. Dus er moet worden gebouwd. Maar los van de prijsstijgingen die het gevolg zijn van dat tekort, wordt wonen steeds duurder. Dat is het tweede probleem en is ook echt een probleem. En beide problemen worden niet door de markt veroorzaakt. Zowel het woningtekort als het geldoverschot zijn van politieke makelij. Om het woningtekort op te lossen is, zoals hierboven genoemd, grond met een woonbestemming nodig en daar gaat de (lokale) politiek over. En het geldoverschot in de woningmarkt heeft vele oorzaken, maar allemaal politiek van aard. Dat heeft iets te maken met de lage rentestanden, die door centrale banken worden vastgesteld. Maar vooral met allerlei Haagse wet- en regelgeving rondom de toestroom van geld. De markt als camouflage Toch draait het vaak om markt in discussies over de woningmarkt. De hoge prijzen zijn dan het gevolg van een markt waar vraag en aanbod niet in balans zijn. Er is te weinig aanbod, maar de markt zal dat wel oplossen. Maar aangezien het potentiële aanbod door de politiek wordt bepaald, net als de regels van het geld op de woningmarkt, is het woord markt eigenlijk niet op z’n plaats. Je kunt beter spreken over het domein van het wonen. Dat domein is ingericht door de politiek en ook private partijen en woningbouwcorporaties spelen er een rol. Dat betekent dat elke politicus die spreekt over wonen in termen van een markt, de politieke keuzes die tot de huidige problemen hebben geleid camoufleert. Zelfs de constatering dat er een crisis is op de woningmarkt is eigenlijk niet correct. Er is geen crisis op de woningmarkt. Er is een wooncrisis, omdat door politieke beslissingen over grond voor woningbouw en financiële en fiscale regels wonen duurder is geworden en mensen nauwelijks nog keuze hebben. Private partijen spelen daarin een rol, maar politieke beslissingen zijn daarbij leidend. Wat moet de politiek doen? Wat moet de politiek doen om deze door haar zelf gecreëerde problemen op te lossen? Bouwen, bouwen, bouwen, zoals de VVD zegt, opdat in de woorden van Frederik de kapitalisten elkaar opvreten? Bouwen lost beide problemen op. Het zorgt ervoor dat woningzoekenden iets te kiezen hebben en drukt de prijzen. Dus is bouwen dan toch de oplossing? Dat hangt af van een andere vraag. Wanneer willen we dat de problemen zijn opgelost? De doorlooptijd van nieuwbouwplannen is zo’n 7 tot 10 jaar. Van eerste schets tot oplevering. Dus als meer bouwen de oplossing is, dan moeten we wel wat geduld hebben. En hopen dat er verder geen vertraging optreedt. Door bijvoorbeeld de omgevingswet die maar niet geïmplementeerd wordt. Door de stikstofproblematiek. Door te weinig vakmensen of bouwmaterialen. Genoeg beren op de weg. Dan vertellen we iedereen die de komende jaren de woningmarkt betreedt: jullie hypotheek of maandlasten zijn buitensporig. Maar in de toekomst wordt het beter. De generatie na jullie heeft dat probleem niet meer. We moeten zoeken naar directe oplossingen… Er is een kans dat ze dat niet leuk vinden, omdat we nu direct ook die andere oorzaak kunnen aanpakken. We kunnen morgen beginnen met het herzien van de regels die de toestroom van geld bepalen. Het afschaffen van de jubelton. Het belasten van huurinkomsten uit een tweede woning. Het belasten van een tweede, niet verhuurde, woning. Banken verbieden meer dan, zeg 95% van een hypotheek te financieren. Het verbieden van verhuurhypotheken. Het belasten van overwaarde bij verkoop. Het instellen van een huurplafond voor woningen buiten de sociale huur. Ons uitnodigingsbeleid voor buitenlandse beleggers aanpassen. Allemaal maatregelen die sneller zorgen voor betaalbaarder wonen. …waar de VVD waarschijnlijk niet op zit te wachten Maar getuige het verkiezingsprogramma van de VVD zit deze partij niet te wachten op dit soort daadkracht. [1] Het druist in tegen de belangen van de welgestelden, waar ze zo graag voor opkomt. Het daagt ook niet dat die woning- en huurprijzen überhaupt een politiek probleem zijn. Werpt u de VVD voor de voeten dat een woning niet meer te betalen is. Dan antwoord ze dat dat komt door de markt. Zegt u dat de politiek er iets aan moet doen. Dan wil ze niet ingrijpen in de markt. Vraagt u wat ze dan wel gaat doen. Dan wordt mascotte Daniel Koerhuis omhoog gehouden, die dan tot grote tevredenheid van bouwend Nederland scandeert: “bouwen, bouwen, bouwen”. En bouwen is nodig. Voor later. Maar wat doen we nu? De betaalbaarheid van wonen moet verbeteren, of in ieder geval niet verder verslechteren. Jongeren die wel een huis kunnen kopen verbinden zich aan torenhoge hypotheken, met grote consequenties als zich onverhoopt een (persoonlijke) crisis voordoet en ze hun huis moeten verkopen. Maar bovenal zullen velen niet uit de geliberaliseerde huurmarkt kunnen ontsnappen. Daar zullen ze jarenlang hoge maandlasten moeten ophoesten, om de rendementen van hun huurbazen in stand te houden. Geen geld om te sparen. Geen buffer voor tegenslag. Geen ruimte voor een gezin. Opgesloten in de vrije huurmarkt. - - - - - [1] Van de 24 maatregelen die genoemd staan is er één die kan doorgaan voor het beperken van het geldoverschot. Namelijk de mogelijkheid die gemeenten krijgen om, onder bepaalde voorwaarden, voor bepaalde wijken een opkoopbescherming in te stellen om grootschalige opkoop te remmen. --------- Lees verder: Hoe Stef Blok de woningmarkt tegen het individu uitspeelde Wat de VVD niet wil liberaliseren aan de woningmarkt

Foto: CorporatieNL (cc)

Scheefwonen of scheefhuren, er is geen verschil

COLUMN - We hadden de afbraak van de (sociale)woningmarkt wel aan kunnen zien komen. Want afbraak is het. Alleen huizenbezitters zijn volwaardige burgers in de ogen van de VVD en zij krijgen zeer lucratieve aftrekvoordelen. Het is zelfs nog schever, hoe rijker je bent hoe meer voordeel je geniet. Het nu zichtbare gevolg daarvan is een standenmaatschappij die de democratie aantast, meent Harry Bleeker.

Scheefhuren

De poging van de VVD om de sociale aspecten in de woningmarkt te framen met termen als “scheefhuurder” is niet alleen zorgelijk en betreurenswaardig, maar soms ook ronduit lachwekkend. Laat ik een poging wagen dit aan te tonen.

Scheefhuurders dat zijn vreselijke mensen die in een sociale huurwoning wonen terwijl ze best veel meer huur zouden kunnen betalen. Dit wordt met droge ogen gezegd, terwijl het in de huidige woningmarkt voor starters op de koopmarkt, maar ook voor huurders, onmogelijk is om een betaalbaar huis te vinden.

Er is een inkomensgrens waarboven je niet in aanmerking komt voor sociale huur of huurtoeslag. Ik bespreek hier de term scheefwonen en heb het niet over de huursubsidie. Wat het spiegelbeeld is en waarover nog geen onenigheid bestaat.

Soms ga je, tijdelijk of niet, meer verdienen dan die inkomensgrens en dan huur je volgens de VVD dus scheef (te weinig huur=positief scheef wonen).  Waarom een inkomensgrens? Omdat je geacht wordt een bepaald gedeelte van je inkomen aan huur te moeten besteden. Je doet de starters op de woningmarkt te kort door te blijven zitten in een voor jou te goedkope huurwoning. Is dat zo? Doe je starters niet veel meer te kort door de woningmarkt over te laten aan diegenen die, gefaciliteerd door Stef Blok, bakken geld hebben om te investeren en huurders slechts zien als de ultieme suffe melkkoeien. Op zijn minst merkwaardig in dit verband vind ik het volgende.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Quote du Jour | Personeelsbeleid van anderen

Partijen moeten zich niet met personeelsbeleid van anderen bemoeien.

Deze geprikkelde reactie van Mark Rutte komt nadat Gert-Jan Segers van de Christen Unie heeft gezegd niet meer met hem, maar nog wel met zijn partij te willen samen werken. Dezelfde Mark Rutte dus die een paar dagen lang ontkende over een ‘functie elders‘ voor Pieter Omtzigt te hebben gesproken met de verkenners voor de formatie van een nieuwe regering. Hoeveel boter heb je dan op je hoofd? De hele boterberg van de jaren ’60 en ’70?

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (cc)

De VVD heeft een prima alternatief voor Rutte als premier

COLUMN - Nee, het is nu niet aan de orde. Maar na april, de maand van de tegenmacht, die er niet kwam. De radicale ideeën bij nieuwsuur, die er niet waren. De inhoud waarover het moest gaan, wat zonder inhoudelijke onderhandelingen niet gaat. Drie maanden stilstand levert zomaar weer een reden om te beginnen over de positie van Rutte. En dan hoop je dat hij klaar staat in de coulissen. Al zit hij er vermoedelijk niet op te wachten. Dat mag geen beletsel zijn. Het hoeft ook geen vier jaar te duren.

De VVD heeft dus een uitstekende opvolger voor Rutte in huis. Niet Edith Schippers, of Jeanine Hennis-Plasschaert. Maar iemand die als minister-president voldoende autoriteit zou hebben om zich boven de partijen op te houden. En één van de zeldzame VVD-ers met moreel gezag. Bovendien iemand die wel raad weet met de voormalige bestuurspartij, die begint met de c van corruptie.

Hij gaat zichzelf niet op de borst slaan, daarom moeten anderen dat doen.

Ervaring

Zo is het best handig als een premier iets weet en begrijpt van belangrijke dossiers. Denk bijvoorbeeld aan de woningbouw. Het is alweer even geleden, maar als staatssecretaris van VROM zat volkshuisvesting en stadsvernieuwing vier jaar lang in zijn portefeuille. Verder snapt hij als (voormalig) commissaris van twee woningbouwcorporaties waarschijnlijk ook hoe de sociale huursector is klemgereden. Dat helpt bij de herintroductie van een minister van Volkshuisvesting.

Foto: ALDE Party (cc)

De rechtsstaat: straffend of vol mededogen

COLUMN - Bijdrage van Joyce Hes.

Afgelopen donderdag zat ik aan de buis gekluisterd en volgde ik het debat in de Tweede Kamer over de beruchte notulen uit de ministerraad. Er waren een paar zaken die me opvielen. In het eerste gedeelte ging het er flink aan toe. De fractievoorzitters van de diverse coalitiepartijen werden zeer stevig aan de tand gevoeld en de verwijten waren niet van de lucht.

Het tweede gedeelte waarin het kabinet aan het woord kwam, was opvallend veel gematigder van toon. Het leek wel of de eerste ronde een afreageerronde was geweest zodat in de tweede ronde de grootste felheid eraf was. Was hiervoor gekozen? Was er een psycholoog ingeschakeld? Of was het feit dat de eerste helft integraal werd uitgezonden op NPO 1 leidend geweest?

Wat ook opviel was dat er uitgebreid werd gesproken over de kwestie of er nu wel of geen opzet (een politieke reden) was geweest bij het onvoldoende voorlichten en in zekere zin dus ‘kaltstellen’ van de Kamer, waarmee artikel 68 van de Grondwet zou zijn overtreden. Eigenlijk leek mij de uitleg van Hoekstra nog het betrouwbaarst: om staatssecretaris Snel, die de boel duidelijk niet meer in de hand had, te beschermen, had Hoekstra ervoor gekozen voor te stellen Omtzigt te sensibileren en de Kamer even ‘on hold’ te zetten (mijn term). Bewindslieden zoals ook Cora van Nieuwenhuizen en Rutte zelf hadden meer aandacht gehad voor de lastpakkerij uit de geledingen van de Tweede kamer, juist ook van coalitiegenoten dan voor de slachtoffers van de Toeslagenaffaire.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

VVD wil met een racistische partij regeren

VVD-lijsttrekker Mark Rutte heeft de voorkeur uitgesproken voor een coalitie van zijn partij, D66, CDA en nieuwkomer JA21, meldt het NRC. JA21 presenteert zichzelf graag als het redelijke alternatief voor PVV en FVD, maar laten we niet vergeten dat JA21 zich afsplitste van het FvD vanwege antisemitische uitspraken maar niet vanwege andere racistische standpunten, vooral haat jegens islam en moslims, wat natuurlijk niet verwonderlijk is gezien de racistische standpunten van Eerdmans’ vorige partij Leefbaar Rotterdam.

Foto: Quite Adept (cc)

Arrogantie van de macht

COLUMN - Het was niet zozeer het het gelieg, verpakt als ‘daar heb ik geen herinnering aan’; dat hadden we al eerder gezien van Mark Rutte. Wat me het meest stoorde aan Ruttes optreden was al een week eerder gebeurd. Nadat de aantekeningen van de verkenners waren uitgelekt, en de Kamer opheldering had geëist wie hun collega Pieter Omtzigt nu die ‘functie elders’ had toegedacht, vroeg een journalist van de NOS aan Rutte of iemand hier nog verantwoording over ging afleggen.

Nee, antwoordde Rutte, en loog nog maar eens dat de opmerking over Omtzigt niet van hem kwam. En nu, vroeg de journalist. Tsja, zei Rutte: de verkenners waren afgetreden, er zouden nieuwe komen, en dat was dat. De voormalige verkenners zouden niet toelichten waar die opmerking over Omtzigt vandaan kwam. En toen zei hij het: ‘Niemand gaat hier uitleg over geven.’

Het was geen constatering, maar een opdracht aan de verkenners, waarvan er eentje dient als (demissionair) minister in Ruttes regering en de ander prominent lid van zijn partij, de VVD. Kortom: mensen over wie Rutte macht heeft. ‘Niemand gaat hier uitleg over geven.’ Bek houden, jullie allebei. Rutte deed de zaak ter plekke af als een bedrijfsongevalletje. Zand erover, schouders ophalen en doorgaan. Niets aan de hand, niets te zien. Doorlopen, mensen.

Foto: -JvL- (cc)

Listig stemgedrag

COLUMN - Gelukkig is stemmen in de stembureaus iets heel anders dan stemmen in de Tweede Kamer. Wel jammer dat veel kiezers hun stemgedrag niet laten afhangen van wat de partij van hun keuze aan stemgedrag in het parlement vertoont.

Daarom nog even ter herinnering….

Tijdens de plenaire vergadering van 16 april 2020 kwamen deze motie aan de orde:

Motie van het lid Beckerman c.s. over een tijdelijke huurstop en een huurverlaging voor de sociale en de vrije sector:
overwegende dat thuisblijven essentieel is in de strijd tegen corona; constaterende dat velen door de coronacrisis inkomen verliezen; verzoekt de regering, een tijdelijke huurstop alsmede een huurverlaging voor zowel de sociale als de vrije sector mogelijk te maken.”
De motie werd verworpen. Tegenstemmers waren VVD, CDA, D66, ChristenUnie en Van Haga.

Op dezelfde vergadering werd ook nog over deze moties gestemd:
Motie van het lid Nijboer c.s. over bevriezen van huren en compensatiemaatregelen voor woningcorporaties.
Motie verworpen Tegen: VVD, CDA, D66, ChristenUnie, SGP, FVD, Van Haga.

Motie van het lid Dik-Faber over een moreel beroep op woningcorporaties om de voorgenomen huurverhoging uit te stellen.
Aangenomen. Tegen waren VVD, D66, SGP, FVD, Van Haga.

Die moties waren allemaal ‘corona gerelateerd’. Maar ook een motie die een kleine bijdrage had kunnen betekenen in de woningcrisis sneuvelde in november 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Fossielvrij NL (cc)

Klimaat: doorrekeningen verkiezingsprogramma’s door PBL

ANALYSE - Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft ook dit keer de verkiezingsprogramma’s van verschillende politieke partijen doorgerekend. Dit keer hebben slechts zes partijen hun verkiezingsprogramma laten doorrekenen door PBL, terwijl er 10 meedoen aan de doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB). Ter vergelijking in 2017 deden 7 politieke partijen mee. In 2017 haakte het CDA af, dit keer de VVD. Daarnaast doet de Vrijzinnige Partij dit keer niet mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Hierbij een poging tot duiding van het boekwerk dat PBL heeft afgeleverd, waarbij ik deze constatering van het CPB-directeur Pieter Hasekamp in het achterhoofd hou:

Vrijwel alle partijen vergroten de overheidsuitgaven en geven een impuls aan de economie. Daarnaast zien we dat alle partijen de lasten voor bedrijven verhogen en dat de meeste partijen financiële lasten verschuiven naar toekomstige generaties.”

Want als er één onderwerp is waarin Nederlandse politici al jaren de rekening doorschuiven naar toekomstige generaties dan is het klimaatbeleid, want Nederland is een trage starter op het gebied van klimaatbeleid. Als politieke partijen dan nu de financiële kosten van hun beleid naar de toekomst schuiven hoop je dat dat gepaard gaat met goed milieu- en klimaatbeleid, zodat dat deel van rekening voor toekomstige generaties lager wordt.

Foto: -JvL- (cc)

De Balie: Klimaatdebat 2021

NIEUWS - De Tweede Kamerverkiezingen zijn dit jaar op 17-18-19 maart 2021. Hoewel er veel aandacht uitgaat naar corona is er ook nog die andere crisis: klimaatverandering. De Balie organiseerde op 5 februari een klimaatdebat tussen de woordvoerders van VVD, CDA, D66, PvdA, GroenLinks, SP, PvdD, CU en de twee uitdagers BIJ1 en JA21. Het debat is een verademing vergeleken met het gemiddelde lijsttrekkersdebat van de afgelopen jaren op tv. De deelnemers laten elkaar uitpraten en pakken elkaar aan op inhoud in plaats van op frames. Ook beide debatleiders, Rokhaya Seck en Tim Wagemakers, deden het prima en waren inhoudelijk voldoende op de hoogte om bij verschillende woordvoerders prikjes uit te delen op het moment dat ze  ronkende verkiezingstaal afweek van eerdere standpunten of daden.

Het debat opende met de vraag over het ophogen van de doelstelling voor 2030. Waar GroenLinks en PvdD uiteraard voorstander van zijn, dat de VVD daar geen voorstander van is is ook geen verrassing. Daarin namen Joris Thijssen van PvdA en Pieter Grinwis een uitzonderingspositie in. De eerste door te pleiten voor het bereiken van doorbraken, zoals bij de kosten voor wind op zee. De tweede door te pleiten voor daden in plaats van nieuwe doelstellingen.  Opvallend vond ik verder dat van alle partijen enkel de VVD nog vind dat de luchtvaart mag groeien. Tjeerd de Groot, D66, nam een bijzondere spagaat in, waar hij bij de veestapel ervan uitging dat een halvering nodig is, weigerde hij zich vast te leggen op een maximaal aantal vluchten voor Schiphol.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende