De twee oorzaken van de wooncrisis en over opsluiting in de vrije huurmarkt

Dat de woningmarkt in crisis is weten we. Maar de analyses van het probleem en dus ook van de oplossingen lopen uiteen. Je kunt twee scholen onderscheiden. De ene school ziet vooral het tekort aan woningen als probleem en wil dat er gebouwd wordt. De andere school ziet vooral de financialisering van de woningmarkt als probleem. Beide zijn relevant, maar het is goed te ontrafelen waarom en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Dan komen we vanzelf terecht bij de vraag of bouwen een oplossing is. De school we moeten bouwen Eerst iets over die twee scholen. De VVD, de partij die op allerlei manieren heeft bijgedragen aan het probleem, is zonder twijfel onderdeel van de we moeten bouwen-school. Zoals te lezen in het verkiezingsprogramma: “belangrijk is […] dat er genoeg betaalbare huizen zijn. De laatste jaren is de krapte op de woningmarkt flink toegenomen. Door extra te investeren in nieuwbouw […] zijn de afgelopen jaren de eerste stappen gezet voor meer betaalbare woningen.” Ze stelt allerlei maatregelen voor die dat bouwen eenvoudiger moet maken. Maar de analyse van de problemen op de woningmarkt is flinterdun. De inhoudelijke bijdrage van woordvoerder Koerhuis beperkt zich tot het herhalen van het ene woord ‘bouwen’. Wel een serieuze poging de woningmarkt te begrijpen is een artikel van Jesse Frederik op De Correspondent. Volgens hem is “De woningmarkt […] een stoelendans. Er zijn te veel mensen die woonruimte zoeken op plekken met te weinig woonruimte. […] het fundamentele probleem is niet zozeer de verdeling van de stoeltjes, maar het tekort aan stoeltjes.“ Zijn conclusie is dat er vooral gebouwd moet worden, want alleen dan daalt de prijs. “De echte socialist laat de kapitalisten zichzelf opvreten. Laat ze maar bouwen, bouwen, bouwen” dan ontstaat er vanzelf een overschot en zakken de prijzen. De school tegen financialisering Tegenover de we moeten bouwen-school staat bijvoorbeeld Hans de Geus, auteur van Hoe ik toch huisjesmelker werd. Hij schrijft ook op Follow The Money over de woningmarkt en keert zich vooral tegen alle maatregelen die de geldstroom richting woningmarkt bevorderen. In het artikel Waarom wordt wonen zo duur noemt hij er enkelen. Beginnend in de jaren negentig toen het partnerinkomen mee begon te tellen bij het vaststellen van de maximale hypotheek. Een prijsopdrijvende maatregel, waarvan er meerdere zouden volgden. Zoals het liberaliseren van sociale huurwoningen. Kopen om te verhuren (buy-to-let) dat gestimuleerd werd door het toestaan van hypotheken aan beleggers op basis van de inkomsten uit de huur. En natuurlijk de jubelton - een belastingvrije schenking van een ton voor een huis voor de kinderen. Die financialisering van de woningmarkt kwam op FTM ook aan bod in een interview van Peter Hendriks met Manuel Aalbers, professor sociale en economische geografie in Leuven. Daarin komt de internationale context van die financialisering aan bod. Inclusief een belangrijke vingerwijzing wanneer hij zegt “Het is niet zo dat als er meer geld naar de woningmarkt vloeit, er ook vanzelf meer woningen bijkomen.” Want er spelen twee belangrijke variabelen op de woningmarkt. De hoeveelheid woningen, maar ook, en los daarvan, de hoeveelheid geld. Kern van de analyse Hoe verhouden die twee scholen zich nu tot elkaar? De vraag op de woningmarkt is groter dan het aanbod. Er zijn te weinig woningen. Dat verklaart dat de prijs stijgt. Maar dat verklaart niet de grootte van de prijsstijgingen. Die laat zich alleen maar verklaren door de regels rondom het geld. Geld dat in de vorm van (verhuur)hypotheken, jubeltonnen en opkoopsommen van beleggers in de woningmarkt wordt gepompt. En geld dat in de vorm van steeds hogere huren als rendement op die beleggingen uit de woningmarkt wordt gehaald. Eenvoudig gesteld: er is een tekort aan woningen, daardoor stijgen de prijzen. Maar door de overvloed aan geld stijgen de prijzen zo exorbitant als ze doen. Die twee oorzaken moet je wel uit elkaar halen. Het tekort aan woningen op de woningmarkt aan de ene kant en het overschot aan geld dat in de woningmarkt terechtkomt aan de andere kant. Daar gaat het fout in dat op zich lezenswaardige essay van Jesse Frederik. In de titel en de introductie lees je: “Waarom wonen zo duur is (en nee, niet door huisjesmelkers, het neoliberalisme of prins Bernhard) […] De voornaamste oorzaak van de woningcrisis is simpel: er zijn te weinig huizen.” Hier worden die twee zaken dus door elkaar gehaald. Want inderdaad er zijn te weinig huizen. Maar nee, dat is niet waarom wonen zo duur is. Dat komt met name door de overvloed aan beschikbaar geld. De woningprijzen zijn niet louter het resultaat van de vraag naar en het aanbod van woningen. De prijsstijgingen zijn een optelling van een toenemend woningtekort en een ongehoord geldoverschot. De stoelendans Laten we Frederiks tekort aan stoeltjes eens als denkoefening zien. Vijf dansende mensen en vier stoelen. Maar in plaats van muziek een verkoop bij opbod. Iedereen wil eigenlijk wel een stoel hebben, maar voor welke prijs? De portemonnees worden getrokken. Er komen tientjes op tafel. Iemand heeft zowaar vijftig euro op zak. Een ander loopt snel naar de pinautomaat op de hoek om honderd euro te pinnen. En stoelen zijn belangrijk. Geen stoel betekent misschien wel jarenlang niet zitten. En een partner die ook niet kan zitten. En wellicht komen er kinderen. Van hen kan je toch ook niet verwachten dat ze altijd maar blijven staan? Gelukkig blijkt er ook geleend te kunnen worden, dus het bieden kan door. De een biedt over de ander, die weer wordt overboden en dan is degene met het laagste bod weer aan zet. Want er blijven vijf bieders en vier stoelen. Er wordt gebeld met partners, om bij te lenen. Ouders beloven mee te betalen. Gelukkig is daar ook de VVD, die zich blijft inzetten om de rente op die leningen aftrekbaar te houden. Bovendien regelt ze dat rijke ouders belastingvrij veel geld kunnen schenken om een stoel te bemachtigen. Ze nodigt trouwens ook buitenlandse partijen uit om te bieden, om zo’n stoeltje daarna voor veel geld te kunnen verhuren. De opstuwende werking daarvan rekent ze zichzelf niet aan, want dat is namelijk de markt. Kortom, zonder dat het tekort verandert, stijgen de prijzen mee met de geboden financiële ruimte, om aan de spiraal omhoog mee te kunnen blijven doen. De uiteindelijke prijs noemt men de marktprijs. Hoe verhouden die oorzaken zich tot elkaar? Beide oorzaken - woningtekort en geldoverschot - staan niet helemaal los van elkaar. Met name één verband is van belang. Prijsopdrijving ten gevolge van dat geldoverschot, kan alleen plaatsvinden bij een (langdurig) woningtekort. Bij meer vraag dan aanbod stijgen de prijzen. Dat hoeft geen grote stijging te zijn. Maar als er veel geld beschikbaar is op de woningmarkt, dan fungeert dat als olie op het vuur voor de prijs. Dat zien we de laatste jaren. Die grote prijsstijgingen betekenen dus niet dat er een groot woningtekort is. Dat verband betekent ook dat zodra het woningtekort verandert in een woningoverschot, het geldoverschot geen prijsopdrijvend effect meer zal hebben. Louter de beschikbaarheid van veel geld zal een dalende prijs niet stutten. Want waarom zou je een jubelton overbieden als er genoeg alternatieve huizen te koop staan. Heeft de hoeveelheid beschikbaar geld invloed op het aantal beschikbare woningen? Het opkopen van bestaande woningen om in te beleggen heeft een prijsopdrijvend effect. Maar zolang die woningen in dezelfde staat verhuurd worden, heeft het geen invloed op de beschikbare hoeveelheid woningen. Dat is anders bij het verkameren van woningen. Het opdelen in kleinere wooneenheden. Dat vergroot de woningvoorraad. Al stijgt het totale woonoppervlak natuurlijk niet. De prijs per vierkante meter zal wel (veel) groter zijn dan voor de opdeling. Een ander verband tussen de beschikbaarheid van geld en het woningtekort heeft met de tweede woning te maken. Iedereen die voor eigen gebruik een tweede woning koopt, verkleint de kansen voor mensen die überhaupt geen eerste woning hebben. Onze toenemende rijkdom betekent meer tweede woningen. En voor de woningzoekenden minder kans op een woning. En je kunt immigranten de schuld geven van het woningtekort, omdat ze een woning bewonen. Je kunt ook bezitters van een tweede woning de schuld geven, omdat ze altijd één woning niet bewonen. En, als je het hebt over de woningmarkt, zorgt dat geld op die markt dan niet voor extra nieuwbouwwoningen? Nee, want voor woningen heb je grond nodig. En dat extra geld vertaalt zich via de markt niet naar extra grond. Want het is niet de markt, maar de overheid die gaat over voor woningbouw beschikbare grond. Twee problemen van politieke makelij In het verlengde van bovengenoemde oorzaken van de uit de hand gelopen woningprijzen kun je twee problemen identificeren. Het eerste probleem: te weinig woningen. Dus er moet worden gebouwd. Maar los van de prijsstijgingen die het gevolg zijn van dat tekort, wordt wonen steeds duurder. Dat is het tweede probleem en is ook echt een probleem. En beide problemen worden niet door de markt veroorzaakt. Zowel het woningtekort als het geldoverschot zijn van politieke makelij. Om het woningtekort op te lossen is, zoals hierboven genoemd, grond met een woonbestemming nodig en daar gaat de (lokale) politiek over. En het geldoverschot in de woningmarkt heeft vele oorzaken, maar allemaal politiek van aard. Dat heeft iets te maken met de lage rentestanden, die door centrale banken worden vastgesteld. Maar vooral met allerlei Haagse wet- en regelgeving rondom de toestroom van geld. De markt als camouflage Toch draait het vaak om markt in discussies over de woningmarkt. De hoge prijzen zijn dan het gevolg van een markt waar vraag en aanbod niet in balans zijn. Er is te weinig aanbod, maar de markt zal dat wel oplossen. Maar aangezien het potentiële aanbod door de politiek wordt bepaald, net als de regels van het geld op de woningmarkt, is het woord markt eigenlijk niet op z’n plaats. Je kunt beter spreken over het domein van het wonen. Dat domein is ingericht door de politiek en ook private partijen en woningbouwcorporaties spelen er een rol. Dat betekent dat elke politicus die spreekt over wonen in termen van een markt, de politieke keuzes die tot de huidige problemen hebben geleid camoufleert. Zelfs de constatering dat er een crisis is op de woningmarkt is eigenlijk niet correct. Er is geen crisis op de woningmarkt. Er is een wooncrisis, omdat door politieke beslissingen over grond voor woningbouw en financiële en fiscale regels wonen duurder is geworden en mensen nauwelijks nog keuze hebben. Private partijen spelen daarin een rol, maar politieke beslissingen zijn daarbij leidend. Wat moet de politiek doen? Wat moet de politiek doen om deze door haar zelf gecreëerde problemen op te lossen? Bouwen, bouwen, bouwen, zoals de VVD zegt, opdat in de woorden van Frederik de kapitalisten elkaar opvreten? Bouwen lost beide problemen op. Het zorgt ervoor dat woningzoekenden iets te kiezen hebben en drukt de prijzen. Dus is bouwen dan toch de oplossing? Dat hangt af van een andere vraag. Wanneer willen we dat de problemen zijn opgelost? De doorlooptijd van nieuwbouwplannen is zo’n 7 tot 10 jaar. Van eerste schets tot oplevering. Dus als meer bouwen de oplossing is, dan moeten we wel wat geduld hebben. En hopen dat er verder geen vertraging optreedt. Door bijvoorbeeld de omgevingswet die maar niet geïmplementeerd wordt. Door de stikstofproblematiek. Door te weinig vakmensen of bouwmaterialen. Genoeg beren op de weg. Dan vertellen we iedereen die de komende jaren de woningmarkt betreedt: jullie hypotheek of maandlasten zijn buitensporig. Maar in de toekomst wordt het beter. De generatie na jullie heeft dat probleem niet meer. We moeten zoeken naar directe oplossingen… Er is een kans dat ze dat niet leuk vinden, omdat we nu direct ook die andere oorzaak kunnen aanpakken. We kunnen morgen beginnen met het herzien van de regels die de toestroom van geld bepalen. Het afschaffen van de jubelton. Het belasten van huurinkomsten uit een tweede woning. Het belasten van een tweede, niet verhuurde, woning. Banken verbieden meer dan, zeg 95% van een hypotheek te financieren. Het verbieden van verhuurhypotheken. Het belasten van overwaarde bij verkoop. Het instellen van een huurplafond voor woningen buiten de sociale huur. Ons uitnodigingsbeleid voor buitenlandse beleggers aanpassen. Allemaal maatregelen die sneller zorgen voor betaalbaarder wonen. …waar de VVD waarschijnlijk niet op zit te wachten Maar getuige het verkiezingsprogramma van de VVD zit deze partij niet te wachten op dit soort daadkracht. [1] Het druist in tegen de belangen van de welgestelden, waar ze zo graag voor opkomt. Het daagt ook niet dat die woning- en huurprijzen überhaupt een politiek probleem zijn. Werpt u de VVD voor de voeten dat een woning niet meer te betalen is. Dan antwoord ze dat dat komt door de markt. Zegt u dat de politiek er iets aan moet doen. Dan wil ze niet ingrijpen in de markt. Vraagt u wat ze dan wel gaat doen. Dan wordt mascotte Daniel Koerhuis omhoog gehouden, die dan tot grote tevredenheid van bouwend Nederland scandeert: “bouwen, bouwen, bouwen”. En bouwen is nodig. Voor later. Maar wat doen we nu? De betaalbaarheid van wonen moet verbeteren, of in ieder geval niet verder verslechteren. Jongeren die wel een huis kunnen kopen verbinden zich aan torenhoge hypotheken, met grote consequenties als zich onverhoopt een (persoonlijke) crisis voordoet en ze hun huis moeten verkopen. Maar bovenal zullen velen niet uit de geliberaliseerde huurmarkt kunnen ontsnappen. Daar zullen ze jarenlang hoge maandlasten moeten ophoesten, om de rendementen van hun huurbazen in stand te houden. Geen geld om te sparen. Geen buffer voor tegenslag. Geen ruimte voor een gezin. Opgesloten in de vrije huurmarkt. - - - - - [1] Van de 24 maatregelen die genoemd staan is er één die kan doorgaan voor het beperken van het geldoverschot. Namelijk de mogelijkheid die gemeenten krijgen om, onder bepaalde voorwaarden, voor bepaalde wijken een opkoopbescherming in te stellen om grootschalige opkoop te remmen. --------- Lees verder: Hoe Stef Blok de woningmarkt tegen het individu uitspeelde Wat de VVD niet wil liberaliseren aan de woningmarkt

Foto: campact (cc)

Scholz belooft continuïteit met nieuwe partners

Minder dan drie maanden na de verkiezingen is woensdag in Duitsland een nieuw kabinet geïnstalleerd. Olaf Scholz, de nieuwe bondskanselier van de sociaaldemocratische SPD, beloofde bij zijn aantreden continuïteit na zestien jaar Merkel. Hij zal het moeten doen met twee voormalige oppositiepartijen met uiteenlopende programma’s: de liberale ondernemerspartij FDP en de Groenen. De coronapandemie wordt de eerste uitdaging voor de nieuwe regering. Met krap 70% gevaccineerden heeft Merkel vorige week een lockdown voor ongevaccineerden afgekondigd. Een vaccinatieplicht is niet uitgesloten. De nieuwe gezondheidsminister Karl Lauterbach (SPD) die er zelf eerst tegen was is nu voor. Het volledige Kabinet-Scholz is hier te vinden. Ik maak een rondje langs de nieuwe bewindslieden van de Groenen:

Annalena Baerbock: Europa eerst

De nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock (Groenen) vertrok na haar beëdiging meteen voor een rondreis langs Parijs, Brussel en Warschau. Zij heeft het regeerakkoord van de drie partijen een sterke Europese inslag gegeven. In haar eerste verklaring als minister schrijft Baerbock, ooit actief als lid van de Werkgroep Buitenland van de Europese Groenen: ‘Europa speelt een centrale rol in ons buitenlands beleid. [Maar] we zullen onze ideeën en belangen niet over de hoofden van onze buren najagen, laat staan ten koste van hen.’ In Parijs heeft ze gisteren aan haar collega Jean-Yves Le Drian wel meteen duidelijk gemaakt dat kernenergie in haar ogen geen duurzame energiebron is, zoals de Fransen het graag willen zien. De rol van kernenergie staat op de agenda van de EU in het kader van de afspraken over wat wel en niet als groene brandstof kan worden beschouwd. Duitsland en Oostenrijk staan op dit punt tegenover Frankrijk, Polen en Tsjechië. De verschillende inzichten zullen op het niveau van regeringsleiders moeten worden uitgepraat. Bondskanselier Scholz gaat binnenkort ook naar Parijs. Europa blijft toch vooral draaien om de as Parijs-Berlijn. En buitenlandpolitiek blijft in beide landen in veel gevallen Chef-Sache.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Share of people fully vaccinated against COVID-19, last updated 8 December - CC BY Our World in Data

Kabinet houdt ‘derde wereld’ liever afhankelijk van vaccindonaties

Sinds oktober 2020 dringen India en Zuid-Afrika en ruim honderd andere landen aan op het vrijgeven van de patenten op vaccins, zodat lage- en middeninkomenslanden zelf vaccins kunnen produceren. De EU en enkele andere landen houden het voorstel tegen. Een update over de positie van Nederland (in augustus schreef ik hier dit over).

Er worden momenteel wereldwijd zes keer zoveel boosterprikken toegediend als er eerste prikken worden toegediend in lageinkomenslanden. De WHO noemt het “a scandal that must stop now.” Directeur-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus riep in augustus – toen in Nederland de Gezondheidsraad de booster-optie ging onderzoeken – al op tot een moratorium op boosters tot september, dat hij later bijstelde tot eind van het jaar. In de lageinkomenslanden was op 1 augustus 1,1% van de mensen gevaccineerd; op dit moment is dat 3,2%.

Gezien de zorgen over de Omicron-variant en mogelijk verminderde bescherming door vaccinatie is het begrijpelijk dat veel mensen een booster willen, maar het blijft onbegrijpelijk dat de EU en een aantal andere landen nog altijd het vrijgegeven van de patenten op coronavaccins tegenhouden. De discussie hierover loopt al sinds oktober 2020, toen India en Zuid-Afrika een voorstel deden voor het (tijdelijk) vrijgeven van de patenten via de zogenaamde TRIPS-waiver. Vorige week zou de Wereldhandelsorganisatie (WTO) er weer over spreken, maar vanwege de Omicron-variant en de reisbeperkingen voor Afrikaanse landen werd de vergadering last-minute afgeblazen. “The vaccine apartheid that rich countries and the WTO have refused to address is ultimately responsible for the decision to postpone vaccine talks,” zei The People’s Vaccine, een coalitie van 50 organisaties die zich inzet voor het vrijgeven van vaccinpatenten. Een TRIPS-commissie praat er de komende tijd wel over verder.

Foto: Tim Reckmann (cc)

Weten de cultuur en horeca dat ze snel weer open kunnen?

COLUMN - Na anderhalf jaar persconferenties, coronadebatten, discussieprogramma’s, opiniestukken en andere meningen, is de scherpte wel een beetje weg. En daarom lijkt iedereen over de eenvoudige oplossingen heen te kijken. Een week geleden moesten horeca en cultuur weer grotendeels dicht. Terwijl het niet zo moeilijk is ze ook snel en veilig weer open te laten gaan.

Velen denken nu dat die drie weken niet genoeg zijn en zes weken worden. En dan drie maanden. En voor je het weet is het weer voorjaar voor we weer naar een concertje, een debat, een theatervoorstelling of het restaurant kunnen. Maar met eenvoudige middelen die voor handen zijn kunnen we dat voorkomen.

Vorige week meldde de Volkskrant dat er in Denemarken dagelijks 300.000 testen worden afgenomen. Bij ons neemt de GGD er dagelijks rond de 100.000 af. Als we in staat zijn in verhouding evenveel testen te doen, dan moet dat kunnen worden opgevoerd naar dagelijks een kleine miljoen. Maar ook met de helft komen we al een heel eind. En als we dat op korte termijn naar een schamele 200.000 dagelijkse testen kunnen opvoeren (20% van Denemarken) dan kan er ook weer wat open.

Hoe dan?

Gewoon alle bezoekers testen dus.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Als elke motie een referendum was

Het Kamerdebat over de laatste ontwikkelingen rondom het coronavirus (1 december) resulteerde ook nu weer in flink wat moties. Er werden uiteindelijk 52 moties in stemming gebracht.

Het is gebruikelijk dat de voor het onderwerp verantwoordelijke bewindspersonen hun mening over de moties kenbaar maakt. In het jargon heet dat de appreciatie en kent vijf mogelijke reacties:

1. De bewindspersoon ziet er wel wat in en geeft aan de motie te zullen overnemen. In dit geval is er geen stemming nodig, behalve als de indiener dat toch wil.

2. Of men wil het ‘oordeel aan de Kamer laten’. De bewindspersoon kan zich vinden in de intentie van de motie. Men erkent het probleem dat in de motie wordt genoemd en staat open voor oplossingen. Altijd handig voor later. Als de minister met een maatregel komt die het probleem moet tackelen, kan tegen een eventueel tegensputterende Kamer worden gezegd: maar u wilde bij motie zus-en-zo toch dat we er wat aan doen?

3. Als de bewindspersoon om welke reden dan ook er niets in ziet kan de motie worden ontraden. 4. De allersterkste afwijzing is een motie onaanvaardbaar te noemen.

5. Een bewindspersoon kan ook aan de Kamer vragen een motie aan te houden. Meestal om eerst wat ander onderzoek te doen of een of ander overleg af te wachten.

Foto: William Murphy (cc)

Ierland honderd jaar onafhankelijk

John Costelloe, gemeenteraadslid voor Sinn Féin in het Ierse Limerick heeft zich de kritiek van zijn collega’s op de hals gehaald met een opmerkelijk voorstel. Hij wil het Britse koninklijke wapen van de postbussen in Ierland afslijpen. Costelloe: ‘Waarom hebben we nog steeds die Britse tekens langs onze wegen? We kunnen ze eraf slijpen. Laten we het logo van ons eigen Postbedrijf erop zetten, niet het koninklijke wapen. We zijn een onafhankelijk land. We begrijpen allemaal onze geschiedenis, maar we hoeven er niet elke dag van de week aan herinnerd te worden.’ 

Costelloe’s collega Conor Sheehan (Labour) reageerde geschokt op het beeld van de slijpmachine. ‘Je gaat toch ook niet met een voorhamer het St. Johns Castle te lijf’, zei hij met verwijzing naar een van de belangrijkste toeristische attracties van de stad. Fine Gael raadslid McSweeney maakte er meteen een politiek punt van tegen Sinn Féin:  ‘We kunnen ons verleden niet uitwissen, maar ik geloof wel dat er hier enkele partijen zijn die een heel duister verleden hebben en niet willen dat dit herinnerd wordt. Helaas zal een slijpmachine deze geschiedenis niet verwijderen.’ 

Vrijstaat

Maandag is het honderd jaar geleden dat de Ierse Vrijstaat tot stand kwam. De nationalisten gingen akkoord met het Anglo-Ierse Verdrag waarin de onafhankelijkheid van Ierland met uitzondering van zes Noord-Ierse graafschappen werd erkend. Het betekende het einde van de onafhankelijkheidsoorlog. De Britse troepen trokken zich terug, maar de constitutionele band met het Britse Koninkrijk bleef bestaan. Ierland kreeg de status van een dominion zoals Canada en Australië met de Britse koning aan het hoofd.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: CorporatieNL (cc)

Scheefwonen of scheefhuren, er is geen verschil

COLUMN - We hadden de afbraak van de (sociale)woningmarkt wel aan kunnen zien komen. Want afbraak is het. Alleen huizenbezitters zijn volwaardige burgers in de ogen van de VVD en zij krijgen zeer lucratieve aftrekvoordelen. Het is zelfs nog schever, hoe rijker je bent hoe meer voordeel je geniet. Het nu zichtbare gevolg daarvan is een standenmaatschappij die de democratie aantast, meent Harry Bleeker.

Scheefhuren

De poging van de VVD om de sociale aspecten in de woningmarkt te framen met termen als “scheefhuurder” is niet alleen zorgelijk en betreurenswaardig, maar soms ook ronduit lachwekkend. Laat ik een poging wagen dit aan te tonen.

Scheefhuurders dat zijn vreselijke mensen die in een sociale huurwoning wonen terwijl ze best veel meer huur zouden kunnen betalen. Dit wordt met droge ogen gezegd, terwijl het in de huidige woningmarkt voor starters op de koopmarkt, maar ook voor huurders, onmogelijk is om een betaalbaar huis te vinden.

Er is een inkomensgrens waarboven je niet in aanmerking komt voor sociale huur of huurtoeslag. Ik bespreek hier de term scheefwonen en heb het niet over de huursubsidie. Wat het spiegelbeeld is en waarover nog geen onenigheid bestaat.

Soms ga je, tijdelijk of niet, meer verdienen dan die inkomensgrens en dan huur je volgens de VVD dus scheef (te weinig huur=positief scheef wonen).  Waarom een inkomensgrens? Omdat je geacht wordt een bepaald gedeelte van je inkomen aan huur te moeten besteden. Je doet de starters op de woningmarkt te kort door te blijven zitten in een voor jou te goedkope huurwoning. Is dat zo? Doe je starters niet veel meer te kort door de woningmarkt over te laten aan diegenen die, gefaciliteerd door Stef Blok, bakken geld hebben om te investeren en huurders slechts zien als de ultieme suffe melkkoeien. Op zijn minst merkwaardig in dit verband vind ik het volgende.

Foto: Rachel Knickmeyer (cc)

Betonrot

COLUMN - De civiele rechter in Amsterdam veroordeelde vorige week twee beveiligers van Forum voor Democratie voor de mishandeling van de Bossche videokunstenaar Jasper van den Elshout. Hij hield vorig jaar een eenmansdemonstratie tegen Baudet toen die in Den Bosch aan het flyeren was. Van den Elshout stond met een kartonnen doos voor ‘oud papier’ op de Parade, zodat mensen daar hun FvD-krant meteen in konden doen. Beveiligers van Baudet sleurden de demonstrant van het plein, trokken hem omver en drukten hem een kwartier tot twintig minuten tegen de grond, terwijl Van den Elshout op zijn knieën zat. Hij heeft nog enige tijd last gehad van een pijnlijke schouder en knie.

Opmerkelijk is de reactie van Baudet na het incident. Tegen de politie verklaarde hij: ‘Ik had onmiddellijk een slecht gevoel bij deze man. Ik had een bedreigd gevoel. Ik vond het echt bedreigend.’ De civiele rechter vond mede op grond van verklaringen van getuigen dat er geen sprake was van een bedreigende situatie. De rechter ging echter niet mee met de eis aan Forum voor Democratie voor een rectificatie van Baudets beschuldigingen. De beveiligers werden wel veroordeeld tot 4000 euro schadevergoeding wegens belemmering van de vrijheid van meningsuiting, vrijheidsberoving en aantasting van de lichamelijke integriteit.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Gun Rutte wat rust

Aan het demissionaire kabinet zitten we nog wel even vast. Hoe het er precies voorstaat met de kabinetsformatie weten we niet. In een extreem karig briefje aan de voorzitter van de Tweede Kamer deelden de informateurs mee dat ze na volgende week de Kamer opnieuw zullen informeren.

Het kattebelletje was van 25 november. Na volgende week is dus op of na 6 december. Dat het allemaal niet zo vlot gaat verklaren de heren in hun laatste zin:

De verdere voortgang blijft mede in het teken staan van verplichtingen die voor de betrokkenen bij de formatie verbonden zijn aan het lidmaatschap van de Kamer en/of het kabinet, waaronder de behandeling van de begroting en de verantwoordelijkheid voor bestrijding van de corona-pandemie.

Logisch? Logisch! Een mens kan geen twintig ballen in de lucht houden. En de hoofdonderhandelaar voor de VVD houdt er al zo veel in de lucht. Als minister-president heeft hij zijn handen vol aan de reguliere taken. Daarbovenop is hij crisismanager geworden, waarbij de coronacrisis misschien wel de meest tijd en energie vraagt.
Zijn agenda is niet elke week bomvol, maar een schema als onderstaande maakt duidelijk dat hij niet elke dag met de formatie bezig kan zijn.

Foto: Socialdemokraterna (cc)

Een paar uur eerste minister

Sommige premiers blijven veel te lang zitten. De net benoemde Zweedse premier Magdalena Andersson gaf het woensdag al na enkele uren op. Haar minderheidscoalitie viel uit elkaar nadat de Centrumpartij haar steun had onthouden aan de begroting van de coalitie en vervolgens een alternatieve begroting van de oppositie met steun van de extreemrechtse Zweden Democraten door het parlement werd aanvaard. Andersson, eerder minister van Financiën, wilde de oppositionele begroting desnoods nog wel accepteren. Maar haar coalitiepartner, de groene Miljöpartiet niet. Partijleider Per Bolund zei dat de Groenen de ‘historische begroting van de oppositie, voor het eerst opgesteld met extreemrechts’ niet konden tolereren.  Voor haar benoeming had Andersson de steun gekregen van de oppositionele Vänsterpartiet (Linkse Partij) met de belofte de pensioenen te verhogen. Maar juist dat leidde weer tot het afhaken van de Centrumpartij (liberaal, agrarisch) bij de stemming over de begroting.

Weer een nieuwe minderheidsregering?

De oplossing voor een nieuwe regering ligt nu bij Andreas Norlén de voorzitter van het parlement die gisteren met alle acht partijen in het parlement gesproken heeft. Andersson (54), de eerste vrouwelijke Zweedse premier, heeft aangegeven dat ze graag door wil in een minderheidsregering met alleen sociaaldemocraten, nog steeds de grootste partij in Zweden. De Groenen en twee andere partijen hebben aangegeven zich van stemming te zullen onthouden over een nieuwe regering, maar ze zullen zich niet tegen haar verzetten. Dat betekent dat de kans groot is dat zij wordt herbenoemd, zij het niet bepaald met veel steun. De econoom Andersson, die al sinds haar 16e is aangesloten bij de sociaaldemocratische partij,  staat bekend als een bijzonder competente politicus, maar ook als nogal direct en bot in de communicatie. De Zweedse televisie noemde haar een ‘bulldozer’. Anders Lindberg, politiek redacteur van Aftonbladet: ‘Ze heeft een beetje een Angela Merkel-manier van argumenteren. Het is niet helemaal duidelijk wat ze altijd wil zeggen, maar ze wint uiteindelijk het dispuut omdat niemand anders echt kan antwoorden aangezien ze alle details beheerst.’

Vorige Volgende