Extraparlementair of zakenkabinet is vooral een zwaktebod

van Prof.Dr. Bert van den Braak, eerder verschenen bij het Montesquieu Instituut. De begrippen parlementair, extraparlementair en zakenkabinet blijken keer op keer tot verwarring te leiden. Verwijzingen naar het verleden maken het er niet duidelijker op, vooral omdat vroegere omstandigheden volstrekt onvergelijkbaar zijn met die van deze tijd. Het is daarom nogal naïef te verwachten dat bepaalde 'soorten' kabinetten die toen bestonden (al verdient ook dat nadere toelichting) nu ook wel goed en effectief kunnen functioneren. Daarbij moet evenzeer de veranderde rol van de overheid worden betrokken, die inmiddels vraagt om een daadkrachtig kabinet, met voldoende parlementaire steun. 1. Parlementair kabinet Er is veel voor te zeggen om alle sinds 1868 opgetreden kabinetten als parlementair te betitelen. Daarvoor (met name in 1853, 1856 en 1866) waren er koninklijke kabinetten. In 1868 werd uitgemaakt dat een kabinet alleen kan regeren als er een parlementaire basis is. Toen in 1939 nog eens werd gepoogd een kabinet te laten optreden dat die basis ontbeerde, werd daar korte metten meegemaakt. Het kabinet-Colijn V verdween na vier dagen. Als we het over parlementaire of extraparlementaire kabinetten hebben dan gaat het om de wijze van formeren en het vastleggen van onderhandelings­resultaten. Bij parlementaire kabinetten onderhandelen de fractievoorzitters van de beoogde regeringspartijen over een programma onder leiding van een (in)formateur. Een conceptakkoord wordt voorgelegd aan hun fracties, waarna (meestal) een tweede ronde volgt en vervolgens eindconclusies worden getrokken. Bij een akkoord binden de fracties zich aan het programma. Sommigen partijen kennen procedures om ook de 'leden' (partijraad, congres) te laten oordelen. Slechts één keer keurde een fractie (die van het CDA) het onderhandelings­resultaat af. Dat was in 1981 tijdens de formatie van Van Agt II. Er kwam toen een nieuwe ronde. In de jaren 1946-1970 waren het als regel alleen de fractievoorzitters die zich bonden, al was er steeds meer afstemming met de eigen fractie. Het prestige van die politieke voormannen was zo groot, dat die binding volstond. De betrokkenheid van fracties werd nadien steeds groter. Vanaf 1971 traden vaak werkgroepen van fractiespecialisten op om 'mee' te onderhandelen over de tekst van het programma. Programma's werden daarnaast gedetailleerder. Over de afspraken ontstonden nauwelijks conflicten. Alleen in 2010 leidde de afspraak over beëindiging van de militaire missie in Uruzgan tot een breuk (al waren er diepere oorzaken). Crises gingen als regel over andere zaken dan die welke in het regeerakkoord stonden. 2. Extraparlementaire kabinetten De enige uitzondering na 1971 op een parlementair gevormd kabinet was het kabinet-Den Uyl. Dat kreeg uiteindelijk slechts de (gezamenlijke) programma's van PvdA-PPR-D66 en van KVP-ARP-CHU als basis, met daarnaast 14 door de kandidaat-ministers gemaakte afspraken. Formele onderhandelingen waren er niet geweest, maar de fracties van de vijf deelnemende partijen stemden wel in met totstandkoming van het kabinet. Alleen PvdA en D'66 voelden zich 'gebonden'. Overigens struikelde het kabinet in maart 1977 over één van de gemaakte afspraken (over de grondpolitiek). Daarvoor waren er voor 1940 soms eveneens extraparlementaire kabinetten, vooral 'in naam'. Tot 1918 bestonden er politieke blokken, waarbij veelal één van twee als grootste uit de bus kwam; hetzij de liberalen, hetzij de christelijke partijen ('coalitie'). Die blokken waren losse verbanden van meerdere groeperingen. Niet alle deelnemende partijen bonden zich. Zo trad het kabinet-Kuyper in 1901 op met 'gedoogsteun' van de vrije-antirevolutionairen (christelijk historischen). De komst van de sociaaldemocraten vanaf 1897 compliceerde het beeld, al zou de SDAP in 1905 en 1913 eveneens de liberale kabinetten, respectievelijk De Meester en Cort van der Linden 'gedogen'. De regeringspolitiek was tot 1940 veel overzichtelijker dan tegenwoordig. De rol van de overheid was nog beperkt, zeker op sociaaleconomisch gebied. Het begrotingsbeleid hield slechts in dat er streven was naar een sluitende begroting. Hoewel de christelijke partijen na 1918 een meerderheid hadden, was kabinetsvorming toch vaak moeilijk. Geschilpunten waren onder meer het gezantschap bij de Paus, subsidiëring van bijzondere hogescholen en de defensie. Om regeringsvorming mogelijk te maken, werd vaak (vanaf 1929) voor een lossere band gekozen. Uiteraard hadden de drie christelijke partijen ook toen gezamenlijke doelen, maar formeel bonden zij zich niet. Uit de toetreding van Kamerleden (en kopstukken) kon niettemin een veel sterkere parlementaire binding worden afgeleid dan de naam 'extraparlementair' toen suggereerde. De enige uitzondering op dit alles was het kabinet-De Geer I. Dat kwam buiten fracties om tot stand kwam, omdat een andere oplossing na de crisis van november 1925 onmogelijk bleek. De minister kwamen ook grotendeels 'van buiten', met premier De Geer als uitzondering. Dat dit kabinet kon optreden en niet direct werd weggestuurd door de Tweede Kamer kwam omdat het bij zijn optreden verklaarde alle politiekgevoelige kwesties te laten rusten (stel je eens voor dat dit nu zou gebeuren!). 3. Zakenkabinet Het kabinet-De Geer I kan, ondanks premier De Geer, ook als een zakenkabinet worden gezien. De ministers kwamen vrijwel allen van buiten het parlement. Dat was in vrijwel eenzelfde mate het geval bij het weggestuurde kabinet-Colijn V. Alle overige kabinetten (zeker na 1888) bestonden uit politici en 'buitenstaanders'. Van het in naam extraparlementaire kabinet-Colijn II 1933) kwamen acht van de tien ministers uit de Tweede Kamer, onder wie twee fractievoorzitters. Het aandeel buitenstaanders verschilt per kabinet, maar gemiddeld geldt voor zeker de helft van de ministers dat zij niet uit de landelijke politiek komen. Een geheel uit buitenstaanders bestaand kabinet, is er nimmer geweest. Voor een dergelijk kabinet zou bovendien gelden dat het wel over voldoende parlementaire steun moet beschikken en dat, zodra de ministers beslissingen nemen, zij 'politicus' zijn geworden. Beslissingen zijn niet alleen nodig, omdat nu eenmaal politieke keuzes moeten worden gemaakt (hoeveel geld besteden we waaraan, hoe gaan we probleem x aanpakken, wat vinden we van amendement y?), maar ook omdat de ministers homogeen moeten zijn. Ze moeten gezamenlijk tot besluiten komen en daar gezamenlijk 'voor staan'. Het kan niet zo zijn dat regeringsbeleid alle kanten op gaat en dus zal een zakenkabinet al heel snel een politieke kleur (of etiket) krijgen. De juistheid van de stelling dat de Tweede Kamer vervolgens naar hartelust kan mee- of bijsturen is twijfelachtig en in ieder geval nooit in de praktijk bewezen. Geen kabinet is gehouden zo maar wensen van een Kamermeerderheid uit te voeren. 4. De afweging Een misverstand is dat bij een parlementair kabinet de invloed van de Tweede Kamer beperkt is, omdat 'alles vastligt' in een regeerakkoord. Ten eerste kunnen juist bij een parlementair kabinet de onderhandelende fracties direct invloed uitoefenen op het te voeren regeringsbeleid. Ten tweede zijn er altijd zaken die uitgewerkt moeten worden en dan is er zeker speelruimte (ook voor oppositiefracties). Ten slotte kan een regeerakkoord toekomstige beleidsdoelen deels vastleggen, maar niet de (externe) omstandigheden beïnvloeden, waaronder die gerealiseerd moeten worden. Gedurende de rit ontstaat er zo alsnog meer speelruimte. Strakke afspraken zijn wenselijk als er grote problemen voorliggen en partijen samenwerken die (mogelijk) van mening verschillen over oplossingen. Voor een kleinere deelnemende partij is het bovendien aantrekkelijk een grotere partij vooraf te binden, zodat de eigen inbreng zichtbaar blijft. Zonder die afspraken moet per onderwerp gedurende de rit verder worden onderhandeld. De uitkomst is dan onzeker en dat geldt eveneens voor de parlementaire steun voor die uitkomst. In het kabinet-Den Uyl ging het bereiken van compromissen zeer moeizaam en kwam het niet of nauwelijks tot uitvoering van het wetgevingsprogramma. Waar toch al (nieuwe) beren op de weg verschijnen (tegenvallers, internationale gebeurtenissen, incidenten zoals de kwestie-Hirsi Ali en electorale ontwikkelingen) bieden afspraken iets meer zekerheid op stabiliteit. Zonder die afspraken wordt regeren een nog hachelijker zaak.

Foto: EU2017EE Estonian Presidency (cc)

Gezocht wegens gebrek aan respect voor de Russische geschiedenis

De Russische internetkrant Mediazona kreeg een bijzondere database in handen van het Russische ministerie van Binnenlandse Zaken met 95.994 namen van mensen die gezocht worden. Hun misdaad? Belediging van Rusland en zijn geschiedenis. Prominent op de lijst is de Estse premier Kaja Kallas. Zij wordt gezocht omdat ze alle Russische monumenten uit het land wil verwijderen. Kallas: “Dit is eens te meer een bewijs dat ik het juiste doe: de krachtige steun van de EU aan Oekraïne is een succes en dat doet Rusland pijn.” Ze laat weten dat het programma voor de verwijdering van monumenten die de Sovjet-Unie verheerlijken gewoon doorgaat.

De database is een paar jaar voor de inval in Oekraïne opgezet. Volgens Mediazona belastte het ministerie Alexander Bastrykin met een speciale afdeling die de taak kreeg om misdaden te onderzoeken die verband hielden met de ‘rehabilitatie van het nazisme’ en ‘verdraaiing van de geschiedenis’. De medewerkers zijn voortvarend aan de slag gegaan en identificeerden in de loop van de tijd bijna honderduizend ‘criminelen’, zowel Russen als buitenlanders, voornamelijk inwoners van voormalige sovjet-landen. Aanvankelijk ging het om mensen die verdacht werden van sympathie voor Hitler en de nazi’s. Toen Poetin de oorlog tegen Oekraïne begon om dat land te ‘denazificeren’ kreeg de afdeling het erg druk. Buitenlanders die meevechten met het Oekraïense leger staan nu ook op de lijst, waaronder naast honderd Georgiërs 93 Britten, 23 Israeliërs, 21 Amerikanen ook een Nederlandse vrijwilliger.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: IISG (cc)

Niet in de keuken, maar wel in de bediening. NSC, de PVV en rechtsstatelijke principes

COLUMN - column van Dr. Simon Otjes, eerder verschenen bij het Montesquieu Instituut.

De centrale vraag in deze formatie is of de PVV rechtsstatelijke principes voldoende onderschrijft. Met name NSC had hierover grote twijfels. Via het rapport van informateur Plasterk laat de NSC-fractie weten: “Gelet op uitspraken in het verleden en standpunten in het verkiezingsprogramma van de PVV, is en blijft de rechtsstatelijke afstand [tussen het NSC en de PVV, SO] te groot voor deelname [van het NSC, SO] aan een meerderheidskabinet of een minderheidskabinet. De fractie is bereid om gedoogsteun te verlenen aan een minderheidskabinet [van PVV, BBB en VVD, SO].

In deze positie zit een grote tegenstrijdigheid. Dit is alsof je niet in een keuken met een kok wil samenwerken omdat je vreest dat hij gif in het eten gooit, maar tegelijkertijd wél in het restaurant dat eten wil serveren.

Stel: je bent van mening dat de PVV te weinig op heeft met de rechtsstaat. Als je dat vindt, dat moet je niet willen dat de PVV bewindspersonen levert. Bewindspersonen hebben immers een hoge mate van autonomie om hun ambtenaren aan te sturen.

Een recent verhaal van de NRC laat zien hoe minister Yesilgöz een apart team inzette om maatregelen te nemen tegen potentieel overlastgevende asielzoekers. Deze maatregelen zijn volgens Joep Lindeman, universitair hoofddocent strafrecht aan de Universiteit Utrecht, “rechtsstatelijk dubieus”. Het NSC geeft aan wél bewindspersonen van de PVV te willen gedogen.

Foto: Tierra Mallorca on Unsplash.

De wooncrisis is een crisis over ongelijkheid

De huurprijzen stijgen in rap tempo, een koophuis raakt voor starters zonder vermogende ouders steeds verder uit zicht en ondertussen wordt er te weinig gebouwd. Er is een wooncrisis. Hoe kon het zo ver komen? En is er een weg uit deze crisis?

Hoe kan het toch dat we in ons welvarende Nederland een wooncrisis hebben? We hebben als land een expertise in stedenbouw en volkshuisvesting, en arm is Nederland ook niet. Toch is er een schrijnend tekort aan betaalbare koop- en huurwoningen. Wat is er aan de hand? Samen met econoom drs. Rens van Tilburg (UU), volkshuisvestingdeskundige prof. Marja Elsinga (TU Delft) en sociaal geograaf dr. Wouter van Gent (UvA) gingen we hierover in gesprek. En, misschien wel belangrijker, onderzochten we wat de oplossingen zouden kunnen zijn.

De woningmarkt als vrije markt

In 1989 kwam het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met een rapport genaamd ‘Ontwerp nota volkshuisvesting in de jaren negentig’. Een omslag in ons woningbeleid, vertelt Elsinga: “Dit was het begin van de ambitie om de woningmarkt te verbeteren en het startpunt voor allerlei maatregelen voor verzelfstandiging en deregulering.” Het idee hierachter was dat een optimale markt optimale welvaart zou opleveren, maar daar is weinig van terecht gekomen. “De woningmarkt is namelijk geen perfecte markt. Er is niet een keuze om uit de markt te stappen als deze ongunstig is voor jou. Iedereen heeft een huis nodig,” benadrukt Elsinga.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Schermafbeelding video @ Tweede Kamer staande ovatie voor Renske Leijten

Het einde van het coalitiesysteem

Open brief aan de informateur en leden van de Tweede Kamer:
Stop de coalitieonderhandelingen! Het zou veel beter zijn het kabinet direct te kiezen, zonder coalitieakkoord.

Geachte heer Ronald Plasterk,
beste leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal,

Wat te gebeuren stond gebeurde ook: de formatie is vastgelopen, tot chagrijn van ongetwijfeld u zelf, maar vooral de kiezer. Wekenlang is er in het geheim onderhandeld, en het resultaat? Niets. Partijen die elkaar de schuld proberen te geven en een snel dalende sfeer. Iedereen begrijpt dat de vorming van een kabinet zeker nog enkele maanden op zich zal laten wachten. Een kabinet installeren voor de zomer lijkt alweer geen haalbare kaart meer.

Maar u weet ook: een zogenaamd positief resultaat van de besprekingen zou ook bij veel mensen tot onvrede geleid hebben, en niet alleen bij de niet-formerende partijen. Coalitieakkoorden zijn namelijk de facto compromissen, waarbij de partijen die deelnemen altijd concessies moeten doen, en daarmee voor de kiezer een deel van hun gezicht en betrouwbaarheid verliezen. Het is precies daarom dat het voor u zo moeilijk is om een coalitie te vormen.

Hoe nu verder? Uw collega Pieter Omtzigt pleit voor een extraparlementair kabinet, maar is onduidelijk over hoe een en ander vorm te geven. Wellicht heeft hij daar ook nog geen duidelijke ideeën over. In dat geval zou ik u er graag één aan de hand doen. Want het kan zo helder en simpel zijn, en zoveel beter. Het vergt een beetje omdenken, maar het is er wel de tijd voor. Naar mijn idee heeft het coalitiesysteem namelijk zijn langste tijd gehad, en kan het beter vervangen worden door een volkomen ander systeem.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Hoe links weer relevant kan worden

Wil links terrein terugveroveren, dan moet het allereerst ferm afstand nemen van het dominante xenofobische frame, betoogt hoogleraar Leo Lucassen. Met daarnaast de focus op grotere sociale gelijkheid, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en betere collectieve voorzieningen voor iedereen ongeacht achtergrond.

Eén van de vaak gegeven antwoorden is dat de electorale achterban van partijen als GroenLinks-PvdA en zeker D66 vooral is gaan bestaan uit hoger opgeleiden, door de Franse econoom Thomas Piketty wel als ‘Brahmin left’ aangeduid, en dat de traditionele arbeidersklasse heeft gekozen voor populistisch en extreem rechts.

PVV, BBB en NSC zouden de zorgen van deze ‘normale’ Nederlanders wel serieus nemen

En dat zou zeker gelden voor de ‘normale’ (Van der Plas) kiezers op het platteland, die zich in de steek gelaten voelen door ‘de Randstedelijke elite’ en hun voorzieningenniveau aanzienlijk hebben zien slinken. Anders dan de stedelijke bakfietsende en havermelk drinkende elite zouden partijen als de PVV, BBB en NSC de zorgen van deze ‘normale’ Nederlanders over migratie en de uitholling van de verzorgingsstaat namelijk wel serieus nemen.

Klopt dit wel?

Het is echter de vraag of deze aannamen wel kloppen. Zo is het idee dat de traditionele arbeidersklasse is overgelopen naar populistisch rechts en dat links dus zijn best moet doen om die terug te winnen door kritischer te zijn op migratie een misvatting, zoals politicoloog Cas Mudde al jaren betoogt. Daarnaast is het aandeel van ‘links’, met name van de PvdA, al sinds de jaren negentig sterk afgenomen. En is het bovendien moeilijk vol te houden dat (extreem)rechts in hoofdzaak een vluchtheuvel is voor de ‘verliezers van de globalisering’.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Joan (cc)

Spaanse rechters frustreren amnestiewetgeving

De Spaanse premier Pedro Sanchez had gehoopt deze week op z’n minst voor even verlost te zijn van alle spanningen die de Catalaanse separatisten het land al jaren bezorgen. Hij had buiten de Spaanse rechters gerekend. Vlak voordat het Spaanse parlement de moeizaam tot stand gekomen en zeer omstreden amnestiewet zou gaan aannemen kondigden twee rechters aan dat hun zaken tegen de seperatisten hoe dan ook gewoon doorgaan. Junts, de partij van Carlos Puigdemont, besloot daarop tegen de wet te stemmen, die toen alsnog werd verworpen. Een parlementaire commissie moet nu proberen een oplossing te vinden.

Voor premier Sanchez van de socialistische PSOE betekent de tegenstem van Junts een grote nederlaag. Zijn regering hing op steun van de Catalaanse separatisten. De amnestiewet, waartegen in Spanje massaal is gedemonstreerd onder aanvoering van de conservatieve Partido Popular (PP), was bedoeld als wisselgeld voor steun van de Catalanen aan een nieuwe regering-Sanchez. Na de verkiezingen van deze zomer was de PP weliswaar de grootste geworden, maar de partij slaagde er niet in een regering te  vormen. In november kreeg Sanchez wel de benodigde meerderheid voor een tweede termijn dankzij de steun van de Catalaanse seperatisten die amnestie werd beloofd. Tegenstanders hekelden de hypocrisie van Sanchez die zich in het verleden ook tegen amnestie had uitgesproken. Zijn draai zou uitsluitend ingegeven zijn door zijn opportunisme om hoe dan ook aan de macht te kunnen blijven. Opiniepeilingen lieten zien dat 70% van de Spanjaarden tegen amnestie waren. Zelfs Sanchez’ eigen aanhang was in meerderheid tegen de wet.

Foto: Eoghan OLionnain (cc)

Goed nieuws voor Zweden

In ruil voor 40 nieuwe Lockheed Martin F-16-gevechtsvliegtuigen en 79 moderniseringskits voor zijn bestaande F-16’s gaat Turkije nu akkoord met de toetreding van Zweden tot de NAVO. De bestelling dateert al uit oktober 2021. Eind vorig jaar dreigde het land over te stappen naar een andere Europese leverancier van bommenwerpers. Zover wilden de Amerikanen het niet laten komen. Nadat het Turkse parlement deze week eindelijk akkoord is gegaan met de aansluiting van Zweden bij het militaire bondgenootschap heeft president Biden het Amerikaanse Congres verzocht haast te maken met de goedkeuring van de levering van de F16’s. Of daar gehoor aan wordt gegeven is nog even de vraag. Een van de senatoren van Bidens eigen partij wil eerst nog de nodige garanties. Senator Chris Van Hollen, lid van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen, twijfelt aan een snelle goedkeuring. “Het grootste deel van de tijd dat president Erdogan aan de macht is, is Turkije een ontrouwe NAVO-bondgenoot geweest.”

Zweden is er overigens nog niet. Erdogans Hongaarse collega Viktor Orbán had ook problemen met het nieuwe NAVO-lid. Orbán had eerder beloofd Turkije te zullen volgen. Maar in het Hongaarse parlement vonden zijn partijgenoten dat er in Zweden te negatief over de Hongaarse rechtsstaat werd gesproken. Ze eisen meer respect. Parlementsvoorzitter Laszlo Kover zei gisteren dat hij niet van plan is haast te maken met de ratificatie. Het parlement is met reces en er is volgens hem geen reden om voor deze kwestie terug te komen. Maar Orbán heeft secretaris-generaal Stoltenberg al wel verzekerd dat het goed komt en dat Hongarije ook akkoord gaat met het NAVO-lidmaatschap van Zweden.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Maarten (cc)

Moet de VVD het niet eens over migratie hebben?

Komende zaterdag congresseert de VVD. De partij die een beetje in crisis verkeert, sinds Mark Rutte – de lijm tussen de vleugel van de liberalen en die van de onderbuik – zijn vertrek heeft aangekondigd. Dat wordt natuurlijk interessant en de vergelijking met het CDA congres in 2010 dringt zich op. Al is er nog geen akkoord waarover gestemd mag worden. En eerlijk gezegd zie ik ook nog niet voor me welke VVD-ers voldoende talent hebben om de tenenkrommende rollen van Maxime Verhagen en Camiel Eurlings te kunnen spelen.

Die crisis in de VVD heeft natuurlijk iets te maken met de macht die haar ontglipt, terwijl ze er zo aan gewend is geraakt. Dat vraagt om een antwoord, maar dat is ingewikkeld om de simpele reden dat het ook een partij is waar ideeën zich zelden op de voorgrond begeven. Er zitten best ideeën achter de partij, vooral uit de liberale hoek, maar daar hoor je VVD-ers eigenlijk zelden over. Bolkestein is waarschijnlijk de laatste politiek leider die, wat je er inhoudelijk ook van vond, ideeën had die hij onder woorden kon brengen en op schrift stelde. Sindsdien lijkt er – aan het zicht onttrokken door regeringsdeelname en bijkomende machtsperikelen – vooral sprake geweest van intellectuele uitdroging. Hoe verenig je dan een partij die in vleugels uit elkaar valt, als er niemand met ideeën komt waar iedereen achter kan staan?

Foto: Patrick Rasenberg (cc)

Migratie is van alle tijden

COLUMN - Een van de (vele) misverstanden over migratie is dat het hier om een verschijnsel gaat dat zijn oorsprong vindt in recente ontwikkelingen zoals de globalisering van de economie en de toegenomen communicatiemogelijkheden. Voor de correctie op dit beeld hoef je niet ver te gaan. Maar geschiedenis is helaas voor velen geen bron meer voor een adequate beoordeling van de oorzaak en betekenis van wat er vandaag gebeurt.

In het boek van Richard Evans De eeuw van de macht; Europa 1815-1914, een dikke pil van ruim 1000 bladzijden over de geschiedenis van de 19e eeuw, vond ik twee noties die in het debat over de huidige migratie naar Europa helaas nogal onderbelicht zijn gebleven.

Allereerst het feit dat Europa nog niet zo lang geleden een gebied was waaruit mensen in groten getale emigreerden. Evans schrijft onder de titel ‘De grote uittocht’ dat vrijwel geen enkel deel van Europa gevrijwaard bleef van emigratie van miljoenen mensen. Koplopers waren Ierland en Duitsland. In Ierland nam de bevolking af van 8,5 tot 6 miljoen. Uit Duitsland vertrokken tussen 1820 en 1914 ruim 5 miljoen mensen naar de VS. De VS en Canada waren de belangrijkste bestemmingen. Daarnaast vertrokken ook vele Europeanen naar Australië, Nieuw-Zeeland, Argentinië en Brazilië. De belangrijkste reden voor vertrek was van economische aard, vooral na de ‘hongerige jaren veertig’ toen vooral Ierland geteisterd werd door een aardappelziekte. Voor sommige emigranten, zoals Russische Joden, golden ook politieke en sociale motieven. Daarnaast stimuleerden de verhalen van de eerste groepen emigranten vele familieleden om ook de stap te wagen. ‘Hier kun je verder komen, hier kun je bouwen aan een goede toekomst’. Dat was aanvankelijk een nogal rooskleurig beeld, zoals we bijvoorbeeld kunnen lezen in de sociaal-realistische romans van Upton Sinclair over de vleesfabrieken van Chicago (die overigens opvallend veel lijken op bedrijven die hier en nu in het nieuws zijn vanwege de uitbuiting en slechte woonomstandigheden van de arbeiders). Maar ook op dat punt verschillen hedendaagse Noord-Afrikaanse immigranten nauwelijks van onze voorouders die zich –toen geheel legaal- inscheepten voor de overtocht over de Atlantische Oceaan. Ik maak me geen illusies dat dit besef direct kan leiden tot meer begrip, maar het is wel opvallend dat deze historische vergelijking in het publieke debat zo zelden wordt gehoord.

Vorige Volgende