COLUMN - Ineens kreeg ik op Facebook vriendschapsverzoeken van wildvreemde Afrikaanse mannen, die stuk voor stuk profielfoto’s hadden waarin ze smachtend in de lens keken. Ook kreeg ik veel persoonlijke berichtjes van andere Afrikaanse mannen die me schreven dat ze geraakt waren door mijn prachtige verschijning. Vast vleiend bedoeld, maar vermoedelijk waren de berichten het gevolg van mijn verse status van weduwe. Ik was het doelwit van een nieuw type Nigeriaanse scam, dacht ik, en klikte al die mannen weg.
Er gebeurde weer iets raars op Facebook. Ik bleek om de haverklap pagina’s te hebben geliked die ik nog nooit in mijn Facebookbestaan heb gezien, en als ik ze wél had gezien, piekerde ik er niet over om ze te leuk te vinden. ‘Vrienden van Nederland’, bijvoorbeeld, een pagina waar ik werkelijk geen enkele affiniteit mee heb. ‘Facebook wil zulke paginabeheerders vast laten zien dat het loont om er met je clubje te leuren, dacht ik, en haalde elke valse like weg waarop ik Facebook betrapte.
Vervolgens kwamen er vriendschapsverzoeken van mensen met iets te fraaie Nederlandse namen – Geertruida Hoogenboom of Mathilde Nooitgedacht enzo – en bleken die mensen bij inspectie geen profiel van betekenis te hebben: ze deden niks op Facebook, maar hadden wel een stapel vrienden.
En tenslotte kwam er een ris niet-smachtende Afrikaanse en Aziatische mannen om mijn vriendschap bedelen. Ze waren allemaal al vriendjes met steeds dezelfde groep halve kennissen in mijn Facebookkring, en deden zelf óók helemaal niks op Facebook, behalve een leuke exotische naam dragen. (Wat goedwillende, meestal middelbare dames steeds naïef deed uitroepen: ‘Wat ontzettend leuk dat je vriendschap met mij wilt sluiten!’)