Achtergrond V-Dem rapport: hoe democratieën in kaart worden gebracht

Het in 2014 opgerichte V-Dem Institute van de Universiteit van Gotenburg geeft sinds de oprichting jaarlijks een rapport uit over de wereldwijde staat van de democratie. Dit jaar is, zoals Wim van Meurs beschrijft in zijn recent verschenen bijdrage op de website van het Montesquieu Instituut, het alarmerende nieuws verschenen dat Nederland tot de landen behoort waar ‘autocratiserende’ tendensen zichtbaar zijn. Nederland is hier zeker niet de enige in. Volgens het rapport zijn er wereldwijd, voor het eerst in twintig jaar, meer autocratieën (91) dan democratieën (88). 45 landen, met daarin 40% van de wereldbevolking, is aan het autocratiseren. 19 landen, waarin in totaal 6% van de wereldbevolking leeft, is aan de democratiserende hand. Van Meurs beschrijft waarom er volgens het V-Dem Institute in Nederland democratische achteruitgang te zien is. Daarbij plaatst hij ook kanttekeningen bij de waarde van het rapport. In dit stuk wordt de onderliggende data verder uitgediept, gekeken hoe bepaalde cijfers tot stand komen en gepoogd concepten te verduidelijken. Het is bij al deze cijfers belangrijk om te onthouden dat het gaat om de democratische ontwikkelingen in 2024. 1. Methode en wereldwijde cijfers V-Dem staat voluit voor ‘Varieties of Democracy’. In haar jaarlijkse rapport tracht het instituut, aan de hand van data, regimes van landen te classificeren en in te delen bij een van de vier hoofdcategorieën, van ‘minst vrij’ tot ‘meest vrij’: 1. gesloten autocratie: geen meerpartijenverkiezingen en nauwelijks tot geen basisvrijheden voor inwoners; 2. electorale autocratie: wel meerpartijenverkiezingen, maar zonder waarborgen van eerlijkheid en basisvrijheden; 3. electorale democratie: bestaan van vrije en eerlijke meerpartijenverkiezingen in combinatie met basisvrijheden (vereniging, meningsuiting etc.); 4. liberale democratie: boven op de vereisten voor een electorale democratie bestaan er extra juridische en wetgevende beperkingen op de uitvoerende macht en zijn er systemen ingebouwd waarin gelijkheid voor de wet is verankerd. Tussen deze vier categorieën bestaan er zogenaamde ‘grijze zones’. Zo zijn landen als Portugal, Canada, Oostenrijk en Griekenland ‘electorale democratieën-plus’ en is Nederland, samen met bijvoorbeeld Italië, Frankrijk en Zuid-Afrika een ‘liberale democratie-min’. Vanaf 2020 is Hongarije de enige electorale autocratie in de EU. Veel van de kandidaat-lidstaten van de EU zitten ook in deze categorie: Turkije, Servië, Oekraïne en Georgië. Bij de laatste twee is natuurlijk aan te merken dat dit door interne en externe strubbelingen komt. 2. Indicatoren Om de complexiteit van de vier categorieën beter inzichtelijk te maken, worden vijf kernprincipes van de democratie belicht: Electorale democratie: vrije en eerlijke verkiezingen, met respect voor burgerlijke vrijheden en een onafhankelijke media. Deze vorm van democratie wordt als de kern gezien. De score hiervan beïnvloedt ook de score van de andere kernprincipes. Kortom, zonder basisvrijheden en eerlijke verkiezingen kan een land volgens het V-Dem Institute ook niet op een andere manier echt democratisch zijn; - Liberale democratie: aanwezigheid van een sterke rechtsstaat, checks and balances en de bescherming van burgerlijke basisvrijheden; - Participatieve democratie: de mate waarin burgers deelnemen aan hun regering door middel van bijvoorbeeld directe democratie en maatschappelijke organisaties; - Deliberatieve democratie: in hoeverre er bij de besluitvorming aandacht is voor de belangen van diverse maatschappelijke groepen; - Egalitaire democratie: de gelijkheid van toegang tot middelen, macht en vrijheden voor verschillende sociale groepen binnen een samenleving. Deze dimensies worden op hun beurt weer opgebouwd uit losse indicatoren, waarvan er bijna 500 gebruikt worden door het V-Dem Institute. De gegevens in dataset worden grotendeels verzameld door experts in politieke wetenschap of een aangrenzend vakgebied. Deze experts beoordelen deze indicatoren, vaak door ze te scoren op een bepaalde schaal. Experts worden geselecteerd vanwege hun nationale of regionale kennis, waarmee ze een situatie beter kunnen inschatten dan simpelweg op de tekst van grondwetten en wetboeken te vertrouwen. Er kan bijvoorbeeld in een land wettelijk zijn vastgelegd dat iedereen gelijk is, maar wanneer de praktijk afwijkend is, kunnen de experts dit duidelijk documenteren. De experts bepalen echter niet alles, want er wordt een breed scala aan andere bronnen geraadpleegd, zoals rapporten van internationale organisaties. Verder maakt het V-Dem Institute gebruik van gegevens die teruggaan tot 1900, waardoor democratieën over een lange periode kunnen worden vergeleken. Daarbij kunnen dus ook landen en regio's van landen met elkaar worden vergeleken. 3. Uitkomsten Nederland Zoals benoemd door Van Meurs zijn er veel indicatoren vrij stabiel gebleven, maar daalt Nederland vooral door de afname in de indexen van egalitaire en deliberatieve democratie. De score voor de deliberatieve democratie index wordt bepaald door relatief weinig indicatoren, waardoor een land er ook sneller op voor- of achteruit kan gaan. Ter vergelijking: waar de deliberatieve democratie maar vijf indicatoren heeft, kent de electorale democratie er meer dan 50. Bij de categorie deliberatieve democratie wordt vooral gefocust op de totstandkoming van politieke beslissingen. Zo wordt er gekeken hoe deze besluiten worden onderbouwd, wie er geraadpleegd worden en of de mening van tegenstanders serieus wordt gerespecteerd. Bij de opbouw van de score voor de egalitaire democratie index wordt er voornamelijk gekeken naar gelijkheid tussen allerlei vormen van sociale klassen. De score wordt opgebouwd uit tien indicatoren, die samen weer drie ‘sub-indexen’ maken: gelijke toegang, gelijke distributie van middelen en gelijke bescherming. Nederland daalt alleen significant op de gelijke distributie van middelen index, wat signaleert dat er bijvoorbeeld minder gelijkheid op het vlak van onderwijs en gezondheid is. Tot slot is waar te nemen dat heel veel componenten niet significant, maar mondjesmaat afnemen. Vaak is dit niet alleen dit jaar zichtbaar, maar is dit een trend die sinds 2017 of 2018 is ingezet. Met regelmaat is wel te zien dat de respectievelijke afname afgelopen jaar groter was dan de jaren daarvoor. 4. Kanttekeningen Dat er genoeg is aan te merken op de methode en resultaten van het V-Dem rapport moge duidelijk zijn. Dit geeft het V-Dem Institute zelf ook eerlijk toe. Regelmatig worden stukken gepubliceerd over de beperkingen die gemoeid zijn met het rapport. Frequent nemen ze hierover zelfs een hoofdstuk op in het jaarlijkse hoofdrapport. Verder is een aantal andere merkwaardige cijfers te zien. Zo is de VS nog wel een volwaardige liberale democratie volgens het onderzoek, terwijl het VK door democratic backsliding wordt bestempeld als ‘electorale democratie-plus’. Dit komt ongetwijfeld omdat de cijfers gaan tot en met 2024. In de tabel waar alle landen worden onderverdeeld in de verschillende regimes zijn evenwel meer opmerkelijke feiten te zien. Zo wordt het VK in haar categorie vergezeld door landen als Gambia, Botswana en Bhutan, maar ook door Oostenrijk en Slovenië. Dat er beperkingen zijn aan het toetsen van feiten aan de hand van vragenlijsten en schalen is al lang bekend. Wellicht is de kwantificeerbaarheid nog lastiger als het gaat om abstracte begrippen als ‘democratie’. 5. Conclusie Het V-Dem rapport bestaat uit heel veel onderwerpen en indicatoren, waarvan de een gemakkelijker kwantificeerbaar lijkt dan de andere. Toch zou het onterecht zijn om hierdoor het gehele rapport van onwaarde te verklaren. Of de cijfers heel exact zijn of niet; er zijn, helaas, wereldwijde trends van autocratisering zichtbaar en hier moeten we ons zorgen over maken. Het V-Dem Institute is een van de organisaties die dit inzichtelijk maakt voor politici, beleidsmakers en burgers. Het V-Dem Institute stelt online ook een gereedschapskist beschikbaar waarmee je alle historische trends van de democratische indicatoren van een land kunt inzien en grafieken kunt laten maken. -o-o-o- Dit artikel verscheen eerder bij het Montesquieu Intituut.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Closing Time | Living in the Past

Ja, dat zouden veel mensen wel willen, blijkens hun stemgedrag: in het verleden leven. Nou ja, een geïdealiseerd verleden dan, dat nimmer bestaan heeft.

The Connells deden hier in 1995 een niet onaardige cover van Jethro Tull.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: CC BY-SA 2.0 , via Wikimedia Commons.

Aanbevelingen voor de Voorjaarsnota: schrap peperdure PVV-hobby’s en investeer in de toekomst

LONGREAD - Deze weken zijn de coalitiepartijen aangevangen met de onderhandelingen over de Rijksbegroting. Erg imposant is het allemaal niet. Tijdens de eerste dag van de onderhandelingen verklaarde Wilders al dat de verschillen gigantisch zijn tussen de coalitiepartijen. En er werd niet bepaald hard gewerkt om de onderhandelingen voor de eigenlijke deadline van 11 april te halen, vóór vijven gingen de onderhandelaars alweer huiswaarts.

Dat de verschillen groot zijn tussen de coalitiepartijen is al geruime tijd bekend. Maar het gaat niet alleen over de invulling van de Rijksbegroting, ook over de ‘spelregels’ met betrekking tot deze begroting. Henk Vermeer (BBB) en Pieter Omtzigt (NSC) zijn namelijk een zoektocht gestart naar geld en wijzen bijvoorbeeld op de structurele onderbesteding die de afgelopen jaren is opgetreden. Daarmee staan ze lijnrecht tegenover minister Heinen (VVD, Financiën), die stelt dat er niet veel budgettaire ruimte is.

Door een initiatief van Omtzigt is er een expertgroep in het leven geroepen die zich heeft gebogen over die meerjarige onderuitputting. Deze expertgroep Realistisch Ramen toonde aan dat er een afwijking van 2,7% was ten opzichte van de initiële ramingen, terwijl dit in andere landen ongeveer neerkomt op 1%. Dit heeft grotendeels te maken met het feit dat de politiek te ambitieuze doelstellingen formuleert, waardoor het geld niet uitgegeven wordt. Daarnaast waren de afgelopen eenmaal unieke tijden die moeilijk te voorspellen waren middels ramingen. Omtzigt deed het echter, voorafgaand aan het rapport van de expertgroep, voorkomen alsof het een soort samenzwering betrof van ambtenaren en planbureaus die heimelijk miljarden achterhouden om Nederland onder te financieren.

Foto: Sargasso-kunstredacteur aan het werk bij Van Rembrandt tot Vermeer H'ART Museum © foto Marianne Visser van Klaarwater.

H’ART Museum viert Amsterdam 750 met 18 Rembrandts

RECENSIE - Wie nu H’ART Museum aan de Amstel bezoekt, komt even terug in het Amsterdam van de 17de eeuw. In de jubileumtentoonstelling ‘Van Rembrandt tot Vermeer’ zijn tot eind augustus 75 werken van Rembrandt en zijn 17de -eeuwse tijdgenoten te zien. Alle werken behoren tot The Leiden Collection, een inmiddels wereldberoemde collectie van Nederlandse oude meesters. Vier de 750ste verjaardag van Amsterdam in stijl mee met Van Rembrandt tot Vermeer.

‘Een uitleenbibliotheek van Oude Meester’

Doelstelling van The Leiden Collection

Dr. Thomas Kaplan vertelt aan de pers over zijn The Leiden Collection in H'ART Museum © foto Aad Hoogendoorn

Dr. Thomas Kaplan vertelt aan de pers over zijn The Leiden Collection in H’ART Museum © foto Aad Hoogendoorn.

Wat is The Leiden Collection?

Deze tentoonstelling was er nooit gekomen als de Amerikaanse kunstverzamelaars Thomas Kaplan & Daphne Recanati Kaplan in 2003 niet waren begonnen met kunstverzameling. Als achtjarige jongen wordt Thomas door zijn moeder mee genomen naar het Metropolitan Museum of Art in New York. Daar ziet hij voor het eerst werken van Rembrandt (1606-1669). De indrukken die deze schilderijen op hem maken, zijn de motor achter zijn passie voor kunst. Als hij in 2003 de kans krijgt een Hollandse meester te kopen, is het zaadje gepland. Samen met zijn vrouw Daphne bezoekt hij wereldwijd veilingen en galeries. Anno 2025 heeft het echtpaar meer dan 200 werken in haar bezit. Ze zijn niet voor thuis, maar om te delen met zoveel mogelijk anderen. Dat is de hoofddoelstelling van The Leiden Collection. En ja de naam zegt het al, bij de aankoop ligt de focus op Hollandse meesters uit de 17de eeuw met een link met Leiden.

Closing Time | Live To Tell

Madonna schreef ‘Live to Tell’ in 1985 samen met muziekproducent Patrick Leonard, die de melodie had bedacht voor een film waar hij de composities voor zou verzorgen.

Toen hij ontslagen werd voor dat project, trok Madonna hem de film in waar haar toenmalige partner Sean Penn op dat moment aan werkte: At Close Range. Een dramatisering van de misdaadfamilie uit Pennsylvania rond Bruce Johnston senior, die zijn eigen zoon en een aantal van hun maten liet vermoorden om aan het gerecht te ontkomen.

Foto: RDNE Stock Project via Pexels.com.

Participeren kan ook met een basisinkomen

n het debat over de toekomst van het socialezekerheidsstelsel ligt de nadruk op betaald werk. Maar wat als je participatie breder definieert? Dan komt een basisinkomen als serieus alternatief in beeld. Docent-onderzoeker Barbara Brink bepleit een fundamenteel gesprek over nut en effect.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) roept in een recent rapport, Sociale en culturele ontwikkelingen 2025op om de achterliggende waarden van beleidskeuzes expliciet te maken. Zo kan zichtbaar worden wat de samenleving belangrijk vindt.

Laten we dat bijvoorbeeld doen voor de rol van betaald werk in de discussie over het socialezekerheidsstelsel. De opstellers van het CPB-rapport Kiezen voor later vragen zich af of een basisinkomen een oplossing kan bieden voor de tekortkomingen van het bestaande socialezekerheidsstelsel. Zij concluderen van niet, en noemen als grootste bezwaar dat een basisinkomen de prikkel tot betaald werk vermindert. Maar klopt dit argument wel? En welke waarden zijn hierbij doorslaggevend?

Bezwaar

Het CPB verwijst naar een Amerikaanse studie waarin aangetoond zou worden dat een basisinkomen de arbeidsdeelname verlaagt.

Een basisinkomen staat niet haaks op de bereidheid om te werken>

Opvallend genoeg laat het CPB daarbij belangrijke nuances buiten beschouwing van bijvoorbeeld Fins onderzoek. Dat laatste laat zien dat ontvangers van een basisinkomen optimistischer zijn over hun toekomst en meer vertrouwen hebben in hun kansen op de arbeidsmarkt. Leids onderzoek concludeert bovendien dat een basisinkomen mensen in staat stelt om werk te vinden dat zij als betekenisvol ervaren. Een basisinkomen staat dus niet haaks op de bereidheid om te werken.

Foto: Alisdare Hickson (cc)

Mensenrechtenverdedigers contra autocraten

Kenneth Roth was van 1993 tot 2022 directeur van Human Rights Watch. Hij schreef over zijn ervaringen het boek Righting Wrongs: Three Decades on the Front Lines Battling Abusive Governments. Hij wil daarmee laten zien dat organisaties die opkomen voor mensenrechten wel degelijk effectief kunnen zijn.  ‘Ik denk dat de wereld er een stuk slechter voor zou staan als de mensenrechtenbeweging er niet zou zijn,’ zegt hij in een interview met Wordt Vervolgd van de collega’s van Amnesty International.

Human Rights Watch werd in 1988 opgericht en richt zich voornamelijk op onderzoek naar mensenrechtenschendingen, druk uitoefenen via de media en lobbywerk. Met zijn onderzoeksrapporten probeert HRW regeringen tot actie aan te zetten tegen landen die mensenrechten schenden en oorlogsmisdaden plegen. Roth: ‘Human Rights Watch kreeg in 1997 de Nobelprijs voor de Vrede voor het verdrag om landmijnen te verbieden. En we stonden aan de basis van de verdragen om clustermunitie en kindsoldaten te verbieden. We speelden ook een centrale rol in de oprichting van het Internationaal Strafhof in Den Haag.’

Roth toont zich ook in een interview met de NRC niet pessimistisch over de internationale rechtsorde. Ondanks de toename van het aantal autocraten dat aan de macht is gekomen. ‘Er is altijd een invalshoek om leiders ergens op aan te spreken. Hoe vreselijk de despoot of de dictator ook is, er is altijd iets waar ze om geven, hun reputatie, internationale erkenning, er is altijd wel iets.’ Hij geeft het voorbeeld van de gevoeligheid van Trump voor zijn reputatie als dealmaker. Als Trump ervan overtuigd kan worden dat bijvoorbeeld het gebruik van Oeigoerse dwangarbeid in China een niet-competitieve handelspraktijk is, een manier om arbeidskosten te verlagen, dan kan hij deze zeer ernstige mensenrechtenschending misschien aanpakken. 

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Closing Time | People Say

Janette King is een alternatieve R&B performer met een Caribische achtergrond uit Montreal, Canada. Ze stond al op Montreal Jazz Fest, Ottawa Blues Fest en Noise Pop.

Vorige Volgende