Waarom identiteitspolitiek noodzakelijk blijft
ESSAY - van Katrien Schaubroeck (Universitair hoofddocent Universiteit Antwerpen)
Identiteitspolitiek is een scheldwoord geworden. Iets waar je liever niet aan doet, want dan krijg je een hoop rotzooi over je heen. Niets dat zo polariseert als een mening over identiteit. Maar zogenaamde identiteitsstrijden zijn in oorsprong gevechten tegen onderdrukking. Vanuit moreel opzicht is het dan ook merkwaardig dat daar zo veel ophef over is ontstaan.
De Zwarte feministen van het Combahee River Collective
Dat de term identiteitspolitiek een stevige ‘bad rap’ heeft gekregen komt doordat publieke intellectuelen zoals Francis Fukuyama, Greg Lukianoff en Jonathan Haidt en dichter bij huis mensen als Sid Lukkassen zich de term identiteitspolitiek toegeëigend hebben om er hun cultuurkritiek op te bouwen.
Maar als we teruggaan naar de geboorte van het begrip, moeten we kijken naar het Combahee River Collective, een collectief van Zwarte feministen dat in de jaren zeventig actief was in Boston. In de missieverklaring van het collectief, gepubliceerd in 1977, lezen we dit:
“This focusing upon our own oppression is embodied in the concept of identity politics. We believe that the most profound and potentially most radical politics come directly out of our own identity, as opposed to working to end somebody else’s oppression.”