Wat Bregman heeft weggelaten

Na De meeste mensen deugen, ligt nu Morele ambitie in de schappen, het boek waarin Bregman je vertelt dat je dan waarschijnlijk wel deugt, maar dat je morele ambitie zeer waarschijnlijk ondermaats is. En dat je flinke morele ambitie nodig hebt om verschil te maken in de wereld. Deugen alleen is niet langer voldoende. Morele ambitie Ik heb het gelezen. Het boek zit vol met mooie verhalen over mensen die keihard hun best doen en deden om goed te doen in de wereld, mensen met echte 'morele ambitie'. Tussen deze voorbeelden door deelt Bregman cijfers en analyses over hoe verandering wel en niet teweeg wordt gebracht. Hij wil inspireren en activeren. Zijn voornaamste boodschap: we hebben heel veel moreel ambitieuze mensen nodig, mensen zoals jij en ik, die zich inzetten om de grootste problemen van onze tijd op te lossen. Mensen die de handen uit de mouwen steken. En dat kan op allerlei verschillende manieren, we hebben bijvoorbeeld ook (introverte) dossiervreters nodig. Goed nieuws is dat je helemaal niet moreel ambitieus geboren hoeft te worden; je kunt ook gewoon door iemand anders worden geïnspireerd of 'besmet'. Je wordt in ieder geval door Bregman aangesproken om toch eens wat ambitieuzer te worden en om zo veel mogelijk bij te dragen aan het oplossen van de grote problemen in de wereld. En nogmaals, een beetje deugen is niet genoeg. Het is ook zaak om je carrière met morele ambitie vorm te geven en om te kiezen voor de acties die zo veel mogelijk bijdragen. Want niet alles is even effectief. Daarom moet je soms tactische of strategische keuzes maken. Het is duidelijk dat Bregman zijn best heeft gedaan om veel voorbeelden aan te halen en om alles mooi aan elkaar te knopen. Het leest lekker door, ik heb het boek in één ruk uitgelezen. Al scheelt het dat veel van de inhoud mij al bekend was en ik daardoor weinig verwerkingstijd nodig had. Deze review heb ik al even vlot geschreven, waarna ik het een maand heb laten liggen. Ik vermoed dat Bregman en zijn proeflezers deze kritiek namelijk al wel zagen aankomen en dat ze hun keuzes om bepaalde dingen weg te laten vrij bewust hebben gemaakt, met als doel zo veel mogelijk mensen ertoe aan te zetten om zich effectiever te gaan inzetten voor de goede zaak. Beetje raar om het daar dan niet mee eens te zijn, toch? Ik kan er wel wat van vinden, maar weet ik wat het meest effectief is? En is mijn commentaar effectief? Dat is maar zeer de vraag. Bij dezen publiceer ik mijn stuk alsnog. Wat mij betreft zijn de volgende punten namelijk zeker meer verdieping waard. Effectief altruïsme met een sausje Bregman noemt zijn concept 'morele ambitie'. Maar mijns inziens gaat zijn boek gewoon over het al bestaande concept van 'effectief altruïsme' (EA). Ik vermoed dat Bregman met zijn nieuwe terminologie een breder publiek beoogt aan te spreken dan dat de stroming van EA dusver bereikt. Maar veel, zo niet alle, van de redenaties die hij beschrijft ken ik al van die stroming. Ook een aanzienlijk deel van de voorbeelden wordt daar vaker aangehaald. Bregman noemt EA pas halverwege het boek, om er drie luttele pagina's aan te besteden (daar over later meer). Verder blijft hij consequent spreken van morele ambitie, maar het lijkt erop dat hij precies hetzelfde bedoelt. Misschien met één of ander sausje, maar ik heb het niet weten te ontdekken. (Ik hoop dat ik Bregmans ambitie om een breed publiek aan te spreken niet saboteer met deze grote openbaring.) Zelf schreef ik vorig jaar op Sargasso over Effectief altruïsme en vrijwel alle 'basics' die ik in dat artikel beschrijf, komen ook in Morele ambitie aan bod. Dit geldt vooral voor de tekst onder het kopje 'Effectief altruïsme in het kort', maar de rest wordt ook aangestipt in Morele ambitie. In dit artikel ga ik daarom niet in op alle inhoudelijke punten (over zo veel mogelijk goed doen in de wereld), maar enkel op de dingen die me specifiek opvielen en bij bleven. Dat zijn de die waar ik het niet zo mee eens ben, zeg maar. Wil je een beeld krijgen van de EA-inhoud van het boek, ofwel van wat effectief altruïsme inhoudt, lees dan bijvoorbeeld mijn eerdere artikel, of ga naar één van de bronnen die ik in dat artikel heb gelinkt. Meer dan deugen Bregmans toegevoegde waarde ten opzichte van eerder gepubliceerde 'EA-boeken', artikelen en andere zaken zal vooral zijn dat hij een groot publiek weet te bereiken. Dat deed hij eerder al met zijn vorige boek De meeste mensen deugen, wat een bestseller werd. Morele ambitie is een leuk vervolg op De meeste mensen deugen. De boodschap die in De meeste mensen deugen al doorschemerde, is dat de meeste mensen wel het goede willen doen, maar dat ondanks al die goede intenties nog van alles te verbeteren valt in de wereld. Dat was tenminste mijn conclusie en misschien ook wel die van Bregman. Misschien heeft de kleine minderheid van de mensen, zij die niet willen deugen, wel de meeste macht in handen en deinen de meeste goedbedoelende mensen maar gewoon met de stroom mee. Zoiets beschrijft Bregman inderdaad in Morele ambitie. En daarom hebben we meer mensen nodig die meer doen dan 'goed bedoelen' en die tegen de stroom in durven gaan om verandering teweeg te brengen. Daar ben ik het roerend mee eens. Het boek Morele ambitie geeft een goede introductie op wat je morele ambitie kunt noemen, of zo veel mogelijk goed doen in de wereld. Nuancering Maar toch, in het begin van het boek vond ik een aantal punten en voorbeelden niet genuanceerd genoeg. In de meeste gevallen werd daar later in het boek op teruggekomen en werd de nuance alsnog toegevoegd. Dus mocht je dit tijdens het lezen tegenkomen: het wordt beter. Bij een aantal punten vind ik dat Bregman harde uitspraken doet en de nuancering vervolgens niet goed genoeg uitwerkt. Hij komt er ook later in het boek niet expliciet op terugkomt. Misschien is dat voldoende voor zijn doel en doelgroep. Ik vermoed dat zijn doel is het informeren en tot actie aanzetten van bijvoorbeeld slecht doordachte ('niet ambitieuze') idealisten en mensen met veel geld, of gewoon iedereen die nog nooit van EA heeft gehoord. Harde uitspraken doen kan natuurlijk een tactiek zijn om deze mensen aan te spreken. Toch vind ik het een gemiste kans om juist wel meer nuancering en diepgang aan te brengen, als je dan toch een heel boek de ruimte hebt. Maar goed, niet iedereen is zo hopeloos genuanceerd als wij bij Sargasso. En niet iedereen zal zich zo aangesproken voelen door felle woorden als ik. De voetafdruk van idealisten Bregman is (expres) fel op linkse idealisten die (te) veel moeite doen om hun voetafdruk te verkleinen. Hij noemt deze groep mensen moreel maar niet ambitieus. Hij beschrijft dat wat zij nastreven, namelijk geen negatieve impact hebben, qua impact gelijk zou staan aan helemaal niet hebben bestaan. Niet erg ambitieus dus. Ouch. En ook: dat klopt natuurlijk niet. Het is misschien een leuke oneliner voor in je campagne, maar je negatieve impact (voetafdruk) beperken staat niet gelijk aan je positieve impact (handafdruk!) beperken. Ja, soms zouden idealistische mensen wellicht beter andere keuzes kunnen maken waarbij een klein beetje negatieve impact een grotere positieve impact mogelijk maakt. Ik denk dat ik er zelf in theorie goed aan zou doen om dat beter te analyseren - sterker nog, dit lijkt mij typisch iets om (EA-)community-breed te bespreken en analyseren, zodat we hier gezamenlijk lessen uit kunnen trekken. En misschien gebeurt dit al wel! Maar daar hoor je Bregman niet over. Hij is gewoon kritisch. In het gehele boek schrijft hij weinig over het concept van een negatieve voetafdruk. Positieve dingen worden opgehemeld en negatieve bijeffecten worden slechts benoemd in een bijzin. Ergens in het boek wordt benoemd dat je soms coalities moet smeden en compromissen moet sluiten en dat je het hebben van negatieve bijeffecten niet altijd kunt voorkomen. Ook wordt benoemd dat je een positief rimpeleffect kunt hebben. Zelf denk ik dat je niet precies kunt weten hoe dit werkt en welke rimpels je veroorzaakt. Dat betekent dat je ook niet zo hard kunt stellen dat 'linkse idealisten' vrijwel geen impact hebben. Bregman en EA-gedachtegoed zouden wellicht stellen dat je je het beste kan focussen op de dingen waarvan je wel (met een bepaalde zekerheid) weet dat ze effectief zijn, en dat meer positieve rimpels dan vanzelf volgen. Dat klinkt logisch. Maar dat schrijft Bregman dan weer niet (in deze context tenminste). Technologische ontwikkeling Het hoofdstuk over technologie vond ik wat vreemd. Bregman doet zijn best je te overtuigen van hoeveel goeds technologie de mensheid heeft gebracht en dat er nog veel meer mogelijk is als er meer geld en talent op wordt ingezet. Mij lijkt dat je weinig mensen hoeft te overtuigen van het goeds dat technologie kan doen. Daarom snap ik niet dat hij daar zo'n groot punt van maakt. Bregman heeft het vooral over de toegevoegde waarde voor ziektebestrijding en de energietransitie, waar de meeste mensen het toch over eens lijken te zijn. Ook lijkt mij duidelijk dat we daar technologische winst te boeken hebben. Ook stelt hij dat er meer wordt geprotesteerd tegen milieuvervuiling dan dat wordt gedemonstreerd voor goede technologieën. Hij noemt de eerste demonstraties terecht, maar toch is hij kritisch. We moeten in linkse kringen namelijk positiever staan tegenover technologie en weten waar we vóór zijn, niet enkel waar we tegen zijn. Dit nuanceert hij dan heel even door een belastingontduikende miljardair die zichzelf de ruimte in schiet (om een gat in zijn ziel te vullen) te noemen. Hij noemt focussen op dit soort uitwassen 'een beperkte blik', en gaat daarna direct verder met technologie ophemelen. Maar de mensen die hij bekritiseert vinden focussen op technologische vooruitgang juist een beperkte blik. Keer op keer blijkt dat veel bedrijven en overheden lak hebben aan milieuvervuiling omdat winstgevendheid en zogenaamde economische groei belangrijker worden geacht. Veel mensen lijken weinig weet of aandacht te hebben voor alle vervuiling en uitbuiting die gepaard gaan met de ontwikkeling en productie van technologische snufjes. Ook controverse over de energietransitie bestaat wel degelijk: zo is de productie van zonnepanelen en windmolens niet vrij van milieuvervuiling en uitbuiting. Dus ja, dit dient zeer zeker geagendeerd te worden. Ook komt vertrouwen op technologische vooruitgang met risico's. Als we vertrouwen dat onze problemen worden opgelost door knappe technische koppen, dan kunnen we dat bewust en onbewust als smoes gebruiken om zelf achterover te leunen en niet te hoeven werken aan het verkleinen van onze voetafdruk. Dit is natuurlijk niet wat Bregman voorstaat, maar het is wel degelijk een relevant mechanisme. Misschien is Bregmans idee dat we met genoeg morele ambitie achteraf alle ontstane vervuiling wel weer kunnen oplossen. Of dat sommige mensen zich heel effectief storten op vervuiling door technologie verminderen of vervuiling achteraf opruimen. Maar ook dat benoemt hij ook weer niet expliciet. Het is logisch dat Bregman steeds wereldverbeterende technologieën bedoelt, maar toch lijkt hij een beetje alle technologie op één hoop te gooien en zo ook alle effecten daarvan. Wellicht had het onderscheid duidelijker gemaakt kunnen worden tussen nuttige technologieën die de samenleving dienen en meer nutteloze technologieën die vooral het grootkapitaal dienen. Hij zal dit wel ergens benoemen, maar je zou het bijna vergeten tijdens het lezen. Zijn voornaamste punt is, denk ik, dat in sommige technologische ontwikkelingen te weinig geld en tijd wordt gestoken, en dat zou goed kunnen kloppen. Ook blijft hij benadrukken dat wij mensen zélf alle vooruitgang moeten boeken, vooruitgang wordt alleen geboekt door mensen die actie ondernemen. In een later hoofdstuk benoemt Bregman de schaduwzijden van technologie wel even kort, wat mij betreft dus te kort. Eerste kennismaking met effectief altruïsme In het stuk waar hij zijn eerste kennismaking met EA beschrijft, benoemt hij zijn eigen kritiek van destijds op de beweging. Volgens mij komt dit overeen met kritiek die EA veelvuldig krijgt (ik ben hier zelf al over begonnen te schrijven). Zijn uitsmijter: EA'ers (effectief altruïsten) leken zich destijds wel heel makkelijk neer te leggen bij het bestaande, extreem ongelijke systeem. Als je zo rijk bent om een flink deel van je inkomen te doneren, moet je je afvragen waarom je zo rijk bent en anderen niet. Dat heeft te maken met een oneerlijk (financieel/handels-) systeem. Bregman verweet EA dat ze geen masterplan hadden voor het veranderen van dit systeem. In de volgende paragraaf beschrijft hij dat hij EA'ers met hun ambitie toch inspirerend bleef vinden en dat sommigen toch best tegen kritiek kunnen. Ook geven ze nu zelf toe dat het achteraf gezien fout was ze in hun eerdere aanpak te weinig rekening hielden met systeemverandering (zie mijn artikel, zoek naar 'earning to give'), en doen ze inmiddels toch ook wel systeem-veranderende dingen. Bregman besteedt zo drie pagina's van zijn boek aan EA: eerst zijn felle kritiek van jaren geleden, daarna schrijft hij dat ze toch wel ambitieus zijn en goede dingen doen en toch wel tegen kritiek kunnen. Ik vind dit nogal kort voor een beweging die dezelfde overtuigingen aanhangt als Bregman zelf. EA krijgt wel erg weinig credits op deze manier, en wordt mogelijk toch vooral in een slecht daglicht gezet. De nuancering na de kritiek is te kort en te zwak in verhouding tot de kritiek. Systeemverandering en geld Bovendien gaat Bregman te kort in op de door hem aangestipte grote kwesties: systeemverandering en geld. Na bovenstaande schakelt hij snel over naar zijn inzicht dat geld nodig is. Hij erkent dat de kloof tussen arm en rijk ongemakkelijk is. Maar er zijn wel degelijk filantropen (geweest) die belangrijke bijdrages hebben geleverd (aan systeemverandering?). Geld en morele ambitie kunnen elkaar goed gebruiken, is de conclusie. Dat je geld goed kunt gebruiken, is nogal voor de hand liggend. Bregman begint terecht over het extreem ongelijke systeem, om er vervolgens veel te makkelijk weer overheen te stappen zonder tot een goede conclusie te komen. Is hij het nu toch met de eerdere EA-werkwijzen eens en heeft het masterplan voor systeemverandering dan toch geen prioriteit? Onduidelijk. Een rode draad in het boek vormen verzetsbewegingen zoals streven naar afschaffing van de slavernij (abolitionisme), de burgerrechtenbeweging en de vrouwenrechtenbeweging. Deze bewegingen hebben natuurlijk heel wat systeemverandering teweeggebracht. Wat dat betreft zit het onderwerp van systeemverandering wel verweven in het boek, maar naar mijn idee wordt het niet zo expliciet benoemd als in het stuk over de kritiek op EA. Mogelijk heb ik het over het hoofd gezien, maar het stoort me toch. Wel benoemt Bregman dat de gedachte 'maar er is systeemverandering nodig' geen excuus moet zijn om helemaal niets te doen. Daar ben ik het volledig mee eens. Het systeem verandert niet vanzelf, maar dat gebeurt alleen als mensen voor die verandering zorgen. De voornaamste boodschap van het boek is dat je met morele ambitie aan oplossingen kunt werken. Dat idee zal ook werken voor het aanpakken van foute systemen. Durfinvesteerder Nog even over geld gesproken: een recensie in Trouw (achter betaalmuur) waarschuwde al over het aangehaalde voorbeeld van Peter Thiel. Thiel wordt alleen aangehaald in hoofdstuk 3, maar het is niet heel duidelijk waarom hij een goed voorbeeld zou zijn en waarvoor dan eigenlijk. Hij is de oprichter van Paypal en verder is hij durfinvesteerder, die rijk is geworden door te investeren in de techgiganten die we vandaag de dag kennen. Is het dat hij investeert in start-ups en goede ontwikkelingen waar andere partijen nog niet in durven investeren? Dat hij het woord 'cult' leuk vindt en beweert dat ambitieuze cults veel voor elkaar kunnen krijgen? Dat lijkt mij persoonlijk niet genoeg reden om hem zo specifiek te benoemen in het boek. Hij is een opvallend geval tussen alle helden. Zeker omdat hij zo sterk gelinkt wordt aan techgiganten die vooral voor hun eigen gewin lijken te gaan (en daarbij bijvoorbeeld maling hebben aan rechten als privacy). Het lijkt een vreemde keuze om hem zo uit te lichten. Tot slot Al met al is het boek een goede introductie op effectief altruïsme (EA) - ik bedoel natuurlijk morele ambitie - en de redenaties en argumenten daarachter, compleet met vele mooie voorbeelden van weldoeners en bewegingen. Ik denk dat Bregman met zijn nieuwe Morele ambitie-cult andere mensen probeert aan te spreken dan EA dusver doet. Als lezers bijvoorbeeld een vriendelijker gevoel overhouden aan het boek dan aan EA, is dat winst voor EA. En ik denk dat Bregman inderdaad veel mensen kan aanspreken met het boek. Her en der vind ik Bregmans punten te kort door de bocht (voor de iets meer ingelezen idealist) en is hij kritisch waarna hij niet diep genoeg op het onderwerp van zijn kritiek in gaat. Hij zal de boodschap en diepgang wel hebben afgestemd op zijn doelgroep, maar ik vind het toch een gemiste kans. Ook krijgt EA te weinig credits. Het boek geeft vooral veel mooie voorbeelden en weinig concrete handvaten om voor jezelf te bepalen wat je wil doen met je nieuw ontdekte morele ambitie. Maar Bregman wil ook activeren, daarom wordt je in de epiloog aangespoord om je te melden bij The School for Moral Ambition op www.moreleambitie.nl en om je eigen 'Moral Ambition Circle' te beginnen. Misschien dat je daar kan ontdekken welke aanpak voor jou mogelijk en passend is. Al met al geeft het boek een goede introductie, maar de meer (EA-)ingelezen idealist of activist kan waarschijnlijk beter een ander boek kopen.

Door: Foto: Johannes Plenio, via Pexels.
Foto: Mikael Blomkvist, via Pexels.

Maximaal goed doen met effectief altruïsme

ACHTERGROND - Als iets groter wordt, groeit ook de kritiek. Zo ook met het gedachtegoed van effectief altruïsme, een beweging van mensen die zo veel mogelijk goed willen doen in de wereld. Deze beweging bestaat en ontwikkelt zich al meer dan tien jaar, maar de externe kritiek is vaak een variant op dat effectief altruïsme een robotachtige manier van leven vereist of promoot. Daarmee wordt de beweging al snel afgekeurd. Lekker overzichtelijk.

Maar zo zwart/wit is het mijns inziens niet en het zou zonde zijn als het daarop werd afgekeurd. Ik ben zelf geïnteresseerd in goed doen in de wereld en daarom ook in effectief altruïsme, wat ik al meer dan vijf jaar ken en waar ik af en toe iets over lees en over praat met anderen. Afgelopen november was ik op een conferentie voor geïnteresseerden in Rotterdam, EAGxRotterdam.

Onlangs las ik meerdere artikelen waarin effectief altruïsme vrij kort door de bocht wordt afgekeurd. Daarom leek het me de moeite waard om mijn eigen genuanceerdere verkenning op te schrijven voor Sargasso. In dit eerste artikel ga ik in op het gedachtegoed en op de vraag of het een kwestie van het hoofd versus het hart is. De meeste links leiden naar Engelstalige websites.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het idealisme stierf precies 100 jaar geleden een beetje

Dat honderd jaar geleden het idealisme enorme knauwen kreeg, dat weet natuurlijk iedereen. Had je aan het eind van de negentiende eeuw of aan het begin van de twintigste misschien nog kunnen geloven aan wereldwijde verbroedering van de arbeiders, aan een wereld waarin alles mooier en beter zou worden – de Eerste Wereldoorlog maakte er een bruut einde aan. En dan was er nog de vreselijke bolsjewistische revolutie in Rusland.

Een symbool voor dat sterven van het idealisme is voor mij ook altijd een gebeurtenis geweest die vandaag precies 100 jaar geleden was: de dood van Lejzer Ludwik Zamenhof.

Alles wat ik mooi vind aan het negentiende idealisme had deze Pools-joodse oogarts in zich verenigd. De wil om de wereld een beetje redelijker te maken, en daardoor mooier. De gedachte dat de mensheid de grote problemen waar ze voor gesteld staat alleen kan oplossen door samen te werken, en dat samenwerking betekent: elkaar een beetje tegemoet komen. De wil om keihard en dag en nacht te werken voor deze idealen. En de gedachte dat met al dat werken inderdaad een betere wereld zou ontstaan. Een naïeve gedachte, jazeker, maar tegelijk waarschijnlijk onze enige hoop.

Redelijkheid

Voor zover Zamenhof nog bekend is, is hij dat als de maker van het Esperanto. Hij bedacht die taal als kind, en kwam er in 1887 mee naar buiten, 28 jaar na zijn geboorte en 30 jaar voor zijn dood, door in eigen beheer een onooglijke brochure uit te geven (‘Internationale taal’) met een ontwerp van zijn taal, en een paar voorbeeldteksten. Hij deed het onder pseudoniem en in eerste instantie met de intentie om de wereld verder over de ontwikkeling en de voortgang van zijn taal te laten beslissen.

Foto: Lara604 (cc)

Meer dominees!

OPINIE - Het wordt tijd dat Nederland weer voor idealen staat. Ook als dat ten koste gaat van het pragmatische gewin, meent Annelies Pilon.

Om met de deur in huis te vallen: ik wil dat Nederland weer met zijn vingertje gaat wijzen. Dat ‘we’ weer aan anderen gaan vertellen hoe het moet. Dat we weer meer dominee worden en minder koopman. Te beginnen met premier Rutte.

De afgelopen jaren heb ik met stijgende verbazing toegekeken hoe ons land blaft als het gaat om het hooghouden van mensenrechten, maar nooit durft te bijten.

Zoals recentelijk de Olympische Spelen in Sochi. Waarom moesten wij per se door zo’n topzware delegatie worden vertegenwoordigd? Koning en Koningin, goed daar kon ik me nog iets bij voorstellen vanwege het erelidmaatschap van het IOC van Willem-Alexander. De aanwezigheid van premier Rutte was daarentegen niet nodig. Niet gaan was een duidelijk signaal geweest hoeveel waarde wij hechten aan het respecteren van alle mensenrechten, dus ook homorechten.

Het werd nog pijnlijker toen bleek dat hij op de tribune in het vak met drie illustere politici werd geplaatst: Erdogan, Lukashenko en Janoekovich. Deze heren hebben, zacht gezegd, niet echt een track record op het beschermen van mensenrechten. En net toen ik dacht ‘Gelukkig, Rutte is weer naar huis’, dook Putin op in het Holland Heineken Huis. Die man weet tenminste hoe je een ander land te kijk moet zetten.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Emilie Ogez (cc)

Ethische kwestie #2: heeft de idealist gelijk?

Het is al weer even geleden, een blog op Sargasso. Met een verhuizing en een gecrashte computer laste ik min of meer noodgedwongen toch nog een zomerstop in. Die computer is nog niet aan de praat, maar ik vond het weer tijd voor een blog. Het laatste gesprek dat ik in het kader van mijn filosofische veldwerk gevoerd heb, is tot aan de reparatie van mijn computer ontoegankelijk. Vandaag zal ik daarom putten uit een gesprek dat ontstond tijdens een familiedag afgelopen zaterdag.

De zin van die avond die in mijn gedachten is blijven steken: ‘Het vervelende aan discussiëren met idealisten is dat ze altijd gelijk hebben,’ zei een oom. Toen zei een neef, beamend: ‘Ik ben het er altijd wel mee ééns wat idealisten zeggen, maar wat hebben we daaraan? Wat schieten we daarmee op? Uiteindelijk houd ik gewoon van een biefstuk. En uiteindelijk draait het bij bedrijven toch gewoon om geld.’

Er ontstond een discussie die ik op Sargasso wel eens eerder heb aangestipt: als we bepaalde dingen belangrijk vinden, wie is er dan verantwoordelijk voor dat die dingen ook hun weerslag vinden in de realiteit? Oom en neef waren het erover eens dat de overheid kaders moet stellen. Dat konden we van bedrijven niet verwachten; die handelen pragmatisch.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De wereld veranderen

‘De filosofen hebben de wereld verschillend geinterpreteerd; het komt er op aan haar te veranderen’. Deze stelling van Marx bij Feuerbach inspireerde mij vroeger zeer. Maar ouder wordend neemt het verschil tussen theorie en praktijk nogal toe. Ik ben bezorgd over het uitwonen van de aarde, maar rijd toch auto en sta lang onder een hete douche. Ik bemoei me wel met sommige dingen om mij heen, maar zie graag de kans op effect; als die kans ontbreekt, ben ik aan de luie kant. Wil ik de wereld wel veranderen?

De wereld begrijpen en hem veranderen zijn twee kanten van dezelfde euro, zo leert ons Gramsci. De geschiedenis die mensen zelf maken binnen historische voorwaarden, is wat zij doen, niet alleen de ideologische vorm waarin men zich bewust wordt van de contradicties in de samenleving. Het doet denken aan het moralisme van Sartre: alleen wat je doet, telt.

“Hoe meer we deden, hoe meer we konden doen en hoe meer we konden doen, hoe meer we deden.” Dit is een stelling van Vaclav Havel, waarin hij zijn positie als burger en opposant samenvat. Dat is boeiend: waar het om gaat is dat je niet handelt om een bepaald resultaat te behalen, maar omdat je actie het goede is om te doen. Havel noemde het  leven “in waarheid en liefde”.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Politiek en overheid schuldig aan chagrijn in samenleving

Er waart een spook van negativisme in Nederland rond. Een nihilisme dat volgens de socioloog Gabriel van den Brink onder andere berust ‘op een filosofisch materialisme dat zich in het kielzog van de secularisatie overal in het Westen breed maakte’. In het boek Eigentijds idealisme rekenen Van den Brink en zijn mede-auteurs af met dat verfoeide negativisme.  

Samen met dertien onderzoekers van de Universiteit van Tilburg heeft Van den Brink drie jaar onderzoek gedaan naar de betekenis van geestelijke beginselen in Nederland. Het verslag van dit onderzoek verschijnt binnenkort. Inmiddels is al wel de publiekseditie (Eigentijds Idealisme) verschenen. Tijdens de overhandiging van het eerste exemplaar aan voormalig premier Ruud Lubbers liet Van den Brink weten dat het onderzoek megabytes aan informatie had opgeleverd. ‘Te veel dus om in tien minuten samen te vatten.’

De Tilburgse socioloog beperkte zich in zijn toespraak ter gelegenheid van de presentatie van het boek daarom tot drie opmerkingen. Zijn eerste opmerking betrof het algemene beeld van Nederland als een geseculariseerde samenleving.  ‘Nederland zou een samenleving zijn waarin religie, of meer in het algemeen geestelijke, spirituele en morele beginselen geen noemenswaardige rol meer spelen. In die moderne maatschappij zouden burgers slechts hun eigen belangen najagen en zich weinig herinneren van de vroegere inspiratiebronnen. Op grond van ons onderzoek hebben wij een heel ander beeld gekregen. De Nederlandse samenleving is weliswaar in sterke mate ontkerkelijkt, maar ze is niet geseculariseerd. Nederlanders jagen niet alleen hun eigen belang na, wat ze overigens heel goed doen, maar houden zich ook bezig met hogere beginselen. Sterker nog, het aantal beginselen is zelfs wonderbaarlijk vermenigvuldigd. Naast het klassieke hogere beginsel ofwel object van toewijding, God, bestaan er thans vele andere objecten van toewijding.’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: het idealisme van Van der Stoel

[qvdd]

Als geen ander begreep Van der Stoel dat idealisme geen zaak van grote woorden op persconferenties en cameramomentjes was, maar een stug proces dat zich grotendeels achter de schermen afspeelde. Ook had hij geen last van morele smetvrees: hij ging gerust met mensen aan tafel zitten die hij diep in zijn hart verafschuwde. „Ik ga ervan uit dat alle mensen zowel goede als slechte eigenschappen hebben. Aan die gedachte klamp ik me dan maar vast, al kost het me soms wel moeite.”

Dat is zijn erfenis: het besef dat idealen zich moet bewijzen in een onvolkomen wereld. Het besef dat realiteitszin iets anders is dan cynisme.

Bas Heijne over de afgelopen week overleden Max van der Stoel.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tijd voor onze eigen revoluties

‘Bij al die mensen die nu zo enthousiast over Egypte doen vraag ik me af waar ze de afgelopen jaren waren.’ Zomaar een tweet op de avond van 11 februari, nadat Mubarak was afgetreden en Twitter inderdaad zinderde van hoopvolle opwinding. De tweet raakte bij mij een snaar, ook al was ik evenzeer als nogal wat anderen blij met wat verdacht veel op een geslaagde revolutie leek, een vreedzame bovendien. Hoe diep gaat ons idealisme als wij vooral de twitterende toeschouwers van andermans bloed, zweet en tranen zijn: anderen die in democratie geloven terwijl deze bij ons vooral een langgerekte geeuw oproept?

De Arabische opstanden van de afgelopen maanden hebben in het Westen allerlei verschillende gevoelens losgemaakt. Sympathie en euforie bij wie zijn eigen voorkeur voor vrijheid en democratie weerspiegeld ziet in anderen, moslims nog wel. Wantrouwen en cynisme, onder degenen die maar niet kunnen geloven dat ook Arabieren en islamieten democratische hervormingen wensen, al definiëren zij deze wellicht anders dan wij in het Westen zouden doen. En verscheurende dilemma’s voor wie zoals Obama het twijfelachtige genoegen heeft om ook daadwerkelijk in te kunnen grijpen. De keuze dus tussen passiviteit of interventie, waarbij welke stap dan ook zal worden bekritiseerd.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende