Het gevaar van terrorisme schuilt niet exclusief in de arme buitenwijken

Parijse banlieues en andere Europese arme buitenwijken worden sinds 9/11 regelmatig bestempeld als broedplaatsen voor terrorisme. Hoeveel bewijzen hebben we eigenlijk voor die claims? In 2015 werd Parijs opgeschrikt door een aantal van schokkende terreurdaden: de aanslag op de redactie van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo in januari en de serie aanslagen in november, waar jihadisten een bloedbad aanrichtten in de concertzaal Bataclan. In de nasleep van deze en andere aanslagen in Europese steden kwamen arme buitenwijken met een grote moslimpopulatie de afgelopen jaren onder een vergrootglas te liggen. Volgens sommige politici en media zouden terroristische netwerken in deze wijken ongestoord aanslagen kunnen voorbereiden op de westerse samenleving. Zijn deze beschuldigingen gegrond? In de serie ‘9/11: 20 years after’, belichtten historici, antropologen, juristen en politiek wetenschappers de gevolgen van de 11 septemberaanslagen en de Global War on Terror op onze samenleving. In deze laatste lezing bespreken antropoloog dr. Luuk Slooter (UU) en Amsterdams gemeenteraadslid en fractievoorzitter Sofyan Mbarki (PvdA) hoe het nieuwe veiligheidsklimaat na 11 september ons beeld van de Europese buitenwijken veranderde. Zijn de sporen daarvan nog steeds zichtbaar? En wat waren de consequenties voor de inwoners van deze buurten? De banlieu als terroristisch gevaar? Antropoloog dr. Luuk Slooter bekritiseert de vaak gelegde link tussen terroristisch geweld en de Franse banlieues. Zelf deed Slooter enkele jaren onderzoek naar de Parijse voorsteden, waarbij hij ook een periode in de banlieues woonde. Daar probeerde hij van binnenuit de problemen in deze wijken te bestuderen. Was er werkelijk sprake van een voorstedelijke crisis? Slooters aanwezigheid in de wijk riep bij zowel de lokale jongeren als de Franse politie reacties op. Waar sommige jongeren de onderzoeker aanzagen voor geheim agent, verdacht de politie hem ervan drugs te komen kopen in de wijk. “Dit laat in een notendop de verharde grenzen zien tussen sommige voorstedelijke wijken en de buitenwereld. Het toont bovendien concreet aan hoe verschillende partijen – zowel de autoriteiten als de buurtbewoners – die grenzen bewaken”, licht Slooter toe. In het proces van deze grenzen trekken tussen ‘wij’ en ‘zij’ gebruiken we volgens Slooter dominante verhalen, zoals die van de ‘gevaarlijke stedelijke buitenwijken’. In de media worden deze verhalen uitvergroot, zeker in de nasleep van een terroristische aanslag. Slooter: “We categoriseren mensen en plekken. Het benoemen van de banlieue als broeinest van terroristisch geweld stelt ons gerust. Het suggereert namelijk dat terroristen makkelijk te identificeren zijn. ‘Wij’ zijn niet het gevaar, maar ‘de ander’, die ons bedreigt vanuit de verre banlieue.” Slooter ontkent niet dat er grote problemen zijn in de banlieues: “Er is armoede, werkloosheid, drugscriminaliteit en discriminatie. Maar die problemen leiden niet automatisch tot terrorisme of radicalisering. Jihadisme is niet afwezig in de banlieue, maar het is er net zomin exclusief aan verbonden.” Dit komt ook naar voren uit het feit dat de aanslagplegers op Charlie Hebdo helemaal niet uit de Parijse banlieues kwamen. Bovendien identificeerden zij zich op geen enkele wijze met de stedelijke buitenwijken, maar juist met een grotere internationale strijd van jihadistisch geweld. Nederland na 9/11 Amsterdams gemeenteraadslid en fractievoorzitter voor de PvdA Sofyan Mbarki kan zeker meepraten over de stigmatisering van de inwoners van stedelijke buitenwijken in Nederland. Na 11 september ervoer hij persoonlijk de impact van negatieve beeldvorming over zijn islamitische achtergrond. “Men vroeg zich na 11 september af waar het terroristische gevaar in Nederland kon zitten. Toen wees men al snel op ‘de ander’ en wijken waar zij vooral woonden. Vóór de aanslagen was ik dus een Amsterdammer, daarna werd ik alleen gezien als moslim. Ik werd in een hoekje geduwd waar ik niet in wilde zitten.” Mbarki ziet wel een verandering in de publieke en politieke debatten over gestigmatiseerde arme wijken en moslims. Mbarki: “Moslims zijn meer mondig geworden. Ook weigeren ze om namens ‘de groep’ te spreken. We spreken voor onszelf als individu. Daarnaast neemt de diversiteit binnen de Nederlandse politie en in het onderwijs toe. Het groepsdenken in ‘wij’ en ‘zij’ is daardoor minder verhard dan in Frankrijk.” Ook is de relatie tussen de politie en islamitische buurtbewoners veel beter in Nederland dan in Frankrijk. Mbarki: “Gelukkig hebben we in de Nederlandse wijken alles zeer fijnmazig georganiseerd, met jongerenwerkers en de wijkagent. In Frankrijk komt de politie heel intimiderend de banlieue binnenrijden. Dat is toch wel anders in Nederland, waar de wijkagent weleens een kopje koffie komt drinken. Bovendien zitten de Franse jongeren echt vast in die wijk. De drempel om mee te doen met de samenleving is dus veel hoger in daar, bijvoorbeeld vanwege arbeidsdiscriminatie.” Voorbij de grenzen van de buitenwijk Een directe link tussen terroristisch geweld en arme stedelijke buitenwijken valt dus niet zomaar te leggen. Toch kampen deze buurten wel degelijk met problemen, zoals werkloosheid en drugscriminaliteit. Waar liggen de oplossingen? Slooter: “De focus ligt vooralsnog te veel op deze gebieden. Het probleem zit ‘m juist in de verstoorde relatie tussen deze wijken en de buitenwereld. Inzet van de buitenwereld is dus nodig om deze problematiek aan te pakken.” Zowel Slooter als Mbarki stellen daarom dat men voorbij de grenzen van de wijken en de nationale grenzen durft te kijken. Slooter: “Geweld – ook terroristisch geweld – wordt gevoerd op verschillende podia wereldwijd. Het is essentieel om te kijken hoe geweld hier verband houdt met geweld op andere plekken, zoals bombardementen door Frankrijk en andere westerse landen in het Midden-Oosten.” Mbarki wijst daarnaast op de impact van het Franse koloniale verleden op de huidige Franse samenleving. Volgens Mbarki is het bovendien een misverstand dat deze problemen alleen in de arme stedelijke buitenwijken voorkomen. “Sociale pijn is ook aanwezig in witte wijken en in andere delen van ons land. Het is misschien minder zichtbaar, maar het is er wel. Alleen eenzijdig investeren in voorsteden in de Randstad zal deze problemen dus niet verhelpen. Hoe nemen we de voedingsbodem weg voor radicaliserende jongeren van alle achtergronden en ideologieën?” Het tegengaan van radicalisering en vervreemding van de samenleving begint daarom met het durven onderzoeken en vragen stellen. Zoals Mbarki stelt: “Je moet proberen te begrijpen wat erachter zit, zonder er per se begrip voor te hebben.” Dit artikel van Larissa Biemond verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht.

Foto: Verkiezingsbord 2021

Vooral rechts neemt weer een loopje met de rechtsstaat

Bijna alle politieke partijen die voorstellen doen die in strijd zijn met de rechtsstaat bevinden zich aan de rechterzijde van het politieke spectrum (foei, SP), aldus een beoordeling door de Nederlandse Orde van Advocaten.

Een commissie van de Nederlandse Orde van Advocaten toetste de voorstellen van partijen in hun verkiezingsprogramma aan drie hoofdvragen: houdt de overheid zich aan de eigen regels, worden de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers gerespecteerd en hebben de burgers effectieve toegang tot de onafhankelijke rechter? Dat zijn de drie minimumnormen waaraan de rechtsstaat moet voldoen, aldus de commissie van de NOvA die het rapport schreef.

In 2017 concludeerde de commissie dat de verkiezingsprogramma’s op “gespannen voet” stonden met de rechtsstaat: vrijwel alle verkiezingsprogramma’s bevatten toen één of meer maatregelen die de rechtsstaat zouden kunnen verzwakken. Deze keer is de commissie aanzienlijk positiever gestemd: “in alle onderzochte partijprogramma’s wordt het belang van de rechtsstaat nadrukkelijk onderstreept.”

Toch zijn er ook weer zorgwekkende bevindingen:

De commissie heeft bij zeven van de veertien onderzochte partijprogramma’s voorstellen aangetroffen die de toets aan de minimumnormen van de rechtsstaat niet doorstaan. Het gaat dan vaak om voorstellen op het gebied van immigratie en asiel. Die voorstellen kregen de diskwalificatie rood, meestal omdat ze openlijk discrimineren ten opzichte van bepaalde groepen burgers of hun de toegang tot de rechter ontzeggen of belemmeren.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

‘Beschaafd reageren’ op ‘gezellig racisme’

ONDERZOEK - door Jurriaan Omlo

Onderzoek naar discriminatie gaat vaak over cijfers en trends. Relatief weinig wetenschappelijke aandacht is er voor hoe mensen met een migratieachtergrond reageren op discriminatie-ervaringen.

Interviews over copingstrategieën

De manieren waarop mensen omgaan met discriminatie, wordt ook wel omschreven als copingstrategieën: reacties om een stressvolle situatie, zoals discriminatie en daarmee gepaard gaande emoties te tolereren, te verminderen of te overwinnen.

Om meer inzicht te verkrijgen in de opgebouwde ervaringskennis van mensen over de toepasbaarheid en effectiviteit van diverse copingstrategieën, heb ik interviews afgenomen onder hoogopgeleiden met uiteenlopende etnische achtergronden in de leeftijdscategorie van 22 tot en met 45 jaar. Veel van de respondenten bekleden hoge maatschappelijke posities. Naast interviews heb ik gebruik gemaakt van (inter)nationale studies.

Actieve en passieve copingstrategieën

Het onderzoek laat zien dat de respondenten een rijk palet aan copingstrategieën gebruiken en afwisselen. Zij gebruiken zowel passieve als actieve strategieën.

De twee passieve copingstrategieën: vermijden en conformeren. De actieve: verbinden, polariseren, confronteren, steun zoeken en hervormen.

Vermijdende en conformerende coping

Vermijdende copingstrategieën zijn het vaakst genoemd. Respondenten hopen op deze manier verdere discriminatie en stigmatisering te voorkomen. Voorbeelden van vermijding zijn bewust niet reageren op discriminerende opmerkingen, het verdringen of ontkennen van de ervaring en fysiek en sociaal terugtrekken door (online) plekken of organisaties te vermijden.

Foto: © Sargasso logo serie cultuur eer

Een nieuwe benadering van eergerelateerd geweld

In de voorgaande zes artikelen zagen we dat overheid en hulpverlening geen eenduidige, wetenschappelijke gefundeerde definitie van ‘eer’ en ‘eergerelateerd geweld’ hanteren en dat het leggen van correlaties tussen tendenzen die aan culturen worden toegeschreven enerzijds en (toekomstige) handelingen, karaktereigenschappen of gevoelens (‘eergevoel’) van individuen anderzijds onjuist en niet ethisch is.

Het is tijd voor een aantal nieuwe, frisse en eerlijke uitgangspunten voor hulpverlenings- en opsporingsinstanties.

Voorstellen voor de praktijk

Overheidsinstanties, hulpverleningsorganisatie en kenniscentra hanteren zowel in hun beleid als in hun praktijk allemaal precies dezelfde eenduidige, wetenschappelijk gefundeerde definities en criteria van centrale begrippen. Ze doen dat zoveel als mogelijk onder verwijzing naar de relevante (internationale) wetenschappelijke literatuur. Zo weten de burgers hoe ze worden beoordeeld en waar ze aan toe zijn.

Termen die in de wetenschappelijke literatuur vaag of meervoudig gedefinieerd zijn – zoals ‘groepsculturen’, ‘eergevoel’, ‘eerculturen’, ‘gesloten gemeenschappen’, ‘westers’ – kunnen niet worden gebruikt in een onderzoek, een verslag, proces-verbaal, of in beleidsstukken.

Ik stel voor om nieuwe begrippen als ‘Schadelijke Traditionele Praktijken’ en ‘afhankelijkheidsrelaties’ die niet wetenschappelijk zijn gedefinieerd, laat staan dat hun relatie met eergerelateerd geweld dat is, over te laten aan het politieke domein – waar ze thuishoren.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: © Sargasso logo serie Eer en cultuur Morele reputatie

Eer = morele reputatie


In deze reeks van artikelen nemen we begrippen onder de loep die gebruikt worden in het discours over migranten in Nederland, en met name over eergerelateerd geweld. Die termen zijn bijna allemaal erg vaag. Dit heeft grote gevolgen die we onder ogen moeten zien.

In de eerste bijdragen over de consequenties voor hulpverlening, het werken met lijsten in plaats van onderzoek te doen, de meerdere definities, het probleem van lukraak ingevoerde nieuwe termen (zoals Schadelijke Traditionele Praktijken) en een voorstel om dezelfde eer voor iedereen te hanteren, beschreef ik welke problemen er zijn met de termen cultuur, eer, eergerelateerd geweld.

Het label ‘eergerelateerd’ komt via de lijstjes bijna uitsluitend terecht bij burgers met een niet-westerse migratie-achtergrond en heeft voor hen enorme juridische, sociale en emotionele gevolgen, waartegen ze zich nauwelijks kunnen weren.

Eer: morele reputatie

Met de lijstjes wordt de deur naar verboden willekeur in de omgang met mensen uit minderheidsgroepen ver opengezet. Ik stel daarom voor te stoppen met het gebruik van de lijstjes.

In plaats daarvan kunnen we de algemene betekenis van eer gebruiken die al gangbaar is in ons eigen taalgebruik en dat van de Verenigde Naties: bij eer gaat het altijd om morele reputatie.

Foto: © Sargasso logo 3 serie cultuur eer

Een eer voor iedereen

ANALYSE -
In deze reeks van artikelen nemen we begrippen onder de loep die gebruikt worden in het discours over migranten in Nederland, en met name over eergerelateerd geweld. Die termen zijn bijna allemaal erg vaag. Dit heeft grote gevolgen die we onder ogen moeten zien.

In de eerste vier bijdragen (hier, hier, hier en hier) beschrijf ik welke problemen er zijn met de termen cultuur, eer, eergerelateerd geweld en nieuwe termen als Schadelijke Traditionele Praktijken.

Definitieproblemen

De Nederlandse overheid heeft in de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (2013) een bestrijdingsprogramma van eergerelateerd geweld opgenomen.

Echter, bij gebrek aan definities moeten de overheidsinstanties en hulpverlening met culturenlijstjes en signalenlijstjes werken om mogelijke eerzaken te determineren. Zo kunnen ze zonder onderzoek o.a. het label ‘eergerelateerd’ aan een zaak toekennen.

Of een zaak wel of niet als eergerelateerd gelabeld wordt heeft vooral gevolgen voor burgers met een niet-westerse migratie-achtergrond en nagenoeg niet voor autochtone burgers.

Wat is eer?

In mijn vorige stukken heb ik aangetoond dat we niet weten wat eer specifiek voor niet-westerlingen betekent. Daarom stel ik voor de algemene betekenis van eer te gebruiken die in ons eigen taalgebruik wordt gehanteerd.

Eer wordt al gebruikt in onze rechtspraak. En eer komt voor in Artikel 12 van de Universele verklaring voor de Rechten van de mens:

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: © Sargasso logo 2 serie cultuur eer

Met ‘Schadelijke Traditionele Praktijken’ de mist in

In deze reeks van artikelen nemen we begrippen onder de loep die gebruikt worden in het discours over migranten in Nederland, en met name over eergerelateerd geweld. Die termen zijn bijna allemaal erg vaag. Dit heeft grote gevolgen die we onder ogen moeten zien.

In de eerste drie bijdragen (hier, hier en hier) concludeer ik dat de overheid geen duidelijke definities hanteert van de termen ‘cultuur’, ‘eer’ en ‘eergerelateerd geweld’ en dat dit tot onaanvaardbare gevolgen leidt.
In deze bijdrage het probleem dat er nieuwe concepten worden bedacht die toegedicht worden aan cultuur, eer of beide.

‘Conceptuele mist’

Onderzoekers Ten Boom en Wittebrood (2019) waarschuwen voor een ‘conceptuele mist’ wanneer geweld van allerlei categorieën en typen klakkeloos onder één overkoepelende noemer (zoals ‘afhankelijkheidsrelaties’) wordt gebracht.
In een dergelijke conceptuele mist dolen we al rond in verband met ‘eergerelateerd geweld’.

Een noemer voor vele begrippen

Van ‘eergerelateerd geweld’ wordt gezegd dat het een reeks van ernstige misstanden omvat, variërend van gedwongen huwelijken, huwelijkse gevangenschap, achterlating (= gedwongen achterblijven in het buitenland), vrouwelijke genitale verminking, maagdenvlieshersteloperaties tot eerwraak.

De meeste hulpverleners en politiemensen vinden echter elk van deze begrippen op zich al erg complex. Wanneer je ze vraagt naar de criteria die men hanteert om een gedwongen huwelijk vast te stellen, is het antwoord meestal dat dat ‘lastig’ is en ‘een grijs gebied’.

Foto: fortheloveofcc (cc)

Overheid, stop met stigmatiserende rapporten over criminaliteit en etnische herkomst

Stichting Ocan (belangenvereniging voor Caribische Nederlanders), Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) en het Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT) roepen de overheid op hun communicatie over criminaliteit en etnische herkomst aan te passen.

De drie belangenverenigingen doen deze oproep omdat zij zien dat al sinds de jaren negentig op een onvolledige en stigmatiserende wijze wordt gerapporteerd over verschillen in criminaliteitscijfers tussen groepen. Onder andere het CBS, het SCP en het WODC publiceren met regelmaat rapporten waarin criminaliteitscijfers worden uitgesplitst naar een selectie van herkomstlanden (waaronder meestal de ‘klassieke’ migratielanden: Marokko, Turkije, Caribisch Nederland). Het gaat om jaarlijkse overzichtsrapporten zoals Criminaliteit en Rechtshandhaving maar ook om andere jaarlijkse publicaties zoals het Jaarrapport Integratie en De sociale Staat van Nederland.

John Leerdam, voorzitter van Stichting Ocan:

“Wat is daarvan de toegevoegde waarde? Dat blijft nog altijd vaag! Overheidsonderzoek over criminaliteit gaat over het blootleggen van achterliggende factoren, zoals economische positie, opleidingsniveau of opvoeding. Dan zijn die uitsplitsingen naar herkomst niet nodig. Het kan bijna niet anders dan dat dit soort communicatie schadelijk is geweest voor Caribische-Nederlanders, bijvoorbeeld voor de positie op de arbeidsmarkt. Het is daarom tijd om ons hierover uit te spreken in een samenleving die inclusie voorstaat. Vooral met het oog op gelijke kansen voor onze opgroeiende jeugd vinden wij dat herkomst er niet telkens moet worden bijgehaald als wordt gepraat over criminaliteit.” (bron: persbericht SMN, IOT en OCAN)

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

’t En zijn de Joden niet

Van mij hoeft het niet, groepen Feyenoorders die schreeuwen dat ze op Jodenjacht gaan of #jodengaaneraan als hashtag op Twitter gebruiken. Ik zou er niet aan meedoen als ik van voetbal hield en ik heb een aantal – overigens verder best sympathieke – mensen ontvolgd die elke zondag over Joden zaten de tetteren.

Nederlanders zijn overgevoelig als het om Joden gaat. Neem dit rijmwoordenboek bijvoorbeeld. Een aantal woorden zijn gecensureerd; als je op verkrachten zoekt of kanker, krijg je geen resultaat. Ook op Jood en Joden kun je niet zoeken (Turken, Marokkanen, Turkenhoer en zelfs nikker werken wel: wie onvolledig censureert, maakt het alleen maar erger). Leuk rijtje is dat: verkrachten, kanker en Joden. Het zal je maar gezegd worden.

Maar wat is er mis met rijmwoorden zoeken bij Joden? Revius zelf gebruikte het woord in zijn beroemde (overigens bedekt antisemitische) ‘t En zijn de Joden niet en mag iemand misschien een gedichtje pennen voor de bar mitswa van zijn neefje? Het hoeft niet meteen te rijmen op zes miljoen doden.

Ik geloof toch echt dat Joden zichzelf Joden noemen.

Het is geen beledigende term. Natuurlijk kan hij wel zo gebruikt worden – ik ben ook wel eens uitgescholden voor brillejood, vroeger. Maar met Turk wordt net zo goed gescholden. Je ziet eruit als een Turk, zei mijn vader nog wel als iemand erg vuil was. Een uitdrukking die veel ouder is dan de immigratie van Turken in de jaren zestig. Ik zou ‘m niet gebruiken, maar ik ben dan ook niet van 1934.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.