Voorbij de usual suspects: waarom participeren burgers niet?

ANALYSE - Onderzoeksrapporten geven telkens weer aan dat Nederlandse burgers zich vaak niet gehoord voelen door de politiek.  In reactie daarop organiseren veel lokale/provinciale/nationale overheden bewonersavonden, G1000 bijeenkomsten, referenda en voorzien ze allerlei andere participatiekanalen. …Om dan te merken dat ze weer dezelfde burgers zien als altijd – de usual suspects. Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Hoe kan dit? En waarom blijven de ‘unusual suspects’ thuis?

Het waarom is cruciaal

Er is best veel statistisch onderzoek gedaan naar politieke participatie. We weten dat vooral hogeropgeleide, oude, blanke mannen participeren. Dat zegt iets, maar daarmee weten we nog niet waarom die andere groepen meer geneigd zijn om thuis te blijven. En dat laatste is net cruciaal.

In een recente studie in het tijdschrift European Journal of Political Research, onderzocht de Belgische onderzoeker Vincent Jacquet welke redenen de thuisblijvers gaven om thuis te blijven bij G1000-initiatieven.[1]

Opzet van de studie: diepte-interviews

Willen we inzicht krijgen in de achterliggende redenen waarom mensen thuisblijven, zeker bij nieuwe en veeleisende vormen van participatie, dan is het zinvol om ook gebruik te maken van kwalitatief onderzoek. Dat is wat Jacquet deed in zijn studie. Hij interviewde een diverse groep van 34 thuisblijvers die hadden besloten om niet deel te nemen aan drie Belgische burgerfora (de nationale G1000; het Climate Citizens Parliament in de Provincie Luxemburg en de lokale G100 in het Brusselse).

Nu kun je zeggen dat ‘die gekke Belgen’ niet representatief zijn voor de rest van de wereld. Dat is inderdaad mogelijk, en we zullen zo ingaan op de vraag of de bevindingen van Jacquet ook gelden voor Nederland.

Persoonlijke en politieke motieven

Op basis van zijn interviews onderscheid Jacquet twee soorten factoren (of ‘motieven’) om thuis te blijven: persoonlijke en politieke. Hierna zal ik ze één voor één apart bespreken, maar ze kunnen elkaar in de praktijk natuurlijk versterken (of afzwakken).
© Stuk Rood Vlees Overzicht factoren
Bron: dit onderzoek (p.648)

Persoonlijke motieven

Een eerste groep persoonlijke motieven heeft te maken met het feit dat burgerparticipatie altijd een beroep doet op de vrije tijd van mensen. Sommige burgers, vooral zij met een fulltime baan, verkiezen hun schaarse vrije tijd te besteden aan hun privéleven. Uiteraard hangt dit overigens deels samen met hoe belangrijk men politiek vindt, maar deze factor verheldert ook waarom zoveel ouderen bij politieke participatie aanwezig zijn en waarom zelfs politiek geïnteresseerde dertigers vaak niet aanwezig zijn: ze willen genieten van de schaarse vrije tijd (met of zonder gezin). Deze groep mensen is dan ook nauwelijks te overtuigen.

Een tweede groep persoonlijke motieven is hieraan gerelateerd, maar is toch net weer anders. Zelfs al is men bereid om eventueel schaarse vrije tijd op te offeren, dan nog betekent dat niet automatisch dat men ook beschikbaar is op het exacte tijdstip van de burgerparticipatie. In tegenstelling tot de eerste groep is deze groep burgers wél in bepaalde gevallen te overtuigen. Overigens dient hierbij te worden opgemerkt dat sommige burgers in surveys zéggen dat ze om praktische redenen niet kunnen komen, maar in werkelijkheid eerder tot de eerste groep behoren (men vindt privé-leven belangrijker). Verwacht hier dus geen wonderen: deze groep is relatief beperkt. Het kan echter nooit kwaad om de drempel om te participeren zo laag mogelijk te maken en voldoende tijd voor werving in te plannen.

Een derde groep persoonlijke motieven is gerelateerd aan de ‘persoonlijkheid’ van de burgers in kwestie: sommige burgers zijn bang van grote groepen en/of zijn erg verlegen. Ook deze groep is moeilijk te overtuigen, maar het format van de burgerparticipatie kan hier wel een rol spelen. Bij een referendum speelt dit element bv. veel minder dan bij een G1000 burgertop.

Oh, en dit is een factor waar Belgen mogelijk verschillen van Nederlanders. Mijn ervaring als Nederbelg leert me dat Nederlanders gemiddeld genomen minder problemen hebben met grote groepen.

Politieke motieven

Een eerste groep politieke motieven heeft te maken met wat in de politicologie vaak nogal vaagjes internal political efficacy genoemd wordt: het gevoel dat men te weinig van het onderwerp/politiek weet om er iets zinnigs over te zeggen. Het onderwerp van de burgerparticipatie speelt hier dus een cruciale rol. Als dat onderwerp tastbaar is en leeft bij de bevolking, is de kans groter dat je ook unusual suspects kan bereiken. Dit soort motieven kunnen organisatoren van burgerparticipatie dus wél beïnvloeden.

Een tweede groep politieke motieven heeft te maken met wat in de politicologie external political efficacy genoemd wordt: het gevoel dat participatie geen impact heeft en dat het proces enkel voor de bühne is. Oftewel: burgers hebben het idee dat ze toch niet serieus genomen worden. Dit is uiteraard dodelijk en in de praktijk gaat het hier ook vaak mis. Het Oekraïne-referendum is een mooi voorbeeld van burgerparticipatie die een bepaalde groep burgers het gevoel gaf dat ze niet serieus werden genomen. Dit soort ervaringen heeft een effect op de waarschijnlijkheid dat men in de toekomst gaat participeren. Hier lijkt de les dus te zijn: burgerparticipatie, als je het doet, doe het goed.

Een derde groep politieke motieven heeft te maken met vertrouwen in de politiek.  Vaak wordt burgerparticipatie net georganiseerd om wantrouwende burgers een kans te geven om hun stem te laten horen. Maar dat is net de paradox: wantrouwende burgers zie je niet, want dat wantrouwen zorgt er net voor dat men niét participeert. Deze groep burgers is zeer moeilijk te overtuigen, vooral als het vertrouwen erg laag is. Met veel tijd en moeite kan het wel, maar als je niet oppast ben je ze ook zo weer kwijt als het na-traject teleurstelt.

Conclusie: Doe wat je kan, maar wees realistisch

Veel initiatieven tot burgerparticipatie hebben tot doel een brede groep burgers te betrekken en verder te gaan dan de usual suspects. Echter een doel formuleren is niet hetzelfde als dat doel halen.  In de praktijk blijkt dat namelijk erg moeilijk.

Om het beter te doen, is het belangrijk om te weten waarom mensen niet meedoen. Het onderzoek van Jacquet biedt concrete aanknopingspunten en benadrukt ook dat enig realisme cruciaal is: voorbij de ‘usual suspects’ gaan is lang niet vanzelfsprekend, kost veel tijd en menskracht en is soms ook gewoon niet haalbaar.

Langs de andere kant zijn er wel factoren die beïnvloedbaar zijn. Zo kunnen de praktische belemmeringen zoveel mogelijk worden weggenomen, is de keuze van het onderwerp van invloed en is het belangrijk om ervoor te zorgen dat mensen het gevoel hebben dat ze serieus genomen worden. Dat laatste is overigens nooit verkeerd.


[1] Voor een ander interessant onderzoek naar de motieven om thuis te blijven, zie dit onderzoek over het Oekraïne-referendum van Henk van der Kolk (vanaf p.28)
.

Reacties (4)

#1 MwDenie

Ik (cis vrouw, 40-) ben afgelopen zaterdag voor het eerst wezen participeren, vooral omdat ik door de lokale energiecooperatie op pad ben gestuurd met een boodschap, en in iets mindere mate omdat ik de organisator persoonlijk ken – de organisator stuurde me een appje of ik kwam.

Zou dat meer gebeuren? Maatschappelijke organisaties die leden/sympathisanten mobiliseren?

  • Volgende discussie
#2 Joop

Allemaal kunstmatige beleidsplanning, terwijl de samenleving is niet te vangen in allemaal dingetjes. De samenleving is organisch.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Cycloop

“De samenleving is organisch.”

Dan vang je de samenleving toch ook in een ding, met name een orgaan. Het is net zo kunstmatig als de samenleving is een optelsom van burgers.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 G1000.nu

De mooiste manier om voorbij de ‘usual suspects’ te komen blijft ongenoemd in dit stuk: mensen persoonlijk, dus op naam, uitnodigen om deel te nemen. En dat lukt met het gebruik van loting als instrument. Mensen voelen zich vereerd om een uitnodiging te ontvangen. Zo zijn alle G1000-en in Nederland gender-neutraal en is verder de gehele demografie in de G1000-en vertegenwoordigd, een enorme verbetering tov alle klassieke participatieinstrumenten. En verder hangt de deelname nauw samen met het onderwerp. Zo was bij de G1000Enschede over vuurwerk een prachtige afspiegeling van de gemeenschap in de zaal aanwezig.

  • Vorige discussie