Afghaanse agenten dagelijks op oorlogspad

Politieagenten in Afghanistan zijn dagelijks betrokken bij offensieve militaire acties tegen Taliban en andere opstandelingen. Dat blijkt uit eigen onderzoek van Kunduz Monitor. De provincie Kunduz is hierop allerminst een uitzondering. Na een paar uur googlen vond Kunduz Monitor, in de eerste vier weken van oktober, maar liefst 21 artikelen waarin expliciet wordt verwezen naar politiedeelname aan militaire, veelal offensieve acties, waarbij vermeende opstandelingen werden aangevallen.* De politie trad soms alleen op, maar meestal in samenwerking met Afghaanse en internationale militairen. In totaal gaat het om 130 operaties waarbij 287 opstandelingen zouden zijn gedood en 392 opstandelingen gevangengenomen. Zes artikelen noemen operaties in Kunduz. Het is mogelijk dat agenten aan sommige van de 130 operaties niet deelnamen.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Overdrijft ISAF zijn succes?

De Taliban overdrijven geregeld de aantallen door hun gedode tegenstanders. Deze oorlogspropaganda is niemand vreemd. Uit een recent verschenen rapport van de Afghanistan Analysts Network blijkt dat er serieuze aanwijzingen zijn dat hun belangrijkste tegenstander, de ISAF, hetzelfde doet.

De in Afghanistan woonachtige onderzoekers Alex Strick van Linschoten en Felix Kuehn analyseerden voor het rapport alle officiële persberichten van de ISAF uit de periode van 1 December 2009 tot 30 September 2011. Duizenden artikelen. Wat hieraan vooral opviel was dat gegevens uit deze persberichten over zogenaamde kill-capture operaties, waarbij ISAF met gerichte aanvallen leiders van de opstandelingen probeert gevangen te nemen of te doden, vaak niet aansloten bij uitlatingen van hoge militairen in andere media over uitgeschakelde leiders. Het succes werd soms stevig overdreven. Begin maart 2011 liet ISAF bijvoorbeeld weten dat in de afgelopen tien maanden 900 leiders van de Taliban waren uitgeschakeld. In de eigen persberichten is dit aantal niet terug te vinden. Strick van Linschoten en Kuehn kwamen slechts tot 215 gevangen en 95 gedode Talibanleiders. Daarnaast werden 180 faciliteerders gevangen en 10 gedood. Soms rekenden ISAF-persberichten faciliteerders, mensen die Talibanleiders bijvoorbeeld onderdak verschaften, ook tot de categorie leiders. Volgens de auteurs is dit zeer ten onrechte. Zelfs als de faciliteerders, die vaak opstandelingen helpen omdat ze door hen bedreigd worden, bij de leiders worden gevoegd, noemde ISAF nog altijd 400 meer uitgeschakelde leiders dan er in de persberichten terug te vinden zijn.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Legitimatie van een ingewandenbeslissing

Is dit beleid of heeft u hierover nagedacht? Het is een mooi valstrikje van Gerrit Komrij. Het is  toepasselijk op de beslissingen over militaire acties. Je stort je in een oorlog op basis van een gevoel in de onderbuik, want rationeel zou je het niet doen. Maar we blijven rationele besluitvormings-modellen gebruiken, om te toetsen, te rechtvaardigen, de discussie te sluiten.

Recent is  een evaluatie over de interventie in Afghanistan naar de Kamer gezonden; daarin wordt geprobeerd tot een rationeel oordeel te komen over de Uruzgan missie. Ik heb dat verhaal gelezen en krijg er een uitermate katterig gevoel van. Met ambtelijke taal kun je fundamentele dingen tot  quasi-rationele onzin herleiden. Waarom wij behoefte hebben aan dit soort onzin, begrijp ik niet.

Beslissingen over inzet van de krijgsmacht moeten door ons parlement worden genomen.  Dat gebeurt met een zogenoemde ‘artikel  100’ brief, die het kabinet over een dergelijk plan aan de Tweede Kamer stuurt. Zulke brieven zijn verstuurd over de deelname aan de oorlog in Irak, daarvoor over de interventie in voormalig Joegoslavië, recenter over de deelname aan ISAF  (Uruzgan) en de trainingsmissie Kunduz. De weg naar militaire interventies en besluiten daartoe, zijn bezaaid met bermbommen, die politieke verwoestingen veroorzaken.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Twee keer tien jaar oorlog

Vorige week vrijdag was de oorlog in Afghanistan precies tien jaar oud. Zowel in EenVandaag als bij Pauw & Witteman werd die avond hier op teruggekeken en de balans opgemaakt. Wie beide afleveringen heeft gezien moet hebben gedacht dat het om twee verschillende oorlogen ging.

In EenVandaag kwam staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen aan het woord. Zijn eerste opmerking zette meteen de toon: ‘in zekere zin katapulteren wij dit land vanuit de middeleeuwen in de eenentwintigste eeuw.’ Dat kost een hoop tijd, voegde hij meteen toe, maar over honderd jaar zal hier op teruggekeken worden als een ‘eerste stap.’ Van een verloren oorlog was ‘geen sprake.’

Door toename van geweld, (zelfmoord)aanslagen en liquidaties karakteriseren velen de situatie in het land als chaos. Knapen ziet het anders. ‘Chaos gaat me veel te ver.’ Hij interpreteerde de toegenomen zelfmoordaanslagen, via een omweg, zelfs als een lichtpuntje. Ze zouden een ‘zekere wanhoop’ suggereren van de opstandelingen, ‘omdat het niet duidt op grote, georganiseerde offensieven.’

Dat we af en toe toch de indruk hebben dat het bergafwaarts gaat in Afghanistan leek Knapen te wijten aan Talibanpropaganda. Daarom waarschuwde hij dat we het zicht op het grotere geheel niet uit het oog moeten verliezen. ‘Zeker, de Taliban hebben er belang bij om zo veel mogelijk die chaos te accentueren, maar we moeten van al die dingen natuurlijk niet vergeten dat heel veel dingen ook goed gaan.’ Als voorbeeld van een van die vele dingen die goed gaan noemde Knapen dat er stappen zijn gezet ‘om dit land een kans te geven zijn eigen stabiliteit en zijn eigen veiligheid stap voor stap op te bouwen.’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Afghaanse opstandelingen zijn niet ineens modelburgers

Sinds de herfst van 2010 proberen de Afghaanse regering en de internationale troepen, via het Afghan Peace and Reintegration Program (APRP), opstandelingen in de Afghaanse samenleving te re-integreren. In ruil voor het neerleggen van de wapens zouden de opstandelingen gegarandeerde veiligheid en banen krijgen. Tien maanden later, zo blijkt uit een vorige maand verschenen rapport van het Peace Research Institute Oslo, vallen de resultaten van dit programma vies tegen.

De schrijver van het rapport is Deedee Derksen. Zij was tijdens de Nederlandse missie in Uruzgan Afghanistancorrespondent voor de Volkskrant en schreef naar aanleiding daarvan het kritische boek Thee met de Taliban. In het rapport, Peace from the bottom-up?, legt Derksen uit waarom de resultaten van het APRP zo beperkt zijn.

Een van de belangrijkste problemen is te herleiden tot een meningsverschil. Het APRP werd opgezet om gelijktijdig, in parallelle processen, zowel de strijders met lagere rangen te re-integreren als de belangrijkste leiders van de opstandelingen in onderhandelingen tot verzoening met de Afghaanse regering te brengen. President Karzai stond achter deze opzet, maar de internationale troepen, onder leiding van de Verenigde Staten, blokkeerden dit. Zij wilden veel liever eerst alleen de lagere strijders re-integreren. Zij zagen dit als drukmiddel om de leiders van de opstandelingen tot de onderhandelingstafel te dwingen om een vrede op Amerikaanse voorwaarden te accepteren.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lof voor Amerikaanse ‘night raids’ onterecht

Samen met het opbouwen van de Afghaanse veiligheidsdiensten vormen night raids de Amerikaanse hoop op een vertrek uit Afghanistan zonder al te veel kleerscheuren. Door gerichte, nachtelijke aanvallen door speciale commando’s wordt geprobeerd zo veel mogelijk leiders van de opstandelingen uit te schakelen om zo de huidige patstelling in de oorlog te doorbreken. Met enige trots presenteren de Amerikanen daarom geregeld aantallen opgepakte of gedode Talibanleiders. De Verenigde Staten spreekt vol lof over deze strategie, maar uit een recent verschenen rapport blijkt dat dit zeer onterecht is.

Het grootste kritiekpunt uit dit rapport van de Open Society Foundations en The Liaison Office, dat is gebaseerd op gesprekken met Amerikaanse functionarissen en Afghaanse burgers, is dat deze nachtelijke, onaangekondigde aanvallen steeds meer bewust de burgerbevolking tot doelwit hebben. De Amerikanen hopen zo goede inlichtingen over de vijand te winnen. ‘Als je de gast die je wil niet te pakken krijgt, pak je de gast die hem kent,’ aldus een Amerikaanse officier over hun aanpak. Deze praktijk staat op zeer gespannen voet met het internationaal recht zoals vastgelegd in de Geneefse conventies.

Een concreet voorbeeld uit de provincie Kunduz maakt duidelijk in hoeverre de burgerbevolking doelwit kan zijn. In oktober 2010 werden alle volwassen mannen, zo’n negentig in totaal, in het dorp Otmanzey opgepakt. Hun handen werden vastgebonden en ze werden zeven uur vastgehouden en ondervraagd in de plaatselijke moskee. Een gemaskerde man, door zijn duim omhoog dan wel omlaag te steken, wees vijftien individuen aan voor verdere verhoring op een nabijgelegen basis. Het hebben van een baard, afgedragen schouders (waaraan wapens gehangen kunnen hebben) of handen zonder eelt (waaruit zou blijken dat iemand niet regelmatig op het land werkt) was al genoeg om hiervoor aangemerkt te worden. De vijftien die langer verhoord werden, werden iets later, net als de anderen, ook weer vrijgelaten. Andere dorpen in Kunduz hebben in het recente verleden hetzelfde ondergaan.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Amerikaanse ambities obstakel voor vrede in Afghanistan

Tien jaar na de Amerikaanse invasie van Afghanistan is een einde van de oorlog in het land nog altijd niet in beeld. Sterker nog, de huidige, trieste trend is juist dat elk jaar meer slachtoffers worden gemaakt dan het jaar ervoor terwijl serieuze vredesonderhandelingen uitblijven. Het belangrijkste obstakel voor het starten van een proces van politieke verzoening, aldus de Amerikaanse regering, zijn de banden die de Taliban in Afghanistan onderhouden met Al-Qaida, de organisatie achter de aanslagen van 11 september 2001. Wie zich in het onderwerp verdiept valt echter op dat Amerikaanse geopolitieke ambities minimaal een even grote hindernis vormen.

Op 2 mei 2011, de dag dat Al-Qaida-leider Osama bin Laden werd gedood, liet de trotse Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton weten dat de Verenigde Staten zal ‘doorgaan met het bevechten van Al-Qaida en hun Talibanbondgenoten.’ Zij die geloofden dat Bin Ladens dood een nieuwe kans op vrede was, kwamen bedrogen uit. ‘Onze boodschap aan de Taliban blijft hetzelfde,’ ging Clinton verder, ‘jullie kunnen niet wachten tot we vertrekken, jullie kunnen ons niet verslaan, maar jullie kunnen de keuze maken om Al-Qaida te verlaten en deel te nemen in een vreedzaam politiek proces.’ Doordat de Taliban tot op de dag van vandaag weigeren te breken met Al-Qaida sleept de oorlog zich voort, zo luidt het Amerikaanse verwijt.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende