Slibt Nederland dicht?

Het CBS meldde gisteren dat meer dan 6,5 miljoen Nederlanders te zwaar zijn. In de afgelopen dertig jaar is het percentage gestegen van 27% naar 41%. Meer dan 1.5 miljoen Nederlanders torsen 'ernstig overgewicht' mee (BMI >30), een procentuele verdubbeling sinds de jaren tachtig. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is ook het wereldwijde percentage van obesen verdubbeld, dus Nederland doet eindelijk internationaal weer eens gewoon mee. Aan de absolute wereldtop prijkt het piepkleine republiekje Nauru waar de 14.000 inwoners door een streng dieet van gefrituurde kip en cola een gemiddeld(!) BMI van 34 hebben weten te bereiken. 97% van de mannen is te zwaar of obees. Bijna 50% heeft diabetes. Wie Nauru googlet krijgt als eerste zoeksuggestie ‘Nauru obesity’. Mooie reclame is dat.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

De grootste bedriegerij in de onderwijsgeschiedenis?

In het onderwijs, maar ook bij het ministerie van OCW, wordt teveel waarde gehecht aan prestaties op de basisvaardigheden taal en rekenen. Sterker nog, over een aantal jaren zou wel eens kunnen blijken dat deze eenzijdige nadruk op (steeds grotere) cognitieve prestaties de grootste oplichterij uit de geschiedenis van het onderwijs is geweest volgens Hartger Wassink, onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht.

Het is Tour de France-tijd, en bijna als vanzelfsprekend zijn de vermeende dopingpraktijken van record-Tourwinnaar Lance Armstrong in het nieuws. Ik schreef al eens eerder over hoe we hiervan kunnen leren voor het onderwijs. Greg Lemond, de eerste Amerikaanse Tourwinnaar, omschreef Armstrong, mocht hij schuldig bevonden worden, als ‘the biggest fraud in sports history’.

Laat ik eens een boude uitspraak doen. Ik denk wel eens dat opbrengstgericht werken over een tijdje ‘the biggest fraud in educational history’ zou kunnen zijn. Ho, wacht, voor u nu al geïrriteerd afhaakt: ik zal dit onderbouwen.

Onder ‘opbrengstgericht werken’ versta ik een manier van werken in de school die de nadruk legt op het behalen van (steeds hogere) cognitieve prestaties, vooral op taal en rekenen. Dat uit zich in het basisonderwijs in een toetscircus dat in de wereld z’n weerga niet kent. In het Voortgezet Onderwijs in (onder andere) een maniakale aandacht voor het verschil tussen schoolexamen) en het centraal examen. In het MBO en HBO door het schrappen van vakgericht onderwijs om leerlingen te trainen voor de verplichte taal- en rekentoetsen. Het WO blijft er nog enigszins van verschoond, maar op de wetenschap kom ik zo terug.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

To Bieber or not to Bieber

Oud Zeikwijf haat streberige ouders.

Over het gedrag van de meeste ouders tegenover hun kinderen ben ik tegenwoordig niet te spreken. Zij zadelen mij namelijk op met onnodig en zelfs kwalijk extra werk.

Het begint op de lagere school. Op de crèche gaat het nog wel, maar op de lagere school barst het pas los. Moeders (het zijn voornamelijk moeders) zijn verwikkeld in een wedloop om de ingewikkelste traktaties als het kind verjaart, de meest vergezochte (en duurste) partijtjes en de meest vroegtijdige disco avonden.

Ik ging met 13 jaar voor het eerst naar de disco, ’s middags mind you, maar dat was omdat een vriends vader de eigenaar was. Bij mijn tweede nest begonnen de avonddisco’s in groep 7. Aangezien 90% van groep 7 volgens de nieuwe mode allemaal met 5 jaar naar groep 3 overgingen, zijn ze dus 9 als de late dansfeesten losbarsten. In groep 8 willen ze tig keer per schooljaar naar een Frisfeest tot het uur nul, en reken maar dat zij allemaal  a.s. donderdag klokslag 9 uur aan de computer zitten want op dat tijdstip, gedurende enkele seconden, worden de tickets uitverkocht voor het optreden van Justin Bieber op 13 april 2013 in Arhem, à 99 euro p.stuk, startprijs. 99 euro per stuk! In sodding Arnhem! Op 13 april tweeduizend fokking dertien! Je hebt kans dat er op 13 april 2013 niet eens meer een Gelredome is, of een euro, of zelfs een aarde, en dat je tiener over zijn Biebergekte finaal heen is. Er zijn dus ouders die dat betalen (voor één of meer kinderen) en die op 13 april naar Arnhem heen en weer rijden met hun vroege volwassentjes, alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Dag van het Geluk

De Verenigde Naties hebben, op instigatie van Bhutan, dat gelukkige landje in Azië, een Dag van het Geluk ingesteld op 20 maart. Het wordt tijd dat er ook in Bhutan eens een bloedige revolutie komt, hoor ik u met me meedenken. Nederland scoort ook hoog, had ik vernomen (we hebben ook nog geen revolutie gehad), maar waarom dat zo is? Ik begrijp het niet.

Ik kan me voorstellen dat je zegt: Rusland, China, Noord-Korea, hoe heten die landen in Afrika, Japan met die tsunami en zo, die scoren laag. Maar ‘geluk’ lijkt me toch vooral een persoonlijk iets, niet iets nationaals. Niet iets waarmee de Verenigde Naties zich zouden moeten bemoeien. Het doet me een beetje denken aan de toestand in Rusland, rond 1930, toen een ‘arbeider’ (die had je toen nog) door de staat gefeliciteerd werd omdat hij een bepaalde moer juist had aangedraaid. Plaatje in de Pravda: ‘Zie hier Yuri Kravtsjov, die een moer zeer goed aandraait, waardoor de hele machinerie perfect werkt!’

Geluk en ongeluk zijn dingen die vallen buiten de competenties van de staat. Natuurlijk zijn er de minimumcompensaties: bijstand, WW, AOW etc., zonder welke we een barbaarse natie zouden worden. Het is zeer goed dat we dat in Nederland hebben. We hebben geen extreme armoede, godzijdank. Maar het geluk wordt door iets heel anders bepaald, volgens mij.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wat Nederland en Japan van elkaar kunnen leren

De mentaliteit tussen Nederlanders en Japanners is in veel opzichten totaal tegengesteld. Maar uit die tegenstelling komen soms opmerkelijke overeenkomsten voort. En wellicht kunnen we nog wat van elkaar leren.

Wie door Japan reist ziet een land dat niet alleen bol staat van de cultuur en de tradities, maar ook een land dat op technologisch gebied Europa in veel opzichten ver vooruit is. En tegelijkertijd is alles in Japan bijna angstwekkend efficiënt geregeld. Geen trein rijdt te laat, er ligt geen vuiltje op straat, en wanneer ergens op gewacht moet worden, wacht iedereen keurig op zijn plaats in de rij op zijn beurt.

Verschillen

Grof gezegd komt het verschil in mentaliteit tussen Japanners en Nederlanders op het volgende neer:

In het westen zijn de belangrijkste moderne waarden assertief zijn en voor jezelf opkomen. Het goede van deze mentaliteit is dat in onze moderne maatschappij werkgevers, overheden en echtgenoten die respectievelijk graag hun werknemers, burgers en vrouwen mishandelen op hun tellen moeten passen.
Dit resulteert in een maatschappij met democratie en emancipatie als kernwaarden, en economisch gezien een nadruk op initiatief en creativiteit op de werkvloer. Deze mentaliteit maakt westerse samenlevingen zo sterk als ze zijn. De Nederlandse samenleving is het prototype van zo een westerse samenleving.Prachtig nietwaar? Er is echter ook een keerzijde. Assertief gedrag kan behoorlijk grof, ondiplomatiek en zelfs agressief zijn. Onafhankelijk gedrag kan makkelijk egocentrisch of zelfs egoïstisch worden. En klagen kan nuttig zijn, maar ook gewoon een uiting van nutteloos verwend gedrag.

Herkent u deze keerzijde? Dan heeft u de sleutel tot het begrijpen van de Japanse mentaliteit in handen, want dit is precies zoals een Japanner het zou zien. De Japanner ziet agressie, egoïsme en klagen als kinderlijke uitingen van zwakte. Vergeleken met een Japanner is iemand van een westerse samenleving een overhitte egocentrische huilert die excelleert in onaangepast gedrag; een mensen dat zich als een klein kind gedraagt.

Overeenkomsten

Van alle Europese volken was Nederland 250 jaar lang het enige volk waarmee Japanners handel dreven. Moet er dan niet toch iets overeenkomstig zijn in de volksaard? Ik besprak het een keer met een Japanse vriendin. Wat we misschien gemeen hebben, opperde ik, is dat Nederlanders en Japanners beide van nature een tolerant volk zijn. Het was me al opgevallen dat Japanners erg geneigd zijn zich aan te passen aan hun gasten. Japanners onderling schudden bijvoorbeeld geen handen; zij buigen naar elkaar. Maar een westerling krijgt van iedere Japanner keurig een hand.

Op deze suggestie kreeg ik een goedkeurende knik. Ja, kreeg ik als antoord, wij Japanners zijn tolerant uit trots.

Trots? Wat heeft tolerantie met trots te maken? Voor een Japanner alles, werd me uitgelegd. Door tolerant te zijn, laat je zien dat je boven iemands gedrag staat.

Een mooie gedachte, maar totaal tegengesteld aan het idee achter de Hollandse tolerantie. Hollandse tolerantie is immers eerder ontstaan uit het besef dat getwist maar slecht is voor de handel, en dat het daarom maar beter is de strijdbijl te begraven. Pure pragmatiek en winstbejag dus.

Zijn wij dan pragmatisch, en is de Japanner dan alleen maar traditioneel? Nee. Want aan de andere kant snapt mijn Japanse vriendin weer absoluut niet waarom Nederlanders klagen over het weer. Je kan er toch niets aan veranderen? Door te klagen over iets wat je niet kan veranderen onderstreep je je eigen zwakte, vindt zij. Je steekt je energie in iets waar je niets voor terug krijgt.

Soms is de Japanner meer pragmatisch dan de Hollander.

Trots

In de Japanse cultuur zijn gastvrijheid, gehoorzaamheid en tolerantie geen tekenen van zwakte, maar de manieren om macht en trots te tonen. En ook deze mentaliteit heeft zo zijn voordelen. Wie in Japan komt zal verbaasd staan over de grondigheid waarmee alles in Japan is geregeld. Japan is moderner, schoner, en beter geordend dan Zwitserland. Alles in Japan loopt stipt op tijd, met een angstwekkende precisie. De Japanner komt dan ook bij iedere afspraak altijd te vroeg.

Het probleem dat Nederlanders hebben met deze op zich zeer mooie eigenschappen als tolerantie en gehoorzaamheid, is dat hij deze dingen eigenlijk tegen wil en dank toepast, omdat hij voelt dat het botst met zijn trots.

Leren

Persoonlijk denk ik dat de Japanner nog heel veel van de Nederlander kan leren, en andersom. Wat wij hebben te brengen is een constructief-kritische houding en het stimuleren van initiatief. Wat we van de Japanner kunnen leren is trots te zijn op het rekening houden met anderen, het opbrengen van berusting bij zaken die nu eenmaal niet te veranderen zijn, en de coöperatieve instelling wanneer er gezamenlijk wat te bereiken is. En misschien de kracht trots te zijn op onze tolerantie en zaken als openheid en gastvrijheid.

Tot slot: natuurlijk zijn dit allemaal slechts gemeenplaatsen. De gemiddelde Japanner bestaat net zo min als de gemiddelde Nederlander, en de overeenkomsten zijn groter dan de verschillen, omdat we allemaal mensen zijn. Een heel groot deel van de Nederlanders is meer dociel dan de gemiddelde Japanner en zo zijn er uiteraard ook veel Japanners die een stuk brutaler zijn dan de gemiddelde Nederlander. Maar het verschil in de mentaliteit is toch duidelijk merkbaar wanneer men in Japan te gast is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Wie luidt de noodklok voor de voedselbanken?

De nood is hoog bij de Nederlandse voedselbanken, zegt Les Clochards.

Mijn moeder doorliep in de jaren vijftig wat toen ‘de Kweekschool’ heette. In haar geval was dat een door nonnen gerund instituut in een middelgrote stad in het toen nog zeer Roomsch Katholieke zuiden des lands.

In de buurt van ‘de Kweek’ lag een klooster van een bedelorde. Dat waren toen nog wat de naam al aangaf bedel-ordes: monnikken of nonnen die leefden van wat hen door de mensen werd gegeven. Ze gingen in die tijd soms ook nog echt langs de deuren uit bedelen, al was dat ook destijds al een uitstervende gewoonte.

Het klooster had een noodklok: een klok die uitsluitend werd geluid als de bewoners van het klooster helemaal niets meer hadden en zich moesten gaan afvragen wat ze de volgende dag zouden eten. Met die noodklok werd de nijpende aard van de situatie den volke kond gedaan en die reageerde daar doorgaans direct op.

Het werd als een grote schande ervaren als de noodklok werd geluid, want het betekende dat de mensen niet goed genoeg voor de kloosterlingen hadden gezorgd. De heftigheid van die emotie kan worden geillustreerd met het feit dat in de minstens vijf jaar dat mijn moeder op ‘de Kweek’ zat, die noodklok slechts éénmaal heeft geluid.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mooie mannen in Japan

Ik ken Margaret Hackleton nu ongeveer vier jaar, ze komt uit het Engelse Bristol. Ze is 48 jaar oud, gehuwd, ze heeft twee kinderen en ze had tot voor kort ook een geheime minnaar. Ze heeft vroeger een jaar of twintig lang in Amsterdam gewoond, tot 2001, en ze spreekt en schrijft nog steeds voortreffelijk Nederlands. Haar geheime minnaar was een 33-jarige Engelsman, die haar heeft gedumpt, en heeft verwisseld voor, zoals Margie zegt, ‘een jonger ding’. Het gevolg is: liefdesverdriet.

Nu weet ik van zulk verdriet ook af. Ruim twee jaar geleden overleed Alice S., the love of my life, aan slokdarmkanker, dezelfde ziekte als waaraan Christopher Hitchens is bezweken. Ik was ontroostbaar, ik sloeg op de muren in mijn huis, kreeg huilbuien thuis, maar ook in de groentenafdeling van de supermarkt, ik werd ook af en toe zeer dronken. Ik kon geen noot horen van de muziek van bijvoorbeeld William Byrd, de muziek waar we samen zo van hadden genoten, want ik barstte onmiddellijk uit in een huilbui. (Nu heb ik dat mijn hele leven al gehad: dat ik ga zitten snotteren als ik zeer mooie muziek hoor. Het is een vreemde reactie, maar het is niet anders.)

Schoktherapie

In een rek van een souvenirstalletje op de Wilhemstrasse, naast de Berlijnse muur, zag ik het tenue hangen van de Deutsche Mannschaft. Mijn vrouw en ik fietsten er langs. Even overwoog ik niets tegen haar te zeggen. Maar ik had schoktherapie nodig. Ik stopte, liep naar het rek en hield het tenue omhoog. Ze knikte. Dit zouden we meenemen naar huis, voor onze dochter van zes.
    De eerste week van het toernooi had onze dochter in het oranje gelopen. Toen Nederland de tweede wedstrijd had verloren, constateerde ze: ze zijn gewoon niet goed. Het was een zakelijke constatering, zonder teleurstelling.
    Tijdens de kwartfinales was ze eerst voor Frankrijk, want daar was oma op vakantie, en daarna voor Spanje, want daar woonde Sinterklaas.
    Toen we thuiskwamen uit Berlijn, trok ze meteen het Duitse tenue aan. Nu was ze voor Duitsland, zei ze. Toen ze later in bed lag, wist ze waarom: het was het land dat het dichtste bij Nederland lag. Met haar handen gebaarde ze: je had Duitsland en Nederland en daar zat helemaal geen plek meer tussen. Dichterbijer kon niet.
    Inderdaad.
    Als kind moet ik ook zo gedacht hebben. Ergens tussen toen en nu is iets misgegaan. Nu ben ik iemand die nog bijna dagelijks denkt aan het binnenkantje links van Robben dat uiteenspat op de rechtervoet van Casillas. Of aan Ambrosini die uit de dekking van Van Bommel is weggelopen. Of aan de driftige pasjes van Arsjavin langs Ooijer. Niemand denkt daar vrijwillig aan.
    Een tijd lang vond ik mijn overreactie amusant. Het is fijn om af en toe een mysterie te zijn voor zichzelf. Weinig is zo onverdraaglijk als redelijkheid. Bovendien was mijn reactie functioneel: als je angst, hoop en teleurstelling uit het voetbal haalt, blijft er een soort balletvoorstelling over. Een matige balletvoorstelling begeleid door het geluid van een eindeloos doorspoelende WC.
    Maar de laatste tijd amuseert mijn teleurstelling me niet meer, ik wil er vanaf. De vraag is hoe. Ik bezit zekere vaardigheden op het gebied van het relativeren en voetbal is eminent relativeerbaar. Je hoort het mensen wel eens doen. Voetbal is een handvol miljonairs die tussen twee reclameblokken door achter een stuk leer aanhollen, dat soort teksten.
    Er is inderdaad geen enkele reden waarom je je eigen welzijn zou verbinden met de prestaties van voetballers. Die sluitende conclusie kent slechts een klein gebrek: een reden blijkt volstrekt overbodig te zijn.
    Het enige alternatief is mezelf te ontregelen. Noem het schoktherapie. In de trein naar huis vond ik een krantje met foto’s van een lachende Van der Vaart in het water van de Côte d’Azur. ‘Moet hij niet onder een dekbed ergens liggen huilen?’ vroeg mijn vrouw. Ik heb langdurig en geconcentreerd naar de foto gekeken. Dat was een begin. Toen dacht ik aan mijn meisje in Duits tenue. Ze juichte. Dat werkte nog beter. Straks juich ik voor de Italianen en dan kan de genezing niet meer ver weg zijn.
    De ochtend na onze thuiskomst, wilde mijn dochter het tenue aan naar school. Ik dacht: oei, misschien moet ze daar nog even mee moest wachten. Nog niet iedereen is klaar voor schoktherapie. Maar toen realiseerde ik me: het zijn kinderen. Het wordt Sinterklaas tegen pizza. Dat kan niet mis.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Op campagne

We zijn met het team de wijk ingegaan en we ontmoetten aanvankelijk wat haarden van verzet. Die haarden hebben wij vanzelfsprekend kaltgestellt, kleine schermutselingen waren van ons vreedzame optreden het logische gevolg, maar hoe verder wij de wijk introkken, hoe kalmer men onze aanwezigheid aanvaardde. Op het Marktplein parkeerden wij onze motoren, die wij lieten bewaken door enkele mensen van ons team. Alles indachtig de woorden van onze voorzitter: ‘Wie aan onze motoren komt, komt aan ons.’ De rest van het team ging op zoek naar een etablissement waar men zich kon verpozen, en ik meen dat daarop is gedoeld in de verschillende perspublicaties. Welnu, wij hebben de verschillende dag- en weekbladen een week de gelegenheid gegeven zich publiekelijk te verontschuldigen voor hun treurige gekwijlebabbel, en wij kennen de woonadressen van de heren hoofdredacteuren.

Er is in café Het Hoekje, dat wij uiteindelijk kozen als bestemming, niets voorgevallen. Wij accepteerden de gratis glazen bier en whiskey en ook de noten werden gretig rondgestrooid. Ik moge ook wijzen op de vriendelijkheid waarmee de barkeeper en eigenaar van de gelegenheid ons team ontving. Wij zongen gezamenlijk ons campagnelied: ‘Motor Partij! Motor Partij! Motor Motor Motor Partij!’ Vervolgens nam onze beoogd fractievoorzitter, de heer L. (Lenio) de Waard, het woord. Hij zei onder meer dat het noodzakelijk was dat de Motor Partij in de Tweede Kamer terecht zou komen, en als dat eenmaal was gebeurd, dan zou de Motor Partij de boel eens grondig komen verbouwen. Want hoe trekken we Nederland uit de crisis?, besloot hij zijn toespraak. Waarop het gehele publiek riep: ‘Met de motor!’

Foto: copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

Lactacyd

C1000 Linnaeusplein, vrijdagmiddag. Ik sta bij de kassa mijn boodschappen in mijn tas te proppen, wanneer een muizig meisje van ongeveer mijn leeftijd iets overhandigt aan de caissière. Het is een doosje Lactacyd. De verpakking was niet het gebruikelijke wit, maar zwart. Vast bedoeld voor het zware werk.
“Dit mocht ik even achter laten leggen”, zegt het meisje.
Ik hoor de caissière zeggen “Maar dit verkopen we hier helemaal niet.”
Ze roept de mannelijke bedrijfsleider erbij, die beaamt wat het muizige meisje zegt. Het meisje overhandigt het doosje intiemzeep en loopt zonder blikken of blozen de winkel uit.
Ik registreer de harde feiten: jong meisje, blijkbaar geen schaamte, suf voorkomen met standaard spijkerbroek, oude gympjes en bomberjack. 
De verpakking had prima in haar jas gepast. Waarom vroeg ze geen tasje? Waar moet ze heen dat ze onmogelijk die zeep mee kan nemen? Een nieuwsgierige oma met haviksogen? Voor wie trotseert ze niet één, maar twee keer het publiekelijk zwaaien met een doosje vagijnzeep? Dat ze louter die zeep koopt én geen tasje bij zich heeft, impliceert dat ze onverwacht en dringend een grondige wasbeurt nodig bleek te hebben. Wat zijn haar plannen vanavond? Eerst naar oma, dan nog even terug naar de C1000 voor een zak drop en een tray’tje energydrank en – o, ja − de vaginazeep?

Vorige Volgende