Een zwarte bladzijde in de forensische neerlandistiek
COLUMN - Het nieuwe boek Vrienden van Tim Krabbé gaat over zijn relatie met Ferdi E., de moordenaar van Gerrit-Jan Heijn, maar omdat het boek 800 pagina’s telt gaat het ook heel even over neerlandici:
En natuurlijk moet ik denken aan die daderanalyse, gemaakt door echte wetenschappers (psychiaters, psychologen, neerlandici) die op een bende van vier of vijf wees (ze hadden het immers over ‘wij’ in die brieven) waarbij, ‘gezien het veelvuldig gebruik van verkleinwoordjes’, ook een vrouw moet zijn.
Het is inderdaad allemaal genant, wat onze collega’s dertig jaar geleden te berde brachten.
Nog even los van de vraag of je uit het ‘veelvuldig gebruik van verkleinwoordjes’ inderdaad kunt afleiden dat er een vrouw aan het woord is, laat Krabbé zien dat er in alle door de ‘neerlandici’ geanalyseerde brieven maar één echt verkleinwoord voorkwam: groepje. De andere verkleinwoorden zijn eigenlijk niet te voorkomen: zo kun je nu eenmaal alleen tussen haakjes zeggen, of cassettebandjes. En dat natuurlijk los van de vraag of het wel klopt, dat verkleinwoordjes vooral door vrouwen worden gebruikt.
Indonesisch
Alle geleerdheid leidde dus tot de conclusie dat het om een groep mensen moest gaan, omdat er in de brieven immers sprake was van wij, of dat de tekst vermoedelijk geschreven was door iemand met een mavo-opleiding die probeerde de taal van hoger opgeleiden te imiteren, omdat er dingen in stonden als ‘datum poststempel’. (Ferdi E. was vliegtuigbouwkundig ingenieur.)