RECENSIE - Er zijn musea die hun deuren konden openen onder gunstiger omstandigheden dan het Gents Universiteitsmuseum. Het ontvangt zijn bezoekers namelijk sinds afgelopen oktober, het begin van de tweede coronagolf. Je gunt de instelling een gelukkiger debuut, want het is een droom van een museum.
Het uitleggen van wetenschap is óók een wetenschap. Het is bijvoorbeeld bekend dat een voorlichter niet volstaan mag met populariseren. Immers, juist degenen die belangstelling ontwikkelen, raken gefrustreerd als ze slechts wat conclusies toegeworpen krijgen en niet kunnen ontdekken hoe we weten wat we weten.

Achttiende-eeuwse uitleg over het plantenrijk, inclusief paddenstoelen (Gents Universiteitsmuseum)
Twijfel
Een oud advies luidt daarom om ook methoden uit te leggen en het wetenschappelijk proces te tonen. Concreter geformuleerd: laat mensen zien dat wetenschap twijfel is. Toon als wetenschapper in het publiek de onzekerheid waarmee je in het lab overlegt met je collega’s.
Dit is ook wat het Gents Universiteitsmuseum wil. Als “museum van de twijfel” stelt het zeven thema’s centraal: het ontdekken van patronen in chaos, het twijfelen, het meten, het modelleren, de verbeelding, het delen van kennis en het netwerk van geleerden. Heel sterk is daarbij dat de informatie op minstens vier niveaus wordt ontsloten: panelen die de thema’s introduceren, tafels waarin het wordt uitgewerkt, vitrines vol voorwerpen en uiteindelijk tablets met informatie per voorwerp. De bezoeker kan zo diep gaan als hij wil.