Vooral rechts neemt weer een loopje met de rechtsstaat
Bijna alle politieke partijen die voorstellen doen die in strijd zijn met de rechtsstaat bevinden zich aan de rechterzijde van het politieke spectrum (foei, SP), aldus een beoordeling door de Nederlandse Orde van Advocaten.
Een commissie van de Nederlandse Orde van Advocaten toetste de voorstellen van partijen in hun verkiezingsprogramma aan drie hoofdvragen: houdt de overheid zich aan de eigen regels, worden de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers gerespecteerd en hebben de burgers effectieve toegang tot de onafhankelijke rechter? Dat zijn de drie minimumnormen waaraan de rechtsstaat moet voldoen, aldus de commissie van de NOvA die het rapport schreef.
In 2017 concludeerde de commissie dat de verkiezingsprogramma’s op “gespannen voet” stonden met de rechtsstaat: vrijwel alle verkiezingsprogramma’s bevatten toen één of meer maatregelen die de rechtsstaat zouden kunnen verzwakken. Deze keer is de commissie aanzienlijk positiever gestemd: “in alle onderzochte partijprogramma’s wordt het belang van de rechtsstaat nadrukkelijk onderstreept.”
Toch zijn er ook weer zorgwekkende bevindingen:
De commissie heeft bij zeven van de veertien onderzochte partijprogramma’s voorstellen aangetroffen die de toets aan de minimumnormen van de rechtsstaat niet doorstaan. Het gaat dan vaak om voorstellen op het gebied van immigratie en asiel. Die voorstellen kregen de diskwalificatie rood, meestal omdat ze openlijk discrimineren ten opzichte van bepaalde groepen burgers of hun de toegang tot de rechter ontzeggen of belemmeren.