Een einde aan eeuwige wetsvoorstellen?

Met verkiezingen in het vooruitzicht rijst de vraag of werk van het kabinet daarmee niet ongewenst verloren gaat. In nagenoeg alle parlementaire democratieën vervallen wetsvoorstellen namelijk met het installeren van een nieuw parlement onder de werking van de ‘valbijl in het wetgevingsproces’. Is dat niet problematisch voor wetsvoorstellen die al jaren in de pijplijn zitten, zoals het recent ingediende wetsvoorstel inzake de Wet op de politieke partijen? En wat te denken van wetsvoorstellen om te voldoen aan implementatieverplichtingen van de Europese Unie? In Nederland hoeven we ons minder zorgen te maken om onvoltooide parlementaire werkzaamheden, omdat de behandeling van wetsvoorstellen ook na verkiezingen kan worden voortgezet. Maar is dat wel zo gelukkig? De valbijl kent verschillende varianten, maar duidt meestal op het principe dat wetsvoorstellen na verkiezingen van (een kamer van) het parlement vervallen. Dat wetsvoorstellen in Nederland in beginsel eeuwig voortleven – en in de meeste andere landen vervallen met verkiezingen – staat nauwelijks ter discussie. Dat heeft ermee te maken dat (het ontbreken van) de valbijl een technisch principe is dat aansluit bij de politieke traditie en verhoudingen van ieder land. Zo leest de Britse monarch in zijn jaarlijkse King’s Speech een gedetailleerde planning van de regering voor. De daarin opgenomen wetsvoorstellen worden doorgaans voor de ‘deadline’ behandeld, mede dankzij het overwicht van de regering. In Nederland is het daarentegen niet ongebruikelijk dat het niet lukt om afspraken uit het regeerakkoord binnen de zittingsduur van de Tweede Kamer om te zetten in wetgeving. Als verklaring daarvoor geldt een versplinterd kiezerslandschap en een kiesstelsel gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging, waardoor het lastig is om meerderheden te vinden en te behouden. Daarbovenop komt dat kabinetscrises de zittingsduur van de Tweede Kamer regelmatig verkorten. Het ontbreken van een vervaldatum voor wetsvoorstellen sluit aan bij deze realiteit. Verkiezingen Ondanks inbedding van eeuwigdurende wetsvoorstellen in de Nederlandse politieke cultuur, kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de wenselijkheid ervan. Het ontbreken van de valbijl botst vooral met democratische principes. Democratie gaat ervan uit dat burgers kunnen participeren in politieke besluitvorming. In moderne democratieën, zoals in Nederland, is deze participatie in de regel indirect, in de zin dat burgers via de stembus volksvertegenwoordigers aanwijzen die namens hen besluiten nemen. Via verkiezingen krijgt het electoraat ook de kans om zich uit te spreken over het beleid van het vorige parlement. Dit uitgangspunt van inspraak van het volk komt in het gedrang door wetsvoorstellen die eeuwig voortleven. Kiezers kunnen met hun stem immers afkeuring tonen voor bepaald beleid, maar niet-afgehandelde wetsvoorstellen zullen daarmee niet verdwijnen. Zo ontstaat de mogelijkheid dat een toekomstig, 'gewilliger’ samengesteld parlement de behandeling van het wetsvoorstel voortzet. Met deze gang van zaken komt van de afkeuring die van een vorige verkiezingsuitslag uitgaat niet veel terecht. Een aanverwant bezwaar volgt uit de situatie dat de Tweede Kamer wordt vervangen nadat deze een wetsvoorstel doorzendt naar de Eerste Kamer. Indien de Eerste Kamer het voorstel aanneemt, kan de daaruit voortvloeiende wet niet per definitie rekenen op gelijktijdige steun van beide Kamers. Daarmee kunnen twijfels ontstaan over het draagvlak voor de betreffende wet. Men kan beargumenteren dat er geen democratische bezwaren zijn als het nieuwe parlement besluit een oud wetsvoorstel voort te zetten. Besluiten van een nieuw parlement ontlenen immers legitimatie aan de verkiezingsuitslag. Begrip van de Nederlandse wetgevingsprocedure leert echter dat dit argument nuancering behoeft. Kenmerkend aan deze procedure is dat behandeling in een gespecialiseerde commissie aan de plenaire behandeling voorafgaat. In deze commissies leveren Kamerleden schriftelijk inbreng ter voorbereiding op het debat en de stemming. Vanuit het oogpunt van de democratie is het wenselijk dat leden hun mandaat ook kunnen 'voltooien’ met een stem op het betreffende voorstel. Bovendien kan een wijziging van de parlementaire samenstelling ná de commissiefase een zorgvuldige wetsbehandeling schaden. Zonder de werking van de valbijl is het bijvoorbeeld goed denkbaar dat nieuw verkozen vertegenwoordigers plenair punten aanvoeren die haaks staan op, of geheel nieuw zijn ten opzichte van, de inbreng tijdens de commissiefase. Dit terwijl commissies juist een gedegen voorbereiding en diepgang in de wetgevingsprocedure behoren te bieden. Tijdelijkheid Periodieke verkiezingen waarborgen niet alleen dat kiezers afkeuring kunnen uiten en politici kunnen mandateren, maar geven ook uitdrukking aan de gedachte dat tijdelijkheid inherent is aan democratie. In zijn Second Treatise of Government wees John Locke op het gevaar van continue of permanente vertegenwoordiging. Dergelijke vertegenwoordigers zouden zich verheven voelen en daarmee menen een afwijkend belang te hebben van de gemeenschap. Het resultaat is dat de vertegenwoordiging gericht is op het vergaren van meer macht en rijkdom. Daarentegen waarborgt representatie van tijdelijke (pro tempore) aard overeenstemming tussen (de belangen van) vertegenwoordigers en vertegenwoordigden. Inmiddels wordt erkend dat beperkingen in tijd kenmerkend zijn voor de democratie. Tijdslimieten voor gemandateerden alsook voor de wetsvoorstellen waarover zij zich ontfermen, bevestigen dat de samenstelling van het parlement tijdelijk is. Het idee van tijdelijkheid komt bijvoorbeeld ook tot uiting in de (recent ingevoerde) eis in de grondwetsherzieningsprocedure dat de Tweede Kamer gekozen ná de eerste lezing, het voorstel in de tweede lezing binnen diens zittingstermijn dient te overwegen. Een en ander valt lastig te rijmen met het principe dat reguliere wetsvoorstellen niet vervallen met Tweede Kamerverkiezingen. Een harde deadline Het voorgaande geeft aanleiding tot heroverweging van het gebrek aan de valbijl. Daarbij moet uiteraard acht worden geslagen op kenmerken van de Nederlandse parlementaire democratie die geen ruimte lijken te bieden voor een harde deadline, waaronder versplintering, een stelsel van evenredige vertegenwoordiging en regelmatige kabinetscrises. Andere landen die soortgelijke kenmerken combineren met de valbijl lossen de daarin vervatte tegenstrijdigheden op met uitzonderingen en mogelijkheden tot opheffing. Zo zou mogelijk kunnen worden gemaakt dat een volgend parlement voor een eerder ingediend wetsvoorstel het advies van de Raad van State overslaat, dat een vorig parlement de behandeling van een voorstel onder voorwaarden overhevelt of dat wetsvoorstellen ter implementatie van Europese regelgeving worden uitgezonderd van de valbijl. Op deze manier kan een einde worden gemaakt aan eeuwige wetsvoorstellen en de daaraan klevende democratische bezwaren, terwijl aansluiting wordt gevonden bij de politieke realiteit. Dit artikel verscheen eerder in de Hofvijver, een uitgave van het Montesquieu Instituut. Sarah Eggen is aankomend masterstudent aan de Universiteit van Oxford (MJur).

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Steeds meer stemmen tegen begrotingen in de Eerste Kamer

Op 22 april 2025 stemde de Eerste Kamer in met de laatste begroting van het reeds lopende jaar. Een verwerping van een begroting (zoals voor het laatst in 1906) was nog niet in zicht, maar het aantal tegenstemmen in de Eerste Kamer bij begrotingsbehandelingen is de afgelopen jaren hoger dan voorheen. 2025 lijkt daarbij een nieuw record.

Achtergrond

Tegen een begroting stemmen is niet alleen gebruikelijker geworden in de Eerste Kamer, maar ook in de Tweede Kamer. De Eerste Kamer stelt zich echter doorgaans zeer terughoudend op bij het behandelen van begrotingen (zie Begrotingsbehandeling in de Eerste Kamer). Dit komt deels doordat de senaat een begroting niet mag amenderen, maar bij ontevredenheid alleen kan tegenstemmen. Het afwijzen is een zwaar middel, waarvan de gevolgen ook niet geheel duidelijk zijn.

In de periode 1971-2002 werd een begroting vaak eerst ‘administratief afgehandeld’ (zonder stemmen), en daarna pas besproken in het nieuwe jaar. Als er niet gestemd wordt, kunnen partijen nog wel aangeven dat zij tegengestemd zouden hebben als het in stemming was gebracht (dit staat bekend als een ‘aantekening vragen’).

Neem bijvoorbeeld de begroting van 2000. Hierbij werd twee keer een aantekening gevraagd: de SP vroeg om een aantekening bij de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en GroenLinks wilde geacht worden tegen de artikelen over kernwapens in de begroting van Defensie gestemd te hebben.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Staatscommissie Remkes vijf jaar verder

COLUMN - van Prof.Dr. Bert van den Braak, eerder verschenen bij het Montesquieu Instituut

“In 2018 heeft een commissie onder leiding van Johan Remkes een prachtig rapport gepresenteerd. Daar is nog niets mee gebeurd.” Dat liet een vooraanstaande oud-politica onlangs optekenen in een artikel in het Nederlands Dagblad over het voorstel om het ledental van de Tweede Kamer uit te breiden naar 250 [1]. Had zij een punt of ging het – zoals vaker – om een ‘gevoel’?

De waarheid ligt een beetje in het midden. Er is wel degelijk het nodige gedaan met voorstellen van de Commissie-Remkes, zowel door het kabinet als door Tweede Kamerleden. Om met dat laatste te beginnen: in januari 2019 kwam SP’er Ronald van Raak met een initiatiefvoorstel om het correctief referendum grondwettelijk mogelijk te maken. Dat voorstel – verdedigd door Renske Leijten – sneuvelde in de Tweede Kamer bij de tweede lezing. Leijten ondernam direct een nieuwe poging, waarvan de eerste lezing in de Eerste Kamer gaande is [2].

Bij mogelijke wijziging van het kiesstelsel was er eveneens beweging. Minister Kajsa Ollongren kwam met een wetsvoorstel om stemmen op een lijst of een persoon mogelijk te maken, zoals de Staatscommissie had bepleit. Haar opvolgster, minister Hanke Bruins Slot, zag in kritiek van de Raad van State reden om het voorstel aan te passen. Het ligt nu wederom op de tekentafel en is zeker nog niet van de baan. Hoe het wetsvoorstel straks parlementair ontvangen wordt, weten we nog niet. Over de vraag of er een Constitutioneel Hof moet komen, wordt eveneens nog nagedacht. Het kabinet lijkt te kiezen voor opheffing van het verbod om wetten aan de Grondwet te toetsen, maar voelt vooralsnog niet voor een apart Hof. Een concreet wetsvoorstel is er nog niet en ook de Tweede Kamer is zich nog aan het oriënteren. Er komt ongetwijfeld een vervolg.

Foto: Sjoerd Luidinga (cc)

Doorpakken met stikstofreductie

ANALYSE - Het belangrijkste signaal van de afgelopen verkiezingen is dat de kiezer een hekel heeft aan onduidelijkheid en getreuzel

Na de afgelopen verkiezingen horen we velen beweren dat het nu gepast zou zijn pas op de plaats te maken met het stikstofbeleid voor de landbouw. Dat is echter precies de verkeerde conclusie.

Uitgesproken voor- en tegenstanders van stikstofreductie in de landbouw hebben zich in de eerste kamer volkomen gelijkwaardig verdeeld. Tegenover de 16 zetels in de eerste kamer voor BBB, die graag het beleid wil afzwakken, staan er bijna evenveel van GroenLinks en de PvdA, voor wie het allemaal niet snel genoeg gaat. Tegenover de 4 zetels van Wilders, die zijn hakken in het zand wil zetten, staat met hetzelfde aantal zetels de partij voor de Dieren, die het liefst de bio-industrie morgen helemaal wil afschaffen. En de SGP, die vooral niets wil veranderen, heeft één zetel minder dan Volt, die ook op dit dossier vooral juist veel en snel wil veranderen.

De zetels van Ja21, die geen verandering wil, staan qua aantal weer gelijk aan die van de SP, die de megastallen wil sluiten. En dan hebben we nog 50+ en de onafhankelijken, die beide over het hele stikstofvraagstuk zo vaag mogelijk verkiezen te doen. Kortom, uitgesproken voor- en tegenstanders van harde maatregelen in het stikstofdebat staan er na deze verkiezingen links en rechts van het kabinet precies even sterk voor.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: screenpunk (cc)

Dag van de Stem des Volks

OPROEP - Het is vandaag de ‘Dag van de Stem des Volks’. Zo mogen we een verkiezingsdag toch wel noemen? Het zou een vrije dag moeten zijn. De economie zal er niet bijzonder veel onder lijden als er één vrije dag per jaar bij komt.

Wordt het een spannende dag? Welnee…. Grootste winnaar wordt de alom gehypte BBB. Grootste blijver: de VVD. Toevallig allebei partijen die het meest opvielen in de campagnes. De VVD heeft reclametijd gekocht in de STER-blokken en zette de ‘big boss’ in. De BBB speelde zich in de kijker met een tsunami van ‘old skool’ spandoeken. Tja, wie over de middelen beschikt, heeft de meeste kansen.

En, jawel, Rutte wordt toch een tikkie betrouwbaarder gevonden dan Thierry Baudet en kornuiten. Volgens een Ipsos-peiling van 3 maart wint de VVD 14 zetels (som van alle provincies). Tja, er zijn natuurlijk altijd dovemansoren aan wie het Stem anders niet is besteed.

De FvD verliest 68 zetels. De schofterige, complotfantasievolle FvD-flauwekul wordt de proteststemmers te veel en ze lopen massaal terug naar de PVV en over naar de BBB. Dat voorspelt weinig goeds voor haar toekomst.

Op grond van de stemmen van het morrend volk, moet de BBB straks aan de slag met politici wiens drijfveer op de eerste plaats chagrijn, onvrede en achterdocht is. Niet dat de kersverse BBB’ers vies van politiek zijn. Dat blijkt niet alleen uit hun kandidaatstelling, maar ook uit het feit dat ze al langer politiek actief zijn. Ze zijn teleurgesteld in CDA en VVD en zijn overgestapt naar de BBB. De zwevende politicus (Volkskrant, achter betaalmuur), die overigens niet per se de vertegenwoordigers zijn van de zwevende kiezers.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een voorbarige brief of hoe de Eerste Kamer haar boekje te buiten gaat

COLUMN - van Prof.Dr. Bert van den Braak

Artikel 85 van de Grondwet bepaalt dat een voorstel van wet zoals het door de Tweede Kamer is aangenomen ter overweging aan de Eerste Kamer wordt gezonden. De Eerste Kamer komt bij wetgeving dus pas in beeld nadat zij een wetsvoorstel heeft toegezonden gekregen.

De brief waarin oppositionele fracties minister Kuipers waarschuwen rekening te houden met een wens van de Eerste Kamer is in die zin inconstitutioneel. De Eerste Kamer verlangt dat de (nog in te dienen) coronawet bepalingen bevat waardoor de Eerste Kamer de mogelijkheid krijgt om mee te praten over uitvoeringsmaatregelen.

Nu kun je de stelling innemen dat het wetsvoorstel in consultatie is en dat ook leden/fracties van de Eerste Kamer de mogelijkheid hebben om commentaar te leveren en zelfs wensen te formuleren. Het is aan de minister om daaraan wel of niet tegemoet te komen. De Eerste Kamer is echter zelf speler in het wetgevingsproces, met als krachtig middel het vetorecht. De Eerste Kamer kan zo de minister nagenoeg dwingen zijn wetsvoorstel op voorhand aan te passen, los van wat de Tweede Kamer daar van vindt.

Over de vraag of zeggenschap van de Eerste Kamer bij uitvoeringsmaatregelen noodzakelijk is, kan worden getwist. Ook daarbij geldt het primaat van de Tweede Kamer: die kan het kabinet op dat punt controleren. Overigens heeft de Eerste Kamer het recht van interpellatie en is ook zij bij machte het kabinet ter verantwoording te roepen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Ramses van Bragt (cc)

Grondwets­discussie zonder lijn

COLUMN - van Prof.Dr. Joop van den Berg

Het gaat er bij herzieningen van de Grondwet in Nederland nogal onnavolgbaar aan toe. Zo heeft in de afgelopen week de Tweede Kamer een aantal wijzigingen aanvaard in tweede lezing die geen enkel verband met elkaar hebben en er ligt nog een onoverzichtelijk voorraadje dat ook in tweede lezing moet worden besproken. Dit, nog afgezien van de voorraad voorstellen die ergens in een van beide Kamers rondzwerft, zonder dat iemand weet wanneer die worden afgewerkt.

Vanwaar die chaotische situatie? De treurigste reden stellen wij maar meteen voorop: in het algemeen vinden leden van Tweede en Eerste Kamer de Grondwet niet zo interessant. Veel neiging om er energie in te steken is er niet en als de agenda dus een beetje volloopt met actualiteiten, schuift de behandeling van grondwetsvoorstellen al snel maanden zo niet jaren op. Over grondwetsvoorstellen worden soms wel, meestal geen afspraken gemaakt in het regeerakkoord en als het wel gebeurt dan blijft dat zonder politieke verplichting. Voordeel voor Kamerleden is dat zij betrekkelijk vrij kunnen oordelen over wijzigingsvoorstellen; nadeel is dat de uitkomst onvoorspelbaar wordt. Als er al echte belangstelling is, komt die eerder uit de Eerste Kamer dan uit de Tweede.

Foto: © Tweede Kamer Plenaire zaal tijdelijke Tweede Kamer copyright ok. Gecheckt 28-09-2022

Kabinetsformatie – zetels tellen

Rutte kan tevreden zijn. Met ingang van morgen wordt een volgend record op zijn  conto geschreven: Rutte III is opgeklommen tot nummer drie in de top-3 van langstzittende demissionaire kabinetten. Nog acht dagen en hij stijgt hij naar de tweede plaats.

Blijft de impasse in de kabinetsformatie nog een ruime zes weken duren, dan haalt Rutte III de gouden medaille in deze illustere top drie. Maar dat zal toch niet waar worden?

Tot nu doet de inhoud er niet toe bij de kabinetsformatie. Er wordt mistig gedaan over iets als “geen linkse wolk”, maar qua visie hebben we nog niets gehoord. Daar doen we dan even aan mee door te kijken naar welke combinaties op een meerderheid in beide Kamers kunnen rekenen.

Eerst maar eens de optie ‘re-animeren Rutte III’. Dus VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Een niet al te riante meerderheid in de Tweede Kamer (78 zetels), maar een minderheid in de Eerste Kamer (32 zetels).

De nu veelbesproken optie van VVD, D66, CDA met PvdA en GroenLinks haalt wel in beide Kamers een meerderheid: 90 zetels in de Tweede Kamer, 42 in de Eerste Kamer.
Rutte vindt dat een iets te grote ‘linkse wolk’. Soms formuleert hij dat anders als ‘da’s één partij teveel voor een stabiele coalitie’. Maar deze optie geeft geen meerderheid in de Eerste Kamer.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Geknabbel aan een grondrecht

De vrijheid van vereniging (artikel 8 van de Grondwet) is een van de pijlers van een democratische rechtsstaat. Maar wat nu als een vereniging het criminele pad op gaat of de democratie ondermijnt? De Eerste Kamer, net bekomen van een principiële discussie over de avondklok, moet binnenkort oordelen over twee wetsontwerpen die een verbod mogelijk moeten maken van verenigingen die grenzen overschrijden. Het ene betreft een initatiefvoorstel van PvdA, CDA, CU, VVD en SGP voor een bestuurlijk verbod van ondermijnende organisaties. Het is met name gericht tegen zogenaamde Outlaw Motor Gangs. Het andere betreft een wijziging van het Burgerlijk Wetboek inzake rechtspersonen en is door de regering ingediend zoals overeengekomen in het coalitieakkoord van Rutte III.

De Tweede Kamer is vorig jaar al met beide voorstellen akkoord gegaan zonder dat er in de media veel aandacht is besteed aan de uitvoerige debatten die de Kamerleden hebben gevoerd over deze voorstellen die fundamentele rechten raken. Na het teruglezen van een aantal verslagen van deze debatten kan ik me voorstellen dat de Eerste Kamer, het ‘juridisch geweten’ van het parlement, er toch niet zomaar mee zal instemmen.

Een ‘cultuur van wetteloosheid’

De criminele activiteiten van motorclubs zoals de Hells Angels hebben al enkele malen tot een verbod  van zo’n organisatie geleid. Het succes van het Openbaar Ministerie bleek nogal betrekkelijk, zeker in verhouding tot de langdurige civielrechtelijke juridische procedures die er voor nodig waren. Voor de politie en de burgemeesters die met de zware criminaliteit van de bendes te maken hebben biedt een verbod tot nu toe nog te weinig aanknopingspunten om op te treden. Om sneller en effectiever op te kunnen treden stelden de Kamerleden Kuiken (PvdA), Van Toorenburg (CDA), van Wijngaarden (VVD), van der Graaf (CU) en Van der Staaij (SGP) in een initiatiefwetsontwerp voor een bestuurlijke route te kiezen voor een verbod op dergelijke ondermijnende organisaties. Een bestuurlijk verbod geeft de Minister de mogelijkheid om zo’n organisatie een verbod op te leggen zonder toetsing bij de rechter. En dat verbod gaat dan meteen in. Daarmee is een gang naar de rechter weliswaar niet geheel uitgesloten. De organisatie kan uiteindelijk ook nog een beroep doen op de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Maar deze weg is omstreden. De minister is een politiek figuur. Hij of zij kan zich in het besluit tot een verbod laten inspireren door politieke overwegingen, zeker gezien de nogal vage formulering van de gronden voor een verbod. De wetstekst noemt namelijk de motorbendes niet als zodanig, maar omschrijft de verbodsgronden in veel algemenere zin. Wat moeten we verstaan onder ‘een cultuur van wetteloosheid’? En onder  een ‘aantasting van als wezenlijk ervaren beginselen van de Nederlandse rechtsorde’? En wanneer kunnen we vaststellen dat een organisatie ‘de Nederlandse samenleving of delen daarvan ontwricht of kan ontwrichten.’? Hoe groot is het risico dat een minister met politiek uitgesproken extreme denkbeelden hier een kans ziet om hem of haar onwelgevallige organisaties uit de weg te ruimen? Of kan dat alleen in Turkije of Hongarije?

Foto: © Eerste Kamer schermafbeelding debat Tijdelijke wet maatregelen covid-19

Eerste Kamer akkoord met Tijdelijke wet maatregelen covid-19

COLUMN - Maandag vergaderde Eerste Kamer over de Tijdelijke wet maatregelen covid-19, die eerder door de Tweede Kamer is aangenomen. De stemmingen over het wetsvoorstel en ingediende moties vonden dinsdagmiddag plaats. De Eerste Kamer had blijkbaar geen zin ’s nachts knopen door te hakken.

Altijd goed om het debat van maandag nog eens na te lezen (of te kijken) en de stemmingen op dinsdag op te zoeken.

Het wetsvoorstel werd met 48 stemmen voor en 24 stemmen tegen aangenomen. Geen problemen dus voor het kabinet.

Ook de ingediende moties zullen het kabinet geen hoofpijn bezorgen:

De motie-Otten:  c.s. over adequate borging van de rol van de Eerste Kamer
verzoekt de regering om op korte termijn tot een oplossing te komen waarbij de rol van de Eerste Kamer bij de instemming met de ministeriële regelingen op grond van de spoedwet adequaat wordt gewaarborgd
De motie werd bij hoofdelijke stemming verworpen met 25 stemmen voor en 47 stemmen.

Motie-Van Rooijen c.s. over spoedeisende ministeriële regelingen via een zware voorhangprocedure voorleggen aan de Eerste Kamer:
verzoekt de regering om spoedeisende ministeriële regelingen uit hoofde van de tijdelijke wet maatregelen covid-19 tevens via een voorhang procedure – de zogenaamde zware voorhang – voor te leggen aan de Eerste Kamer, zodat ook de Eerste Kamer hierover haar stem kan uitbrengen”.
Stemming bij zitten en opstaan: Verworpen (SGP, CDA, VVD, GroenLinks, PvdA, OSF, D66 en CU waren tegen).

Volgende