De versplintering komt van rechts
COLUMN - Om over na te denken voor de komende Tweede Kamerverkiezingen: de versplintering van het politieke speelveld komt van rechts.
Na de vorige verkiezingen begonnen zeventien fracties aan hun parlementaire plicht. Sinds 1 augustus zijn dat er eenentwintig. Olaf Ephraim verlaat Groep Van Haga en gaat als eenmansfractie verder.
Dat is de vierde afsplitsing die uitbreiding van het aantal fracties veroorzaakt. Ephraim was eerder al, samen met Van Haga en Smolders, uit de FvD-fractie gestapt. Pieter Omtzigt verliet de CDA-fractie en begon voor zichzelf. En Nilüfer Gündogan ging als zelfstandige fractie verder na gedonder met Volt.
Het had erger kunnen zijn. Aan de verkiezingen in 2021 namen 37 partijen deel. Daarvan was 43% rechts, 27% links, 16% midden en 11% was niet nader te definiëren.
Sinds 1945 waren er bij 29 fracties afsplitsingen. Ter rechterzijde betrof het 59% van alle fracties. Aan de linkerkant werd 28% getroffen door afsplitsingen. Verder trad het verschijnsel voor 3% op bij middenpartijen en 10% bij niet nader te definiëren fracties.
Maar die 29 fracties waren wel goed voor 54 afsplitsingen. Met als koplopers de LPF en de PVV (elk 6 afsplitsingen). In totaal viel er bij rechtse fracties 67% splitsingen te betreuren. De linkerflank haalde dat bij lange na niet en bleef steken op een 20% afsplitsingen. (De middengroepen 6%, de ongedefinieerden 7%).