COLUMN - Op zoek naar heel iets anders stuitte ik bij de NPO op een film die twee jaar geleden op het documentairefestival IDFA te zien was: The Work, van Jairus McLeary. Een groep mannen zou op bezoek gaan in Folsom State Prison, waar ze samen met de gevangenen – allen langdurig gestraften, sommigen zaten al dertig jaar vast – therapie zouden volgen. Even vermoedde ik dat de vrijwilligers de gevangenen moesten ‘helpen’, en ik zette me schrap, beducht voor een overmaat aan goede bedoelingen bij de bezoekers en een parade van verkeerde verwachtingen.
Maar de enige die het mis had, was ikzelf.
De bezoekers kwamen voor zichzelf, omdat zij in de knoop zaten. En ze vroegen hulp van de gevangenen, meest voormalig bendeleden. Die zaten vrijwel allemaal vast wegens ernstige geweldsmisdrijven of moord (eentje had zelfs een onthoofding op zijn kerfstok), en volgden al jaren wekelijks therapie. Tweemaal per jaar ontvingen de gevangenen vier dagen achtereen een groep buitenstaanders, met wie ze onder deskundige begeleiding sessies deden en hun inzichten deelden.
Filmmaker McLeary had zelf als bezoeker meermalen zulke sessies gevolgd, evenals zijn broers. Hun vader James McLeary is namelijk de bedenker van deze onorthodoxe aanpak. Hij ontwikkelde een soort sensitivity training voor mannen: leer je emoties herkennen, stop je woede niet weg, onderzoek hoe je die zonder schade kunt uiten, verberg je niet achter beschuldigingen of verwijten jegens anderen, denk na als je kritiek krijgt, leer te zeggen wat je nodig hebt. Nu heb ik wel eens mannen meegemaakt die een sensitivity training hadden gedaan – korte versie: ieks! – maar dit was serieus andere koek.