ELDERS - Het Israelische hooggerechtshof heeft weer een nieuwe uitspraak gedaan die vragen doet rijzen en wenkbrauwen doet fronsen. Afgelopen dinsdag verwierp het hof een verzoekschrift dat was ingediend door het Palestijnse dorp Ad-Dirat- Al-Rfai’ya op de Westoever in samenwerking met de NGO ”Rabbis for Human Rights” en enkele andere organisaties.
In het verzoekschrift werd gevraagd de Palestijnen in de zogenoemde ”Area C” van de Westoever weer een stem te geven bij de planning in hun gebied. Area C is het gedeelte van de Westoever waarin bijna alle nederzettingen liggen en waarin Israel het volgens de Oslo-akkoorden geheel alleen voor het zeggen heeft. Het gebied beslaat 60% van de hele Westoever.
Vroeger bestonden er Palestijnse districtsraden voor planning die waren gecreëerd op basis van Jordaanse wetgeving. Israel heeft die raden echter in 1971 per militair decreet afgeschaft. Vanaf dat moment is de planning in handen van het zogenoemde ”Burgerbestuur”, de misleidende naam voor het Israelische militaire bestuur dat de scepter zwaait in de bezette Palestijnse gebieden. De Palestijnen hebben in dat bestuur uiteraard niets in te brengen. Intussen bestaan er echter voor de nederzettingen wel lokale planningscommissies, waarin de kolonisten vertegenwoordigers hebben.
De realiteit die hiervan het gevolg is, is dat minder dan 1 procent van het hele gebied bestemd is voor Palestijnse gebruik en dat 94% van de Palestijnse aanvragen voor bouwvergunningen en dergelijke geweigerd worden. Dat leidt ertoe dat er – omdat de Palestijnen toch ergens moeten wonen – veel ”zogenaamd illegaal” gebouwd wordt, en dat er door de Israelische autoriteiten ook jaarlijks in tientallen, zoniet honderden gevallen wordt gesloopt. In de nederzettingen wordt, zoals alle recente cijfers laten zien, echter gebouwd als nooit tevoren.