Minstens honderdduizend mensen verblijven illegaal in Nederland. Geeft minister Gerd Leers toe, dus dat zal wel een schatting naar beneden zijn.
Waar die mensen van leven? Joost mag het weten. Maar ze vinden hun weg, in illegale naaiateliers, op straat, heitje voor een karweitje, als werksters in Bloemendaal en vermoedelijk ook in de seksindustrie. Overlevers zijn het. Ze zijn de halve wereld afgereisd voor een beter leven, en ze knokken keihard voor elke euro, voor elke dag dat ze in het beloofde land mogen blijven. Sommigen zijn psychotisch, slapen op straat.
Er is geen plaats voor deze mensen in Nederland. Zegt ook minister Kamp van Sociale Zaken. Eigen werklozen eerst. En minister Leers duidt het enorme aantal illegalen als “ontwrichtend en maatschappelijk ongewenst”. Hij wil illegaliteit strafbaar maken met een boete. Mensen kunnen dan, als blijkt dat ze niet over geldige verblijfsdocumenten beschikken, meteen overgebracht worden naar vreemdelingenbewaring en in een uitzettingsprocedure komen.
Probleem met deze maatregelen is om te beginnen: als je niet weet wie je voor je hebt, omdat de persoon geen papieren heeft, aan wie ga je die boete dan opleggen? Aan ‘Meneer X’? Verder klinkt het natuurlijk allemaal heel logisch dat illegalen vastgehouden worden en dan in een procedure terechtkomen die tot uitzetting leidt, maar hoe kom je er achter uit welk land ze überhaupt afkomstig zijn? En hoe krijg je zo’n herkomstland zover dat het meewerkt en die persoon weer opneemt, wanneer iemand niet over papieren beschikt? Het is dus allemaal niet zo makkelijk en snel geregeld als dat woordje ‘uitzettingsprocedure’ wel suggereert.