Meningen zijn een grondstof voor Twitter. Maar wat Twitter doet draait niet zozeer om het uiten van een mening, maar om het volume en het bereik ervan. En de overkoepelende politieke vraag is veel breder dan dat individuele recht op vrijheid van meningsuiting. Namelijk, hoe willen we digitale media als Twitter inpassen in onze publieke sfeer en democratie?
Eerst even over die vrijheid van meningsuiting. Dat dat recht een groot goed is, laat de huidige situatie in Rusland natuurlijk goed zien. Zelfs doen alsof je een mening uit wordt daar op dit moment bestraft. Dus zodra de staat zich in dit soort zaken gaat mengen moeten we op onze hoede zijn.
Twitter is echter niet de staat. Het is, juridisch gezien, een bedrijf. En Twitter biedt diensten aan waar voorwaarden aan verbonden zijn. Schend je die voorwaarden, door met geweld te dreigen bijvoorbeeld, dan verbindt het bedrijf daar consequenties aan. Je kunt je zelfs afvragen of dat niet vaker moet gebeuren.
De core business van Twitter is niet business
Daarmee is wel duidelijk dat Twitter met dat recht op vrijheid van meningsuiting niets van doen heeft. Tegelijkertijd is het argument dat het een bedrijf is, juridisch wel correct, maar in de praktijk nogal ongeloofwaardig. De core business van Twitter heeft niets te maken met business. Dus waarom noemen we Twitter eigenlijk een bedrijf?
Twitter heeft misschien wel meer weg van een museum. In een museum draait het om de kunst die er te zien is. Misschien wordt een vleugel van het museum, een tentoonstelling, of een evenement gesponsord. En de museumwinkel genereert inkomsten. Maar het is de kunst waar het museum zijn bestaansrecht aan ontleent.
Zo ontleent Twitter z’n bestaansrecht aan informatie-overdracht en publiek debat en aan het versterken van de stemmen die daar te horen zijn.
Twintig jaar terug
Twintig jaar geleden kon je met je vrije mening een spandoek maken met de tekst “Laat Mark Rutte geen staatssecretaris worden! Dat is een hellend vlak. Straks is hij premier en worden onder zijn verantwoordelijkheid door de belastingdienst vele levens vernield… Doe het niet!” Daarmee kon je protesteren op het Malieveld, of de Dam. Of je kon die vrije mening in briefvorm richten aan een krant, tijdschrift, of TV-redactie.
Maar of die mening gehoord werd was nooit aan de opiniemaker. Het was aan die redacties - hoe objectief, of vooringenomen ook - om die mening al dan niet te publiceren of uit te zenden. Zij filterden en besloten daarmee meningen te versterken, of niet. Uit het recht op vrije meningsuiting volgde nooit een recht op versterking van die mening. In beginsel was het volume van je vrije mening, het volume van je eigen stem.
Twitter draait om versterking
Op Twitter zijn het uiten van een mening en het versterken ervan niet goed los van elkaar te zien. Heb je 0 volgers en verstuur je een tweet, dan kun je net zo goed iets in je dagboek schrijven. Niemand leest het. Terwijl mensen tweeten om zich te laten horen.
Dat versterken kun je beïnvloeden, door volgers te zoeken, of hashtags te gebruiken. Vervolgens zijn het vooral andere Twittergebruikers die de versterking veroorzaken. De likes en retweets zijn de volumeknoppen van een tweet. Maar belangrijker nog zijn het vaste publiek van volgers. Meer volgers, likes en retweets betekent meer volume en versterking. En dus een groter bereik en grotere kans om gehoord te worden.
Drie type filters
Die gebruikersfeedback is voer voor het algoritme, dat mede op basis daarvan filtert wat iemand wel en vooral niet te zien krijgt. Een tweede type filter, naast die gebruikersfeedback, is de programmering van het algoritme. Hoe die precies werkt is voor de gewone twitteraar onduidelijk. Maar het zal erop neerkomen dat het algoritme inspeelt op bijvoorbeeld interesses. Reageer je op politieke tweets, dan krijg je meer politieke tweets te zien. Een derde type filter is de censuur. Daarbij spelen rapporterende gebruikers een rol. Maar Twitter zelf bepaalt welke tweets worden verwijderd en welke accounts opgeschort.
Maar het is dus niet alleen de censuur die tweets buiten je zicht houdt. Ook die andere filters selecteren wat je ziet en daardoor ook wat buiten beeld blijft. Door het tonen van een veel gelikete tweet, worden andere tweets niet getoond. En als door iemands profiel het algoritme meer politieke tweets selecteert, zal het bijvoorbeeld minder sport tonen.
Kortom, Twitter versterkt voortdurend de vrije meningsuiting van de één, door het dempen van de vrije meningsuiting van anderen. Doorlopend wordt er in het publieke debat ingegrepen.
Elon Musk en zijn vrijheid van meningsuiting
De interesse voor Twitter van de (mogelijke) koper Elon Musk lijkt voort te komen uit zijn verdediging van het vrije woord. Daarbij krijg je de indruk dat het vrij uiten van een mening voor hem gelijk staat aan het ongefilterd kunnen twitteren. Terwijl ongefilterd twitteren niet bestaat. Als iets alleen vrije meningsuiting heet als het ongefilterd is, dan bestaat er op Twitter geen vrije meningsuiting.
Sinds Twitter het account van Trump opschortte is zijn bereik op Twitter net zo groot als dat van mensen zonder volgers. Zijn volume is volledig teruggedraaid. Maar ook voor die tijd werd doorlopend ingegrepen in het bereik van Trumps meningsuiting. Alleen de andere kant op. Maximale versterking.
Twitter bepaalt dus met die filters hoe hard het volume staat van iemands tweets en wat derhalve het bereik is. Dat is geen natuurlijk gegeven. Het wordt voor elke tweet bepaald. En het verschil is niet wel of geen vrije meningsuiting. Het is gradueel, het volume staat wat harder, of zachter, of zo zacht dat niemand je meer hoort.
Dit gaat niet om individuele vrijheden
Twitter is geen startup meer. Het is een gevestigd medium dat we serieus moeten nemen als onderdeel van onze publieke ruimte. De vraag is hoe. Het lijkt erop dat Musk zich daarbij primair laat leiden door individuele vrijheden, met name dat recht op vrije meningsuiting:
https://twitter.com/elonmusk/status/1518623997054918657
Maar het laat ook zien dat hij zich niet bekommert om een ander recht van dezelfde orde - gelijkheid. Want mooi dat Musk z’n critici hun mening gunt, maar zijn tweets worden door miljoenen gelezen en die van zijn critici (met veel minder volgers) niet. Zo is bij het debat op Twitter ongelijkheid het uitgangspunt, dankzij dat door Twitter individueel bepaalde volume en bereik.
Maar belangrijker om niet te vergeten is dat ook individuele vrijheden, een collectieve verworvenheid zijn. Het recht op vrijheid van meningsuiting, waar elk individu zich op kan beroepen, is een collectief goed dat alleen bestaat als het voor iedereen in dezelfde mate geldt. Anders is het geen recht, maar een privilege.
En er zijn meer collectieve verworvenheden die essentieel zijn voor het voortbestaan van onze liberale democratie. Zoals het hebben van een publieke ruimte waar die meningen onderdeel worden van een gesprek of debat, waar ze gehoord en gewogen worden. Om die ruimte te laten functioneren is het essentieel dat sommige stemmen niet te dominant worden. Zoals de stem van Trump dat was tot januari 2021.
Politieke vragen
Twee grote vragen behoeven een antwoord. Hoe zorgen we ervoor dat digitale media ten goede komen aan de democratie en niet tot megafoon verworden om bestormingstroepen richting parlement te dirigeren? En de vraag die daarmee verbonden is. Hoe de-privatiseren we de zeggenschap over het politieke debat, dat een onlosmakelijk onderdeel vormt van onze democratische instituties.
Digitale media ten goede laten komen aan de democratie betekent al snel, sleutelen aan de software en het algoritme. Een voorstel zou kunnen zijn om prominente gebruikers een andere status te geven. Tegenover het recht dat Twitter je geeft om met een groot bereik te twitteren zouden ook plichten kunnen komen te staan.
De grootste fout die Twitter maakte met de tweets van Trump is dat ze voor hem de lat lager legde, in plaats van hoger. Dat liet hem alle ruimte om desinformatie te verspreiden en te intimideren. Dat moet je omdraaien. Hoe meer bereik Twitter je biedt, hoe hoger de lat moet liggen. Noblesse oblige.
Je kunt bijvoorbeeld onderscheid maken naar grootte. Standaardaccounts met een maximum van 1000 volgers en 100 likes en 10 retweets per tweet. Wil je een groter bereik dan kan dat, maar dan committeer je je ook aan strengere voorwaarden voor het debat. Misbruikt een prominent gebruiker z’n bereik - door intimidatie van tegenstanders, of het verspreiden van leugens - dan wordt hij direct teruggezet naar een standaard account. Weg volgers, weg bereik. Maar zonder dat ‘zijn vrijheid van meningsuiting wordt afgenomen’.
En zo zijn er vast vele verbeteringen te verzinnen. Maar uitgangspunt daarbij moet zijn dat het aan onze democratie is om te bepalen hoe de regels voor dat politieke debat er uit moeten zien.
Het de-privatiseren van publieke instituties
Dat brengt ons bij een vraag die eigenlijk veel groter is dan Twitter. Op allerlei manieren nestelen digitale voorzieningen zich in onze publieke en privélevens. Handige apps die als digitale nutsvoorzieningen de infrastructuur van onze dagelijkse routines vormen. Wat als kleine start-ups begon is gegroeid en geconsolideerd. Economisch volwassen geworden. En dat betekent ook dat er geld verdiend moet worden aan die infrastructuur, die vaak een publieke en soms een politieke functie heeft.
Dat geldt ook voor Twitter. Met het vertrek van oprichter en CEO Jack Dorsey zal winst maken belangrijker worden. Het algoritme van deze digitale publieke ruimte wordt daar vast op aangepast. Tegelijkertijd is, mede door de bestorming van het Capitool, ook wel duidelijk dat haar publieke functie verbetering behoeft. Die twee zijn moeilijk te verenigen en dat maakt het private eigenaarschap met bijkomend winstmotief problematisch. Een vorm van de-privatisering, van in ieder geval de zeggenschap over het publieke debat, ligt dan voor de hand.
Tegelijkertijd is nationalisatie van Twitter, ondanks haar publieke functie, nauwelijks denkbaar. Niet alleen omdat Twitter grensoverschrijdend is. Maar ook omdat je niet wil dat politici aan de knoppen zitten. Ze hebben er teveel belang bij dat het algoritme hun goed gezind is. Juist omdat Trump die macht niet had, kon Twitter zijn account opschorten en helpen de openbare orde, zowel op Twitter als in Washington, te herstellen.
De vraag is dus: hoe onttrek je, na 40 jaar marktdenken, een collectief goed van de markt, zonder het in handen van de staat te leggen? Een collectief digitaal goed dat politiek debat mogelijk maakt, maar ook een geschiedenis heeft van haatdragendheid en scheldpartijen, van intimidatie, opruiing en bedreiging. Dat een grote bijdrage heeft geleverd aan de bestorming van het Capitool in de belangrijkste westerse democratie. Dat bepaalt onder welke voorwaarde je aan het politieke debat mag deelnemen. Een debat waarbij de één wordt gedwongen te fluisteren, terwijl de ander met een megafoon het woord neemt.
Hoe doen we dat?
----------------
Eerdere stukken over Twitter:
Twitter moet @JoeBiden de mond snoeren 1/3 over waarom het weren van presidenten van Twitter juist legitiem is.
Twitter en het HEMA rookworstmonopolie 2/3 over sociale insluiting en waarom Twitter geen monopolie is.
Twitter. Wat is het? 3/3 over wat de macht van Standard Oil die door Theodoor Roosevelt gebroken werd over Twitter zegt.