Leers mag dus nog maar 10.000 verblijfsvergunningen geven
DATA - Het is leuk om gelijk te krijgen: er kloppen veel minder immigranten, die willen immigreren met een niet-westerse nationaliteit, op de Nederlandse deur dan er in de Tweede Kamer, en ver daarbuiten, wordt verondersteld. De politieke consequentie is echter dat minister Leers eigenlijk nog maar 10.000 verblijfsvergunningen kan verstrekken aan niet-Westerse immigranten.
De huidige regering van CDA en VVD steunt op het gedogen van de PVV. Voor de PVV was het belangrijkste reden voor het steunen van deze regering dat het aantal niet-westerse allochtonen met tenminste de helft moest worden teruggebracht. Voor de berekening wordt door de PVV voortdurend gekeken naar het aantal immigranten geboren in een niet-westers land. Een getal van 52.000 is een cijfer dat het laatst door Tweede Kamerlid Fritsma van de PVV werd genoemd. Dat aantal moet dus gehalveerd worden, oftewel met 26.000 mensen.
In dit artikel , met dit figuur, van november jl. betoogde ik dat het aantal immigranten met een niet-westers geboorteland weliswaar 52.000 is, maar dat die niet allemaal immigreren met een niet-westerse nationaliteit. Zo’n 10.000 (20%) heeft de Nederlandse nationaliteit. Daarnaast zijn er enkele duizenden die (ook) beschikken over een nationaliteit uit een EU-land en daarmee immigreren.
Het werkelijk aantal niet-westerse immigranten met een nationaliteit uit een derdeland (geen Nederland en geen EU) bedroeg naar mijn berekening een kleine 40.000. Leers kan alleen voor die groep beleid maken. Met Nederlanders heeft hij helemaal niets te maken en met EU-onderdanen maar zeer, zeer beperkt.