50 jaar persconferentie
COLUMN - Eindelijk had Rutte op de wekelijkse persconferentie na de ministerraad iets leuks te melden: het fenomeen bestaat 50 jaar.
Afgelopen vrijdag was de verjaardag. Rutte gaf snel en kort een stukje geschiedenis weg: 16 januari 1970 was de eerste, onder kabinet Piet de Jong. Rutte zelf had er al 250 (of is het 280?) op zitten. In die beginperiode vonden grote maatschappelijke veranderingen plaats, waarbij geleidelijk aan behoefte aan transparantie ontstond.
“Daar zitten we tot op de dag van vandaag mee.”
Die opmerking zullen we nu maar even niet aan nadere analyse onderwerpen.
Alsof het afgesproken werk was, begonnen de journalisten niet door te vragen over die transparantie. Men had kunnen refereren naar het aantal keren dat Rutte antwoordde niets te kunnen zeggen over bepaalde vragen. De pers begon eerst de actualiteiten te bevragen, waar Rutte uiterst transparant op reageerde.
De ambassadeur van de V.S. had een oproep gedaan om geen vergunning te geven aan ASML om een chipmachine aan China te verkopen. Rutte: “Ja, ik ga nooit in op vragen over specifieke bedrijven omdat dat natuurlijk vertrouwelijk is.”
Over KLM-vluchten boven Irak: “Nee, ik heb daar vorige week antwoord op gegeven.”
Over de affaire met de kinderopvangtoeslag (Rutte zou maandag met Hoekstra in Rijswijk 250 mensen hierover toespreken): “Ik ga eerst maandag een met mensen in gesprek. Ik wil niet over die zaak hier heel veel zeggen.”
Over de Citrix-malaise: “daar is vandaag Ferd Grapperhaus (…)Het lijkt mij goed dat u zich even bij hem meldt.”