Strijd tegen platformisering is zaak van ons allen

De vakbonden FNV en CNV voeren al jaren actie tegen de platformisering van werk. Universitair hoofddocent Sociaal Recht Anja Eleveld en onderzoeker Erik Wesselius vinden dat de overheid meer moet doen. Ook de werkgevers mogen niet achterblijven. Ongeveer twee jaar geleden startten de vakbonden FNV en CNV een rechtszaak tegen Temper. De rechtbank Amsterdam oordeelde onlangs dat mensen die voor platform Temper werken, vooral in de horeca, géén uitzendkrachten zijn. De Hoge Raad moet er zijn definitieve oordeel nog over uitspreken Het vonnis van de rechter betekent dat deze horecawerkers zich zelfstandige of zzp’er mogen blijven noemen. Maar dat houdt ook in dat zij niet, zoals werknemers in loondienst, bescherming genieten onder het arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht. De Hoge Raad moet er zijn definitieve oordeel nog over uitspreken. Die uitspraak kan nog jaren op zich laten wachten. Maar zelfs dan is het nog maar de vraag of alle mensen die via een platform in de horeca werken, zullen worden gekwalificeerd als werknemer (of uitzendwerknemer). De nasleep van een eerder door de vakbonden gewonnen zaak, tegen het platform Deliveroo, doet anders vermoeden. Maaltijdbezorgers die via het platform Uber Eats werken, worden bijvoorbeeld nog steeds aangemerkt als zzp’er. Ongewenst Platformisering in de horeca heeft ongewenste gevolgen, met name voor de onderlinge solidariteit. Dat blijkt ook weer uit ons recente onderzoek. De hogere ‘Temperbeloning’ leidt tot wrijving met werknemers in (loon)dienst We noemen er een paar: de minder leuke en fysiek zwaardere klussen worden vaak doorgeschoven naar de Temperwerkers de hogere ‘Temperbeloning’ leidt tot wrijving met werknemers in (loon)dienst ook tussen Temperwerkers onderling is sprake van competitie, soms langs raciale lijnen, om de beste shifts te krijgen om genoeg te verdienen, nemen werkers slechte arbeidsomstandigheden soms op de koop toe. De respondenten aan ons onderzoek zijn onzeker over het verkrijgen van voldoende werk. De slogan van Temper dat je ‘kan werken waar en wanneer je wil’, wordt om die reden door vrijwel alle respondenten genuanceerd. In die zin lijkt de positie van veel Temperwerkers weinig te verschillen van die van de ‘flexibele en vrije’ dagloners aan wie de Wet op de arbeidsovereenkomst (1907) bescherming beoogde te bieden. Bewust Ondanks de nadelen kiest een deel van de Temperwerkers bewust voor het zzp-schap. Ruim 15.000 Temperwerkers, bijna een kwart van het totaal aantal geregistreerde Temperwerkers, geven aan dat ze niet gebonden willen worden aan de uitkomst van de door FNV en CNV aangespannen procedures. Ook onze onderzoeksresultaten bevestigen dat lang niet alle Temperwerkers zich door de vakbond willen laten vertegenwoordigen. Veel respondenten zien een toekomst voor zich waarbij ze ofwel zelf snel geld verdienen dan wel binnenkort een eigen bedrijf starten. De vakbond zou in hun ogen die toekomstplannen eerder belemmeren dan bevorderen. De bewuste keuze om te werken als zzp’er lijkt ook samen te hangen met de specifieke situatie van arbeidsmigranten. Voor de door ons geïnterviewde arbeidsmigranten (allen hoogopgeleid), biedt werken via Temper een uitweg. Vanwege hun minder goede beheersing van de Nederlandse taal is het voor hen namelijk vrijwel onmogelijk om buiten de horecasector werk te vinden. Het opbouwen van een Nederlands pensioen heeft voor hen minder prioriteit Daar komt nog bij dat de hogere beloning uit het Temperwerk vaak noodzakelijk is om de hoge huren in de (Amsterdamse) vrije huursector te betalen, of om geld te sturen naar familie en vrienden in het buitenland. Het opbouwen van een Nederlands pensioen heeft voor hen minder prioriteit. Voor sommigen is er bovendien geen alternatief: wie hier verblijft met een studentenvisum mag op grond van de vreemdelingenwetgeving maximaal 16 uur per week betaald werken. En voor werkers die een eigen bedrijfje willen opzetten, is het van belang om voldoende uren te werken als zelfstandige om zodoende de ondernemersaftrek veilig te stellen. Belang De Temperzaak en onze bevindingen laten zien dat vakbonden alleen de platformisering van werk niet tegen kunnen gaan. Een rechtvaardige regulering van de arbeidsmarkt is in ons aller belang Er is een brede maatschappelijke inspanning nodig. Immers, een rechtvaardige regulering van de arbeidsmarkt is in ons aller belang want het: *          verbetert de kwaliteit van leven van werknemers *          voorkomt oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden *          verhoogt de arbeidsproductiviteit *          garandeert adequate sociale zekerheid en dito pensioenregelingen *          voorziet in meer aanbod van scholing en training *          levert meer belastinginkomsten op Alternatieven Gelet op het algemene belang is het naar onze mening primair aan de overheid om meer tegen de platformisering van werk en schijnzelfstandigheid te doen. Het Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden waarvan de internetconsultatie is afgerond en ter advies naar de Raad van State is gestuurd, geeft een goede eerste aanzet. Een zelfstandige werkzaam op basis van een uurtarief van minder dan 32,24 euro per uur, wordt op grond van dat voorstel vermoed werknemer te zijn. Dit tarief is een afgeleide van het minimumloon, inclusief sociale premies, en ligt beduidend hoger dan het gemiddelde loon van Temperwerkers. Is de werkgever van mening dat er sprake is van een zelfstandige, dan is het onder de nieuwe wet aan de werkgever om bewijs aan te voeren waaruit dit blijkt. Kanttekening bij de nieuwe wet echter is dat in het geval van Temperwerkers straks nog steeds tegen alle afzonderlijke horecawerkgevers een rechtszaak moet worden aangespannen. Strengere handhaving door de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 kan helpen om dat te voorkomen. Daarnaast, zouden werkgeversbonden, net zoals in Denemarken, kunnen weigeren om horecabedrijven te vertegenwoordigen die met zzp’ers werken. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraaghstukken. Anja Eleveld is universitair hoofddocent Sociaal Recht & Empirical Legal Studies. Erik Wesselius is docent en onderzoeker en onderzoeker Empirical Legal Studies. Beiden werken aan de Vrije Universiteit.

Door: Foto: Waitress, photo Andrea Piacquadio, via Pexels.
Foto: Fauxels, via Pexels.

De zin en onzin van werk

Werk staat steeds minder centraal in ons leven, uit onderzoek blijkt dat zaken als vrije tijd, familie en vrienden hoger op onze prioriteiten lijst. Desondanks hechten we nog wel veel waarde aan betaald werk. Waar komt deze paradox vandaan? Wat betekent dit voor mensen zonder baan?

Janske van Eersel (UU) is ontslagpsycholoog en onderzoeker aan de UU, maar kwam in haar vorige functie als re-integratieadviseur vaak in contact met mensen die tijdelijk geen baan hadden, arbeidsongeschikt waren of dreigde te raken. Tijdens het Science Café over de zin en onzin van werk vertelde zij over wat dat met iemand doet. “De situatie waar deze mensen in zitten is meestal geen keuze. Het overgrote deel van de mensen wil wél werken en zal er alles aan doen om weer een baan te krijgen. Het verlies aan financiële zekerheid levert veel stress op.”  Daarnaast legt van Eersel uit dat een baan zingeving geeft en een groot deel vormt van onze identiteit. Dat maakt je kwetsbaar bij het verlies van een baan. Sterker nog, bij 18 procent van de mensen die ontslagen worden ontstaan rouwklachten die (als hier niets aan gedaan wordt) uit kunnen monden in depressieve klachten. De kans dat iemand in een negatieve spiraal terecht komt is dan groot. Wat ook niet helpt is dat instanties zeer achterdochtig zijn. Mensen die tijdelijk zonder werk zitten moeten zich constant verantwoorden als het gaat om hun financiën en sollicitaties. Dit is echter niet altijd zo geweest.

Voetbal kijken

Gisteravond bij de samenvatting NAC-PSV, vanuit een ooghoek: een reclamebord met daarop GoedkopeArbeid.nl.

Discountwerknemers? Net als spijkerbroeken en vliegvakanties? Het zal toch niet?

Toch even controleren. En wat blijkt? Het zal dus wel.

Bij Over GoedkopeArbeid.nl:

GoedkopeArbeid.nl is de oplossing voor ondernemers die direct meer marge willen maken. Wij bieden gepaste dienstverlening voor de scherpste prijs. Ons product heeft altijd de juiste prijs/kwaliteitsverhouding. GoedkopeArbeid.nl bespaart niet op kwaliteit, maar wel op kosten. Door slimme inzet van personeel zoals jeugdigen, het gebruikmaken van subsidiemogelijkheden en het gebruikmaken van instromers die wij voor één jaar lang tegen het wettelijke minimumloon kunnen aanbieden.

Ook de nieuwe mogelijkheden die vanuit de wetswijzigingen worden gecreëerd past GoedkopeArbeid.nl toe. De mogelijkheid om mensen 5,5 jaar flexibel aan je bedrijf te verbinden en de subsidiemogelijkheden voor mensen vanuit een WW situatie zijn hier voorbeelden van. Tevens kan een bedrijf met payroll (een deel van) haar vaste kern als flexibele schil inzetten.

Foto: cquarles (cc)

Regulering van migratie is meer dan kwestie van markt of quota

ANALYSE - Kunnen we met quota de migratie naar Nederland beperken en beheersbaar maken? Of is het de markt die uiteindelijk bepaalt? Volgens hoogleraar Europees Migratierecht en vicevoorzitter van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken Tesseltje de Lange moet het antwoord komen uit een debat dat uitgaat van zowel het perspectief van werkgevers als dat van migranten en samenleving.

Vicepremier en minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) stelt voor quota te hanteren om het aantal migranten dat naar Nederland komt te beperken. Ook Lilian Marijnissen (SP) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) deden een voorstel daartoe. De Leidse hoogleraar Arbeids- en Migratiegeschiedenis Leo Lucassen vindt dat al deze voorstellen weinig zin hebben omdat de markt bepaalt hoeveel migranten er komen. Hij pleit voor een lange termijnbeleid.

De kritiek van Lucassen op de politieke voorstellen tot het instellen van migratiequota is terecht. Met een dergelijke ad hoc maatregel kun je de migratie eenvoudigweg niet reguleren. Maar op zijn standpunt dat de markt de instroom van arbeidsmigranten bepaalt, valt ook wel wat af te dingen. Immers, als de markt inderdaad zo bepalend is als hij zegt, dan zouden er nog veel meer arbeidsmigranten van buiten de EU in Nederland zijn, om laaggeschoold werk te verrichten in sectoren met prangende personeelstekorten zoals tuinbouw of zorg.

Foto: ILO in Asia and the Pacific (cc)

De ware kosten van een volle kledingkast

De kledingindustrie leunt op moderne slavernij. Eén keer in de zoveel tijd is daar ophef over, maar er verandert weinig. Zelfs al ben je bereid meer te betalen: je trui zal nooit écht duurzaam zijn.

“Je kunt zelf ook wel bedenken dat een shirt nooit 3 euro kan kosten zonder dat daar mens of milieu voor geleden heeft. Het probleem is dat dat bij een shirt van 60 euro hoogstwaarschijnlijk ook het geval is.” In de serie ‘Groene bedoelingen’ gaan we op zoek naar de verhalen achter duurzaam gedrag en de impact van een groenere lifestyle. Tijdens de lezing ‘Modebewust en goed gekleed’ drukt onderzoeker Martje Theuws (SOMO) ons met de neus op de feiten. De verhalen zijn niet altijd even opbeurend, de misstanden in de kledingsector zijn schrijnend. Toch zijn er wel degelijk initiatieven in binnen- en buitenland die verandering teweeg proberen te brengen, maar het zijn moeizame stapjes vooruit.

De impact van kleding op het milieu

Laten we vooropstellen dat de meeste Nederlanders te veel kleding hebben. Uit de studie “Measuring the Dutch Clothing Mountain” van MVO Nederland blijkt dat onze garderobe gemiddeld uit 173 kledingstukken bestaat, waarvan we er ongeveer 50 niet gedragen hebben in het afgelopen jaar. Het is daarom het beste om geen nieuwe kleren te kopen, maar bijvoorbeeld kleding te ruilen of lenen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Low Jianwei (cc)

Wat willen partijen doen aan ongelijkheid? Deel 3: vermogen en wonen

Het thema ongelijkheid kon in de afgelopen jaren op veel belangstelling rekenen. In aanloop naar de verkiezingen kijk ik wat partijen beloven te doen aan het verminderen van ongelijkheid. Deel 3: vermogen en wonen.

In deel 3 van de serie kijk naar de vermogensongelijkheid en neem ik twee gerelateerde maatregelen mee die met wonen te maken hebben (zie deel 1 voor verantwoording). In het vorige deel schreef ik dat de inkomensongelijkheid niet zo spectaculair is (gestegen), maar voor vermogen ligt dat anders. De WRR laat zien dat de vermogensongelijkheid veel meer toenam en groter is dan de inkomensongelijkheid. De rijkste 10 procent Nederlanders bezit zo’n 60 procent van het vermogen, terwijl de helft van de Nederlanders geen vermogen heeft en de armste 10 procent zelfs een negatief vermogen (een schuld dus). De rijkste Nederlanders hebben naast het eigen huis nu meer vermogen dan ooit. Zie bijvoorbeeld ook deze grafieken over de impact van de crisis op het vermogen van de rijkste 10 procent versus de rest.

De (toenemende) vermogensongelijkheid wordt mogelijk nog onderschat omdat de gegevens die het CBS verzamelt onvolledig zijn. Anderen claimen dat de vermogensongelijkheid wordt overschat omdat de pensioenen niet worden meegerekend, hoewel betwist kan worden dat pensioenen echt vermogen zijn.

Foto: wwwuppertal (cc)

De erfenis en de arbeid

Kunnen we op een zinnige manier de verandering in de samenleving onderzoeken? In Die Zeit vond ik een interessant dossier over  Das Vermächtnis (de Nalatenschap), met de centrale vraag: wat willen we nalaten aan toekomstige generaties?

De Duitse onderzoekers zijn verbaasd over de waarde van de arbeid, die uit hun resultaten blijkt. Onze oosterburen zijn werkers. Maar ze worden niet gedreven door de jacht op bezit of vermogen, maar vooral door sociale en niet-materiële motieven.

Ik denk aan het project “Van Waarde” van de Wiardi Beckmannstichting en raak een beetje in de war: het is toch altijd nuttig om zinvol werk te hebben? In “het zweet des aanschijns” zult u uw brood verdienen: toen de Bijbel nog gold, was werk geen pretje. Maar nu is het de vervulling van een volwaardig leven, ook voor vrouwen.

Zou u niet werken, als u het geld niet nodig had?, vroeg het Duitse onderzoek. Voor de voorstanders van het basisinkomen een vreugdevol resultaat: mensen zouden in hoge mate aan het werk blijven.

Maar dan? Minister Asscher heeft zich al eens bezorgd getoond over de invloed van ICT op de werkgelegenheid. Futuroloog Wim de Ridder weet het zeker: de voltijds betrekking is verleden tijd. We zullen ons geld anders verdienen, meer als flexwerkers en ZZPers, niet in vaste banen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Leo Reynolds (cc)

Het CPB, frames en modellen (1)

ANALYSE - Afgelopen zaterdag verscheen er een stuk op NRC Q en een reactie daarop hier op Sargasso. Gisteren kwam daar nog een bericht in de Volkskrant bij.

In alle artikelen zijn volgens mij een aantal fouten gemaakt. De artikelen zeggen te reageren op het rapport van het CPB De effectiviteit van fiscaal participatiebeleid. Maar in werkelijkheid is dat niet zo.

Dit leidde in het artikel op Sargasso tot de beschuldiging:

Het CPB lijkt vervolgens helemaal verblind te zijn door de aanbodkant van de markt voor werk. Dat er misschien helemaal geen vraag is naar meer werknemers omdat er niet genoeg banen zijn wordt maar even “vergeten”.

Hoewel de constatering klopt dat de vraagkant van arbeid (‘aanbod van banen’) buiten beschouwing wordt gelaten, is dat niet aan het CPB te wijten, zoals de auteur van het artikel op Sargasso suggereert:

De manier waarop het CPB haar resultaten presenteert is gewoon misleiding. […] Hun modellen hebben enorme aantoonbare tekortkomingen en ze doen geen jota om hun berichtgeving aldus te nuanceren. Het CPB is inmiddels het wetenschappenlijke bureau van de VVD […]

Naar mijn mening is het bovenstaande gewoon niet waar: het CPB is in de toelichting bij het rapport gewoon neutraal en netjes in het gebruik van definities. Het lijkt me niet de taak van het CPB om verkeerde representaties op het internet op te sporen en recht te zetten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Politiek Kwartier | Dwangarbeid is dwangarbeid

COLUMN - De verontwaardiging van Dennis Boutkan bij het woord dwangarbeid laat zien hoe de PvdA al haar begrip van arbeidsverhoudingen verloren heeft.

‘Schandig en verwerpelijk’. Zo typeert de Amsterdamse PvdA’er Dennis Boutkan in het Parool de gewoonte van de SP om verplicht werken voor een uitkering te betitelen als ‘dwangarbeid’.

Het antwoord volgde enkele dagen later. Volgens de SP en de FNV is ‘dwangarbeid’ precies het goede woord. Dwangarbeid is arbeid tegen iemands wil, onder dreiging van straf. En het gaat hier om gedwongen werk onder dreiging van het wegtrekken van het laatste vangnet. Duidelijk toch?

Maar… met de term dwangarbeid verwijst de SP naar de tweede wereldoorlog, huilt Dennis. Die associatie lijkt mij echter vooral voor rekening van Dennis. Ga niet je tegenstander een tekort aan ‘historische verantwoordelijkheid’ verwijten als je zelf met de Godwin in de discussie komt, Dennis.

Vervolgens begin Dennis in zijn stuk te zwammen over zijn eigen vakantiebaantjes. Dat was ook niet-leuk werk! Dennis meent dat hij daardoor juist veel geleerd heeft over werkverhoudingen.

Deze Arbeids- en Organisatiepsycholoog moet misschien dan maar weer even terug naar de schoolbanken. De werkverhoudingen van de re-integratietrajecten zijn immers fundamenteel anders dan die bij betaald werk. Dat is nu juist het probleem.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Mike Hiatt (cc)

Feit of fabel: MBO-opleidingen

ACHTERGROND - Jet Bussemaker (PvdA) zei vorige week in Jinek op Zondag: ‘Wat ik wel zie is dat er opleidingen zijn die geen werk bieden of te weinig, waar veel studenten werkloos worden (…) werkloosheidspercentages van rond de 20% in grafische vormgeving, detailhandel, dierverzorging, terwijl we aan de andere kant sectoren hebben waar men zit te springen om mensen met vakkennis, en dus om mbo’ers.  (…) tegelijkertijd constateer ik dat we een enorm versplinterd aantal opleidingen hebben, we hebben 8100 mbo-opleidingen in Nederland.’ 


Dat is een…

 

Werkloosheidspercentage van rond de 20% bij de opleiding dierverzorging. Klopt dit?

Dat ligt eraan wie je betrouwbaarder acht, het ROA, dat is het onderzoeksinstituut naar opleiding en de arbeidsmarkt van de Universiteit van Maastricht of de AOC-raad. Dat is de koepelorganisatie voor agrarische MBO-opleidingen.

Minister Bussemaker baseert zich op de publicatie ‘Arbeidsmarktrelevantie van grote MBO-opleidingen‘ van het ROA. Uit dit onderzoek blijkt dat onder de mensen die de opleiding ‘vakbekwaam medewerker dierverzorging’ hebben afgerond het werkloosheidspercentage 22% is.

De AOC-raad stelt echter vraagtekens bij dit onderzoek van het ROA. Volgens de AOC-raad zijn er maar vijftig respondenten geïnterviewd en is dit is volgens hun te weinig om een representatief beeld te schetsen. Ook verwijst de AOC-raad naar andere onderzoeken waaruit zou blijken dat het werkloosheidspercentage lager ligt.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende